Zondag opening van
de tennisbanen in Oostrum
Verplichtingen aan de oudere medemens
"Ik wil het even metu hebben over
héél wat ernstiger dingen'.'
Je kunt en mag er niet omheen. kankerbestrijding
Zelfstandigheid, privacy en veiligheid
OUD PAPIER
Zondagmiddag gaat in het Oostrums
Sportpark aan de Sparrendreef de
vlag in top, ter gelegenheid van de
officiële opening van de tennis-ac-
commcdafie welke men in dit Sport
park heeft verwezenlijkt.
Opnieuw is hiermee een mijlpaal
bereikt na de aanleg van een ten
nisbaan in Ysselsteyn in de voor
zieningen welke met name in de Ven-
rayse kerkdorpen worden getroffen
voor een alleszins bevredigende uit
oefening van de diverse takken van
sport. Daarbij moet men zich wel re
aliseren. dat zo'n tien jaar geleden
of nog korter alles in het werk
werd gesteld om lot een behoorlijk
voetbalveld op elk der kerkdorpen
te komen. En nu die voetbalvelden
er overal in puike staat bijliggen, nu
begint dan kennelijk weer de volgen
de fase in de sportontwikkeling en
de daarmee verband houdende nood
zakelijke geachte voorzieningen. Zijn
we nog eens tien jaar verder, dan
zullen ongetwijfeld vele van deze
voetbalvelden weer uitgebreid zijn,
en ongetwijfeld ook andere takken
van sport onderdak gevonden heb
ben in de bestaande accommodaties.
Het is interessant om eens na te
gaan. hoe men nu feitelijk in Oostrum
tot de oprichting van een tennispark
is gekomen. Tennissen werd toch nog
niet zo heel lang geleden beschouwd
als een sport voor „de beter gesitu
eerde", waaraan „de gewone man"
- niet te pas kwam. Zeker mag hier
de invloed van b.v. televisie met zijn
belangrijke tennis-reportages niet
onderschat worden. Mede daardoor
heeft ook „de gewohe man" (inclusief
vrouw, zoon en dochter) kennis kun
nen maken met deze vorm van aMie-
ve sportbeoefening.
Het was in november 1977 dat door
een particulier plannen werden inge
diend om in Oostrum een tennisbaan
op te richten. Deze plannen vonden
echter geen weerklank bij het ge
meentebestuur en om niet nader te
noemen redenen werd 'n vergunning
■geweigerd. Maar daarmee was wel 't
■woord ..tennisbaan in Oostrum" ge-
B-vallen. De Sportvereniging Oostrum
er zich intern eens over bera-
of een tennisbaan zo dat par
niet kon mischien wel
zou zijn in verenigingsver
band. De mogelijkheden daartoe wer
den in juli 1978 terdege bestudeerd
en met de wethouder van jeugd- en
iportzaken werd een eerste informa-
t ief kontakt gelegd.
Maar voor men definitieve stappen
beoefening op de kerkdorpen. We zei
den het reeds de voetbalclub van
Oostrum overweegt een derde veld;
de tennisclub ziet al uitbreiding in
het verschiet; de kantine in 't Sport
park wordt door het gemeenschappe
lijk gebruik te klein en moet derhalve
uitgebreid worden; een korfbalclub
zou ook in Oostrum van de grond
moeten komen.En misschien zijn
er nog wel meer verlangens op dit
gebied. Men zal zich echter wel moe
ten realiseren dat een en ander han
den vol geld kost, en dat de gemeen
te ondanks haar goede wil niet iedere
keer voor de financiële konsekwen-
ties gezet kan worden. Trouwens wat
de gemeente aan het ene kerkdorp
geeft is in feite ook een goed recht
voor het andere dorp.... En waar
blijft dan het einde.
Maar in ieder geval, Oostrum hééft
zijijn tennisbanen. Niet in de laatste
paats door zelf de handen uit de
mouwen te steken. Maar ook dank zij
de medewerking van de gemeente,
middels de subsidie én de materiële
hulp als het herstel van de gazons en
groenbeplanting.
Zondag mag dan ook gerust de vlag
in top. wanneer met enige feestelijk
heid deze nieuwe accommodatie offi
cieel in gebruik zal worden genomen.
Het programma voor deze opening
luidt als volgt:
10.00-10.30 uur
Tenniswedstrijd tussen leden van de
afdeling tennis van S V Oostrum;
14.00-14.30 uur
Ontvangst van genodigden;
14.30 uur
Officiële opening door wethouder
J. van Oers;
15.30-17.30 uur
Voortzetting tenniswedstrijden.
toch zou moeten uitbreiden, en dat
die uitbreidingsmogelijkheden er zijn
een niet onbelangrijke rol in de ge
sprekken om met elkaar in één schip
te komen.
Intussen was de oprichting van een
tennisclub een feit geworden. 180 Se
nioren en 60 junioren melden zich de
finitief als lid aan. En middels hun
contributie kreeg de financiële basis
van de tennisbanen een behoorlijke
steun. En hoewel men op dat moment
nog allerminst kon tennissen, bereid
de men zich via trainingen qua bal
techniek in de gymnastiekzaal voor
op het uiteindelijke buitenspel.
In februari van dit jaar kon men
de opdracht geven tot de aanleg van
twee tenisbanen en een oefen„hok".
Ondanks de slechte weersomstandig
heden in dit voorjaar, maar mede
dank zij de zeer grote mate van zelf
werkzaamheid van de leden, was het
karwei in enkele maanden voltooid
en konden op le paasdag de banen
in gebruik worden genomen. En toen
De gemeenschappelijke kantine zou ook al weer uitgebreid moeten worden....
Met deze zeer gunstige reaktie als
achtergrond, ging men zich dieper
over de plannen buigen en werd een
kostenbegroting opgemaakt. Bij die
begroting ging men er van uit dat er
kunststofbanen zouden moeten ko
men. De normaal gebruikelijke gravel
vroeg te veel onderhoud, en zou dus
later de exploitatiekosten opvoeren.
Met die kostenbegroting at gerond
84.000,ging men opnieuw pra
ten met het gemeentebestuur en de
commissie. Optimistisch als men was
rekende men in stilte op een gemeen
telijke bijdrage van ongeveer de helft
der stichtingskosten. Maar dat was
er niet bij. Met een bijdrage van
De Sportvereniging Oostrum was
echter niet voor een gat te vangen.
De burgerzin van de Oostrummers
kennende, kreeg men het klaar ren
teloze pandbrieven uit te geven, elk
groot 100,met een looptijd van
tien jaar. De belangstelling daarvoor
was zo groot, dat men het aanvul
lende bankkrediet vrij beperkt kon
houden.
Hoewel men bij het plannenmaken
deze tennisbanen zonder meer ge
dacht had in het Sportpark, zat dat
bij de heren voetballers in eerste in
stantie toch niet zo erg lekker. Ze
zouden dan hun oefenveld, zo niet ge
heel dan toch wel gedeeltelijk kwijt
raken. Maar ook hier overwon het
gezonde verstand en werd men het
over de situering en wat dies meer
zij toch spoedig eens. Wellicht speelde
hier de gedachte, dat men 't voetbal
terrein binnen ni.et al te lange tijd
De belangstelling is dermate groot,
dat men stiekum al met de gedachte
rond loopt dat men binnen afzienbare
tijd een derde tennisbaan moet gaan
aanleggen.... Dat is dan misschien
ook wel de reden, dat op deze nieuwe
banen alleen Oostrumse mensen mo
gen tennissen, en alleen Oostrumse
mensen lid kunnen worden van de
tennisclub
En daarmee zitten we dan weer in
eens in de problematiek van de sport
ging zetten, wilde men terecht eens
peilen hoeveel interesse er in dit
kerkdorp voor een tennisbaan be
stond. Een geplaatste advertentie le
verde 280 gunstige reakties op. Daar
van waren er 200 die men als senio
ren kon betittelen, de rest junioren
of aspiranten.
25.000,zou de zaak wel bekeken
zijn.
begonnen dan ook de echte trainin
gen, welke nu door een drietal trai
ners gegeven worden, op drie dagen
in de week. En men zou het lessche
ma al zeer goed in de gaten moeten
houden om te weten op welke uren
en dagen men nog „vrij" kan tenis-
sen. Om dat probleem te ondervan
gen, wordt er telkens op één baan
getraind, in groepjes van 4 personen
en maximaal een uur.
heid geeft in noodsituaties hulp in
te roepen (aktieve alarpiering), als
wel een systeem dat signaleert wan
neer hij of zij iets nalaat, waaruit
blijkt dat hulp nodig is (passieve
alarmering). De alarmering moet
vervolgens een hulporganisatie in
werking doen treden, één en ander
met behoud van privacy van de be
trokkene. Wanneer een dergelijk
systeem wordt geïntroduceerd en op
grote schaal wordt toegepast zal veel
onnodig leed kunnen worden verme
den en angst kunnen worden voor
komen.
Behalve dat een dergelijke oplos
sing voor de betrokken bejaarde zo
wel zelfstandigheid als zekerheid ga
randeert, betekent het een vermin
derde druk op de opname capaciteit
yan bejaardentehuizen. Deze inrich
tingen kunnen dan meer worden be
stemd voor ouderen voor wie het al
leen-wonen niet langer verantwoord
is.
Het is de plicht van de samenle
ving te streven naar een oplossing
die het de ouder wordende mede
mens mogelijk maakt in veiligheid te
leven en zijn/haar indentiteit te blij
ven behouden.
Ik ben een theaterkind Ik
groei in de schijnwerpers. Ik
protesteer als ze doven. Ik ben
een gelukkig mens. En natuurlijk
sta je daar met ieder moment bij
stil. Je vindt het eigenlijk vanzelf
sprekend.
Maar als ik dan ineens weer
hoor. dat iemand in mijn naaste
omgeving kanker heeft, dan
word ik opstandig Ik heb
gelezen dat 1 op de 4 Neder
landers overlijdt aan kanker
Heeft kankerbestrijding dan nog
wel zin? Moeten we de moed
opgeven? Nee. Want wist u dat
25% van alle kankerpatiënten
geneest? Laten we daar ook nog
'ns aan denken
Er is een boekje over
"kankerfeiten". Naast andere
interessante gegevens staat er
in hoe wij vrouwen zelf onze
borsten kunnen onderzoeken
op knobbeltjes. Ik vind dat
iedereen dit boekje in huis zou
moeten hebben. Bestellen kan
via het KWF
Zo'n boekje kost natuurlijk
geld. Evenals het kanker
onderzoek, dat ondanks de
kostenstijgingen, moet door
gaan. Het KWF verplicht zich elk
jaar' n bedrag van zo'n f 25 milj.
bijeen te brengen. Dat geld is
nodig om een deel van het
lopende werk voor de kanker
bestrijding te kunnen voort
zetten. Ik vind dat wij daar
allemaal ons steentje aan
moeten bijdragen. Want we zijn
tenslotte al stapje voor stapje
verder gekomen.
Laten we één ding samen
afspreken: straks is er weer een
kollekte. Maak de bus tot de
gleuf toe vol. En als u geen
kdlektant bent tegen gekomen,
geef dan via de giro.
Kankerbestrijding is een zaak
die ons allemaal aangaat.
i Koningin Wilhelmina Fonds voor de
KWF. Centraal Bureau: Koninginneweg 28.
1075 CZ Amsterdam Tel.- 020 718965 Giro 26.000
Het is een kwalijke en tegelijk
nerkwaardige zaak dat met betrek-
ling tot onze oudere medemensen
esproken wordt van „het bejaar-
enprobleem". Dit heeft vermoede-
ijk te maken met het feit dat het
legrip bejaard verband houdt met
lulpbehoevendheid. Oud en ziek
ijn echter beslist geen synoniem en
[ejaard zijn is op zichzelf even nor-
naai als jong of van middelbare
leeftijd zijn.
Om in dit kader te spreken van
ten probleem is in fejte in hoge ma
te discriminerend voor een grote
I groep, die in elk opzicht deel is van
e bevolking als geheel. Toch wordt
met die uitdrukking de opvatting
ekaraktcriseerd van zeer velen die
ie leeftijd van 65 jaar nog niet heb-
>en bereikt.
Natuurlijk heeft men zich over dit
g. 'bejaardenvraagstuk' gebogen en
plossingen bedacht, waarbij veelal
an de mening van de bejaarden
zelf geen groot belang werd gehecht.
Met alle goede bedoelingen overi
gens werd en wordt vaak voorbij
legaan aan het onvervreemdbare
echt van elke oudere medeburger
zelf te beslissen.
Dit geldt niet in de laatste plaats
oor de opname in bejaardencentra.
»e reden dat veel valide bejaarden
"oor een plaats in een dergelijk te-
uis „kiezen" is vaak gelegen in
l iet feit dat anderen voor hen be-
lissen. In de meeste gevallen liggen
an een dergelijke beslissing over
wegingen van veiligheid ten grond-
dag.
Dat veel oudere al of niet op
andrang van anderen voor de
ekerheid van een bejaardentehuis
iezen, wordt meestal ingegeven
oor de angst anders zonder hulp in
oodsituaties terecht te kunnen ko
len. En hoewel sinds de invoering
'an de indicatie-commissie, die be-
list over opname in een bejaarden-
iuis annex verzorgingscentrum, men
iet zelf niet direct meer voor het zeg-
|en heeft of men in een bejaarden-
ïentrum gaat wonen, kan men dan
iikwijls toch kiezen voor een bejaar-
enwoning of bejaardenflat.
'EWIJZIGDE OMSTANDIGHEDEN
I Op het gebied van de intramurale
'ejaardenzorg hebben zich in de af
gelopen jaren grote veranderingen
voorgedaan. Zo was nog slechts en
kele tientallen jaren geleden zaal-
lewoning in oudeliedentehuizen be
paald geen ongewoon verschijnsel,
als gevolg waarvan voor de betrok-
ten bejaarden van privacy geen
sprake kon zijn.
In de na-oorlogse jaren ging men
leze situatie meer en meer als ach-
erhaald beschouwen. Dit leidde er
toe dat thans elke bewoner (of echt
paar) van een bejaardentehuis een
>igen kamer heeft. Bovendien heb
ben de bewoners een optimale per
soonlijke vrijheid en zelfstandigheid,
waarvoor de condities zelfs wettelijk
tijn vastgelegd.
Terecht heeft de ouder wordende
nens zich meer en meer een vaste
'laats verworven in de beschouwin
gen en overwegingen van de beleids-
instanties die verantwoordelijk zijn
voor het maatschappelijk bestel. Het
pakket aan voorzieningen dat de 65-
plusser in een bejaardentehuis wordt
geboden is daarvan een uitvloeisel.
Toch is lang niet elke bewoner
van een bejaardentehuis gelukkig
met zijn of haar situatie. Ondanks de
goede zorgen, waarmee hij of zij
wordt omringcl, en de optimale vei
ligheid en zekerheid die het bejaar
dentehuis biedt, heeft de bewoner
van een tehuis vaak het gevoel in
een isolement te verkeren. Maar door
alleen achter te blijven - in een dik
wijls veel te grote woning - kan men
ook gemakkelijk in een isolement ge
raken.
Door in 'n bejaardentehuis te trek
ken, heeft men enigszins zijn zelf
standigheid prijsgegeven, terwijl ook
vrijheid en privacy beperkter -zijn.
Hiermede is niets ten nadele van het
bejaardentehuis als zodanig gezegd;
wél moet worden vastgesteld dat het
verlaten van de vertrouwde woon
omgeving ontworteling kan beteke
nen.
Natuurlijk zal de invalide of zieke
bejaarde het verlies van zelfstan
digheid en privacy op de koop toe
nemen. Anders ligt het bij de zich
gezond voelende man of vrouw, die
de benaming „bejaarde" alleen
voert, omdat hij of zij de magische
leeftijdsgrens van 65 jaar is gepas
seerd. Voor deze bejaarde gelden
nog andere bezwaren: voortdurend
omringd te zijn door leeftijdgenoten
waarvan betrekkelijk velen ziek zijn
en overlijden, werkt uiterst depri
merend.
Bovendien speelt de psychologi
sche faktor dat het intrek nemen in
een bejaardentehuis de laatste fase
van het leven inluidt.
VEILIGHEID EN ZEKERHEID
Het is om al deze redenen een
gelukkige zaak, dat het beleid van
Is het enerzüds verheugend dat de
overheid oog en oor heeft voor de
meer dan gerechtvaardigde wens
van de oudere mens zelfstandig te
blüven, aan de andere kant heeft de
gemeenschap de verplichting aan de
zelfstandig wonende bejaarde be
scherming, zekerheid en veiligheid
te bieden.
Het is de plicht van de samen
leving te streven naar een oplossing
die het de ouder wordende medemens
mogelijk maakt in veiligheid te le
ven en zjjn/haar identiteit te bltfven
behouden.
TEN BATE VAN
VENRAYS MANNENKOOR
KAN MEN BEZORGEN IN DE
CONTAINER ACHTER GARAGE
VAN HAM. MAASHESEWEG
ingang via Bosweg
de overheid er meer en meer op ge
richt is de bejaarde zo lang mogelijk
zelfstandig te laten wonen. Voor
beelden hiervan zien we b.v. door
de bouw van bejaardenwoningen in
de Venrayse wijken en kerkdorpen.
Dat toch vele valide en gezonde
ouderen in een bejaardentehuis trek
ken, wordt in zeer veel gevallen in
gegeven door de vrees in eigen wo
ning onwel te worden of een onge
val te krijgen en verstoken te blij
ven van hulp. Regelmatig wordt in
de pers melding gemaakt van in
trieste gevallen van bejaarden die
plotseling ziek werden of een onge
val kregen, soms met fatale gevol
gen, zonder dat hulp kwam opdagen.
Men kan zich nauwelijks een voor
stelling maken van het leed dat in
een dergelijke situatie wordt gele
den. Daarom zijn ook b.v. in de flats
van het Schuttersveld alarminstalla
ties aangebracht.
Het is dan ook niet onverklaar
baar dat velen die 65 jaar of ouder
zijn, veiligheid boven zelfstandig
heid en vrijheid menen te moeten
kiezen. Soms zijn het de kinderen of
verwanten, die deze keuze maken,
en de beslissing nemen, omdat zij
zelf de ouderen niet kunnen verzor
gen. Vaststaat dat de oudere mens
die zich laat opnemen dit veelal niet
doet omdat het verblijf aldaar hem
of haar aantrekt, maar voor de be
scherming en de hulp die er gebo
den wordt.
De praktijk heeft bewezen dat, di-
rekt nadat in de pers een ongeval is
gemeld dat een alleenwonende be
jaarde thuis is overkomen, het aan
tal aanvragen voor opname in een
bejaardentehuis sterk stijgt. De
noodzaak wordt meestal pas gevoeld
als men alleen komt te staan. Van
een bejaard echtpaar kunnen de
partners voor elkaar zorgen en el
kaar beschermen.
Is het enerzijds verheugend dat de
overheid oog en oor heeft voor de
meer dan gerechtvaardigde wens van
de oudere mens zelfstandig te blij
ven, aan de andere kant heeft de
gemeenschap de verplichting aan de
zelfstandig wonende bejaarde be
scherming, zekerheid en veiligheid
te bieden.
Dit is geen eenvoudige opgave,
want het betekent niet alleen dat
een adequaat alarmeringssysteem
nodig is, het houdt ook in dat een
hulpdienst beschikbaar moet zijn.
Natuurlijk is over deze problema
tiek veel nagedacht en zijn tal van
oplossingen ontwikkeld. Toch zijn er
maar weinig systemen denkbaar die
alle moeilijkheden oplossen of voor
komen. Het ideale systeem is er één
dat zowel de bejaarde de gelegen-