LOOBEEK-BLOEDBEEK
DRUKWERK
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
16 oktober 1944
VRIJDAG 18 OKTOBER 1974 Nr. 42
VIJF EN NEGENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
VOO»? AL UW DRANKEN
DRUK- EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF B.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 2727 GIRO 1050652
ADVERTENTIEPRIJS 21 ct per mm. ABONNEMENTS
PRIJS PER HALFJAAR f 8,50 (bij vooruitbetaling)
Voor de velen, voor wie de geschiedenis van 30 jaren geleden een
gesloten boek is, herplaatsen wy een verhaal dat we by het eerste
lustrum van Venrays bevrijding in dit blad plaatsten.
De Engelse overtocht over de Loobeek tussen Óverloon en Venray
op 16 oktober 1944, waarmee de gevechten om Venray begonnen
en de bevryding van deze Noord-Limburg,se plaats inluidde, is een
bloedig drama geworden. In de oorlogsgeschiedenis van de 3e Brit
se Infanterie Divisie heeft zich een dergelyk feit sedertdien niet
meer herhaald. Zyns gelijk is wellicht alleen te vinden in de over
tocht van de beide bruggen by Bénouville in Normandië.
16 oktober '44 kreeg de Loobeek by de Engelsen de naam Bloedbeek.
15 - 16 OKTOBER 1944
Er hing een sfeer van geladen
spanning die nacht in de stellingen
van Generaal Whistler's Divisie.
Weinigen sliepen. De South Lancs,
ergens langs de weg naar Vierlings
beek, moesten weer terugdenken aan
de nacht van 21 op 22 juni, hun
nacht, toen zij het leidende bataljon
waren bij de aanval op La Londe
Chateau, ergens in Normandië, en de
Royal Ulster Rifles, die nu in de
Helderse bossen lagen nabij Over-
loon, proefden de nacht vóór Troarn.
Juist na het invallen van de duis
ternis waren de nieuwe orders van
het Hoofdkwartier naar de bataljons
kwartieren gegaan. Naar de 185ste
Brigade, die na hevige straatgevech
ten nu vaste voet had in Overloon
en in de gespaard gebleven kelders
een onderkomen gevonden had. En
de orders gingen naar de Lincolns,
die na de drieste doorstoot op de
14e, nu stellingen hadden betrokken
in de bossen langs de dijk naar Mer-
selo.
Het was pikdonker in die nacht, de
nacht van 15 op 16 oktober 1944. Het
weer werd met het uur slechter, ge
staag viel de regen.
Achter het front bij de etappe was
het een en al bedrijvigheid. Tonnen
munitie werden aangevoerd, munitie
voor de infanterie en granaten voor
de artillerie-stellingen, benzine voor
de tanks en brugmateriaal. Moei
zaam kropen de autocolonnes voort
langs uitgemergelde wegen tot op de
meest verlaten zandwegen in de bos
sen ,waar in de wirwar van wegen
geen mens wijs kon worden. Met be
hulp van een brandende sigaret
moesten dan de voertuigen naar de
aangewezen stellingen geloodst wor
den. In de barre zandvlakten van de
Overloonse Duinen gebeurde het ook
niet zelden dat de wielen van de
voertuigen zich vastbeten in het los
se zand, waardoor een hele colonne
tegelijk onwrikbaar bleef steken. In
zulke gevallen kwam het artificial
moonlight, hèt licht van de z.g.
kunstmaan te hulp. Dan gooiden de
zoeklichten van de 47e Zoeklichten-
Batterij hun lichtbundels in een lage
hoek over het wijde land en zetten
de gehele omgeving in lichterlaaie.
In die bewuste nacht hebben de
mannen van het Royal Army Servi
ce Corps (R.A.S.C.) knappe staaltjes
van ravitaillering en dumping laten
zien. De man van het logboek der
Norfolks tekent met een paar woor
den de algemene situatie in zijn sec
tor die nacht: „Wij kregen onze or
ders na donker en in de gebruikelij
ke stromende regen maakten de on
fortuinlijke compagniescommandan
ten hun plannen, terwijl wij, in het
licht van afgeschermde zaklampen,
met onze kaarten worstelden".
VEROVERING VOORBEREID
Zó werd de tweede fase van Ope-
Harry van Loon
ration Aintree voorbereid: de verove
ring van Venray, welke op 16 okto
ber in alle vroegte startte. De Ox
ford student Norman Scarfe, jong
ste luitenant in het hoofdkwartier,
de schrijver van het voortreffelijke
boek, dat de oorlogsgeschiedenis van
de 3e Britse Infanterie Divisie ver
haalt, begint zijn beschrijving van
dit tweede deel van de Slag om
Overloon-Venray met alvast iets te
zeggen van het hoofddoel van de
aanval: „Venray heeft de grootte van
een typisch Engelse „Market-Town",
het kon in de Fens liggen. De hoofd
straten lopen noord en zuid. De
noordelijke wijk, het aanvalsdoel
van de 185e brigade, wordt Braban
der genoemd".
Maar hij laat er onmiddelijk op
volgen, dat het succes van deze aan
val op de eerste plaats afhing van
de kunst om de „Beek" te overbrug
gen. Inderdaad was dat zo en nie
mand minder dan de Duitsers heb
ben dit ingezienen er naar ge
handeld!
BEEK
Want tussen Overloon en Venray
stroomt de Molenbeek of Loobeek,
het riviertje dat na 16 oktober by
de Engelsen eenvoudig „Beek" heet.
Toen in die nacht van 15 op 16 ok
tober in het Engelse hoofdkwartier,
ergen,s in een verdronken veld nabij
de weg Oploo-Overloon, de aanval
op Venray werd uitgewerkt, schynen
echter de duitse stellingen rond Ven
ray meer aandacht gehad te hebben
dan deze Loobeek.
Maar deze zelfde Loobeek koos de
vijand uit als een laatste verdedi
gingslijn vóór Venray. Alle brug
gen werden daarom grondig vernield
en de overgang op de grote weg naar
Overloon werd zelfs uitgehold tot 'n
grote krater, niet alleen een formi
dabel tankobstakel maar ook voor
een modern uitgeruste infanterie 'n
hindernis van betekenis.
De opzet was duidelijk: de Engel
se infanterie nog éénmaal naar het
vóórterrein lokken en daar in een
laatste grote aanval bespringen. Die
opzet is niet gelukt. Wel besloot ge
neraal Whistier, tot verbazing van
zijn commandanten, de infanterie
alleen tegen de Duitse linie te laten
oprukken, toen de tankbruggen het
begaven. Maar de befaamde Duitse
tegenaanval liep te pletter tegen de
Engelse artillerie. Het was in de ge
vechten om de Loobeek niet voor de
eerste maal dat dit Superbe Engelse
wapen de taak van de tanks over
nam.
6 BRUGGEN
Toen Lt.-Colonel „Tiger" Urquhart
- die alle Royal Engineers-afdelin-
gen commandeerde - 't hoofdkwar
tier verliet, wist hij dat hij geen ge
makkelijke opdracht had meegekre
gen. Op liefst 6 plaatsen moest de
Kermis Castenray
De kermis in Castenray heeft heel
wat tongen in beweging gebracht en
sommigens zelfs naar de pen doen
grijpen. „Maar het was er dan ook
naar", is re deactie.
Dit blijkt eens te meer uit een
brief van de heer Poels uit Casten
ray: „Vele ouders zijn de andere
kermisdagen met hun kinderen naar
elders gegaan", schrijft hij. En hij
vraagt hoe dit allemaal mogelijk
was.
De kermis in Castenray was tot
en met een flop. Er waren verwach
tingen gewekt door de aankondiging
van 8 attracties. Hiervan zijn er 3
helemaal niet verschenen: de draai
molen, de vliegtuigmolen en het
klokkenspel. Een zweefmolen, die
niet vermeld was, werd zondag
avond pas opgebouwd.
Het oubouwen en afbreken van de
andere attracties geschiedde op de
meest onmogelijke momenten tijdens
de kermis. Niet verschijnen, niet op
tijd verschijnen en voortijdig afbre
ken, dat waren de grote mankemen
ten waardoor de kermis in Casten
ray dit jaar niets voorstelde. Te
recht waren groot en klein dan ook
teleurgesteld.
Uit de aankondiging kan worden
afgeleid, dat aan Castenray even
goed is gedacht als aan de andere
kerkdorpen. Zelfs is nagegaan of er
een autoscooter kon staan. In Heide
kon het, in Castenray en Veulen niet.
Erger was, dat het met de andere
attracties finaal mis liep. De afspra
ken waren goed, de plaatsen kostten
geen geld, maar de exploitanten lie
ten ht afweten of gingen er vandoor.
En dat lales met excuses en redenen
die zich aan alle controle onttrek
ken.
Er zijn kerkdorpen die een goede
kermis hebben gehad, andere die in
de regen of drup hebben gestaan.
Om dit alles nog eens uit te spinnen,
zal er begin oktoberin het gemeente-
Nieuwe lichting
jeugdnatuur'
wachters
geïnstalleerd
Niet minder dan 400 leerlingen van
de vijfde klassen van alle basisscho
len met uitzondering van de Open
bare school „De Keg") en de LOM-
school werden verleden week woens
dagmiddag door wethouder J. van
Oers geïnstalleerd tot jeugdnatuur
wachter. Dat dit gebeuren plaats
vond in de grote zaal van de schouw
burg gaf nóg meer cachet aan de
zaak. De heer Voorhoeven uit Voor
burg, directeur van de landelijke
stichting was weer graag naar Ven
ray gekomen om de installatie van
de vierde lichting jeugdnatuurwach
ters mee te maken.
Was het andere jaren mevr. Rut-
ten-Tielen, die de installatie ver
richtte, door portefeuillewisseling
binnen het college van b. en w. was
deze taak thans opgedragen aan
wethouder J. van Oers, die het een
belangrijke zaak achtte, dat in Ven
ray het instituut van de Jeugdna-
tuurwacht uitstekend werkt.
Hij hoopt oprecht, dat door het
huis een vergadering worden gehou
den waar alle kerkdorpen via hun
raasdleden en een vertegenwoordi
ger van de dorpsraden hun ervarin
gen en wensen naar voren kunnen
brengen. Voor deze vergadering is
ook een uitnodiging verzonden aan
de dorpsraad Castenray, die momen
teel in oprichting is.
werk van de jeugdnatuurwachters
minder schade aan de natuur zou
worden toegebracht. Dat de gemeen
te het werk van de natuurwachters
belangrijk vindt, wordt uitgedrukt
door een jaarlijkse subsidie.
Mevr. Poels-Peters, voorzitster van
de Venraysce afdeling, onder wier
leiding deze middag stond, vertelde,
dat de jeugd in het komende jaar
van de gemeente 4.650,mag ge
bruiken voor natuurwachtaktivitei-
ten.
De heer Voorhoeven hield een leuk
felicitatiespeechje tot de geïnstal-
leerden, waarin hij de dieren schet
ste in relatie tot de mens.
Mevr. Poels-Peters kx-eeg een drie
tal boekjes van hem uit waardering
voor het werk, dat zij voor de jeugd-
natuurwacht verzet. De boekjes stel
de zij op haar beurt ter beschikking
van de scholen.
Venrayse hoveniers hadden een
veertigtal prachtige planten beschik
baar gesteld voor de winnaars van
de zoimebloemwedstrijd en degenen,
die vorig jaar het hoogste aantal
stempels voor aktiviteiten hadden
gekregen.
Wethouder van Oers en de heer
Vorohoeven kregen een plant voor
hun inzet voor de Venrayse Jeugd-
natuurwacht.
voor al uw
vaa «Jan munclthof n.v.
Lobeelc overbrugd worden: 2 brug
gen V90r de tanks van de Grena
diers en de fameuse Coldstream Gu
ards en 4 voor de infanterie; één
voor ieder van de uitgekozen batal
jons die de overtocht moesten for
ceren en de eerste spong naar Ven
ray moesten uitvoeren. Deze batal
jons waren: de Suf folks als het lei
dende bataljon, die reeds bij de aan
val op Overloon de spits hadden af
gebeten, de East Yorks die 2 dagen
tevoren nog onverhoeds waren bin
nengedrongen in een Duitse sector
bij Vierlingsbeek, hetgeen 100 leven
de Duitsers opleverde, de Warwicks
die al twee dagen in de bossen ge
ploeterd hadden, en de Norfolks.
Deze laatsten zouden op de grote
weg oversteken.
De CRE (Commander Royal Engi
neers) liet op de eerste plaats 210
voet kapok aanvoeren (zakken ka
pok als drijvende pontons), voldoen
de voor de 4 infanteriebruggen, ter
wijl Churchill-tanks de twee tank
bruggen aanvoerden.
Om 3.30 uur in de morgen van 16
oktober vertrekken de troepen uit
Overloon, lichting Lobeek, met uit
zondering van de Norfolks die, dank
zij een even handige als riskante
manoeuvre van Colonel Bellamy, al
daags tevoren langs de grote weg tot
op 400 meter van de Loobeek waren
opgerukt. De verliezen waren echter
niet gering, de hoge kerktoren van
Venray had nog eenmaal zijn bloe
dige diensten aan de vijand bewezen
Het was geen gemakkelijke taak
die de Royal Engineers die nacht
moesten opknappen. De Duitsers die
door patrouilles op de hoogte waren
van de Engelse plannen, beschoten
regelmatig de toegangswegen naar
de Loobeek. En toen des morgens de
Engelsen ploeterden om de bruggen
om hun plaats te krijgen, hielden
zij de landingsplaatsen gedurig on
der vuur. Om 4.20 uur arriveerde
de laatste kapokvracht in de buurt
van de overgang op de grote weg en
het was voor het voorste peleton
van de Norfolks een opluchting toen
het deze laatste ponton in de grote
bres van de Loobeek gelegd had.
De kapokpontons bleken een suc
ces, in tegenstelling met de tank
bruggen die op een fiasco uitliepen.
Om half 5, onder het intenser wor
dende vuur van de vijand, begon de
185e brigade in alle stilte over te
trekken op de grote weg, en om 5
uur waren 2 compagnieën van de
Norfolks in „Niemandsland". Op 700
meter verder naar het westen had
den de Warwicks eveneens 2 com
pagnieën aan de overzijde.
DUITSE ARTILLERIE
Het is juist op dit kritieke moment
geweest dat de hel losbrak. De Duit
se artillerie begon plotseling los te
beuken op de aanvallende Engelsen
met een hevigheid en een regelmaat,
die de Engelsen zich nog alleen maar
herinnerden van de Normandische
slagvelden. Mortieren en mitrail
leurs mengden zich daar tussen. Te
gelijkertijd deden eenheden van de
bataljonsgevechtgroep Kerutt vanuit
de Brabander een tegenaanval op de
twee eenzame compagnieën van de
Wai-wicks. Een half uur lang werd
hier temidden van de weilanden in
de modder en stromende regen man-
tegen-man gevochten dat de Engelse
compagnieën dreigde te decimeren.
Het is aan één man te danken dat de
ingesloten Engelsen tenslotte gered
werden. Sergeant Finan die met zijn
Avre's (Churchill-tanks waarop een
tankbrug gemonteerd is) werkeloos
moest toezien omdat de tanks in de
modder waren blijven steken, pro
beerde in zijn wanhoop nog eenmaal
een tank in beweging te krijgen. Dit
lukte. Bij de beek aangekomen ble
ken de kabels om de brug te vieren
te ontbreken. Hier kon alleen een
waaghalzerij uitkomst brengen. Hij
zette zich schrap tegen de tank, ter
wijl zijn helper op zijn schouders
klom, en die zag kans de brug te
laten vieren. Ze kwam op de juiste
plaats terecht. In enkele minuten
joegen de Goldstream Guards twee
tankgroepen over deze brug, drongen
in het duitse front en onzetten zo de
Warwicks. En kwam de enige tank-
brug voor de volgende 24 uren tot
stand. Toen later een derde groep
tanks overtrok, brak ze doormidden.
MIJNENVELDEN
Intussen hadden de Norfolks op de
grote weg enige vordering gemaakt,
zij het dat hierbij beestachtig geluk
heeft geholpen. De typische bezon-
derheid deed zich namelijk voor, dat
beide compagnieën dwars door een
mijnenveld waren opgei*ukt zonder
zich dat te realiseren én zonder dat
één enkele explosie gehooi'd werd
Maar dit aanvankelijk geluk zou
spoedig in het tegendeel verkeren.
Nauwelijks waren 400 man over, of
de duitse artillerie brak ook hier los.
Ditmaal deden zelfs Nebelwerfers
hun luguber werk mee. De duitse
artillerie schoot, zegt Norman Scar
fe, in een tempo als het laden van
de kanonnen toeliet. De Engelsen
sneuvelden bij tientallen of bleven
liggen op de mijnenvelden, luid roe
pend om morfineMen zag er
soldaten uit brandende tanks sprin
gen, andere sprongen radeloos in het
ijskoude water van de Loobeek om
zich te beschermen tegen de duitse
kogels. Op hetzelfde moment spoot
dan 'n fontein water, rood gekleurd
door bloed, omhoog, want zelfs de
bodem van de beek was bezaaid met
mijnen!
Verbindingen tussen de troepen
onderling bestonden nauwelijks, de
telefoonkabels waren stuk geschoten
en de radio-toestellen waren gevuld
met water. De Suffolks raakten bij
na alle commandanten kwijt. De A-
compagnie had geen enkele officier
meer, de anderen nog ieder één. De
C-compagnie bleek uiteengerukt bij
een duitse tegenaanval.
De Commandant Lt.-Colonel Crad-
dock, vernemende dat een van de
compagnieën in moeilijkheden ver
keerde, begaf zich naar de voorste
linie om te zien wat er aan de hand
was. Hij liep hierbij over de hoek
van een veld, zocht zorgvuldig naar
de voetstappen van zijn voorgangers
maar trapte desondanks toch op 'n
Schuh-mijn, waarbij een voet werd
afgerukt.
Bij de overgang op de grote weg
zakte de eerste tank reeds door de
met veel moeite gelegde brug; an
dere tanks konden zelfs niet tot aan
de beek komen omdat ze in de mod
der van de weilanden bleven steken.
„En de regen bleef stromen", zegt
Norman Scarfe, „gestaag als 't zand
in een zandglas, en de koude drong
door tot in de botten".
Intussen kregen de duitsers ver-
stei-king in de vorm van het Regi
ment Hardegg, dat, in 't gebied van
Maaseijk vechtend, te elfder ure
naar het front van Venray gediri
geerd werd. Maar dit regiment ver
mocht geen wending meer te bren
gen in de toestand. Het lot van het
duitse leger op het Overloon-Venray
front was bezegeld. Het was beze
geld op de dag van de Lobeek, 16
oktober 1944. Zijn artillei'ie was al
murw gebeukt onder de slagen van
de Engelse kanonnen.
Toen de avond viel bereikten de
Suffolks de Hiept; de Norfolks zaten
toen in de Brabander. Vijf comman
danten bleven achter, hierbij voeg
den zich later de Warwicks, wier
C-compagnie het grondgebied van
het St. Annagesticht bereikte. Langs
de Overloonseweg kwamen kort na
donker nog de East-Yorks; de beide
Brigades waren toen weer bijeen. Er
werden vele Duitsers krijgsgevangen
gemaakt.
In dezelfde nacht sloeg de 253e
Field Company van de Royal Engi
neers een nieuwe en ditmaal 'n ste
vige brug over de bres in de weg
van Overloon naar Venray en deze
brug kreeg de naam Fort Crossing.
Het Duitse front was ingestort, en
Venray stond aan de vóóravond van
zijn - duurbetaalde - bevrijding.
Begaande 2 foto's, resp. van de
Grotestraat en het HeD.seniusplein,
gemaakt enkele maanden na de be
vrijding, laten toch nog zien dat de
bevryding van Venray inderdaad
duur betaald werd.