Zeven Venrayse boerderijen de landelijke monumentenlijst op PEEL EN MAAS WIEËNWEC ,,De Wever" is de oude naam van deze oude boer derij aan de Wieënweg 8. De oudst bekende bewo ner, Jacob Kusters, leefde er van 1797 tot 1886 en die was wever van zijn beroep. Ook deze boerderij is in nerlijk omgebouwd tot woonhuis. Het bakhuis, direkt naast de voorgevel, is bouwvallig. Bewoner is W.M. Grootjans. De archeoloog is al lang gewend ge raakt aan de paradox dat grote rampen conserverend werken, en dat niets zo grondig destructief is als een ongestoor- de, vreedzame ontwikkeling. De uitbarsting van de Vesuvius die in het jaar 80 de stadjes Pompeii en Her- culaneum in een haast onvoorstelbare korte tijdspanne onder een laag gloeien de as begroef, heeft ons een beeld bewaard van het leven en bedrijf van een antieke stad in al zijn vormen zo rijk als geen enkele beschrijving of illu Onlangs werd in de rubriek „Gemeentepraat" een opsom ming gegeven van 27 Venrayse monumenten welke op de lande lijke monumentenlijst staan op genomen. Nu bevat het woord „monument" een groot begrip. Een eerste gedachte aan een standbeeld, herdenkingssteen of iets dergelijks is helemaal niet fout, maar dekt slechts een klein onderdeel van de totale nationale monumentenlijst. Voor Venray met z'n 27 natio nale monumenten blijft de lijst nogal erg beperkt en eenzijdig. Allereerst zijn er 6 kerken ge noemd, dan 9 kapellen, 4 mo lens, de Latijnde school en ten slotte 7 boerderijen. De gemeente Venray is zich er van bewust dat deze lijst inder daad zeer beperkt is en veel van Venrays beeldende geschiedenis over het hoofd ziet er aan voorbij gaat. Het is daarom dat men doende is een lijst van kleine Venrayse monumenten samen te stellen, waarvan men meent dat deze voor Venray nu en in de toe komst bewaard moeten blijven. Uiteraard kan de gemeente op het behoud van die Venrayse monumentjes geen enkele dwang uitoefenen, noch grote financiële medewerking verlenen aan eige naren voor herstel of renovatie van hun cultureel belangrijke eigendommen. De financiële problemen spe len ook een belangrijke rol bij het onderhoud en instandhouden van de nationale monumenten. In onze eigen gemeente kunnen we dat zien bij de Merselose Molen „Nooitgedacht". On danks dat deze „Beltmolen" op de landelijke monumentenlijst staat, wordt er aan onderhoud en renovatie niets gedaan. Er is geen geld Het is daarom bijzonder lof waardig dat de gemeente voor nemens is binnenkort het herstel van deze molen ter hand te nemen om verder verval te voor komen. Aan de Venrayse monumen ten, zoals hierboven genoemd, hebben wij in de loop der jaren al min of meer uitgebreid aandacht besteed. Ditmaal willen we onze bijzondere aandacht besteden aan de 7 Venrayse boerderijen die op de landelijke monumen tenlijst vermeld staan. We heb ben ons daarbij laten leiden door de brochure „Venrayse Monu menten" zoals die in het midden van de jaren '70 werd uitgegeven. De historische gegevens daarin zijn verzameld door de huidige museumbeheerder de heer W. J. M. Willemsen, terwijl de tekst geschreven werd door H.P.A Camps destijds archivaris van onze gemeente. straties ons voor ogen brengen kon. Maar van onze oude boerderijen ook al ploegde de boer onverstoorbaar voort, en al kwamen de boerderijen er in vergelijking met het dorp Venray er in de laatste oorlog vrij goed af is bitter weinig meer over. En dit eingenlijk pas sedert korte tijd. Voor iets meer dan een halve eeuw zou men nog heel wat oude boerderijen in gave toestand hebben kunnen aantreffen. Nu kunnen we nog slechts zeven plaatsen aanwijzen, die op de naam monument aanspraak kunnen maken en daarvan zijn er nog maar drie als boerderij in bedrijf. En dan is eigenlijk nog slechts de buitenkant geheel intakt gebleven. GESCHIEDENIS VAN DUIZENDEN JAREN Dit nu is heel jammer, want als er monumenten zijn die tot nadenken stemmen, dan zijn het wel deze. Wie, laten we zeggen een zestig jaar geleden, een oude boerderij betrad, zag, al besefte hij het niet, een geschiedenis van duizenden jaren. Niet dat deze gebou wen op zichzelf zo oud waren. Het oudste wat hier over is, gaat niet verder terug dan het begin van de achttiende eeuw, en elders is het niet veel anders. .Maar de oervorm die aan de bouwwij ze ten grondslag lag, is veel en veel ouder en reikt terug tot diep in de pre historie. HALLE HUIS De oervorm was het z.g. hallehuis: «een vrij lang gebouw, met één grote ruimte, over de lengte in drie schepen verdeeld door zware eiken staanders die even zware dekbalken droegen, die op hun beurt weer de steun vormden voor een zoldering van meest dennestammen. In een enkele oude schuur kon men, voor de oorlog, deze bouwtrant in hoofdzaak nog voor ogen zien. Het was het massieve eikenhout, waarvan men een kwistig gebruik konmaken, omdat het nog rijkelijk ter plaatse voorhanden was, waarop het hele bouwsel steunde. En hoe grof ook uitgevoerd, de con structie was even gecompliceerd als goed doordacht. De muren droegen nagenoeg niets, dienden eigenlijk slechts als afsluiting en waren dan ook laag. Het rieten dak begon, aan de zij kanten op minder dan manshoogte. Dit hallehuis was de leefruimte voor mensen en vee, en tevens opslagplaats voor wat er voor het levensonderhoud nodig was. Het middelpunt van deze ruimte was de haard, middelpunt ook van het familieleven. „SAKSISCH EN FRANKISCH" Wat hier geschetst is, is wat men later met een misleidende term het saksische type genoemd heeft. Maar is veel ouder dan de Saksen en men heeft het enkel zo hun tijd meegegaan. Gebleven is, gro tendeels, het rieten dak. En met reden, want het riet was niet alleen goedkoop en gemakkelijk te krijgen (althans in de tijd dat er nog talloze grote en kleine vennen waren), het was betrekkelijk duurzaam en een ideale warmte-isole- ring. De lemen vloeren zijn al lang vervangen door plavuizen. Hoe de bui tenmuren, thans natuurlijk overal van baksteen, oorspronkelijk gemaakt wer den, is nog een op te lossen vraag. En het oorspronkelijke geheel houten binnenwerk heeft althans in de woon ruimte al heel lang plaats gemaakt voor binnenmuren. En toch als men eenmaal weet, hoe het ontstaan is, dan kan men het drieschepige oude hallehuis in de thans nog bestaande boerderij zonder moeite herkennen in het grondplan. En het spraakgebruik bevestigt dit: de grote woonkeuken, waar men letterlijk met de deur in huis viel, heet nog altijd „den hèèrd" en was tot in onze dagen de ruimte waarin het meest en eigenlijk het gezelligst gewoond werd. T-VORM Stal en woonruimte zijn wanneer is nog uit te zoeken gescheiden ge worden. Later vaak zo dat de stalruimte dwars in het midden tegen de lange wand van de woonruimte werd ge plaatst, zodat het geheel in T-vorm kwam. De stal was een potstal en dit OOSTRUM Rechts ,,in de tweede grote bocht" van Oostrum naar Geijsteren ligt Klein- Spralant", vol gens de muurankers ge bouwd of vernieuwd in 1717. In het begin van deze eeuw afgebrand, maar in zijn oude vorm hersteld. Bij dit laatste kan men en kele vraagtekens zetten; de „moderne" dakpannen en een rechte topgevel doen immers anders vermoeden. Het pand is bewoond door de familie Wolters. genoemd, omdat er in het oosten van het land (wat voor saksisch doorgaat, maar what is a name?) er 't sterkst aan vastgehouden is. Men herkent het „sak sische" type het eerste hieraan dat men de ingang en de gevel aan de smalle zijde vindt. De boerderijen in onze streek vertoonden verschillende bouw wijzen. Naast het zuivere „saksische" type vindt men ook het z.g. frankische, waarbij men de ingang ruwweg in het midden van de lange zijde aantreft, en dat waarschijnlijk jonger is. Het Maasgebied is steeds een door gangsweg geweest, en het is dan ook niet te verwonderen dat men hier ver schillende boerderijtypen naast elkaar vindt. Onze oude boerderijen, voor zover ze nog bestaan, zijn natuurlijk wel met jHiwiiirf bleef tot na de vorige wereldoorlog de algemene vorm. De plaats waar het vee stond was ongeveer een meter lager dan de rest van de boerderij. Verder kwam bij de iets grotere boerderijen de schuur als een apart gebouw naast het woonhuis met stal te staan, evenals de „schop" voor het onderbrengen van karren en ander landbouwtuig. Regel was ook dat iedere boerderij een bakhuis bezat, dat al naargelang men het enkele voor het broodbakken dan wel ook voor andere doeleinden bestemde, kon variëren van een zeer klein hokje van enkele vierkan te meters grondvlak tot een flink ge bouw met een zolder. En nergens ont brak ook de waterput met putwip. Ook dat kan men nog zien bij enkele boer derijen in Venray. VRIJDAG 22 JULI 1983 Nr. 29 HONDERDENV1ERDE JAARGANG van de grote weg gelegen boerderij. Volgens de muurankers gebouwd in 1715. Ongetwijfeld is ook deze Saksische boerderij met die van Weverslo de mooiste en gaafst bewaar de boerderij. De bewoners de familie A.H. Janssen. SCHOOR De familie Jacobs be woont op Schoor 2 datge ne wat eens als enig voor beeld van een oude Ven rayse boerderij in T-vorm gold. Toen een boerderij type, waarbij de voorkant (de bovenste balk van de T) uitsluitend woonruimte was en het aangebouwde „lange steek stal en hooi zolder was. MONUMENTEN? Men kan zich afvragen of deze oude boerderijen inderdaad nog als monu menten als herinneringen aan vroeger kunnen worden beschouwd. Degenen, die aan de hand van deze be schrijving een „boerderij entocht" zou den willen gaan maken, zouden onge twijfeld enigszins teleurgesteld worden. De meeste boerderijen liggen zo ver scholen in groenaanplantingen dat men amper een vrij uitzicht nn He panden heeft. Van anderen zijn alleen nog de voorgevels in de originele staat behou den. De achtergevel alsmede de zijgevels hebben glaswanden gekregen of zijn dermate gewijzigd dat er weinig „ouds" van overgebleven is. Natuurlijk kan men de behoeften van de eigenaren aan enige woonluxe en woongemak volko men begrijpen, maar dan moet men toch niet meer praten over uit oudheid kundig oogpunt beschermde monumen ten. LEUNEN Op de Enge Steeg 6, ge heel verscholen in hel groen ligt de oude boerde rij van de familie Claessens (Gussen Wie z.g.). Ook de ze boerderij, daterende uit de 18e eeuw is geheel ver anderd in woonhuis. CA STENRAY Lollebeekweg 57. Een vermoedelijk uit de 18e eeuw daterende boerderij, want officieel is er in 1776 al een boerderij op deze plaats. De muurankers ge ven aan 1854, maar er zijn beslist oudere delen. Men noemt de originele bouw trant van deze boerderij, welke thans geheel als woonhuis in gebruik is, het Hof type. Een variatie op hel Hallehuis. Bewoners, de familie C.M.J. Post ma. WEVERSLO Op Weverslo 3 staat de Saksische Hallehuis boer derij Martiene-plats Het bouwjaar is onbekend maar het is een van de best bewaarde monumenten. Een schuur en schaapskooi staan apart. Zoals te doen gebruikelijk ligt een water put „voor de deur". Het bakhuis is haast tegen de boerderij aangebouwd. Bewoners zijn de familie Wilms.

Peel en Maas | 1983 | | pagina 9