VENRAY VERWOEST,
DE MENSEN UITEENGESLAGEN,
DAT WAS ONS DEEL
Dat was ons deel in deze strijd om de
vrijheid. Wij werden met rampen ge
tooid, wij werden neergeslagen.
En hier, waar het lot van Venray de
finitief bezegeld scheen, eindigt ons
verhaal en begint een nog onbeschre
ven hoofdstuk van het leven der eva
cué, van de mannen die als heel idiote
idealisten daar in Brabant bet eerste
contact legden voor de vorming van
het Comité Nieuw Venray. Het was
,,De Zwijger" die hiertoe de stoot gaf
en zelf het geestelijk kontakt herstelde -
zij het nog slechts zeer bescheiden - het
is onze trots.
Het begon in september, dit verhaal
van lijden, van samen uitgestane
doodsangsten en doorleefde verschrik
kingen, van weergaloze heldenmoed en
offergezindheid, van diepe smart en
zwaar geluk.
Maar dit verhaal is niet
geëindigd met de ver
woesting van Venray en de
rampzalige evacuatie. Het
zal eens zijn voltooiing vin
den, na jaren van moeiza
me harde herstelarbeid.
Het zal zijn einde vinden
in de jaren als onze mensen,
gelaten maar moedig, diep
geslagen maar niet gebro
ken, met dezelfde liefde
voor elkaar als toen in die
rampzalige oktoberdagen,
Venray hebben doen herrij
zen.
Dan zal deze zee van lijden en smart,
die over ons Venrayers kwam, zijn die
pe zin gekregen hebben en zullen wij
uitgestegen zijn boven de benauwenis-
sen van deze voor ons zo moeilijke
tijd.
Moge de herinnering aan
het lijden in die oktoberda
gen ons weer brengen tot
heilige gevoelens van
oprechte eerbied voor el
kaar, en moge zij ons voe
ren tot die menselijke
grootheid, die alleen ons in
staat kan stellen dit ontzag
gelijke werk van wederop
bouw en herrijzing samen
te voleindigen.
Wij hebben allen geleden, de een in
zijn goed, de ander in zijn bezit, maar
wij allen in onze harten! Die erkenning
zal ons de kracht geven om in de moei
lijkste ogenblikken ons oog te richten
op Hem, aan wie wij ons behoud en
onze vrijheid te danken hebben.
Heft U hoofd op, gij mensen van het
Venrayse volk, het lijden geeft U de
kracht.
Piet Wintels.
Nijmegen, 12 oktober 1945.
DE DAGEN NA DE BEVRIJDING
Tegelijkertijd met de verovering van
Venray, vanuit Merselo en Overloon,
doorsneden Britse eenheden de weg
van Venray naar Deurne en bezetten
Ysselsteyn en het Veulen.
Zodoende kwamen er voor de ravi
taillering van het front twee wegen
vrij, die naar Overloon en die naar
Deurne! Oprukkend over de Maashe-
zerweg stuitten de Engelsen, na Smakt
veroverd te hebben, langs de spoorlijn
bij Venray op hevige weerstand; en zo,
in een boog om Venray heen, (Serva-
tius-Leunen-Veulen) stabiliseerde zich
na enkele dagen het frontgebied, zodat
Oostrum en Oirlo door de Duitsers be
zet bleven en de frontlijn vlak achter
Servatius liep.
De doorlaat naar de Maas zou nog
enkele weken duren en veel bloed ei
sen.
Het was dus zo, dat de Duitse artille
rie in een grote boog vanuit op slechts
drie kilometer afstand Venray onder
voortdurend granaatvuur kon houden.
En wanneer nu de nevelwerper brulde,
dan goldt het: de kelder in! Met vrese
lijk gehuil hoorde je ze aankomen, de
acht granaten tegelijk, die bijna allen
op een slechts kleine oppervlakte ont
ploften.
Met de bevrijding dook ook weer de
politie en de burgemeester op, die voor
een bovenmenselijke taak stonden. De
helpende hand werd hen echter gebo
den door de opgedoken „ondergrond
se" en die bovengronds gekomen, in
eens veel meer leden bezat dan zij zelf
wist.
De band „Oranje" was blijkbaar de
vlag die de lading moest dekken en zo
kon het gebeuren dat een van Venrays
beruchtste ingezetenen op een gegeven
moment met een geweer op het stad
huis stond.
Maar waarom zou ik dit verhalen,
waarom zou ik verder gaan, leek dit
niet alles zo onbeduidend en klein, dat
schijngekletter met machtswoorden en
geweren. Leek dit alles niet verschrik
kelijk nietig, vergeleken bij de ware
grootheid, die de eenvoudige helden
tijdens de voorbije dasen getoond had
den.
Overigens is de chaotische toestand
door de verwoesting ontstaan, een be
grijpelijke reden tot verontschuldiging.
Het leven speelde zich nog altijd af
in die muffe, vochtige kelders, waar
bijv. op Servatius 2000 mensen reeds
weken huisden. Op het St. Anna-
gesticht hadden de Engelsen het hope
loze van de toestand ingezien en alle
patiënten reeds elders naar bevrijd ge
bied geëvacueerd.
Servatius volgde dit voorbeeld, de
toestand was daar onhoudbaar gewor
den, geen voedsel, geen water, mens
onterende toestanden in de kelders!
In het dorp probeerde men de zaken
enigszins op orde te krijgen. Het voor
naamste punt, de voedselvoorziening,
was doordat vele bakkerijen totaal ver
woest waren zeer precair. Maar de
bakkers uit Deurne en Wanroy kwa
men té hulp, onvermoeibaar reden de
wagens van het Rode Kruis van Hel
mond af en aan. De hoofdstraten
moesten vrij gemaakt worden van het
puin, wie zou het doen?
De noodzakelijke bureau's moesten
tenminste waterdicht gemaakt worden,
wie zou dat doen en met wat voor nut,
wanneer toch nog steeds granaten vie
len.
De centrale keuken werkte weer. de
Uit de weinige oorlogsfoto's van de
kerkdorpen, die ons ter beschikking
stonden, maakten wij 'n keus om ook de
vernielingen in die dorpen te kunnen
illustreren. Boven: de kerk van Oostrum.
Hieronder: de St.Gertrudiskerk van Oirlo.
distributie van brood was in die mate
merkbaar dat er voor twee dagen 300
gram brood werd aangewezen. Of de
bakker het riskeerde te bakken, was
dikwijls een andere vraag.
Melk was er in weken al niet meer
geweest, toevoer van buitenaf was on
toereikend. Moesten wij zo de winter
in, zouden wij in de vochtige kelders,
wanneer het front hier bleef liggen,
moeten wonen?
Wij waren bereid dat te doen, maar in
ons hart voelden wij de onmogelijk
heid, zagen wij voor ons de vreselijke
gevolgen, kindersterfte, ziekten, lang
zame ondermijning der gezondheid,
gevaar voor T.B.C.. Maar Venray
klemde zich vast aan zijn verwoeste
puinen, aan zijn vertrouwde kelders,
en een golf van protest en verontwaar
diging steeg op toen de Engelsen bevel
gaven tot....
ALGEHELE EVACUATIE
Het lijden was niet voltooid, de prijr.
voor de vrijheid was nog niet ten volle
betaald. Na al de verliezen van dierba
ren, na al die materiële verwoestingen,
moest het Venrayse volk nog dieper
geslagen worden, wilde het uiteindelijk
deze rampen te boven komen. De eva
cuatie van de gehele plaats, hoe ver
standig deze - achteraf bezien - ook
door de Geallieerde autoriteiten bevo
len, wekte een begrijpelijke reactie van
grote verbittering.
Granaten en bommen hadden deze
mensen niet kunnen verdrijven, en nu
de vrijheid eindelijk gekomen was, al
les achterlaten?
Verschillende autoriteiten bepleitten
tevergeefs, de Geallieerden, die beter
op de hoogte waren van de ontwikke
ling der militaire gebeurtenissen, ble
ven onwrikbaar op hun standpunt
staan.
Woensdag 25 oktober, een week na
de bevrijding, werd het bevel defini
tief. Slechts een klein gedeelte der be
volking, politiemannen en O.D.,
mocht hier blijven ter bewaking van de
achtergelaten huizen en goederen.
Op de markt werd een groot bord
neergehangen als waarschuwing aan de
soldaten. „Looting is a serious
Ook de St. Matthiaskerk in Castenray
moest voltreffers incasseren en werd zeer
zwaar beschadigd.
crime". Wij begrepen dit gebaar van
geallieerde zijde nog niet, later bij de
terugkeer werd het vele Venrayers dui
delijk.
De uitvoering der evacuatie berustte
bij de geallieerden, die voor het trans
port zorgden. Wijk voor wijk moesten
de bewoners, met twee koffers, aan het
ziekenhuis zich verzamelen en dan weg
uit Venray, om te gaan leven op de lief
dadigheid van hen, die niet getroffen
waren.
In een week tijds was de gehele eva
cuatie een feit. Venray was leeg. Die
laatste tocht naar het niet getroffen
Brabant, wat is hij ons zwaar gevallen.
Ondanks de treurige aanblik van zo
veel vernielde huizen, van zoveel puin,
voelde je dat er een kostbaar stuk van
je leven lag, daar in dat verminkte
Venray.
Je voelde een bittere pijn en machte
loosheid, granaten en bommen, bij
duizenden waren zij neergeregend, wij
hadden stand gehouden. En wanneer
het vuur der branden ons uit de huizen
dreef, dan stonden anderen, als deelge
noten in het lijden, klaar om je gastvrij
op te nemen; dan deelden wij broeder
lijk dat kleine stuk harde brood, en
dronken wij samen van het weinige wa
ter. Maar wij hielden vol, wij klemden
ons vast aan onze groep, aan alles wat
ons zo dierbaar was.
De verlossing was eindelijk geko
men, nadat tallozen uit onze rij waren
weggeslagen. Wij dachten opnieuw te
kunnen beginnen, we wisten ons één,
en nu?
Daar trokken zij, onze Venrayers,
naar Overloon, naar Deurne, en verder
in alle richtingen, losgeslagen, uit el
kaar; in de Peel gekomen zochten wij
ginds naar den hogen toren, onze St.
Petrus. Maar wij vonden hem niet
meer, het was als een symbool, Venray
had zijn lot gedeeld.
Het moet voor de ouderen wel een
hele harde slag zijn geweest; geleidelijk
zag je je levenswerk voor eigen ogen
verbrijzeld worden, om tenslotte van
wat je overbleef verdreven te worden.
Voortaan waren wij evacué's en het
klinkt ons allen nu nog als een vloek.