De slag om venray
KERKTOREN HOUDT DEMPSEY TEGEN
In de toren van deze kerk was een duitse observatie
post gevestigd en van daaruit hadden de duitsers
een vrij uitzicht kilometers in het rond. Die kerk van
Venray heeft "de duitsers veel last bezorgd en voor
menig Engelse soldaat heeft hij de dood betekend.
Een bekend oorlogscorrespondent, Walter Cronkite,
die ter plaatse was, seint aan zijn blad de Daily Mail
cp 16 oktober: Vier keer raasden Typhoon fighter-
bombers over de kerk van Venray in een poging hem
kapot te beuken. Maar hun poging deze observatie-
pest uit te schakelen faalde telkens. Ook de Britse
artillerie werd er bjj gehaald om de toren onder
vuur te nemen. Maar by zonsondergang stond hy
nog rechtop. Vóór de toren is verdwenen en de duit-
se artillerie is geneutraliseerd, is het niet waar-
schijnlek dat het offensief ten zuiden van Overloon
veel succes zal hebben."
Boven zijn artikel stond: Een kerktoren houdt
Dempsey tegen! (Luit.-Generaal Dempsey was de
commandant van het 2e Britse leger).
Die van Venray weten nu de reden van de herhaalde
bombardementen op hun woonplaats. Toch weten de
Engelsen door te dringen tot dicht bij de Lobeek. De
bossen zijn allen grondig uitgekamd. Vijftig gevan
genen zijn nog binnengebracht, enkele deserteurs zijn
er onder. De meesten durven zich niet overgeven om
dat de SS op iedereen vuurt, die naar de Engelse linies
wil vluchten.
Soldaat Wainwright van de Norfolks, die alles aan
de Venrayseweg heeft meegemaakt, herinnert zich de
bossen daar nog goed. „Vechten in de bossen is een
'kwaad zaakje. De sluipschutters zaten boven in de
bomen en we moesten altijd goed uitkijken. De vijand
kon zeer listig zijn, speciaal zijn getrainde SS-ers (wij
noemden die altijd Super Swines). De meeste gevan
genen waren jonge kerels, even in de twintig, ze zagen
er verschrikkelijk angstig uit als ze, banden op het
'hoofd en Kameraad, kameraad roepend, zich wilden
overgeven. De SS deed dan juist het tegenovergestelde
en schoot op deze jongens".
En terwijl de laatste duitsers uit de kelders van de
huizen in het centrum van Overloon worden gejaagd
en het Bataljon van de South Lanes met tanks naar de
buurtschap Schafferden onder Vierlingsbeek wordt
gestuurd om daar het terrein tot aan het station Vier
lingsbeek te zuiveren, zodat de Engelse doorstoot naar
Venray niet in de flank bedreigd kan worden, rukken
op de andere vleugel de bataljons van de 9e Brigade
met de Lincolns en de Royal Ulster Rifles vanaf de
Merseloseweg dichter naar de Loobeek op en dringen
de bossen bij Laagheide binnen.
SMAKT EN BOSHUIZEN
Intussen rukt de 185e Brigade, aangewezen voor de
aanval op Venray, eveneens oost van de Venrayseweg
verder op naar de Loobeek.
Aldus gedekt op de flanken kan het vóórbataljon,
de Norfolks, langs de hoofdweg oprukken.
In de nacht van 15 op 16 oktober verloopt het En
gelse front vanaf de Spoorlijn bij Holthees-Smakt
langs de provinciale grens tot bij Endepoél. Want de
Southlancs zijn van het station Vierlingsbeek terug
gekomen met 102 gevangenen, de rest van de Duitsers
daar hebben zich bij Smakt genesteld.
Men wil elke verrassing op de flank, nu de grote
aanval op Venray voor de deur staat, echter uitsluiten
en een patrouille van liefst 21 man gaat richting
Smakt.. Vanuit het zoldervenster van het Rectoraats
huis word de patrouille bij aankomst uit de bossen van
Hol thees opgemerkt; een telefoontje naar Kasteel
Geysteren en enkele uren daarna zal de complete pa
trouille in een duitse val lopen op Boshuizen. Van
deze 21 is nooit meer iets vernomen.
In.de nacht van 15 op 16 oktober wordt in het
Hoofdkwartier van de 3e Britse Infanterie Divisie, ge
huisvest in caravans ergens in een verdronken wei
land aan de weg OplooOverloon, de verdere aanval
op Venray uitgewerkt.
EEN GEHELE DIVISIE VOOR VENRAY, MAAR
EERST MOET DE LOBEEK GENOMEN WORDEN
De Commandant van de 3e Britse Infanterie Divisie
zag in dat voor de aanval op Venray een hele divisie
nodig zou zijn. Andere eenheden moesten derhalve de
rest van het bruggehoofd bij Venray en Overloon voor
hun rekening nemen.
Zijn commandant, die van het VIII Legerkorps was
het hiermee eens. Er kwam een gewijzigd plan, waar
bij ook het westen zou worden aangevallen.
De 7e Amerikaanse Tank Divisie moest nu van het
kanaal van Deurne in oostelijke richting aanvallen
richting Ysselsteyn
De 11e Britse Pantser Divisie moest dit kanaal in
de omgeving van de Hazenhutse Peel oversteken en
ook oostelijk aanvallen. Deze Divisie kreeg ook Schaf
ferden bij Vierlingsbeek te bewaken.
De opdracht voor de 3e Britse Infanterie Divisie
bleef dezelfde: aanval op Venray zelf. Door de inzet
van de twee Pantserdivisies meende de commandant
VIII Legerkorps de opdracht voor de 3e Britse Infan
terie Divisie eenvoudiger te maken.
De 15e Infanterie Divisie tenslotte kreeg de waar
schuwingsbevelen voor een aanval vanuit Weert.
DE NACHT VÓÓR HET LOOBEEKDRAMA
De nacht van 15 op 16 oktober is pikdonker. Het
weer werd met het uur slechter. Gestaag viel de regen.
Achter het front bij de etappe heerste koortsachtige
bedrijvigheid. Tonnen munitie voor de infanterie en
granaten voor de artillerie worden aangevoerd langs
de tientallen modderige en vaak ondermijnde bos
wegen in de „jungle" van Overloon, zoals de boscom-
plexen zuid van Overloon bij de Engelsen genoemd
werden. Veel boSgedeelten zijn schier ondringbaar en
telkens komen de sluipschutters terug.
Ook wordt er brugmateriaal opgeslagen, want ver
kenningen vanuit de lucht dagen tevoren hadden uit
gewezen dat de brug over de Loobeek bij het
'toenmalige café De Nieuwe Molen, grondig en vak
kundig vernield was, en wel zodanig dat er een krater
ontstaan was, die het zelfs de Infanterie lastig maakte
over te trekken.
In die bewuste nacht hebben de mannen van het
Royal Army Service Corps en de Royal Engineers
(Genie) onder Lt.-Colonel „Tiger" Urquhart knappe
staaltjes van ravitaillering laten zien.
Lt.-Colonel' Urquhart kreeg die nacht geen gemak
kelijke taak. Op -Jiefst 6 plaatsen moest de Loobeek
overbrugd worden: 2 bruggen voor de tankafdelingen
en 4 voor de infanterie, één voor elk van de aanval
lende bataljons.
Overbruggingsmateriaal: 70 m drijvende kapokbrug
voor de infanterie voor 4 overgangsplaatsen, brugleg-
tanks en de tanks bij de 8e Brigade zouden gebruik
maken van takkebossen.
Nog in diezelfde nacht kwamen de orders af en kon
den de stellingen ingenomen worden. De man van het
logboek der Norfolks tekent met een paar woorden de
algemene situatie die nacht in zijn sector, de hoofd
weg naar Venray: „Wij kregen onze orders na donker
en in de gebruikelijke stromende regen maakten de
onfortuinlijke compagnies-commandanten in hun tent
jes hun plannen, terwijl wij, in het licht van afge
schermde zaklampen, met onze kaarten worstelden."
Maar die kaarten waren al wat verouderd: waar
een bos moes't liggen was het akkerland) en omgekeerd
De 185e Infanterie Brigade zal met de Norfolks en
de Warwicks en KSLI-bataljon in reserve aanvallen
langs de hoofdweg. Om ongeveer half 5 komen zij aan
de beek. De 8e Brigade met de Suffol'ks, de Eeast
Yorks en de South Lancs zijn om half acht bij hun
overgangsplaats. Vóór hen ligt hun doel: het Broek en
de Hiept. De mee oprukkende 185e Brigade zal als het
licht wordt, zijn doel zien: Brabander en St. Annabos.
LOOBEEK BLOEDBEEK
Aldus werd de tweede fase van Operation Aintree
voorbereid: de aanval op Venray. Des morgens om
3.30 uur komt heel dit front langzaam in beweging. De
toenmalige Cambridge-student Norman Scarfe, junior-
officer in het hoofdkwartier van de 3e Britse Infante
rie Divisie en schrijver van de geschiedenis van deze
Divisie, begint zijn beschrijving van de verovering van
Venray met alvast iets te zeggen van het hoofddoel:
„Venray heeft de grootte van een typische Engelse
„Market-Town", het kon in de Fens liggen. Zijn hoofd
straten lopen noord zuid. De noordelijke wijk, het aan
valsdoel van de 185e Brigade, wordt Brabander ge
noemd." (Fens een 100 km lang peelgebied tussen
de kust in Lincolnshire tot Cambridge).
Maar hij laat er onmiddellijk op volgen dat het suc
ces van deze aanval in de eerste plaats zou afhangen
van de kunst de „Beek" te overbruggen.
Maar ook de duitsers wist dit en hadden hun ver
dediging daarop ingesteld.
Alle bruggen waren vernield, grote taktische mijnen
velden waren aangelegd, speciaal rond de brug in de
hoofdweg, uitsluitend met voetmijnen welke de Engel
sen daar aantroffen in groter hoeveelheid dan ergens
sinds Normamdië.
Daarachter hadden de duitsers een hechte verdedi
gingslinie ingericht met tientallen machinegeweer-
Stellingen, tussen de hoofdweg en de weg Venray
Merselo.
De opzét was duidelijk: de tanks uitschakelen en de
Engelse Infanterie nog eenmaal naar het vóórterrein
lokken en dan in een laatste krachtsinspanning de
Engelsen bespringen. Die opzet is gedeeltelijk gelukt.
ARe Engelse troepen, ingedeeld voor de aanval op
Venray, zijn op 16 oktober op hun plaats, alleen de
Norfolks waren reeds eerder in de buurt van de Beek,
dank zij een even handige als riskante manoeuvre van
hun aanvoerder, Colonel Bellamy. Maar het was niet
zonder verliezen gegaan: Venray's kerktoren, die reus
van de Peel, had nog eenmaal zijn bloedige handlan-
gersdaensten aan de vijand bewezen!
De overtocht over de Beek, op welke plaats dan
ook, is tenslotte een strijd geworden tegen het Duitse
geweld en de natuur.
Op die morgen van 16 oktober regende het, het was
koüd, de lucht was bedekt, er was geen luchtsteun. De
tanks bleven in de modder steken, soldaten renden op
zoek naar dekkking regelrecht in de mijnenvelden.
Tussen de ontploffende geniepige voetmijntjes liggen
de, schreeuwden ze, aldus later een brancadier, om
morfine!
De tankbruggen waren geen succes, maar de kapok-
bruggen voldeden. Twee pogingen om tankbruggen te
leggen, mislukken. Bij het 2e Bataljon Warwicks ge
lukte de derde poging. Het 4e Tankbataljon Cold-
streamguards kan van de brug gebruik maken, maar
dan zijn er reparaties nodig.
Aangezien de tanks niet voldoende vooruit komen,
gaf Generaal Whistier de order dat de infanterie al
léén moest oprukken. Bij de Warwicks gaat het er
warm toe. Een half uur lang wordt hier te midden
van drassige weilanden in modder en nu ook stromen
de regen man-tegen-man gevochten. Somrqige eenhe
den worden letterlijk gedecimeerd.
Dan breekt de Duitse artillerie los, zelfs de Nebel-
werfers, door de Engelsen Sobbing Sisters genoemd
(snikkende zusters), doen mee. De Duitse artillerie
schoot, zegt de reeds genoemde Norman Scarfe, in een
tempo als het laden van de kanonnen toeliet. De En
gelsen sneuvelden bij tientallen. De Duitsers strooiden
hun machlinegeweervuur bij garven tegelijk over het
trieste landschap. Van schrik springen Engelse solda
ten in het ijskoude water van de Loobeek. Op hetzelf
de moment spuit een fontein water, rood gekleurd door
bloed, omhoog. Zelfs de rivierbodem is belegd met de
houten voetmijntjes
De verbindingen tussen de troepenonderdelen waren
aanhoudend verbroken, doordat uitgelegde telefoon
kabels werden stukgeschoten en de zendtoestellen vol
water raakten.
ELLENDE - ELLENDE - ELLENDE
Een koerier van de Suffolks (tegenover de Hiept)
komt hijgend achter de linie de jobstijding brengen
dat de Suffolks in grote moeilijkheden verkeren. Veel
commandanten zijn verdwenen, de A-compif heeft
geen enkele officier meer, C-compie is bij een tegen
aanval uiteen geslagen. De Bataljoncommandant Lt.-
Colonel Craddock, begaf zich daarop naar de bedreigde
punten. Op zijn weg daarheen trapt hij op een voet
mijn en verliest een voet. Op weg naar de verband-
plaats zal hij aan de stretcher-bearers (brancardiers)
niettemin de laatste mop vertellen.
In andere sectoren is het niet veel beter. Om 3 uur
trekken de East Yorks over de kapokbrug van de Suf
folks en komen op hun linkerflank. Tegen de avond
hebben de Suffolks Hiept bereikt, ook de East Yorks
zijn op gelijke hoogte, zitten de Norfolks aan de rand
van de Brabander en komen de Warwicks zich bij hen
voegen. Hun C-compie ziet kans door te dringen naar
de terreinen van St. Anna om te ontdekken dat ze be
zig zijn aan de bevrijding van een ziekenhuis. Er
worden daar veel krijgsgevangenen gemaakt.
17 OKTOBER
Op 17 oktober al heel vroeg in de morgen wordt de
aanval voortgezet. De Suffolks krijgen als einddoel 't
ziekenhuis aan de Merseloseweg; de Warwicks het St.
Servatiuscomplex; de South Lancs zullen Venray in
het noordwesten binnentrekken, evenals de Warwicks;
de Norfolks tenslotte langs de weg naar Overloon.
Intussen had Generaal Whistier daags te voren, om
een mogelijke flankaanval van de Duitsers te verhin
deren vanuit Smakt, waar een Duitse groep was ach
tergebleven, een onderdeel in die richting gestuurd.
Opdracht: breken van de laatste weerstand in Holt
hees-Smakt. Omdat hij zelf geen troepen kan missen,
krijgt hij van de 11e Britse Pantser Divisie het 4e ba
taljon King's Shropshire Ligt Infantry, dat al sinds
tien dagen patrouillediensten doet rond Mullem en
Sambeek.
Het 4e Bataljon KSLI start in de vroege morgen
vanuit het bos (thans Museumpark) te Overloon. Op
dracht opruimen vijandelijke eenheden bij Smakt-
Holthees.
De opdracht wordt uitgevoerd, de resterende duit
sers bij Smakt die nog konden ontkomen* begeven
zich richting Geysteren. Het is in deze actie dat Ser
geant George Harold Eardly, die al meerdere onder
scheidingen in Frankrijk en België heeft verdiend, nu
de grootste Engelse onderscheiding krijgt: het Victo
ria)'C(ross), de eerste Engelse onderscheiding van deze
rang op^Nederlands grondgebied.
In de nacht van 17 op 18 oktober werken de Royal
Engenieers hard aan de bruggen over de Lobeek
Hiept en Overloonseweg Er komen er twee klaar,
die in de Overloonseweg krijgt de naam Forth Cros
sing.
Op 17 oktober des namiddags staat de gehele Britse
Infanterie Divisie op Venrays grondgebied. Intussen
is het Duitse Regiment-Hardegg, vanuit het gebied
van Maaseijk in België, aangekomen. De Suffolks zijn
dan juist doende hun aanval op Venray stop te zetten,
daar eerst de bossen noord van het ziekenhuis gezui
verd moeten worden. Tegen de avond is dit karwei
opgeknapt en staan de Suffolks bij het St. Elisabeth-
Ziekenhuis. Om 12 uur gelukt het aan de East Yorks
Venray binnen te dringen, zij het via straatgevechten.
18 OKTOBER
Reeds om 4 uur in de vroege morgen van 18 oktober
heeft een voorbereidende artilleriebeschieting plaats,
ze zal twee uren duren.
Des nachts had een Warwick-potrouille het noord
oostelijk deel van Venray verkend en daarbij ontdekt
dat de omgeving van het Servatiuscomplex vrij van
vijand was. Maar des morgens bij de eigenlijke aanval
op. dit gebied is er veel vijandelijke weerstand. Juist
vóór dagaanforeken waren de Duitsers teruggekeerd.
Om 12 uur wordt het oostelëk deel van Venray vast
bezet. Des morgens kwart vóór 7 was het Bataljon
South Lancs de aanval begonnen by de Overloonse
weg. De Norfolks waren reeds op die weg. Op de
Overloonseweg komen dan de eerste witte vlaggen
te voorschijn. Veel Duitsers geven zich over. De aan
val van de South Lancs ging zo snel in zijn werk dat
zij een duitse stelling met een 7.5 cm konden over
rompelen, juist op het ogenblik dat de bemanning
bezig is het stuk te laden. Een Engelse officier ver
klaarde aan de oorlogscorrespondent Arthur Nash
van de Evening Express op 16 oktober: De gevan
genen zijn een gemengd troepje van onderdelen die
oude bekenden van ons zijn. Om 13 uur is de hele
kom van Venray in Britse handen.
Het le Bataljon Suffolk heeft nu defintief de bossen
zuidwest van Venray gezuiverd. Het 2e Bataljon King's
Shropshire Light Infantry trekt nu ook op naar Ven
ray, achter de Warwicks, maar raakt bij een mijnen
veld vast. Het eerste peloton van de vóórcompagnie
durft niet verder langs een pad. Een van de comman
danten, de Luitenant Aldridge zal vóórgaan: „als ik
aan het eind van de weg niet in d'e lucht ben gevlogen
liggen er geen mijnen. Dan kunnen jullie komen." Ze
kwamen heelhuids in de Brabander aan!
De Duitsers hebben zich intussen opnieuw ter ver
dediging ingericht in de lijn BoshuizenOostrum met
een uitstulping naar de Servaitiusweg-Veulen-America.
Des middags worden typhoons'ingezet om hen daaruit
te verdrijven.
The Manchester GuardiV.n Weekly van vrtfdag 20
oktober 1944: „Venray is nu compleet in Britse han
den. In sommige straten moet men nog optreden te
gen sluipschutters en enkele vertwijfeld zich verzet
tende kleine groepjes, maar van georganiseerde te
genstand is geen sprake meer en onze troepen zftn
zelfs een eindje zuid van de stad doorgedrongen.
Ongeveer 80 deserteurs meldden zich. Dat waren
degenen die witte vlaggen zwaaiden even buiten de
stad. Het totaal gevangenen is nu 800."
RUST
De 8e Brigade nam oost en zuidoost van Venray een
opstelling in en noord daarvan kwam de 9e Infanterie
brigade. De 185e Infanteriebrigade die de eigenlijke
frontale aanval op Venray heeft uitgevoerd, wordt
Divisiereserve, om direct daarop met de 3 bataljons
Warwicks, Norfolks en King's Shropshire Light Infan
try voor een 7-daagse ru9t te vertrekken. Het leave-
centre wordt Roselaer bij Leuven.
EVACUATIE
In Overloon, nog een rokende puinhoop en in Ven
ray hebben de Graves-unis hun werk aangevangen:
identificeren en begraven van de gevallenen. Venray
heeft zijn bevrijding, maar spoedig zal de bevolking
die aan zovele honderden gastvrijheid verleend heeft,
zelf elders gastvrijheid moeten vragen.
De 253 Field Company van de Royal Engineers heeft
intussen een nieuwe en ditmaal stevige balkburg over
de grote bres in de Loobeek in de weg Overloon
Venray, waar nog elke dag mijnen slachtoffers maken,
worden de dringendst nodige wegen gezuiverd.
De reeds eerder genoemde Norman Scarfe besluit
zijn beschrijving van de Slag bij OverloonVenray als
volgt:
„Een week van vechten welke niet licht door de
mannen van de 3e Britse Infanterie Divisie ver
geten zal worden, was teneinde. De band van de Di
visie met Overloon en Venray was hiermede nog
volstrekt niet verbroken, ofschoon, toen Venray be
vrijd was, het onaangenaamste hoofdstuk in de ge
schiedenis der Divisie voorbij was."
„En op zondag 22 oktober, terwijl de eerste vluchte
lingen uit Overloon terugkeerden uit Venray, hielden
officieren en manschappen van het 2 Bataljon Warwick
Regiment een kerkdienst bij de ruime van de St. Theo-
balduskerk te Overloon." Hugh Gunning, de officier-
waarnemer bij het Hoofdkwartier van de 3e Britse
Infanterie, die dit mededeelt, zegt verder: „Het was
een van de meest ontroerende plechtigheden welke wij
ooit hebben meegemaakt. De aalmoezenier, de eer
waarde heer Joseph Austin had als tekst gekozen: de
zichtbare dingen zijn tijdelijk, onzichtbare dingen zijn
eeuwig".
MET DE BEVRIJDING VAN VENRAY
KOMT ER STAGNATIE
De 7e Amerikaanse Pantserdivisie stuitte op 16 ok
tober op felle tegenstand langs de weg Deume-Ven-
ray. De 11e Britse Pantserdivisie ondervond veel hin
der in de Hazenhutse Peel, maar slaagt er in op die
dag Merselo te bevrijden.
In de nacht van 16 op 17 oktober krijgt de Ameri
kaanse Pantserdivisie hulp van de 159 Infanteriebriga
de van de 11e Britse Pantserdivisie. Samen kunnen ze
nu op 17 oktober Ysselsteyn veroveren.
Op diezelfde dag gaat de 159 Infanteriebrigade van
de 11e Britse Pantser Divisie door richting Veulen en
Leunen. Daags tevoren heeft zich de afdeling carriers
van het 3e Monmouthshire Bataljon van die Divisie,
welke afdeling al vanaf 26 september in een bos in
het Overloonse Vlak zat, dwars door de Peel vanaf de
Rips begeven om aan de weg DeurneVenray bij
Helena-hoeve uit te komen. Die afdeling sluit zich
bij de 159 Infanterie Brigade aan.
De commandant VIII Legerkorps wil nu de tweede
Pantser Divisie vanuit Ysselsteyn, met de 15e Infan
terie Brigade, laten doorstoten naar Venlo en Roer
mond. Daardoor zullen n.l. de vijandelijke strijdkrach
ten tegenover de 3e Britse Infanterie Divisie worden
afgesneden.
Op dat moment komt er onverwacht stagnatie. De
bevolking van het nog niet bevrijde deel van de ge
meente Venray en van de Noordlimburgse Maasdor
pen, zullen nog voorlopig duits blijven. Dat heeft toen
velen verwonderd, en niemand kon toen een antwoord
geven op de vraag: waarom?
REST VAN HET BRUGGEHOOFD
De Slag om Overloon—Venray had langere tijd in
beslag genomen dan Montgomery berekend had. Er
was nu dringend hulp nodig in de omgeving van Den
Bosch en in Westbrabant, dit laatste in verband met
de vrijmaking van de Scheldembnding. De Pantser-
troepen o.a. moesten N.-Limburg verlaten. Het plan
van VIII Legerkorps voor Venlo kon nu niet meer uit
gevoerd worden.
De Duitsers hebben van deze voor hen welkome on
derbreking geprofiteerd, door hun posities te verbete
ren en troepen aan te voeren. Oost en zuidoost van
Venray bevond rich nog steeds de Duitse 107 Pantser
brigade.
Er is nu betrekkelijke stilstand aan de fronten in
Noord-Limburg en dat zal duren tot 14 november,
wanneer de Engelsen met het XII Legerkorps dat in
middels bij Nijmegen is vrij gemaakt, in het zuiden
van het bruggehoofd aanvallen (bij Nederweert). Plaat
sen als Grathem, Heel, Panheel worden bevrijd en
Panningen, Beringen en Kessel. In het midden van het
bruggehoofd stoten nu tegelijk de 15 Infanterie Divisie
en de 11e Britse Pantserdivisie door en vormen voor
de Duitsers zuid en zuidoost van Venray een bedrei
ging.
Nu komt dan eindelijk ook de 3e Britse Infanterie
Divisie in aktie om de duitsers terug te dringen, als
•het kan tot aan de Grote Molenbeek.
De Divisie staat nu vlak vóór Wanssum en Meerlo.
Maar de 3e Britse Infanterie wordt, zij het slechts
heel tijdelijk, gestopt. Generaal Obstfelder, comman
dant van LXXXVI Duitse Legerkorps, besluit snel
twee parachutistenregimenten, zo pas ter versterking
ontvangen, tegenover de 3e Divisie op te stellen. Dat
gebeurt in de nacht van 23 op 24 november. Het mag
nauwelijks baten.
Op 20 november komt het 2e Bataljon Lincolns van
de 3e Divisie, na een rustperiode te St. Anthonis, van
daar uit naar Veulen om daar het 3e Monmothshire
Bataljon van de 11e Britse Pantser Brigade of te los
sen. Duchtig patrouilleren had geleerd dat het groot
ste deel van de omringende bossen nog in Duitse han
den was. Op dat moment is Veulen nog voor de helft
in Duitse handen.
Drie dagen later begint de 3e Britse Infanterie Di
visie dan haar slotaanval om de laatste restanten van
het bruggehoofd langs de Maas op te ruimen.
Haar 9e Brigade zal in het Overbroek aanvallen,
maar de vijand blijkt plotseling uit die omgeving te
zijn verdwenen (De reden: De Duitsers haalden de
beste troepen uit het bruggehoofd in verband met de
toen reeds aangevangen voorbereiding van een groot
offensief, later bekend als het Von Rundstedt- of Ar
dennenoffensief). Maar, aldus vergeet de geschied
schrijver van het 2e Bataljon Lincolns niet te vermel
den, de soldaten hebben een paar gezellige dagen in
Overbroek doorgebracht.
In heel het uitgestrekte gebied van de gemeente
Venray hebben de Duitsers tenslotte in Veulen hun
laatste tegenstand geboden.
OPRUIMING VAN DE LAATSTE DUITSE
RESTANTEN IN HET BRUGGEHOOFD
Bij Blerick bereikt de 49 Infanteriedivisie op 25 no
vember de Maas en in het noorden rukt de 3e Britse
Infanteriedivisie op, eveneens richting Maas.
26 en 27 november wordt Wanssum-west en wordt
Meerlo bevrijd, nadat daags tevoren reeds een Nor-
folk-patrouille in Wanssum tot aan de eerste huizen is
geweest. Bij de eindaanval op Wanssum zullen de
Tommies honderden vluchtelingen tegenkomen op weg
naar het bevrijde Venray.
Op 24 november komen ook de Suffolks in het ge
bied, na eerst een patrouille naar het kasteel Geys
teren uitgestuurd te hebben. De patrouille vindt het
kasteel in staat van verdediging. De verdediging be
staat uit 60 officiers-cadetten. Op de morgen van 25
november ondernemen de Suffolks hun eerste van de
vele aanvallen. Maar aanval na aanval wordt afge
slagen. Men roept de artillerie en zelfs de RAF te hulp.
In de nacht verdwijnen dan de laatste Duitsers met
Schnellboote naar Well. Alleen de ruines kunnen nu
nog .bevrijd worden.
De verovering van dit kasteel is merkwaardig ge
weest en een verhaal apart.
Op 30 november krijgt de 9e Brigade nog duitse
weerstand op te ruimen in de streek Wanssum-Blit-
terswijek. Nog op één punt zullen de Duitsers vrij
lang stand houden. Een compagnie van de 7e Fall-
schirm Division heeft zodoende, gesteund door vuur
van de oostelijke Maasoever af, nog hevig tegenstand
geboden in Broekhuizen en in het daarbij gelegen kas
teel. Eerst op 30 november kon de 3e Britse Infanterie
Divisie dorp en kasteel bezetten, ondersteund daarbij
door tanks en flailtanks (mijnenveegtanks). De Engel
se verliezen bedroegen hier zelfs 10 officieren en 130
man.
Dan zakt de Duitse weerstand in elkaar en achter
eenvolgens worden de Noord-Limburgse dorpen be
vrijd.
Het grootste deel van de Duitsers trekt over Venlo
terug, een achterhoede wordt in het steuntpunt Ble
rick achtergelaten. Om dit steunpun zal nog fel ge-
vochen worden. Op 3 december geven de Duitsers dan
ook Blerick prijs.
Het vervolg van deze oorlogsgeschiedenis rond Ven
ray vindt u elders in dit blad onder de titel „Winter-
wacht aan de Maas".