De Kerstavond van de oude IN GRAMMOFOONPLATEN Wenst U Prettige Kerstdagen en een Voorspoedig Muziekvol 1970 A. F. Linders SASSEN CUPPEN'S off. SIMCA-DEALER W.J. DE LA ROY nv UW SPECIAALZAAK fietii tyiituie Th. van Waayenburg iff 5® %- H. Clephas P. Weys midden in de H of straat DE VISBOER CENTRA-MARKT HOUBEN SHENG SHIN! H. v. d. Yen P. HOEX Als zachte vlokjes watten daalden glinsterend in het gele licht der straatlantaarns de sneeuwkristallen naar de aarde, zich stapelend en voegend tot een blauwwit vacht, dat in zijn glanzende warmte de aarde trachtte te beschermen tegen de vorst der jaargetijden, die met zijn ijzige adem al wat leeft doet verstarren. Ongerept lag daar 't tapijt, dek kend al het vuil en stof van de stille straat. Hoe lang zou deze schoonheid duren? In de verte naderde een lichtje. Het jengelende gepiep van een met sneeuw worstelende dynamo verbrak de stilte. Een fietser repte zich naar de koesterende warmte van de ge zellige huiskamer, waar familieleden wachtten op de laatkomer. Want het was kerstavond. Een slingerende voor bleef achter in het blanke kleed. Langs de donkere gevels, diep in zijn kraag weggedoken, liep met korte passen een oude man. Met de rug van zijn hand veegde hij het vocht van zijn gelaat. Krakend zwaaide de deur van 't huisje open. De oude stampte de sneeuw van zijn schoenen en stomelde de trap op naar het kamertje met het vale behangetje op de muur. Hij knipte het licht aan en viel met een zware zucht in een stoel neer. Dat slente ren langs de weg was ook niets, be kende hij zichzelf. Maar wat moest je dan doen? Hij wist het niet. Het was kerstavond, maar wat zou dat? Voor hem was ze eender als iedere andere avond. Het maakte geen verschil. Ledigheid, eenzaam heid, dat waren zijn gezellen. Geen mens was er op de gehele wereld, die zich om hem bekommerde. Hij was een oude afgeleefde man, die zijn leven wel gehad had. De men sen hadden Zich van hem afgekeerd, want hij deugde niet. Men mijdde hem als de pest, die oude. Moede loos voor zich starend zag hij het leven dat aan hem voorbijgleed. Op zesjarige leeftijd werd hij wees. Zijn vader en moeder had hij amper gekend. Er was geen familie die zich zijn lot aantrok. Misschien had hij geen verwanten. Hij kwam in een weeshuis, waar hij een van de velen was, streng en sober werd opgevoed, zonder liefde. Eenmaal oud genoeg om op eigen benen te kunnen staan, was het of hij verlo ren jaren wilde inhalen. Een wild leven volgde, waarin de hoofdtonen waren de drank en de vrouwen. Toch was er één geweest, die hem had kunnen temmen. Louise, een knappe jonge vrouw was het, die van hem een fatsoenlijk mens wist te maken. Plotseling had zijn leven een andere wending genomen. Het had inhoud gekregen. Dolgelukkig was hij met haar geweest. Geen druppel drank raakte hij meer aan sinds hij getrouwd was. Slechte vrienden gingen aan de kant. Zijn vrouw schonk hem twee zo nen. Toen het derde kind, een doch tertje, werd geboren, betaalde zij dit met haar leven. Het had hem toe geschenen, alsof hij waanzinnig werd. Het leven, zijn leven, leek hem waardeloos, slechts de kinderen had den hem weerhouden van een dwa ze daad. Zelfs het dochtertje dat zo duur gekocht was, mocht hij niet lang be houden. Na enkele maanden over leed het reeds. Dit was de tweede harde klap, die hij kreeg te incas seren. Maar ook hier kwam hij tenslot te overheen. Hard had hij gewerkt, om te vergeten en zijn jongens te kunnen grootbrengen. Dag en nacht had hij gezwoegd om ze een goede opvoeding te geven, een betere dan hijzelf had gehad. Trots was hij op ze, zijn jongens. Maar de grote Her der wilde anders. Op veertienjarige leeftijd werd de oudste ziek. De dokter wilde het niet zeggen, maar hij had het wel ge weten. de kanker was het die zijn lieveling naar het graf had gesleept. Jaren had het kind geleden, geleden in het witijzeren ledikant in een zon- loze kamer van het huisje in een volksstraat. Toen was de dag geko men, die kille oktoberdag, dat de man met de zeis door de kamer met het witte ledikantje was gegaan. Dat was de dag geweest, die zijn leven veranderde. De geestelijke die geko men was om hem te troosten, had hij de deur gewezen. De dagen van weleer waren teruggekeerd. Zijn zuurverdiende geld verdween in de lade van de kastelein en geregeld had hij „in kennelijke staat" ver keerd, zoals zij het op het bureau noemden. Zijn jongste zoon, een stille jon gen, had zich van hem afgekeerd en was reeds vroeg uit huis gegaan. Nooit had hij meer iets van hem vernomen. Dit was de nekslag ge weest. Hij walgde als hij terugdacht aan die tijd en dat leven. Hij ont waakte door het klokgelui uit zijn herinneringsdroom. Ja, daar zat hij nu. Kerstavond, de klokken verkon digden de komst van de Zoon. Wel ke zoon? Hij lachte er om. Niet de zijne, want die was door de kanker gehaald. Geloof, berusten? Allemaal waanzin! Kerk? Goed voor mensen die het naar de vleze ging. Als ar me slampamper had je er toch niets aan. Alleen maar mooie woorden, maar had je daar je vrouw en je zoon mee terug? Neen, die waren en bleven weg. Geloof en kerk, een doekje voor het bloeden. Hij keek naar buiten, waar nog steeds de sneeuwvlokken daalden. Staande aan het raam, kwam over hem de verwachting der natuur. Wat was dat toch, dat onbestemde gevoel van binnen? Het maakte hem week, zijn ogen brandden. Weg van dat raam! dacht hij, maar gefascineerd bleef hij staan, hij kon niet weg. Die sneeuw, die dwarrelende vlokken, wat moest het van hem? Het klokgelui verstierf over de witte daken. Hoe lang hij daar had gestaan wist hij niet meer. Het leek maar even, maar toen hij ontwaak te uit zijn gepeins, dwarrelden er geen vlokken meer uit de loodgrijze lucht. Als versuft liep hij de kamer uit. Automatisch trok hij de voordeur achter zich dicht en ïiep. Waarheen? Straat in, straat uit. Hij wist het zelf niet. Oh, wat was het koud! Hij huiverde in zijn dunne overjas. Wat bezielde hem toch, waar wilde hij heen? Werktuigelijk Mep hij de open staande deur van een groot gebouw binnen. Daar brandde licht, daar bleek het warm. Toen hij door het portaal Mep. straalde een heerlijk gevoel door hem heen. Hier was het goed. Door de grote deuren trad hij binnen. Wat was dat nu? Hij stond in een kerk! Wat bezielde hem? Hij wilde schamper lachen, zoals hij dat ge wend was als hij over geloof, kerk of zo dacht, maar het wilde niet. De kerk bleef leeg. Hol klonken zijn stappen op de plavuizen, toen hij zich naar de achterste bank begaf. Hier zeeg hij in neer en Met de wel dadige stilte over zich heen komen. Hij zwolg de sfeer op en voelde zich thuis. Een intense gloed ver warmde zijn lichaam en hij staarde de handen onbewust gevouwen naar zonnige verten, daar waar het goed was te zijn. „Louise", fluisterde hij en haar lachend gezicht verscheen voor hem. Zij wenkte, „kom, komi". Hij strek te de handen naar haar uit. „Lieve ling, ik kom", snikte hij en trachtte op te staan van de houten bank. Er zat niemand en toch speelde het or gel. Een hemelskoor van engelen- stemmen vulde de gewijde ruimte. Steeds verder van hem af was Louise's lachende gelaat. Angstig strekte hij de armen uit. Louise wacht, wacht dan toch! PlotseMng stond zij naast hem en vatte zijn hand. „Kom mijn jongen, wij gaan naar de kinderen", glimlachte zij. Door haar geleid liep een lange, lan ge weg naar het licht. Sneeuwvlok ken dwarrelden en veranderden in engelen. Zij zongen een hemels lied van de Zoon, die kwam op aarde. Zo vond men hem op kerstochtend in de achterste bank van de kerk. Herenigd met hen die hem lief wa ren. NIEUWJAARSRECEPTIE BURGEMEESTER De Burgemeester van Venray en mevrouw 3chols-van Els zullen ter gelegenheid van de jaarwisseling in de foyer van het Cul tureel Centrum De Beejekurf ontvangen op 1 januari 1970 van 12-13 uur. CAFE - BAR - CAFETARIA WENST ALLEN EEN ZALIG KERSTFEEST EN EEN VOORSPOEDIG 1970 Leunseweg 8 Venray - Telefoon 0478-2019 PRETTIGE KERSTDAGEN EN EEN VOORSPOEDIG 1970 WENST U SNACK-BAR JULIANASINGEL - VENRAY SNACKBAR EN AUTOMATIEK EERSTE EN TWEEDE KERSTDAG GESLOTEI WIJ WENSEN ALLEN PRETTIGE KERSTDAGEN EN EEN VOORSPODEIG 1970 PETRI - P. THIELEN - GROTESTRAAT 31 VENRAY AUTOMOBIEL- EN CARROSSERIEBEDRIJF WENST ALLEN EEN ZALIG KERSTFEEST EN EEN VOORSPOEDIG NIEUWJAAR WIJ WENSEN ALLE MENSEN EEN PRETTIGE KERSTFEEST EN EEN IN ALLE OPZICHTEN VOORSPOEDIG 1970 ELKE VRIJDAG VOOR U IN VENRAY KORLAAS - HENSENIUSPLEIN - VENRAY AAN ALLEN EEN ZALIG KERSTFEEST ZALIG KERSTFEEST ZALIG NIEUWJAAR AAN AL ONZE CLIËNTEN EIKENLAAN 50 VENRAY WIJ WENSEN ALLEN EEN ZALIG KERSTFEEST EN EEN VOORSPOEDIG 1970 ACCOUNTANTSKANTOOR WILHELMINASTRAAT 41 - VENRAY ISOLATIEBEDRIJF GASTRAAT 6 VENRAY TELEFOON 1520 WENST ALLEN EEN ZALIG KERSTFEEST EN VOORSPOEDIG 1970 Ook in het nieuwe jaar staan wij weer graag voor U klaar CHINEES-INDISCH RESTAURATN WENST ALLE KLANTEN EEN ZALIG KERSTFEEST EN EEN GELUKKIG NIEUWJAAR eerste kerstdag gesloten OUDE OOSTRUMSEWEG 26 VENRAY HET ADRES VOOR centrale verwarming - haarden - kachels huishoudelijke artikelen - wasautomaten WENST ALLEN EEN ZALIG KERSTFEEST EN EEN VOORSPOEDIG NIEUWJAAR Wü wensen alle cliënten, vrienden en bekenden sen Zalig Kerstfeest en sen voorspoedig nieuwjaar LOONBEDRIJF Smakterveldweg 14 Venray IVfj wensen familie, vrienden sn bekenden een zalig 1970 toe. Kerstfeest en een voorspoedig Fam. P. VAN RIJSWIJK R.R. I SALVOR D Ontario - Canada Zalig Kerstfeest en een voorspoedig 1970 alle verzekeringen ASSURANTIEKANTOOR Zalig Kerstfeest en Gelukkig Nieuwjaar wenst U LOONBEDRIJF ZALIG KERSTFEEST en VOORSPOEDIG 1970 Pater J. OUDENHOVEN m.s.c. - Dj. Pattimura 5 Ambon - Indonesië

Peel en Maas | 1969 | | pagina 6