"Er is maar één club en dat is..." Monique Litjens, het jeugdige elan van de damesafdeling Het hoofdklasse-tijdperk van SV Venray Nous Tomasoa, Liefde, Lol en Lolly's PEEL EN MAAS Karei van Daal, trainer van de 'recreatieve sector': Clubmensen heb je in alle soor ten en maten. Je hebt de stille, de hardwerkende, de afwachtende, de 'blieje' en ga zo nog maar even door. Iemand die wel hard 'kwekt', maar volgens eigen zeg gen toch maar 'en kJèn Venrods menneke' is, is Karei van Daal. Hij is al zolang lid als mogelijk en is 't boegbeeld van de seniorenaf deling, waar hij met ingang van dit seizoen de training van de lagere elftallen, ook wel de recre atieve sector genoemd, verzorgt. Karei van Daal is 32 jaar en gelukkig getrouwd met Carina, met wie hij twee kinderen heeft. "De kinderen komen op de eerste plaats", aldus Karei. "Ik dacht bij- Ivoorbeeld eerst dat het doelpunt van Marco van Basten in de finale van het EK van '88 het mooiste was op deze wereld, maar toen Manon en daarna Sem geboren werd, zag ik toch het betrekkelijke van voetbal wel in". Spelen met de kinderen is dan ook, naast sport op TV kijken en zelf voetballen, z'n favoriete hobby. Toch sluipt het voetbal ook lang zaam de kinderkamer binnen. Sem moet volgens Karei een echte links- poot worden, want daar is een chro nisch tekort aan op de voetbalvel den. "Daarom wordt alles links in de Karei van Daal, voetballer, en voor al SW-er in hart en nieren, die dit jaar mede de training van de lagere elftallen heeft overgenomen wieg gekegeld; de teddybeer, de speen, alles". BILJARTLAKEN Vroeger volgde Karei alle sporten en hield hij alles bij. Met z'n vrien den ging hij naar alle thuiswedstrij den van Oranje, nou ja tenminste als ze tevoren niet onder een biervat waren gekomen! Meteen toen.hij lid mocht worden werd Kareltje door 'ziene Pap', de alombekende Ben van Daal, op SVV gezet. Eén van de eerste dingen die hij zich van SV Venray weet te herinne ren was in de jaren '71-'72, toen SVV een uitwisseling had met Waddinxveen. Ook herinnert hij zich de clubavonden nog. "Ik won - zowat elk jaar het winterklasse- ment", aldus Karei. "Het was toen niet alleen de sport om met biljarten te winnen, maar nog meer wie er de grootste scheur in het biljartlaken kon maken", grijnst hij. Vervolgens doorliep Kareltje, die langzaam maar zeker Karei werd en een bekende van Bacchus, de Cl, BI en Al van SV Venray. Hij had in die jaren trainers als Verleijsdonk, Versleijen en Beerendonk. Mannen die vandaag toch topclubs trainen. Eenmaal bij de senioren koos Karei bewust voor de lol en had hij nooit de ambitie Venray 1, 2 of 3 te halen. Aan z'n jaren bij de senioren heeft Karei ook een stapel mooie herinne ringen. De kampioenschappen met Venray 4 en 5, inclusief de maanda gen bij Hulsman. Of die keer dat hij scoorde in een beslissingswedstrijd in Vierlingsbeek, waarop het elftal de 'pieperplak' in rende met de hoekvlag. De reisjes naar België en Duitsland, vooral de eerste keer met Bernd Gude als reisleider. "Daar zou je een bestseller over kunnen schrijven", zegt Karei zonder over drijven. STRANDBAL Tegenwoordig is hij dus trainer voor het recreatieve voetbal. Toen hij werd benaderd moest hij wel even nadenken. "Maar het is erg ple zierig en vooral de doelgroep, de lagere elftallen, die is perfect. Veel lol en veel partijtjes spelen, dat is wat die gasten willen. En dat is ook wat ik wil, dus dat komt goed uit", volgens Karei. Deze winter is, in tegenstelling tot voorgaande jaren, elke training doorgegaan omdat er voldoende opkomst was en dat is toch een fijn gevoel als trainer. "We hebben samen bereikt dat er gemiddeld 20 man komen en dat is fantastisch. En als je dan ziet dat er spelers zijn die eerst nog geen strandbal hoog kon den houden en nu aardig richting aan een balletje kunnen geven, dan geeft dat een enorme voldoening. Wel vindt hij dat er voor de lagere teams een apart bestuur mag komen, zoals er ook een jeugdbestuur is. "Nu komt alles op Peter Fleuren neer en zeg nou zelf, dertien elftal len voor één man, dat is toch veel te veel". Al met al vindt Karei SV Venray wel 'en moi clubke'. "Er is wel eens wat kritiek, maar ondanks dat genöl is er maar één club en dat is SVV". Als iemand bij SV Venray tegen je zegt dat je zo gek bent als Nous, dan betekent dat dat je op zijn minst prettig gestoord bent. Nous Tomasoa hoort praktisch tot de inventaris van de voetbalclub. Hij steekt bijna al zijn vrije tijd in SVV en houdt wel van een dolletje. Je kunt gerust stellen dat SV Venray zijn grote liefde is. Hijzelf zegt hier- over:"Als ik op dit moment moest kiezen tussen een vriendin en SW, dan zou de vriendin een blauwtje lopen". Hij beschouwt de kantine van de voetbalclub dan ook als zijn tweede huiskamer. Nous is 42 jaar en komt uit een groot gezin. Hij heeft 9 broers en 2 zussen. Vader en moeder Tomasoa kwamen in 1951, meteen na de oorlog naar Nederland. Kleine Nousje werd geboren in Westerbork, een voorma lig concentratiekamp in de buurt van Assen. Daar woonden ze met 1200 Molukse gezinnen bij elkaar. Toen Nous 1 jaar oud was verhuisde het gezin al naar Venray. "Daar kan ik me niet veel van herinneren, want toen zaten mijn oogjes nog dicht". "Het hebben van een grote familie ziet Nous als een voordeel. Er heerst veel gezelligheid en de onderlinge families bezoeken elkaar regelma tig. Dit is toch wel iets anders bin nen de traditionele Nederlandse families. Voor mij is het ondenkbaar dat er ergens een neef of nicht rond loopt dier ik niet ken. aldus Nous. Als er ergens een doopfeest is, iemand een belijdenis viert dan is iedereen uitgenodigd. Het is niet nodig om op een uitnodiging te wachten. Hoewel Nous zegt dat zijn vader vroeger redelijk streng was, heeft hij Nous nooit tegengehouden om zich voor SVV optimaal in te zetten. Ons pap zei altijd als je iets doet moet je het niet half doen. je moet je er 100% voor inzetten cn dat ben ik wel met hem eens. Ik ben momen teel leider van D6 en Venray 8 en elftalcoördinator van Al. Bij oefen en bekerwedstrijden van Venray 1 treedt ik op als vlagger en last but not least zit Nous in de toernooi- commissie. Alles bij elkaar besteed Nous ongeveer 30 uur per week aan SV Venray. Hij zegt zelf helemaal ingeburgerd te zijn bij SV Venray. Hoe kan het ook anders, hij is al ruim 17 jaar jeugdleider. Met name zijn huidige werk bij de D6 noemt Nous fantastisch, het speelse, het eenvoudig laten voetballen, zonder teveel tactische tips. Nous geeft zijn spelers eigenlijk maar 1 advies: "niet teveel pingelen en de bal naar elkaar toe spelen". Ik laat lekker aanklooien. als het er maar sportief aan toe gaat. En of ze nu winnen of met 30-0 verliezen, ze komen alle maal weer met even veel plezier naar de training. Het mooie van alles is dat degene die ik nu in de D's begeleid straks bij de A-jeugd en de senioren weer tegenkom. Ik ben er ook trots op dat vroeger leider ben geweest van jongens zoals Norbert van Haren, Edward Linskens, Bert Spee en John Beerkens. Niet dat ze het voetbal van hem geleerd hebben, maar toch. Nous beaamt dat Venray in het verleden fantastische jeugd trainers heeft gehad en met name torn Tullcmans en de helaas overle den Geert Laurensse waren in zijn ogen echte toppers. Hard maar eer lijk en geen ruimte voor vedettenei gingen. Een goede leider moet altijd voor zijn jongens opkomen vindt Nous. Daar hoort ook bij dat je na de wedstrijd met de jongens nog even naar de kantine gaat, da ze hun ei kwijt kunnen, ook als het iets min der leuk is. Ze noemen me wel zwarte piet, omdat ik vaak op lolly's trakteer. Hij zegt ook wel in te zijn voor een lolletje; jaren geleden motiveerde hij een Dl elftal van SV Venray met de woorden: "Als we vandaag kampioen worden, gaan we meteen door naar Spanje voor een internationaal toernooi". We werden kampioen en iedereen had zijn koffer al bij zich. Als ik nu nog iemand van dat team tegenkom vraag ik nog altijd of hun koffer al gepakt is. We gingen niet naar Spanje maar we werden wel kam pioen. Behalve lid van SV Venray is Nous ook lid van de supportersver eniging van Feyenoord en Real Madrid. Feyenoord trekt hem vooral omdat het een arbeidersploeg is. Geen gezeik, voetballen. Doe maar gewoon dan doe je gek genoeg is het motto van Feyenoord en ook van Nous. Naar voetbalwedstrijden kij ken doet hij zelden, daar heeft hij geen tijd voor. Hij moet of zelf voet ballen of hij gaat stappen, veelal met vrienden die ook actief zijn binnen SV Venray. Ze zeggen wel eens wie de jeugd heeft de toekomst. Als dat zo is dan gaat het eerste damesteam van Venray een gouden toekomst tege moet. Monique Litjens moet het gezicht van het Ven ray se dames voetbal worden. Spelend op het middenveld, liefst achter de spitsen moet zij het volgend jaar de lijnen uit gaan zetten in dit jeugdige elftal. Monique is een speelster die altijd voetballende oplossingen zoekt in elke voorkomende situatie. Daardoor komt ze op de mid-mid positie ook erg goed tot haar recht. Monique is 17 jaar jong en is leerling van HAVO 5 van het Boschveldcollege. Ze bekent wel te zullen zijn als ze de examens met succes kan afronden. Een paar onvoldoendes zullen echter nog wel weggewerkt moe ten worden. Haar plannen voor de toekomst zijn ech ter vastomlijnd. Volgend jaar hoopt ze in Nijmegen naar de school voor soci aal-pedagogische hulpver lening te gaan. Het liefst wil ze kinderen met alco hol- of drugsproblemen helpen. Ze denkt dat haar studie is te combineren met twee keer in de week trai nen. Verhuizen naar Nijmegen ziet ze niet zit ten. Ze woont in Leunen, samen met haar vader, moeder, broer Eddy en zus Yvonne, die ook allemaal gek van voetbal zijn. Ze is dol op starten. Het liefst in de kleine winkeltjes in Eindhoven of Nijmegen. Om dit allemaal te kunnen bekostigen werkt ze 's avonds in een supermarkt en plukt ze radijzen op de zaterdag. Verder houdt ze van squash, zwem men, darten en tafelvoetbal. Vooral de laatste twee sporten zegt ze veel te beoefenen. Haar vriendje Arjan voetbalt in de Al van SV Venray. Ze gaat vaak kijken. Behalve op voetbal heeft Monique, zoals praktisch elke kerkdorpbewo(o)n(st)er, op korfbal gezeten en ook nog enkele jaren heeft ze geturnd. Vroeger trainde ze ooit weieens mee bij de plaatselijke BI. Bij SV Venray schijnt ze echter haar stekkie gevonden te hebben. "Het is een harde, maar gezellige teamsport" aldus Monique. "Ik voet bal al vanaf mijn twaalfde en vond het meteen vanaf het begin super, ik heb er nog nooit aan gedacht om te stoppen". Ze is het ook niet eens met het gegeven dat zij het spel moet bepalen, voetbal is en blijft een teamsport, aldus Monique. Ze zegt in eerste instantie te zijn gaan voet ballen omdat enkele vriendinnen van haar dit ook deden, en zo kon den ze gezamenlijk naar de trainin gen en wedstrijden. In tegenstelling tot vroeger is het scoren bij de seni oren veel moeilijker dan bij de juni oren. Ook het vroege opstaan van wege de interregionale competitie was in het begin niet Monique haar favoriete bezigheid. Nu in de eerste klasse is Monique niet geheel tevre den over het afgelopen seizoen, maar heeft ze goede verwachtingen over het komende. Ze hoopt nog eens kampioen te worden en in ieder geval van Overloon te winnen. Venray is op zoek naar een nieuwe trainer, Monique hoopt stiekem op een jonge knappe vent maar nog meer dat ze veel kan leren. De fijnste trainingen en wedstrijden zijn die lekker pittig zijn, die waarvan je daags erna nog voelt dat je gisteren gevoetbald hebt. Dat het volgend seizoen enkele oudere speelsters stoppen ziet Monique niet als een probleem. Met een jonger elftal kun je veel meer kanten op. Alleen het feit dat de keepster stopt ziet ze wel als een groot probleem en ze hoopt dan ook dat daar snel een oplossing voor komt. Idolen heeft ze legio: Baggi, Litmanen en Stoichkov. Overmars en Kluivert omdat ze er zo goed uitzien. Als ze zich zelf met een van hen moet vergelijken dan kiest ze voor Stoichkov. Die pit, dat driftige. Het lijkt Monique het einde om voor geld in het buitenland te voetballen maar ze weet ook dat dit bij het damesvoetbal haast onmogelijk is. Het Nederlands elftal ziet ze ook wel zitten, goed voetballen en veel reizen. Dan kan ze later tegen haar kleinkinderen zeggen dat ze met het Nederlands elftal in China heeft gespeeld.... Dat lijkt haar het einde. Gesprek met drie direct betrokkenen SV Venray viert dit jaar haar 50-jarig bestaan. Uitgerekend in het jubileumjaar vecht het vaan delteam tegen degradatie. Of de ploeg nu wel of niet een stap moet terugdoen, een terugblik op negen jaar voetbal in de hoofdklasse met drie direct-betrokkenen lijkt op z'n plaats. Achtereenvolgens een gesprek met Jan Poels, Wim Vievermans en Rogier Peters, alle drie direct betrokken bij Venray 1, maar met verschillende achter gronden. Jan Poels, 30 jaar, achtereenvol gens speler, leider en trainer bij SV Venray; een rijke historie bij hoofd klasser SV Venray kan hem niet ont zegd worden. Debuteerde en promoveerde op 17-jarige leeftijd respectievelijk in en met Venray 1. Degradeerde twee jaar later, om vervolgens seizoen '86-'87 wederom terug te keren in de hoogste klasse bij de amateurs. Veroverde de Nederlandse beker, werd kampioen in '88-'89, speelde in alle KNVB-bekerwedstrijden, werd meermalen uitverkoren voor het Nederlands amateurteam, maar vond zichzelf niet 'a-sociaal' genoeg voor betaald voetbal. Kortom een 'voetbaldier' in hart en nieren. MENTALITEIT Poels constateert dat er in de loop der jaren, met name na de successen van SV Venray, veranderingen zijn opgetreden in de beleving van de sport en in de betrokkenheid bij een vereniging. "Het gegeven dat de betrokkenheid bij de vereniging is afgenomen en dat de beleving van de sport is veranderd is geen kritiek naar de huidige jeugd, maar zie ik als een maatschappelijk probleem. Daar kun je heel weinig aan doen. Vroeger was voetbal en alles er omheen meer een sociale aangele genheid. Tegenwoordig is het meer individueel gericht. Mensen willen met zo min mogelijk inspanning zo hoog mogelijk eindigen. Ze hebben het tegenwoordig te gemakkelijk mijns inziens. Te veel gaat vanzelf. Een hand in eigen boezem steken is er derhalve niet meer bij. Zelfkritiek kent men nauwelijks nog. Mentaliteit is het sleutelwoord in deze", verzucht de Venray-trainer. Om vervolgens wat relativerend eraan toe te voegen dat naar zijn mening dat de gemiddelde voetbal- aanhanger onderschat wat een spe ler van Venray 1 allemaal moet doen en laten om op het hoogste amateur niveau te acteren. "Veel jeugdige spelers zijn met een zware studie bezig en combineren dat met het voetbal op niveau. Een loodzware combinatie". TWINTIG JAAR Wim Vievermans, 32 jaar, fysio therapeut. Momenteel bezig aan z'n laatste seizoen bij Venray 1Speelde zelf dertien jaar in de hoofdmacht en samen met zijn broers is Vievermans goed geweest voor een krappe 20 jaar Venray 1. Hij wijst er dan ook op dat Venray het komend seizoen voor het eerst sinds twee decennia aan zal treden zonder een Vievermans. Ook Wim beleefde de grote Venrayse successen zoals hierboven reeds vermeld. Genoten heeft hij van het kampioenschap, van de bekerwedstrijden tegen Vitesse, Dordrecht, PEC Zwolle, Wageningen, AZ en Roda JC. Een ander memorabel moment voor Wim is de bekerfinale tegen Rijnsburgse Boys om het Nederlands kampioenschap in Groesbeek. Hij scoorde vanaf 35 meter met links, strak in het kruis. De beslissende treffer waardoor Venray kampioen werd. Naast de glorietijden bij Venray 1 heeft Wim z'n indrukwekkendste tijd eigenlijk meegemaakt tijdens zijn jeugd. In totaal speelde tussen z'n veertiende en achttiende twaalf interlands met het Nederlands jeug- delftal. Gullit en Rijkaard waren destijds teamgenoten. OVERGANGSKLASSE Wim omschrijft het verschil in benadering van voetballen in het eerste herenteam, vroeger en nu, als volgt: "Vroeger was het een eer om in het eerste van Venray te spelen, tegenwoordig is W het gewoon leuk. k. Onze generatie - was veel fanatie- M ker. Verder sluit ik .- me aan bij de f woorden van Jan". De centrale mid- denvelder plaatst enkele kritische kanttekeningen bij het hoofdklasse systeem. In zijn ogen is het een systeem dat ten dode is opgeschre ven. "Prestatie moet beloond wor den. Prestatie en. Een overgangsklasse zou een goed alternatief zijn", aldus Wim. Voor de aanvoerder van Venray breekt er na dit seizoen een tijd aan waarin hij meer aandacht kan gaan schenken aan z'n gezin, z'n praktijk en aan z'n studies. Verder zal hij blijven voetballen, zij het op een lager plan, in de hoop aan de jeugd iets van zijn rijke ervaring door te geven. In de toekomst kijkend voor Venray 1, hoopt hij natuurlijk dat hoofdklassevoetbal voor Venray behouden blijft. Los daarvan wenst hij dat zich een jong Venrays team aandient dat voor nieuwe successen gaat zorgen. 'UT URST' Rogier Peters, 19 jaar, eerstejaars economie-student is één van de jon geren die moet gaan zorgen voor de nieuwe Venrayse successen. Samen met enkele andere generatiegenoten brak hij dit seizoen door in de basis van Venray 1. Het bereiken daarvan is voor hem nooit zozeer een wens maar meer een doel geweest. Van kleins af aan is hij altijd naar 'ut urst' gaan kijken, zag de successen en wil dat zelf ook ooit meebeleven. Hij betreurt het dan ook dat de resultaten dit seizoen erg tegenval len. Als voornaamste oorzaak noemt Rogier het grote gemis aan ervaring. Te veel jonge spelers in een keer waarbij hijzelf de overgang van vraagt om meer. Promotie is in de hoofdklasse echter niet mogelijk. Gevolg: verzadi ging. Je speelt steeds tegen dezelfde tegen standers. Doorstromen naar de eerste divisie had er voor ons zeker in gezeten. Als club en als speler heb je dan de mogelijkheid om door te groei- pupillen naar senioren als erg groot ervaren heeft. Hij acht zijn team niet echt geschikt voor vechtvoctbal, hoewel hijzelf meestal voorop gaat in de strijd. Tenslotte voert hij aan dat het relatief jonge team te weinig veerkracht heeft. "Bij tegenslagen teten we te snel het koppie hangen", zegt Rogier. EIGEN KWEEK Rogier, lid van de spelersraad, wordt in het veld met name gecoacht door Wim Vievermans. "Van Wim leer ik in tactisch opzicht heel veel. Hij leert mij hoe ik me bij bepaalde spelsituaties op moet stel len. Voor een jonge speler is dat belangrijk, datje gecoacht wordt, niet alleen vanaf de zijlijn maar ook in het veld". De middenvelder hoopt zometeen deel uit te maken van een nieuwe jonge Venrayse ploeg die straks weer bovenin de hoofdklasse mee kan. Hij benadrukt dat SV Venray voornamelijk met eigen spelers door moet gaan. Het laatste woord is aan hem: "SV Venray is gewoon een leuke gemoedelijke club waar ik nog menig jaartje hoop te slijten en vele successen hoop te vieren". Daarmee lijkt de toon voor de toe komst van SV Venray gezet. Voor trainer Jan Poels is er ondanks het jubileum weinig reden lot jui chen.

Peel en Maas | 1980 | | pagina 50