Nieuwjaarsrede Kamer van Koophandel a D'n A.P.K.-Plak ambitieuze verkoper Er is nog veel te doen Gewestvorming noodzakelijk Steun voor Noord Limburg Een dag het paard dan twee dagen werken 20% korting op tuniekpakken afgeprijsde japonnen 10 pet korting op onze exclusieve dameskleding spotprijzen in herenkleding GOMMANS Venray als studieobject lJ\xrÜ\^CiK n.v. VRIJDAG 21 JANUARI 1972 No. 3 DRIE EN NEGENTIGSTE JAARGANG M PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WFFKRI AD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ADVERTENTIEPRIJS 15 GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 2727 GIRO 1050652 »TCCI\DLHU YW1\ tllTVMI tn Wl IJ I pR|JS pER HALFJAAR (Advertentie) :L per mm. ABONNEMENTS- 6.75 (bij vooruitbetaling) De nieuwjaarsrede van de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Venio is een van de baro meters, waarvan men leven en welzijn van deze streek af kan lezen. Dit jaar heeft de heer Rijssenbeek behalve over de economische problemen ook zijn licht laten schijnen over de gewestvorming. Ziene Grad zat met zijn 90 jaren een levensgroot jachtgeweer te poetsen, toen we hem achter op de Steegse Peelweg op gingen zoe ken bij gelegenheid van zijn 90 ste verjaardag. Een mens, die met zijn 90 jaren nog altijd het jachtveld intrekt en bjj gelegenheid ook nog een fors tableau kan presenteen, meet je met een lampje zoe ken. In Venay is hij te vinden achter op de Steegse Peelweg en zijn officiële naam is Gerardus Hendriks (zie advertentie elders in dit blad) LANGSTRAAT 61 De talloze veranderingen binnen de kerk en de maatschap pij bezorgen heel wat werk aan de mensen die een bijzon dere taak hebben in die samenleving. Dat geldt ook voor de priester of de pastorale werker. De tijd dat de pastoor, eventueel met hulp van een kapelaan, in staat was om, naast zijn priesterlijke bediening van de sacramenten ook nog de katechese, het huisbezoek, de jeugdbeweging, de armen zorg en vele andere zorgen voor een groot stuk te leiden en in stand te houden is wel voorbij. Naarmate mede door de moderne menswetenschappen heel veel diensten meer professioneel worden opgezet en aangepakt, zou de pastoor of kapelaan van heel wat „bijkomend" werk verlost zijn en eigenlijk de weg vrij zijn voor een luizenleventje. Maar ook aan de pastoraal is de vernieuwing en de „meer professionele" aanpak niet voorbij gegaan en nu blijkt dat er nog enorm veel te doen is, mede door al die veranderingen. De tijd dat, met een variatie op de bekende dichterlijke ontboezeming van Poot, gezegd kan worden: „Hoe ge noeglijk rolt het leven des gerusten pastors heen" is vol tooid verleden tijd, zowel voor de boer als voor de pastoor. Naast de vele besprekingen en studiedagen, die nodig zijn om bijgeschoold te worden, zijn er zoveel vragen en zoveel vernieuwingen en veranderingen dat je beslist moet hollen om bij te blijven (Toon Hermans zei eens: We leven in het tijdperk van vrouw Holle), met het risico dat je buiten adem raakt. Om nu maar eens enkele dingen te noemen: de voorberei ding op de eerste communie richt zich niet meer alleen via de school op de kinderen, maar evenzeer op de ouders die in hun eigen verantwoordelijkheid vragen om begeleiding, dus vele ouderavonden in kleinere groepjes; de liturgische vieringen vragen om duidelijke aanpassing aan zeer uiteen lopende verwachtignen zowel wat vorm als inhoud betreft, dus vele besprekingen met bestaande of nog te vormen groepen of commissies; het project kerkopbouw is een gro te en gedurfde onderneming en om het eindeloos gepraat en gediscussieer over kerk en geloof hopelijk om te zetten in een „we gaan er iets aan doen!", maar vraagt noodzake lijk om tijd voor bezinning en actie. Het moeilijkste punt van een vergaderagenda is meestal het laatste: de datum voor de volgende vergadering, dan blijkt namelijk dat alle zakagenda's, grote of kleine, dikke of dun ne, voor de meeste deelnemers weinig ruimte laten om een nieuwe datum vast te leggen. Als ik dan nog daarbij vermeld dat zaken als vastenaktie, zangkoor, ontkoppeling kerkbestuur-schoolbestuur, funktio- neren van het kerkgebouw, vormsel, administratie, opvang nieuwkomers, kontakt met de Stichting Samenlevings Op bouw, financiën en wat dies meer zij veel tijd en inspanning opeisen en tenslotte nog even zeg dat de pastoor ook nog deken is, kapelaan Verdonschot districtskatecheet en kape laan Latten secretaris van het dekenaal centrum, allemaal funkties die opnieuw veel tijd vragen, dan behoeft niemand zich zorg te maken over de vraag of er nog wel werk is. Dat bij dit alles de persoonlijke benadering in de vorm van huisbezoek vaak beperkt blijft tot gezinspastoraal bij bij zondere gebeurtenissen zal het verwijt „je ziet bij ons nooit iemand van de geestelijken" toch wel wat onredelijk maken, omdat tot het onmogelijke niemand wordt verplicht. Tenslotte is dit alles opgeschreven niet als een klaagzang of een roep om medelijden, maar gewoon ter informatie en waar nodig tot verklaring. Vindt u het opschrift boven dit artikel overdreven?? DEKEN L. THEUNISSEN BUITENLAND Na er op gewezen te hebben hoe ook in de ons omringende landen ge- wertot wordt aan en gedacht wordt over regionalisatie van het bestuur, stelde hij vast dat ook in ons land die gedadhlte volop leeft. Men wil komen tot herindeling van gemeenten, tot nieuwe ge west vorming. De aanstelling van een regerings commissaris voor die regionalisatie met uitgebreide bevoegdheden zou dit proces niet alleen kunnen bege leiden doch ook bespoedigen. Dat daarbij ook de Kamers van Koop handel een rol kunnen spelen werd door hem duidelijk gesteld, zoals hij ook duidelijk stelde, dat gewestvor ming met zich brengen zal herzie ning van investeringen, nieuwe effi- ciëncy-normen en dikwijls groter be- stuurstalent zal vragen, dan nu voor handen is. In verband met dat laatste meende hij dat nu al moet begonnen worden met de opleiding van deze funktio- narissen, terwijl voor de efficiency de nodige bureaux kunnen worden ingeschakeld, die dan niet alleen hun oordeel kunnen geven over de herzie ning der investeringen, doch ook de bevoegdheden van gewest en ge meenten in hun studie moeten be trekken. Nadrukkelijk waarschuwde hij wel, dat als bij herziening van gren zen stedelijke en landelijke kernen worden samengevoegd, dit niet in houdt dat het bestuur oök in de ste delijke kern gevestigd moet worden. AANDRANG Hij meende juist de gewestvorming naar voren te moeten schuiven, om dat men in verschillende streekorga- nen en met name in het Ontwikke- lingsorgaan Noord Limburg al is ge komen tot bundeling van regionale kradhten. Een bundeling, die reeds belangrijke resultaten heeft gehad, doch die ook steeds sterker aantoont, dat de huidige bevoegdheden en fi nanciële mogelijkheden onvoldoende zijn om ail'les onder handen te nemen en uit te voeren wat gewenst is. Dat zal dan het gewest moeten gaan doen. In dat verband wijst hij op een specifieke mogelijkheid, die Rijksweg 75 gaat bieden, die gaat lopen van Roermond naar Nijmegen- Z.i. zou het gebied ten oosten van deze Rijks weg al een goed gewest kunnen vor men. Maar overigens liet hij die in deling van gewesten graag over aan de studie, die de Vereniging van Ne derlandse Gemeenten dienaangaande maakt. herindeling van gemeenten en sa menwerking tussen de nieuwe ge meenten .Daar boven zal een nieuwe structuur dienen te komen in de vorm van een gewest en daarvoor wilde hij in deze nieuwjaarsrede bij zonder pleiten. STEUN In het tweede deel van zijn rede ging h'ij nader in op de economische positie van Noord Limburg. Verge leken met wat b.v. Duitsland doet t.o.v. de aan Noord Limburg gren zende gebieden, steekt het beleid van de overheid hier wel bijzonder schraal tegen af. En dat terwijl Noord Limburg wat zijn inkomen betreft nog steeds ver ligt onder het lande lijk gemiddelde, maar daarnaast ook ruimte heeft voor nieuwe industrieën. Hij bepleitte derhalve voortgezette regeringssteun bij het aantrekken van nieuwe industrieën, even zo goed als in Zuid Limburg- Daar mag dan de heroriëntatie door de uitval van de mijnen een grotere rol spelen, men kan niet voorbijgaan aan het feit, dat ook in Noord Limburg nog tal van problemen liggen. Daarom zal in de Limburg-nota ook daaraan aandacht geschonken dienen te worden. Steun bepleitte hij ook voor de kleinere, reeds gevestigde bedrijven, die zorgen voor de helft van de werk gelegenheid, doch die in het nadeel staan t.o.v. de grote bedrijven met al hun know-how en die dan ook nog eens extra gesubsidieerd worden als ze naar hier verhuizen. Als men die subsidieert zal men ook de gevestig de kleinere bedrijven zo nodig die nen te helpen. De Kamer zelf is daar in al voorgegaan door de commissie Opvoering Produkbiviteit en de ex- portconsrilenlt. RIJKSWEG 75 Mr. J. Rijssenibeek besprak ook de voor Noord Limburg zo belangrijke verkeerssituatie. Na er op gewezen te hebben dat men Venio wel de 3e export-tia ven kan noemen van Ne derland, na Rotterdam en Amster dam ,wees hij er op dat die haven al leen gediend is met goede verbindin gen .Dat de E 3 nog steeds vastloopt in het gat tussen Moers en Duisburg is voor hem een onverkwikkelijke zaak- Ook de Rijksweg 75 van Roermond naar Nijmegen ikan bijdragen tot een snellere verbinding tussen Rot terdam en Venilo en zorgt mede voor een ontsluiting van Noord Limburg. Een ontsluiting, waarvoor ook een nieuwe brug bij Well en aansluiting naar het Duitse wegennet een be langrijke bijdrage kan leveren. Rijksweg op het rijkswegenplan en hoopte in samenwerking met de Duitse Kamers uit het betreffende gebied de verkeerssituatie in het na bij gelegen Duitsland aan te passen aan de komende situatie in ons land. Een vooruitgang noemde hij de open stelling ook 's nachts van verschil lende grenskantoren en de versnel ling bij de afwikkeling van de doua ne-formaliteiten. Sprekende over de waterverbin dingen, wees hij op het eigenaardige feit dat in ons waterrijke land, wel de gebruikers van wegen, duchtha- vens e.d. belast worden voor het ge bruik, doch dat degenen, die van het water gebruik maken, dit gratis voor niets kunnen doen, terwijl alleen al Rijkswaterstaat in 1972 500 miljoen gulden nodig heeft om de rivieren bevaarbaar te houden. Belasting op het verkeer te water zou de huidige discriminatie opheffen en lasten-ver- minderend kunnen werken voor de auto in het algemeen. VENRAYSE MENSEN Als Gerardus Hendriks werd hij op 14 januari 1882 ingeschreven, als pas geboren zoon van Hendriks ziene Willem. En hij werd toen automa tisch Hendriks ziene Grad. Op een keuterijtje, zoals er zovelen waren in die dagen. Dat betekende dat Grad al vrij snel mee moest de boer op, om mee te verdienen voor het huishou den, waarin inmiddels nog twee dochters geboren werden. „Dat deed ik trouwens liever dan in Leunen naar school gaan", zo weet hij zich nog te herinneren. Het leven ais boerenknecht is misschien in onze ogen een hard leven geweest, maar Grad kan er met plezier aan terug denken. Want bij alle grote boeren van de Heide heeft hij zijn voeten on der tafel gestoken en meegewerkt op hun bedrijven- In 1913 loopt hij tegen Hendrina van D'ijck aan en aangezien er net een huisje vrij kwam op de Gilt in Heide, werd er getrouwd. Zijn beide zusters boden hem het officiële bon te huwelijksgedicht aan, dat nog al tijd netjes ingeraamd in de huiska mer hangt. In 1914 wijzen goede vrienden hem er op dat achter aan de grens van de toen bewoonde wereld een gedoetje vrij komt. „Ik heb geen eens zegt de jong getrouwde Grad, wiens eerste kind zich had aangekondigd. De eerste van 8 zonen en een dochter, waarvan nu nog 6 zonen in leven zijn. Maar die vrienden hielpen ook met de eens en Grad kon verhuizen naar de laatste woning van Venray tegen de peelrand aan OORLOGEN Daarnaast bleef hij werken bij boe ren, maar ook aan de steenoven. Hij werd opperman bij de bouw van St. Anna en St. Servatius, hij pompte de nieuwe gasketel van Venrays gasfa briek mee vol, hij werkte op de Overloonse steenfabriek en in de ont ginning van het Overloonse Vlak. Lonen van 1.50 per dag en 12 centen per uur bracht hij mee naar die peel rand, waar het gezin groeide- Hij hielp mee de bossen kappen, die is misschien wel de hoogste onder scheiding op camaval9terrein, die Venray te bieden heeft. Na een aantal illustere voorgangers, valt deze eer dan ten deel aan degene die er qua inzet voor de Venrayse Carnaval ge durende meer dan 25 jaar, volledig recht op heeft. Deze uitreiking vindt plaats op vrijdag 4 februari om 8.30 uur in Restaurant Vlakwater- U komt natuurlijk, maar niet in burger. Bij Van Opbergen in de Gro testraat vindt U een unieke kollek- tie carnavalskleding en stoffen. Door daar te gaan kijken en kopen bent U in de gelegenheid om op aangepaste wijze onze nieuwe plakdrager te gaan huldigen. Ook entreekaarten voor dit freest kunt U op bovenstaand adres verkrijgen. vroeger Heide omzoomden, maar aan de Ysselsteynse peelontginningen stak hij geen band uit. Want dat vond hij wat spijtig, dat die peelvlakten gingen. Die had hij zo'n beetje gereserveerd als zijn par ticulier jachttterrein. Niet dat hij of ficieel jager was, maar stropen dat kon hij uit de kunst. De opbrengst daarvan was thuis een welkome „pot-vulling", terwijl in het dorp heel wat klanten zaten die wel 50 centen over hadden voor een wild konijntje en 1,50 voor een haas. Centen, die hij goed gebruiken kon, ook in de krisis-jaren, al begonnen toen de kin deren mee te verdienen. De stallen werden voller, er kwamen meer kippen, kortom het boerenbedrijfje ging lekker, toen wederom een oor log voor een kink in de kabel zorgde. Hij had-, zeker tegen het einde van de oorlog, nog al wat aanloop van Duitsers, die het ook al allemaal niet gemakkelijker maakten, maar zijn jachtgeweer zat „ergens" onder de schansen en de radio op batterijen zorgde voor nieuwsvoorziening voor de hele buurt De Duitsers joegen hem op het lest zijn eigen deur uit en toen die zelf eenmaal waren wegge jaagd, evacueerden de Engelsen hem naar Bakel. Zodoende heeft hij niet beleefd dat zijn schuur in brand ge schoten en zijn huis behoorlijk ver nield werd, maar hij vond de treuri ger resten toen ze terug kwamen uit evacuatie. Maar ook dat is hersteld en de ge stolen varkens en koeien werden vervangen door andere soortgenoten. MET PENSIOEN Hij zag zijn kinderen uitvliegen, wel niet ver van de ouderlijke wo ning, maar in het eerst zc drukke buisje werd het stiller- In de vijftiger jaren besloot hij het kalm aan te doen en vroeg voor de eerste maal of ficieel een jachtacte aan, tezamen met zijn zoons, die het jagen mee in het bloed hebben gekregen. Toen bleek het procesverbaal dat rijks veldwachter Seerden hem in de twin tiger jaren wegens stropen gemaakt had 30,voor een rot haas, ofwel anderhalf keer het melkgeld van die weekhem nog parten te spe len. Stropers geeft men niet gauw 'n jachtvergunning, maar na lang zeu ren en zanikk-en, kreeg hij op 69-jari- ge leeftijd voor het eerst officieel een jachtakte. Men keek wel wat ver wonderd, maar nu na 21 jaren weet men dat Ziene Grad zijn jachtgeweer niet eerder zal laten rusten, voordat hij zelf gaat rusten;; „Mer as 't an meej lit, dan duurt dat nog lang In 1958 sterft zijn vrouw en blijft hij achter met zijn zoon, in een soort mannen-gemeenschap, waarin ieder zijn eigen taak heeft. En daar kijkt men niet naar 90 jaren lang. Gerar dus Hendriks zou het ook niet willen, want zijn pijp smaakt hem nog best, hij hoort nog goed en de fazanten plukt hij uit de luchtMaar tevre den is hij wel, want „jong, het laeve is toch zo moi. In Maastricht zijn j.l. donderdag 13 januari op de Limburgse Akademie voor bouwkunst de gebroeders H en B. Lerou afgestudeerd als architekt H.B.O. met een aantekening voor ste- debouwkunde. Na een zesjarige studie aan boven genoemd instituut zijn de gebroeders afgestudeerd op een stedebouwkun- dige en architectonische studie van hun woonplaats Venray, gebaseerd op reëele onderzoekignen, beschou wingen en prognoses. Het gehele plan, bestaande uit een 40-tal kaarten en tekeningen, 2 ma quettes, een toelichtende beschrij ving en een diaserie, blijft tot en met 24 januari a.s. dn het akademiege- bouw te Maastricht geëxposeerd. Wel onderstreepte hij nog eens na drukkelijk dat men er niet is met Hij bepleitte derhalve een zo snel mogelijke plaatsing van genoemde SPECIAALZAKEN IN HEREN- EN JONGENSKLEDING BOXMEER VENRAY VRAAGT VOOR HAAR BEDRIJF IN VENRAY met ervaring in de herenkleding-branche Sollicitaties te richten aan Grotestraat 9a Venray of telefonisch onder no. 3938 (04780) Het was niet veel wat do magere pony naar die peelrand moest ver huizen. „Net toen ik de laatste hoop schansen hier had opgestoten, hoor de ik de Venrayse klok luiden. Ik dacht, wat i9ter now aan de hand?" Maar die klokken verkondigden dat wereldoorlog nummer een begonnen was. Grad had in zoverre geluk dat hij niet in dienst hoefde, maar dat betekende niet dat hij met zljin armen over elkaar kon blijven zitten. Inte gendeel' Het groeiende gezin en het nieuwe bedrijfje vroegen veel beid. „Een paard had ik niet, dat moest ik lenen. Voor een dag paard lenen, moest je twee dagen bij de be trokken boer komen werken." Dat vond hij te gortig worden. En de eer ste 300,- die hij met veel schrapen bij elkaar kreeg, werden besteed aan een pony. Toen kon hij wat beter on der de voeten uit.

Peel en Maas | 1972 | | pagina 1