Oude Oostrumseweg, de Henseni- usstraat, de Schoolstraat en het begin van de Merseloseweg. Ook daar was de ravage enorm. Van grote gebouwen, zoals Patro naat en de Jongensschool was bijna niets meer over. Andere gebouwen als het St. Servatius-complex en het Pa- tersklooster hadden grote schade opge lopen. Meteen na de bommenregen stegen geweldige rook- en stofwolken ten he mel en hing er een indringende kruit lucht. Huizen waren ruïnes geworden, bomen ontworteld en de lucht ingeslin- gerd. In de straten lag het puin meters hoog. Tuinen, boomgaarden en vooral het terrein tussen de tegenwoordige Ju- lianasingel en de Oostsingel waren be zaaid met bomtrechters, 6 a 7 meter in doorsnede en 4 a 5 meter diep. Dit bombardement zal nooit door ie mand die het overleefde vergeten kun nen worden, schreef een Venrayer in zijn dagboek. De luchtdruk drong door tot diep in de kelder. De sterkste gebouwen trilden. Angstige ogenblik ken. We voelden ons in Gods hand en baden vurig en luid. Veel, veel erger dan de materiële schade, was het verlies aan mensenle vens. Op diverse plaatsen hadden wo ningen een voltreffer te incasseren ge kregen. De bewoners waren daardoor op slag gedood of onder het puin be dolven. De hulpverlening kwam on danks de uiterst moeilijke omstandig heden, snel op gang. Met een geweldige inzet is er door de Vrijwillige Brandweer, de Luchtbe schermingsdienst, het Rode Kruis en een aantal vrijwilligers gewerkt om de doden te bergen en de overlevenden te bevrijden uit de puinmassa's, ondanks dat er af en toe nog granaten vielen. Aan het plichtsbesef en de onver schrokkenheid van deze helpers heb ben veel ingeslotenen hun leven te dan ken. ZWARE BEPROEVING Helaas mocht hun edelmoedige hulp niet meer baten voor iedereen. Toen de balans werd opgemaakt bleek dat er 32 doden te betreuren waren, voor het grootste deel inwoners van Venray maar ook een aantal toch al zo zwaar beproefde vluchtelingen uit Overloon en Vierlingsbeek. Zij waren de on schuldige slachtoffers van een wrede oorlog. Het zwaarst getroffen waren de fa milies Kemps aan het Henseniusplein (5 doden, de dienstbode inbegrepen), Verschuuren aan de Oude Oostrumse weg (5 doden met inbegrip van de dienstbode), Lenssen aan de Draal (3 doden) en Janssen (Hotel de Keizer), Patersstraat (4 doden). In dit hotel kwamen ook elf geëvacueerden om het leven. Voor zover bekend werden twee Duitse soldaten gedood. Ze werden ge vonden bij een bomtrechter bij het huis van Dr. Janssen in de Grotestraat (nu pand van Oorschot). Vermoedelijk zijn ze om het leven gekomen door de enorme luchtdruk van een in hun na bijheid ontploffende bom. RAPPORTEN Uit de rapporten die onmiddelijk na de terugkeer van de Marauders op het vliegveld van Beauvais-Tilé werden ge maakt, blijkt dat van de 36 vliegtuigen die bij het bombardement betrokken waren, slechts 29 hun bommenlast op Venray hadden gedeponeerd. Zeven vliegtuigen waren met in totaal nog 129 bommen aan boord teruggekeerd. Hiervan hadden er zes (het tweede zestal van de eerste box) hun bommen niet afgeworpen door een verkeerd be grepen mededeling over de „intercom" van hun leider. Verder was een toestel niet in staat geweest om te bombarderen omdat als gevolg van een mechanische fout het bomluik niet openging. De rapporten vermelden verder, dat men vanaf Helmond tot Venray en ook boven Venray zelf, te maken kreeg met zwak tot matig afweervuur vanaf de grond (FLAK). De nauwkeurigheid hiervan was echter niet groot geweest. Ook toen ze van Venray wegdraai den voor de thuisvlucht waren ze van af de grond beschoten door kanon nen die opgesteld waren westelijk van de Maas in de omgeving van Venlo. Vier van de 36 toestellen hadden hier door schade opgelopen, d.w.z. ruim 11%. Het resultaat van het bombarde ment werd op een enkele uitzondering na (vermoedelijk voor wat betrof de Grotestraat en Henseniusplein) als ma tig gekenmerkt. Veel bommen waren in het open veld terechtgekomen, vooral tussen de Veldstraat (nu Wilhelminastraat) en de Oude Oostrumseweg. Verder nog een aanzienlijk aantal in het veld westelijk van St. Servatius en de Oude Oostrumseweg (op het voet balveld van St. Servatius telde men 32 bomtrechters). Waren ze allemaal op het dorp terecht gekomen dan zou het aantal slachtoffers aanzienlijk hoger geweest zijn. MISLUKTE DEPORTATIE In de vooravond van het bombarde ment hadden de Duitsers een bekend making aangeplakt, waarin alle Ven- rayse mannen tussen 16 en 60 jaar, be volen werd om zich gereed te houden om de volgende dag te vertrekken naar Duitsland. Door het bombardement en het daaraan voorafgaande zware gra- naatvuur heeft men geen kans meer ge zien dit snode plan tot uitvoering te brengen. De prijs die men voor de af wending van dit onheil heeft moeten betalen is echter wel verschrikkelijk hoog geweest. ANGST EN ONZEKERHEID Bij het invallen van de duisternis was het artillerievuur opgehouden. Het was akelig stil geworden. Af en toe hoorde men uit de richting Overloon nog het ratelen van een mitrailleur of het brul lend geloei van een „nebelwerfer". Veel inwoners van Venray waren in de loop van de middag en avond weg getrokken naar de Venrayse kloosters, vooral naar St. Servatius, waar men een veiliger onderkomen hoopte te vin den. Anderen zochten een slaapplaats op in eigen kelder, temidden van nog smeulende puinhopen en versperde en omwoelde straten. Angstig en aangeslagen ging men de nacht in, zich afvragend wat de volgen de dag weer voor onheil zou brengen. Venray had zijn „zwartste dag" be leefd. Een dag die nog altijd diep ge grift staat in de herinnering van hen die het overleefd hebben. Moeilijke dagen zouden nog volgen, maar men putte moed uit de overtui ging dat de „schoonste dag", de dag der bevrijding, niet lang meer op zich zou laten wachten. W, Willemsen

Peel en Maas | 1981 | | pagina 15