Oud-burgemeester mr. M.M.L.G. Custers
1961 -1968) delver op de plaats waar hij zeven jaar en zeven maanden stond
KENNISMAKING
Feitelijk heb ik Venray van nabij leren ken
nen in de bezettingsjaren en heel bijzonder
in de barre gevechtsweken van september
en oktober 1944, toen ik door toevallige om
standigheden (een L.O-opdracht om van
bezet naar bevrijd gebied te gaan) in het
Peelgebied strandde en vervolgens met enke
le tientallen Venrayers „bivakkeerde" in de
kelders van „Moeke" Janssen (hoek Paters-
straat-Oude Oostrumseweg), waar het oor
logsgeweld snel dichterbij kwam en in de
laatste weken de bommen en granaten rond
om insloegen. Tussendoor was ik hulpkracht
bij de voedselvoorziening vanuit „De Gouden
Leeuw" aan het Henseniusplein; er werd
ook geholpen bij het provisorisch begraven
van bombardementsslachtoffers in de naburi
ge kloostertuin. In de laatste nacht vóór de
bevrijding ontplofte een granaat in de kelder
aan de overzijde. Met drie vrijwilligers heb
ben we een zwaargewond slachtoffer naar
het ziekenhuis gebracht: dat was de meest
lugubere en angstwekkende voettocht die ik
in mijn leven heb meegemaakt. Sterk zijn
mij bijgebleven de woorden van de ernstig
gewonde inwoner, die telkens herhaalde:
„Waag jullie leven niet voor mij voor mij
is er weinig hoop meer maar jullie kunnen
nog zoveel doen". Vlak vóór het ziekenhuis
aan de Merseloseweg doemde de eerste
Britse tank op en dat was de bevrijding
Het ziekenhuis zelf leek op een fronthospi
taal, waar dr. San Giorgi in de keldergangen
haast bovenmenselijk werk verrichtte.
Weinig kon ik toen vermoeden dat ik bijna
zeventien jaar later als burgemeester naar
Venray mocht terugkomen. Dat was op As
woensdag 15 februari 1961, nadat de Nieu-
wenhaagse Carnavalsvereniging „De Sjwae-
gelsöppers" 's avonds tevoren de laatste
afscheidsgroet had gebracht met een va
riant op een toen overbekend vastenavond
lied: „Sjwaegelsöpper war sein letztes Wort
dann trug man ihm nach Venray fort". De
daaropvolgende installatie-zaterdag bracht
lente-achtig zonneweer en onder meer een
grandioze presentatie van het Venrayse ver
enigingsleven. De zondag was gevuld met
een feestelijk kennismakingsbezoek aan alle
kerkdorpen. Sommige noemden dat 'n „krank
zinnige onderneming" daags na de installatie,
maar het werd een van de schoonste ge
meenschapsuitingen èn nieuwe contacten
Venray had begin 1961 op bewonderens
waardige wijze de moeilijke wederopbouw-
fase grotendeels voltooid; had grootse ruil-
verkavelingsplannen voorbereid en was sinds
een aantal jaren tevens uitverkoren om de
industriële werkgelegenheid met steun van
rijksoverheid en provinciaal bestuur te ver
zorgen. Daarop te mogen voortbouwen en
daarbij gebruik te maken van de natuurlijke
bronnen die Venray heeft voor het ontwikke
len van stedebouwkundige voorzieningen,
gevarieerde woningbouw, agrarische, indus
triële en middenstandsbelangen, onderwijs-
en welzijnsvoorzieningen, culturele en re
creatieve projecten, was een geweldige uit
daging èn een voorrecht
op één dag feestelijke opening van het sport
park aan de Leunseweg, de eerste spade voor
het cultureel centrum èn voor het openlucht-
bad, met „handlangersdiensten" van Haagse
en provinciale zijde.
De officiële opening van Rank Xerox door
Gouverneur van Rooy (november 1965)
waaraan zorgvuldige onderhandelingen bin
nen en buiten gemeentelijk verband waren
vooraf gegaan maar ook protesten van be
paalde zijde, omdat men vreesde dat deze
vestiging een (te) grote zuigkracht ten nadele
van de personeelsbehoefte elders zou bete
kenen. De gemeenteraad stond, toen de be
slissingen genomen moesten worden, als één
man achter de voorstellen en hield het oog
gericht op de toekomst.
De feestelijke ingebruikneming van het
cultureel centrum (september 1966) met als
Bij het afscheid van de nestor van de raad, de heer P.J. Steeghs, werd hem door burge
meester Custers een wandbord aangeboden. Op de foto verder: Mevr. A.P. Rutten-Tielen
en wethouder A. van Dijck.
Dat kon alleen door een hechte en doel
gerichte samenwerking: „eensgezind naar
binnen en daardoor daadkrachtig naar
buiten" was dan ook geen loze kreet. Die
plaatselijke bundeling van menselijke krach
ten was één van de meest waardevolle ver
schijnselen. „De mensen hier zijn allemaal
goed, maar ze worden wel eens kwaad ge
maakt" was op de installatiedag gezegd door
de nestor van de gemeenteraad, P.J. Steeghs
die als een der vertegenwoordigers van de
kerkdorpenfractie graag sprak van de Ver
enigde Kleine Naties (en daarbij niet onder
stoelen of banken stak dat deze zich ook
wel eens beschouwden als de „Vergeten
Naties"). Eén ding staat vast: als het op be
langrijke beslissingen aan kwam, was er een
grote mate van positieve samenwerking
door en binnen de kring van gemeentelijke
medewerkers (gemeenteraad - burgemeester
en wethouders - ambtenarenkorps) maar óók
door en met het verenigings- en gemeen
schapsleven, en niet te vergeten tussen het
gemeentebestuur en de „hogere" overheden.
Dat was dè kracht van Venray en het heeft
tot menig kostbaar resultaat geleid, mede
dank zij Venray's optimisme en vasthoudend
heid, naar het gevleugelde woord: „Richt jë
naar de zonzijde dan zal de schaduw steeds
achter je vallen".
Er kwamen ook vele
HOOGTEPUNTEN
In juni 1968 bracht H.M. Koningin Juliana 'n
bezoek aan en rond het cultureel centrum.
Vóór de schouwburg onderhield de vorstin
zich met enkele kinderen.
Het aanstippen daarvan is in dit korte be
stek een hachelijke zaak. Enige wil ik toch
noemen:
Installatie van de plaatselijke ruilverka
velingscommissie „Lollebeek" (februari 1962)
door gouverneur Houben („Venray is zo
enorm uitgestrekt, u kunt het vergelijken
met een eigen koninkrijk waar de zon nooit
ondergaat"), het officiële begin van een in
grijpende herstructurering en verbetering
van de agrarische mogelijkheden, waaraan
naast de overheidsinstanties ook de plaatse
lijke vertegenwoordigers uit Horst en Venray
zo'n groot aandeel hebben geleverd.
De zogeheten drietrapsraket (juli 1964):
gasten onder meer minister Vrolijk, gouver
neur van Rooy en bisschop Mgr. Moors; maar
ook van andere gemeenschapshuizen, zoals
Vredepeel, als eerste in die periode, en
Leunen als laatste (waaraan de toenmalige
wethouder en loco-burgemeester A. v. Dijck
nog een weddenschap verloor omdat hij niet
geloofde dat er goedkeuring en subsidie zou
komen voor een dergelijke voorziening zo
dicht bij Venray-kom!).
Het grandioze bezoek van Koningin Ju
liana (juni 1986) aan en rond het cultureel
centrum, dat bij deze gelegenheid zijn naam
„De Beejekurf" kreeg, met een Hensenius
plein vol honderden enthousiaste schoolkin
deren, een plaquette-onthulling, optreden
van diverse muzikale groepen, oriëntatie over
Venrays ontwikkeling en een ontmoeting
met verzetsdeelnemers als treffend sluitstuk.
En tenslotte wil ik nog memoreren enkele
ANDERE MARKANTE FEITEN
De jaarlijkse buitengewone raadszitting
op 30 april waar zo menig pas gedecoreerde
inwoner in het zonnetje werd gezet, waarna
de feestelijkheden zich uitbreidden tot de.
Grote Markt en tot in de verste uithoeken
waarbij elk kerkdorp zijn eigen koninginne
dagviering verzorgde.
De start van regelmatige hoorzittingen
en discussies tussen gemeente- en gemeen
schapsvertegenwoordigers in elk van de tien
kerkdorpen èn, om iets anders te noemen,
het raadsbesluit over het sportveldenplan
voor de kerkdorpen.
De vele, vele ontvangsten in de wel be
perkte, maar letterlijk en figuurlijk war
me raadzaal met aangrenzende ruimten in
het toenmalige gemeentehuis: van missie
bisschoppen bij de Aamate-tentoonstelling
via een werkbezoek door leden van de Nrd-
Limburgse Kamer van Koophandel en Fa
brieken naar honderden dames-reünisten bij
het gouden jubileum van het Sint Angela-
gymnasium der Ursulinen, tot jaarlijks terug
kerende jongerengroepen, vergezeld van
„magistraten", uit Beieren in het kader van
de verzoening over de oorlogsgraven heen,
waarvoor het kerkdorp Ysselsteyn zo'n en
thousiaste pioniersrol heeft vervuld. En
ook: de „machtsoverdracht" aan het begin
van de carnavalsviering, met de markante
Vorst Karei Wijnen en later diens opvolger,
de welbespraakte „opperplay-boy" Vorst Jan
Ruyten.
De intrede van het eerste vrouwelijke ge
meenteraadslid mevrouw P. Rutten-Tielen, nu
sinds jaar en dag een ook landelijk be
faamde wethouder.
De voorbereiding en aanpak van menig
uitbreidingsplan (waaronder het sanerings-
en reconstructieplan voor de kom Venray
nadien bekend geworden als Centrumplan)
in regelmatig stedebouwkundig overleg tus
sen gemeente en adviseur ir. Margry uitge
dokterd, en vaak met enthousiasme in
„Maastricht" ontvangen, hetgeen niet bete
kende dat alles met vlag en wimpel erdoor
kwam
De start van het Recreatieschap Pee!
en Maas, waarin de bestuurders van de ge
meenten in de Noord - West - hoek van
Limburg van harte samenwerkten, evenals
op heel wat andere terreinen.
De bouw en consecratie van de Vredes-
kerk, met een herdenkingszitting in aanwe
zigheid van vele hoge gasten, onder welke
een speciale vertegenwoordiger van H.M.
de Koningin, en tenslotte de officiële naam
geving van het Kennedyplein door de am
bassadeur van de Verenigde Staten.
Bij de, meestal niet kortdurende, begro
tingsbehandelingen in de gemeenteraad
werd meermalen voor een verfrissing ge
zorgd. Toen ik bij één van die gelegenheden
een nieuwe „koffieronde" aankondigde en
aan de bode, in het openbaar, verzocht voor
al ook de pers en de publieke tribune (waar
toen mijn vrouw en een van onze zoons mee
luisterden, hetgeen ik niet had opgemerkt)
niet te vergeten, vroeg het raadslid T. Ver
meulen, snedig en altijd recht door zee, het
woord: „Mijnheer de voorzitter, ik heb nooit
geweten dat u zo'n grote bezorgdheid had
voor de publieke tribune". Algemene hilari
teit
En dan de meest merkwaardige gebeur
tenis: welke gemeente kan in haar annalen
vastleggen, dat zij vijftig jaar over een
houten brandweerkazerne heeft beschikt en
dat haar kazerne mèt alle voertuigen en
overige brandblusmiddelen in vlammen is
opgegaan?! Het gebeurde te Venray op een
zomerse avond in 1964 tijdens het slotdefilé
van de jeugdvierdaagse (ook alweer zo'n ka
rakteristiek Venrays festijn). De PTT snelde
als eerste te hulp met een mini-brandspuit-
wagentje maar ook de later opdagende
brandspuiten uit de wijde omgeving konden
niets redden van hun „collega's".
NA-WOORD
Wat betekenen welgeteld zeven jaren en
zeven maanden als schakel in de geschie
denis van de hoofdstad en Parel der Peel?;
die eeuwenoud is (de oudste schriftelijke
vermelding dateert van 1220) en waarvan de
bewoners hopelijk nog veel goeds te wach
ten staat. Het raadhuis heeft daarin wèl een
kernfunctie. En, zoals ieder mens, heeft ook
elk gemeentebestuur(s-medewerker) de kans
om te delven waar hij staat.
Moge dat zo blijven in en door het ver
nieuwde Jerusalem, waarbij ik denk aan het
schriftwoord: „Jerusalem, hoe zou ik u kun
nen vergeten?" en: „Indien Gij Jerusalem
niet binnengaat, zult Gij geen feest vieren"!
M. Custers
Bilthoven, augustus 1979