„DEN HOFF OP VOERLO"
Lijst 4
V.V.D.
QAA
V *sf!l
iPl^sci >|oo pij n SOH V
i
u ov
Hoe U het ook bekijkt! s>
Wij vervolgen onze serie verhalen
over oude Venrayse boerderijen
geschreven door G. J. M. Verlinden
met „Den Hoff op Voerlo"
Deze ongetwijfeld zeer oude boer
derij is gelegen op 't Volen nr. 6 en
pormt met enkele andere boerderij
en reeds eeuwen de buurtschap „Op
Voirle; Op Voerlo; en thans Volen".
In het begin van de 17e eeuw was
deze boerderij in het bezit van Gu-
ertje op Voerlo en Alitjen zijn dier
bare huisvrouw, die in hoge ouder
dom op 15 april van het jaar 1650
door de Landschrijver Matthias Al-
aerts hun testament op schrift lie
ten zetten. Guertje was, zoals men
jat toen noemde „nog wel gaande
i staande ter straten en stegen",
taar Alitjen voelde zich ziekelijk,
ilhoewel ze redelijk bij memorie
is; getuigen de vijf zinnen die ze
iog kon spreken.
Het is een prachtig testament, dat
|op bijzondere wijze het afscheid
jergeeft van twee eenvoudige, ge-
hikkige en diepgelovige mensen. Het
[noet voor hen vanzelfsprekend zijn
weest, hun kinderen eerlijk te be-
[delen en de in nood verkerende ar-
Tnen te helpen.
Zo deelden de kinderen van hun
;entelijk overleden zoon Jacob in
Ijle plaats van hun vader. De op 13
lovember 1608 geboren zoon Gerrit,
Idie kennelijk voor bouw-aktivitei-
Jen hout nodig had, mocht vooraf de
[twee beste eiken-bomen uitkiezen.
De klinkende penningen van de
judjes waren in veilige handen bij
[dochter Mary, die gehuwd was met
Jerick Theus. Zij had ze nog even
[vandoen en behoefde dan ook geen
;nte te betalen; maar komende St.
(Andries (30 november) over een jaar
jou ieder er zijn toekomend part
mogen ophalen.
Doordat Jacob onlangs overleden
(was. kwam den „Hoff" met de erf-
ronden en toebehoren nu aan hun
jongste zoon Johannes. Die kreeg
|de verplichting om gedurende tien
ter ere van zijn ouders voor
Itien gulden jaargetijden te doen
>uden, en gelijktijdig nog voor 10
olden de armen te bedelen.
Guertje ondertekende „schrijvers
ïervaren", mede namens zijn vrouw
t het plaatsen van een Neptunis-
Irietand, (vermoedelijk een huis- of
miliemerk).
In 1645 bestond de veestapel op
hof te Voerlo uit 7 koeien, 48
ïapen en 40 korven met bijen.
I Johannes trad in het huwelijk met
Peerken Teuwis uit Merselo en ge-
I bruikte voortaan als naam Jan
Guertjens, welke naam ook gehand
haafd bleef voor zijn nakomelingen.
Hij vervulde verscheidene jaren de
funktie van schepen der heerlijk
heid Venray. Volgens een ongeda
teerd gemeenteilijk belastingkohier,
uit die tijd, was hij jaarlijks de vol
gende bedragen verschuldigd:
gulden - stuiver
Jan Guertjens, als schepen 6 0
voor zijn hoofd 6 10
voor een halve ploeg 9 0
voor drie kinderen 3 V/a
voor een oude vrouw
werkende als moeder 3 0
voor een wachelter ketel
(froezestokerij) 9
totaal 36 17r/t
Nadat dit echtpaar overleden was,
verdeelden hun kinderen, t.w.:
Jacob Guertjens gehuwd m. Jen-
neken Lenssen, (dit echtpaar woon
de op de boerderij „De Lyckt";
Dries Guertjens gehuwd met En
ken van Munnickhoff;
Bast Bans, weduwnaar van Mer-
rijken Guertjens;
Willemke Guertjens, nog jonge
dochter en
Toenis Guertjens, nog ongehuwd;
bij erfmagescheid van 13 maart 1694
de nalatenschap als volgt:
De gehele boerderij, bestaande uit
huis, schuur, schop, bouw- en wei-
landerijen en de visvijver op Voer
lo gelegen, met alle gerede goederen,
schulden en weerschulden. Met de
last van de jaarlijkse Herenpacht a
1 rookhoen, thins en herbergskoren,
datgene wat in des Heren boeken
met recht beweerd kon worden. En
de last van schattingen, dorpslasten
en erfdienstbaarheden vanouds daar
toe staande.
Dit alles kreeg Toenis, waarvoor
hij aan ieder 710 gulden en een pas
sende uitzet moest geven, onder 'n
verrekening van het reeds ontvan-
gene.
Jacob had reeds zijn uitzet met
423 gulden en 12 stuiver ontvangen,
zodat hij a.s. St. Andries nog 286
gulden en 8 stuiver kreeg.
Dries, die nog niets van zijn pa-
tremonium (erfdeel) ontvangen had,
kreeg 710 gulden en een passende
uitzet, bestaande uit een nieuw bed
gevuld met 30 pond veren, een tiec-
ken bedpulf en twee gevulde kus
sens. Verder nog twee flessen (fijne)
en twee stulpe (grove) bedlakens;
twee flesse en twee smaeldoecker
kustiecken, en tot slot de op een na
beste koe uit de stal.
Bast Bans ontving nog 154 gulden
van Merrijken's erfdeel.
Willemken mocht, zolang zij nog
ongehuwd was op de boerderij in 't
genot van potage, wassen en slapen
blijven. Verder ontving zij 710 gul
den en een uitzet gelijk aan die van
haar overleden zuster Merrijken. tw
een rok met liefke a 4l/t gulden per
el van de weverij, en nog een twee
de rok a 1 rijksdaalder per el. Een
zijden schort en 'n neuzikdoek (om
slagdoek) van 1 rijksdaalder; een
kist en verder gelijk als bij Dries
voornoemd.
Om zijn zuster haar deel te kun
nen betalen, nam Toenis op 25 febr.
1702 van Willem Groenen een hypo
theek van 800 gulden a 4%. In deze
akte was de bepaling opgenomen dat
Toenis uit het bij de boerderij be
horende houtgewas naar behoeven
mocht hakken, onder voorwaarde
dat de omgehakte bomen door nieu
we aanplant vervangen werden, zo
als een goed bouwman schuldig was
te doert.
Toenis, geboren op 25 februari
1660. huwde 30 april 1695 met Ca-
tharina Scheijen. Uit dit huwelijk
werd op 11 januari 1705 Jacomine
geboren, die later de boerderij over
nam en op 26 februari 1730 met de
weduwnaar Willem Peeters huwde.
In het kontrakt van huwelijkse-
voorwaarden lieten zij vastleggen,
dat bij overlijden binnen een jaar,
van een der partners, zonder kinde
ren uit dit huwelijk na te laten, de
langstlevende de opbrengst van de
oogst zou genieten. Ingeval Jacomi
ne de langstlevende was, erfde zij
nog 100 gulden Venraets extra. De
rest ging naar de familie van de
overledene terug.
Na het overlijden van Willem, her
trouwde Jacomina op 3 februari 1740
met de „smid" Hendrick van den
Munckhoff. Dit na verkregen dis
pensatie van de bisschop, wegens
verwantschap in de vierde graad
rechte-linie en derde graad zij-linie
(kerkelijk-recht). Op Sinterklaasdag
van 't zelfde jaar werden ze verblijd
met de geboorte van hun dochterke
Petronella (alias Smits Nelleke).
In het Haupstaat-archief te Dus-
seldorf ligt nog een belasting-kohier
uit 1757, waaruit bleek dat Hendrick
voor de beroepsmatige uitoefening
van groff-smid en de verkoop van
cremerijen een pattacon verschul
digd was.
In deze periode veranderde ook
geleidelijk de naam van de boerde
rij in „Smits-plats".
Bij akte van deling dd 6 septem
ber 1777 en opgemaakt tussen de
weduwe van de Munckhoff en haar
kinderen, nl. Peter Willems (voor
kind) gehuwd met Hendrina in de
Risselt. en Petronella (uit het twee1
de huwelijk) die op 25 september
1763 in het huwelijk was getreden
met Antoon Cox, geboren 13 decem
ber 1735 als zoon van Joost Cox en
Petronella Ricbericks verkregen
Petronella en Antoon de ouderlijke
bouwhof op 't Volen met bijbeho
rende landerijen voor 1100 gulden
Cleefs, en de gerede goederen voor
900 gulden, waarvan zij hun kinds
deel a 1000 gld. mochten inhouden.
Verder moesten ze tot het overlijden
van hun moeder telken jaren aan
Peter Willems ene roof wol geven
na haar dood nog het beste schaap
uit de stal. Van deze overdracht wa
ren uitgezonderd de smederij en al
les wat daartoe behoorde, zoals de
slijp- en snijmolen met aambeelden
en hamers. Deze evenals de uitstaan
de gelden en nog enkele persoonlijke
bezittingen, zoals haar bed met twee
paar lakens, een paar kustieken, 't
haarlaken, de bed-gordijnen. 'n ko
peren waterketel, een koperen bed
pan en een zilveren Agnusdei (relie
kwie met houder), behield Jacomina
Guertjens voor haar zelf.
Antoon Cox liet de smidse voor
wat ze was. Trouwens hij verstond
dat ambacht niet eens, wel dat van
schapenfokker. In 1793 bezaten deze
echtlieden 30 schapen, die 60 pond
wol opbrachten. Hiervan verkochten
ze 40 pond aan de wolhandelaar A.
v d. Bosch voor 10 stuiver per pond.
Verder fokten ze in dat jaar nog 16
lammeren op.
Petronela overleed op 13 juli 1816
en Antoon 81 jaar oud op 17 sept.
1817. Zij werden opgevolgd door hun
dochter Maria, die geboren was op
27 september 1776, en gehuwd met
de op 11 februari 1773 aan de Scheij
geboren Peter Goemans. Op 10 febr.
1818 kochten zij de boerderij, die
toen bestond uit 6.64 ha bouwland
en 2.30 ha weiland, van de mede
erfgenamen Jan Janssen, weduw
naar van Gertruda Cox en van de
nog ongehuwde Johanna en Petro
nella Cox, v.oor de prijs van 1300
frank.
De bwoners maakten er moeilijke
tijden door en het aantrekken van
personeel werd nu noodgedwongen
achterwege gelaten. Op 15 februari
1819 bestond de veestapel nog maar
uit 1 paard, 2 melkkoeien, 1 jong
rund en 10 schapen. In 1818 werden
ze voor 2,52 florijn in de Deuren- en
Ramenbelasting aangeslagen en ge
lijktijdig voor de Personele belas
ting in klass 12 ingedeeld, dat hun
op 8.97 florijn kwam te staan. Voor
het weiden van hun vee op gemeen
te-gronden telden ze in 1820 twaalf
florijn in handen van de gemeente
ontvanger
Na Maria's overlijden op 22 maart
1827 en dat van Peter op 1 augustus
van het jaar 1837, werden ze opge
volgd door hun zoon Peter junior.
Die was geboren op 7 december 1814
en hij huwde op 26 mei 1838 met zijn
buurmeisje Anna Maria Jenneskens.
dochter van Peter Jenneskens en
Maria Gertruda Evers (Theus), ge
boren op 31 mei 1818.
Ondanks de bijna bovenmenselijke
tegenspoed waarmee deze familie te
kampen had, was het vooral Anna
Maria Jenneskens, die beschikken
de over enorme wilskracht en door
zettingsvermogen, de aloude hoeve
weer tot bloei bracht. Zo leverde in
1839 de 20-jarige Lambert van de
Mortel er zijn aandeel in de bcakke-
ring van het bouwland. Catharina
Vullings uit Sevcnum en de Ven
rayse Helena Gerards dienden er zo
als dat toen heete als werkmeiden.
De schapen werden verzorgd door
de 17-jarige schaapherder Gradje
Fleurkens.
In 1844 bestond de veestapel dan
ook alweer uit 1 werkpaard, 5melk-
koeien. 4 stuks jongvee en 51 scha
pen.
Dat jaar begon het op St. Andries
te vriezen en wel zó, dat de Maas
van St. Nicolaas tot begin januari
1845 met ijs dicht zat. Op 13 febr.
ging ze opnieuw dicht en op Paasdag
23 maart gingen nog veel bewoners
uit de Maasdorpen op de Maas ei
eren eten en er elkaar zalig pasen
wensen. Op tweede paasdag ging de
Maas los.
In 1845 was de aardappeloogst bar
slecht en in 1846 gold dit voor de
gehele oogst. In augustus 1845 wer
den de aardappels ziek en zwart, 't
Gevolg hiervan was dat ze in sep
tember reeds 75 a 80 et per vat kos
ten en zo opliepen tot 1,50 gulden.
In 1846 dorste men maar 1 a IV»
vat rogge van een vem (100 bossen),
waardoor men in november reeds 36
gulden voor een vat rogge betaalde
en enkele maanden later liep deze
prijs op tot 61 gulden. Er werd zelfs
beweerd dat er verkocht was voor
68 gulden per val.
De veraf in de Peel gelegen schaaps
kooi van Antoon Cox, aan het einde
van de Volense schiëpersweg, werd
niet meer gebruikt en vervangen
door een nieuwe. Deze was geschikt
voor ca. 60 schapen en gelegen op
de „Griese Upper" tussen het Por-
terven en de Nieuwe Vennnen, in de
burt van de latere Rouwkuilenweg.
Deze nieuwe schaapskooi werd ge
bouwd door Mathijs Litjens, de 2de
echtgenoot van Anna Maria Jennes
kens. waarmee zij op 12 oktober in
1850 was gehuwd. Hij overleed op
13 februari 1884 en Anna Maria vier
jaar later op 6 maart 1888.
Even zou ik nog een verlaat mede
leven willen betuigen aan deze kra
nige vrouw, die zoveel leed achter
haar rouwsluier of falie te verwer
ken kreeg.
Op 24 maart 1848 overleed haar
bijna 10 jaar oude zoontje Peter. 21/»
maand later, op 3 juni werd nog 'n
dochter geboren, dat onder invloed
van de bijzonder droeve omstandig
heden als doopnaam Petronella ont
ving. En nog geen zes maanden la-
Op de foto de „Smits-Plats" op 't
Volen. In het gedeelte rechts van de
schoorsteen was vroeger de smederU
gevestigd.
ter op 28 november overleed haar
bijna 34 jarige man, tot op botten
door baccillen verteerd. Nog was het
leed niet voorbij, want op 21 maart
1849 overleed haar oudste dochter
aan dezelfde ziekte, amper 6 jaar
oud.
Op 9 mei 1873 huwde dochter Pe
tronella met de op 17 november 1841
te Horst geboren Reinier Derikx,
zoon van Jacob Derikx en Geertrui
Drabbels. De eerste jaren van hun
huwelijk brachten ze door in Mete-
rik te Horst; zij waren de laatsten
die tot ongeveer 1905 de op de Grie
se Uper gelegen Smits-schaapskooi
gebruikten.
Reinier overleed op 10 februari in
het jaar 1905 en Petronella op 12
maart 1909. Zij werden opgevolgd
door hun in Horst op 23 mei 1874
geboren zoon Peter Jan, die met de
uit Merselo afkomstige Maria Petro
nella Wismans huwde. Beiden over
leden in 1931. Hun jongste zoon Ge-
rardus huwde zijn dorpsgenote Hen-
drica van Vegchel en zette het ou
derlijk bedrijf voor. Deze zijn dan
'n paar jaar geleden opgevolgd door
de huidige bewoners, zoon Joost De
rikx, gehuwd met de uit Uden af
komstige Gerda Verkuil.
1. Gerard Thijssen, Venray
Laten we het samen rond
maken!
2. Hans Oudenhoven, Venray
Als U vindt dat het College
anders moet worden samen
gesteld, stem dan V.V.D.
3. Jan Houba, Venray
Wij trachten het algemeen
belang te dienen.
4. Leo Janssen, Venray
Inspraak zonder inzicht, is
uitspraak zonder inzicht!
5. Marianne de Ruyter, Venray
Kort en goed, is twee keer
goed!
6. Jan Houben, Ysselsteyn
Voorzitter voetbalclub en lid
dorpsraad.
7. Gerard Bakens, Venray
32 jaar, slokjesbaas.
8. Truus Hulsman, Venray
De overheid beslist niet wat
welzijn is.
9. Antoon Schellens, Venray
Dirigent. Eerst goed stem
men, dan kun je ook spelen.
10. Rixt Breeuwsma, Venray
Opvoeding en onderwijs een
taak voor ons allen!
11. Sjef Verlinden, Venray
Zeg niet wat U meent,
meent wat U zegt!
12. Marianne Kuiper, Venray
In de V.V.D. doet de vrouw
ook mee.
13. Piet Kienhuis, Venray
41 jaar, automatiserings-des-
kundige en veel interesse in
de huidige onderwijs-bege-
leiding.
14. Peter Haans, Venray
Kuituur- en toneelleider.
Vrijheid! Vrolijkheid! Daden!
15. Jan Janssen, Merselo
Regeling waar nodig, vrijheid
waar mogelijk.
16. Hay Houwen, Oirlo
De kerkdorpen vormen een
wezenlijk deel van Venrayl
17. Wim Eibers, Venray
53 jaar, het onderwijs mag
niet in de knel komen.
18. Jan Jeucken, Venray
Besturen is vooruitzien en
dat doe je niet met oogklep
pen op.
19. Jan van de Rijdt, Venray
Een gemeente besturen doe
je hetzelfde als haarknippen
..zorgvuldig".
20. Willy Cleerdin, Venray
Lid Provinciale Staten.