Engelse soldaten bij de spoorwegovergang in het ook zwaar beschadigde Oostrum
Gevechtsgroep-Ohappuis in een van de gemeenteboer
derijen daar zijn gevechtsstand inricht. In het noord
oostelijk deel richting Vortum valt Gevechtsgroep B
onder Hasbrouck aan. De hoofdaanval is bedoeld voor
Vortum.
Gevechtsgroep A staat tegenover de 107 Duitse Pant
serbrigade en de Shermantanks, eenmaal uit de vei
lige beschutting van bossen en struikgewas worden
ontvangen door hevig vuur uit 88 mm kanonnen. Deze
hadden een goed schootsveld vóór zich. De aanvallen
hebben weinig succes en er was slechts geringe ter
reinwinst.
Maar daags daarna, 1 oktober, ondernemen de Duit
sers reeds hun eerste tegenaanval. Een compagnie van
2107 Pantserinfanterie-bataljon begint des morgens
nog in het donker vanaf de Vderlingsbeekseweg aan
het beginpunt van de Rondweg een tegenaanval. De
Compagnie raakt bij Héidewoud aan de weg Over-
loonS'tevensbeek regelrecht in een Amerikaanse hin
dernis. De commandant, Hauptmann Wedemeyer, twee
luitenants Küster en Morof, een Feldwebel en 3 sol
daten keren behouden terug.
Bij Overloon loopt een afdeling van de Amerikanen
vast in een mijnenveld. Een andere afdeling, n.l. A-
compie van het 17e Tankbataljon krijgt de ene treffer
na de andere en maakt rechtsomkeer om uit het vuur
te komen, voorzover nog mogelijk.
Met doorboorde koepels, fel brandend, blijven tanks
langs de eenzame weg naar Vortum liggen. Gewon
den blijven in de tanks achter.
Op 1 en 2 oktober hervatten de Amerikanen de aan
val op Overloon. Hevig artillerievuur doet de aanval
len gedeeltelijk mislukken. Elders doen de Duitsers
aanval op aanval. De 107 Duitse Pantser Brigade heeft
tenslotte twee jaar Oostfrontervaring in gevechten te
gen Siberische troepen.
Eén gevechtsgroep van de Amerikanen moet op weg
naar de Rips patrouilleren teneinde dreigende duitse
Infiltraties in de eigen linies te verhinderen.
Gevechtscommando B doet nu een massale aanval
op Vortum met ovorbereidend artillerievuur. Des
avonds bereikt de gevechtsgroep de eerste huizen tot
op 350 meter van de spoorlijn NijmegenVenlo. De
verliezen, ook aan tanks zijn aanzienlijk, maar des
avonds geeft het Hoofdkwartier van het Amerikaanse
Leger het bericht, dat de eerste Nederlandse stad (Vor
tum is bedoeld) door de 7e Amerikaanse Tank Divisie
bevrijd is. De werkelijkheid was echter anders.
Tegelijkertijd doet het volledige Gevechtscommando
A met een gevechtsgroep van Commando B een groots
opgezette aanval op Overloon. Na veel moeite wordt
de bosrand bereikt aan de Pritterweg. Enkele tanks*
dringen tot bij de zuidrand door. De Amerikaanse in
fanteristen, gedekt door de tanks, bespringen dan
plotseling de duitsers in hun eenmansgaten. Het hand
gemeen wordt een drama. De geschiedschrijver van de
7e Amerikaanse Tank Divisie zal later schrijven:
handgranaat en bajonet waren de wapens in die dagen.
AANVAL EN TEGENAANVAL
De daarop volgende dagen blijft de strijd heen en
weer golven. Eenmansgaten verwisselen van bezetter.
Gedurende de gehele slag was de geallieerde lucht
macht zeer aktief (RAF en USAF). Typhoons van de
RAF zochten de doelen op: vooral de posities van de
gevreesde en terecht gevreesde 88 mm kanonnen
en de ndet minder te duchten Nebelwerfers. De P-47
Fighterbommers van de USAF mitrailleerden zonder
ophouden de vijandelijke stellingen in de bossen noord
en zuid van Overloon.
Hetzelfde geldt van de geallieerde artillerie. Op 2
oktober bijv. schieten 7 bataljon (Brits en Ameri
kaans) in twee minuten 1500 granaten op de Duitse
stellingen rond het boscomplex aan de Pritterweg, bij
de Amerikanen berucht als the Boos (de laars).
De 3e oktober begint met twee aanvallen van de
Duitsers: artillerievoorbereiding en Nebelwerfers dóen
weer mee. Alleen al de 88 mm's richten een slachting
aan onder de Amerikanen. De Duitsers hebben intus
sen versterking gekregen en zij zijn nog agressiever
geworden. De tweede aanval is nog gevaarlijker dan
de eerste. Deze heeft plaats des middags om 4 uur. Nu
doen Panther- en Tigertanks mee.
Bitter wordt er gevochten als de Duitsers in de Ame
rikaanse linies doordringen. Eenheden van Gevechts
commando A van de Amerikanen hebben zich hierbij
vooral onderscheiden. Maar in een kritiek stadium
moeten zij zelfs de hulp inroepen van de Compagnie
Genietroepen. De Amerikanen vallen hierbij 's avonds
vrij veel' duitsers in handen, waaronder zelfs telefonis
ten en seiners, die als infanterist meevochten.
Generaal Hasbrouck besluit dan. zijn geluk in een
nachtelijke aanval te beproeven voor de nacht van 3
op 4 oktober. De Gevechtsgroep Wemple zal tweemaal
aanvallen. Beide aanvallen vinden een dramatisch
einde in de mijnenvelden. Maar ook liepen ze vast in
de draadversperringen. (Deze draadversperringen wa
ren voorzien van potten, pannen en blikjes). Er is niet
veel fantasie voor nodig om te weten wat er gebeurde
wanneer een dergelijke primitieve alarminstallatie des
nachts plotseling in werking trad!
De vierde oktober zal gekenmerkt bllijven als de dag
waarop het felst gevochten is. Liefst zevenmaal doen
de Duitsers een tegenaanval. Dank zij de Amerikaanse
artillerie worden alle aanvallen afgeslagen.
Op deze dag, schoot bijv. één bataljon (489e Pantser
Bataljon Veld Artillerie) 2762 granaten af op de op
rukkende duitsers.
Terwijl de duitsers al deze aanvallen ondernemen,
beproeft Generaal Hasbrouck een andere methode. Hij
wil trachten Overloon te omvatten en daartoe 9tuurt
hij een tankbataljon met infanterie door de Vierlings-
beekse Heide en het Vierlingsbeekse Broek. Deze aan
val loopt op niets uit, de meeste tanks worden vernie
tigd. Generaal Hasbrouck had met één ding geen re
kening gehouden, omdat tevoren geen patrouilles wa
ren uitgestuurd: op de weg van dit bataljon ligt het
Kasteel Hatert, vlak bij de spoorlijn te Vierlingsbeek
en vlak bij de weg Overloon—Vierlingsbeek.
In en rond het kasteel bevond zich het Luftwaffe
Festungs Batallion X, met in de kasteeltuin listig op
gesteld een 88 mm.
Typhoons worden er bij geroepen en binnen enkele
minuten is het kasteel een puinhoop. Maar dan is de
aanval reeds mislukt. Tien tanks blijven achter.
Op 5 en 6 oktober blijft het beeld van het slagveld
hetzelfde. Gevechtsgroep Fuller tracht nog eens op te
rukken tegen goed gecamoufleerde duitse stellingen,
maar het succes is nihil. Gedurende de hele dag van
6 oktober is er weer aanval op tegenaanval. Gevechts
commando A heeft vele verliezen geleden en wordt
Uit het front genomen. Op sommige punten van het
front op die 6e oktober hebben Amerikanen en Duit
sers zich ingegraven binnen een afstand van een hand-
granaatworp!
Dan worden plotseling de Amerikanen uit het front
genomen. De Engelsen zullen het front overnemen (11e
Britse Pantserdivisie).
De 7e Amerikaanse Tank Divisie krijgt de lijn Deur-
neWeert te bewaken. Ruim een maand later zullen
daar, bij Meyel, de Duitsers doorbreken.
Maar op 5 oktober- reeds, toen de Amerikanen alle
duitse aanvallen hadden kunnen afslaan, gaf Radio
Oranje vanuit Londen het bericht, afkomstig, zoals dr^
toen heette,van het Amerikaanse Hoofdkwartier i-5
Frankrijk, dat het dorp Overloon door de Amerikanen
verovred is. Eerst op 12 oktober zal Radio Oranje dit
bericht herroepen.
De werkelijkheid is dat de Duitsers nog steeds al
hun stellingen behouden hebben, alleen de Stevens-
beekse bossen zouden geen duitsers meer zien. Een
paar dagen is er rust. Stilte vóór de storm?
DE ENGELSEN KOMEN!
OPERATION CONSTALLATION (sterrenbeeld)
De eerste week van oktober 1944 is nog niet voorbij
als Montgomery aan Eisenhower laat weten dat hjj
zijn grote plan voor de aanval op de Rijn tijdelijk ter
zijde moet leggen, omdat de middelen ontbreken en
er nog niet voltooide opdrachten uitgevoerd moeten
worden.
Een van die opdrachten is de definitieve opruiming
van de Duitse weerstand west van de Maas, waaronder
opruiming van het Bruggehoofd-Venlo.
Het VIII Korps (cdt. Luit.-Gen. Sir R. O'Conner)
van het Tweede Britse Leger (cdt. Lt.-Gen. Sir Miles
C. Dempsey) kreeg de taak het Bruggehoofd nu defi
nitief op te ruimen. Omdat de aktie van de 7e Ameri
kaanse Pantser Divisie bij Overloon duidelijk had uit
gewezen dat het Duitse front aldaar sterker was dan
aanvankelijk gedacht werd, zorgde de Korpscomman
dant voor een gedegen plan. Dit plan, onder de naam
Constallation in 4 fasen uit te voeren, zag er als volgt
uiit.
Operation Constallation (Sterrenbeeld).
Fase 1: Castor, de aanval en verovering van Over
loonVenray door de versterkte 3e Britse Infan
terie Divisie. Zoveel mogelijk strijdkrachten van
de vijand aantrekken. Al het mogelijke te doen om
de vijand te misleiden in de werkelijke opzet van
de plannen.
Fase 2, 3 en 4: Pollux, Sirius en Vega.
de le Amerikaanse Pantser Divisie valt aan van
Deurne naar Venray. De 11e Britse Pantser Di
visie en de 15e Infanterie Divisie vallen aan op de
lijn Baexem-Weert naar Roermond en Venlo, om
- aldus de terugtocht van de Duitsers bij de laatste
twee plaatsen af te snijden.
Dit plan, hoe degelijk voorbereid ook, werd niet ge
heel uitgevoerd. We zullen hierna zien waarom.
Fase 1: DE AANVAL OP OVERLOON—VENRAY.
OPERATION AINTREE.
De commandant van de 3e Britse Infanterie Divisie,
Generaal-Majoor L. G. Whistier, liet liever de sterren
over aan de hogere formaties en koos voor de aktie
van zijn Divisie voor VenrayOverloon, een meer
aardse naam. De codenaam werd Aintree, aldus tevens
zijn 1 South Lancashire Bataljon erend (Aintree is de
naam van een bekende paardenrenbaan bij Liverpool
in Lancashire).
De opruiming van het Bruggehoofd-Venlo was nu
geen op zich zelf staande aktie meer, doch maakte deel
uit van het grotere Korpsplan: de verdrijving van de
vijand west van de Maas tot Roermond.
Het belangrijkste gedeelte bleef evenwel de aanval
op en verovering van OverloonVenray. De 3e Britse
Infanterie Divisie moest haar front aldus inrichten dat
zoveel mogelijk duitse strijdkrachten werden aange
trokken. Was deze strijd in volle gang, dan zouden
de andere fasen in gang gezet worden. Alles moest in
het werk gesteld worden de vijand te misleiden door
hem in de waan te brengen dat deze grote Korps-
aiktie slechts was gericht tegen de spits van het Brug
gehoofd-Venlo: OverloonVenray.
Op 9 oktober 1944 begon de 3e Britse Infanterie Di
visie zich te concentreren rond St. Anthonis, Mil,
Wanroy, Rijkevoort. De aanval op Overloon zou plaats
hebben op 11 oktober op het uur U d.i. 12.15 uur.
In de namiddag van 10 oktober gaf Generaal Whist-
Ier de nodige bevelen aan zijn Brigadecommandanten.
Op de avond van die dag stond de volledige Divisie
gereed in de lijn Westerbeek-Stevensbeek-Radioweg-
Vortum. Er viel die hele dag een trage, miezerige
druilregen. Het weer was koud. Doorweekt en kleume
rig en weinig op hun gemak, wachtten de diverse for
maties op het startsein. Zij wisten wat vóór heri lag,
'het extra rantsoen thee was duidelijk genoeg.
Reeds vóór de komst in de startlijn waren allen door
hun commandanten in een toespraak, gebruikelijk aan
de vooravond van een grote slag, onderricht over de
komende akties.
GEESTELIJKE VOORBEREIDING
De speech welke Lt.-Kolonel R. W. Craddock tot de
800 man van het Suffolk-bataljon richtte in een wei
land in Rijkevoort, kreeg later een zekere vermaard
heid in de divisie. Craddock was eerst op 28 augustus
commandant geworden en velen zagen hem nu voor
het eerst.
Zijn toespraak was simpel en duidelijk en recht op
de man af, zoals hij zelf, die steeds in de voorste
linies te vinden was. Hg sprak van het Engelse
heme en wat dit voor de Engelsman betekende. De
grootste meed en uithoudingsvermogen zouden nu
geëist worden, want verwacht werd dat de komende
gevechten hard zouden zgn. Kortom, een speech van
de soort welke klassiek is geworden sedert de woor
den van Nelscn aan de vooravond van Trafalgar!
Maar hoe geheel anders was de morele injectie die
de Duitsers aan de troepen meegaven op diverse pun
ten in Overloon. De commandanten moesten op last
van hogerhand een snorkend pamflet voorlezen, vol
paritijleuzen. Hier niet het woord „home", maar „der
Führer" en daarom: Stehen und Kampfen! En als slot
nog eens de gezamenlijke eed op de Führer! Dit laat
ste middel om de troep nog eens moreel vast te nage
len, achtten de Engelsen overbodig.
Om 8 uur des morgens op die 10e oktober gaan de
commandanten met hun officieren het vóórterrein nog
eens verkennen. Daar worden de plannen, elk voor de
aangewezen sector, nog eens bekeken. En uur U na
dert.
Maar op diezelfde dag wordt de aanval wegens de
weersgesteldheid 24 uur uitgesteld en zal nu plaats
hebben op 12 oktober om 12.15 uur.
Op laatstgenoemde dag krijgt Generaal Whistier be
richt dat de, in het Korpsplan voorzienen vernietiging
van de bruggen te Venlo en Roermond, niet zal plaats
vinden. Hierdoor zijn de Duitsers in staat op vrij een
voudige wijze versterkingen te laten aanrukken. De
Engelsen zouden het tot hun schade ondervinden.
DE 3e BRITSE INFANTERIE DIVISIE,
BEVRIJDER VAN OVERLOON EN N.-LIMBURG
Deze Divisie bestond voornamelijk uit zogenaamde
County-Regimenten, regimenten bestaande uit solda
ten die vooral uit één county of graafschap per regi
ment afkomstig waren en wel hoofdzakelijk van En-
geland's Oostkust.
De Divisie bestond uit 3 brigades en elke brigade
uit 3 bataljons. Om op de opdracht bot opruiming van
'het duitse front aan de Maas met succes te kunnen
volbrengen, werd de Diivisie aanzienlijk versterkt met
onderdelen welke oorspronkelijk: niet tot de Divisie
behoorden, vooral wat betreft artillerie en tanks. Voor
de samenstelling van de Engelse strijdgroep zie elders
in dit blad.
Enkele uren vóórdat de aanval begint ontvangt
Generaal Whistler nog bericht dat als nog twee Ty
phoons wings alsmede Mediumbombers hulp zullen
verienen.
Maar ook de Duitsers zitten biet stil en ontvangen
versterkingen. Dit gebeurt zelfs per trein, hegeen mo
gelijk is sedert de Engelsen afgezien hebben van het
vernietigen van de bruggen van Venlo en Roermond.
„Op de Britse rechterflank brengen de Duitsers
voorraden en munitie per trein aan, bijna binnen het
zicht van de Bitse linies. Er is de laatste 24 uren geen
luchtaktiviteit geweest tengevolge van de weersom
standigheden". Aldus een Reuterbericht in de Londen-
se News Chronicle van donderdag 12 oktober 1944.
„12 OCTOBER 1944! YES, THAT WAS THE DAY!"
Dan breekt de dag van 12 oktober aan. Om 11.20 uur
voormiddag bombarderen 36 Marauders van XIX
USAAF (Amerikaanse Luchtmacht) het vitale ver
keersknooppunt Venray. Tegelijkertijd zoeken Ty
phoons van 83 Group RAF de vijandelijke stellin
gen fond Overloon op en besteken deze onbarmhar
tig met hun vreselijke rockets. De Typhoons zwerven
in groepen van vier door de lucht, alle leven in hun
schootsveld wegmaaiend.
In enkele minuten ligt het centrum van Venray in
puin en later zullen meer dan 50 doden geteld worden.
Dan komt Overloon aan de beurt. Om 11 uur begin
nen de geallieerde kanonnen mee, te doen in deze
dodendans. Meer dan 200 kanonnen, Engelse en Ame
rikaanse, op gesteld bij St. Anthonis, Oploo, Stevens-
beek en bij de Rips, beginnen een beschieting, 90 mi
nuten lang. In dit tijdsbestek komen meer dan 25.000
granaten op het ongelukkige dorp terecht. Aan alle
kanten breken branden uit.
„Dit is een van de grootste vuurplans welke wg se
dert D-day hadden, teen de eerste granaten welke
op doelen in Frankrgk vielen, van deze batterg af
komstig waren. In de komende jaren zullen honder
den kanonniers zeggen: Overloon, 12 October 1944!
Yes, that was the day!" Aldus verklaarde een artille
rie-officier aan de oorlogscorrespondent van de Li-
verpcol-Echo.
DE INFANTERIE VALT AAN
De vuurwals werd telkens 100 m opgeschoven om de
infanterie in staat te stellen mee op te rukken. Want
om 12.15 rukten de Suf folks en de East Yorks met de
Churchilltanks van de 4e Coldstream Guards over de
Startlijn. Beiden ondervonden hevige tegenstand, voor
al van geïsoleerde duitse groepen. Nog diezelfde dag
zou een sluipschutter aan de Baansestraat te Overloon
een kerkhof aléén van de Suffolks bijeen schieten.
Inmiddels moest de Commadant van de 8e Infan
teriebrigade zijn reserve inzetten. Maar ook de War-
wicks en de Norfolks behorende tot de 185e Infanterie
brigade worden te hulp geroepen voor het veroveren
van het centrum van Overloon, waar de tegenstand het
hevigst is. Achter de vuurwals van de artillerie waren
de Engelsen tot aan de uiitgangswegen gekomen. Veie
schutting gezocht in de kelders van de woningen,
sch'tuttmg gezocht in de kelders van de woningen.
Toen het artilleriebombardement eindelijk ophield,
kwamen zij te voorschijn omde Engelse bajonet
ten op zich gericht te zien. Ongeveer 200 man, velen
totaal versuft, gaven zich over, maar velen wilden van
geen overgeven weten. Tegen het vallen van de avond
waren de ruines in het dorpscentrum in Engelse han
den, met uitzondering van kerk en kerkhof,- waar zich
een groep SS-ers verschanst had.
De groep weigerde overgave, het waren 30 SS-ers.
Ze kregen een kort proces: Ze werden één voor één
vernietigd.
MIJNENVELDEN
De tanks hadden moeite te volgen, de vele mijnen
velden vormden evenzovele hindemissen. Het 2e Ba
taljon East Yorks, aanvankelijk tegelijk met Suffolks
opgetrokken, begon het moeilijk te krijgen toen, na
een opmars over open terrein, hun eerste doel, een
•boscomplex aan de Pritterweg, berëikt was. Hier werd
man tegen man gevochten. Bijna gedecimeerd kwamen
de East Yorks bij hun tweede doel van die dag aan,
het boscomplex De Kleffen (thans museumpark), om
daar te ervaren dat dit bos eveneens slechts in een
handgemeen veroverd kon worden. Maar zij slaagden
er tenslotte in hun laatste doel te bereiken: afsnijden
van de Venrayseweg. De King's Own Scottisch Bor
derers slaagden hierin niet.
De Duitse troepen trokken zich tenslotte terug, met
achterlating van sluipschutters van de SS, in de uit
gestrekt bossen zuid van Overloon.
De 107e Duitse Pantserbrigade kreeg een nieuwe
opstelling in een boscomplex noordoost van Venray.
Opdracht: vandaar uit tegenaanvallen ondernemen op
Engelse formaties die over de Loobeek zouden trach
ten te komen.
GEVECHT IN DE „JUNGLE"
Maar vóór het drama van de Loobeek moeten de
Engelsen eerst een ander feit onder de ogen zien. De
Duitsers hebben zich, deels compagniegewijs, deels met
overvalscommando's, in de uitgestrekte bossen genes
teld: oost van de Venrayseweg in het meer dan 300 ha
grote boscomplex van Overloonse Duinen en west van
die weg in de bossen tussen deze weg en de Merse-
loseweg en daar overheen.
Dan valt de avond. Een betrekkelijke rust treedt in.
Intussen hebben de South Lancs de laatste weerstand
aan de Vierlingsbeekseweg opgeruimd en hebben zij
hun doel, het Schaartven, bereikt. En geheel volgens
de orders heeft de commandant van de 185e Infanterie
brigade zijn 1 Bataljon Norfolks tot 400 meter langs
de Venrayseweg laten oprukken. Het is 13 oktober.
Om 9 uur begint de aanval op de bossen zuid van
Overloon. De gehele 9e Infanteriebrigade met de Lin-
colns, de King's Own Scoittisch Borderers en de Royal
Ulster Rifles neemt, gesteund door d:e tanks van de
Grenadiers Guards, de bossen tussen Venrayseweg en
Merseloseweg voor zijn rekening. Hier vooral hebben
de. Duitsers stelling gekozen.
Het is voor de mannen van 2 Bataljon Lincolns een
bloedig slagveld geworden. Op zeker moment durven
de mannen niet meer vooruit. Hun commandant, Lui
tenant-Kolonel Firbank, gaat dan voorop, zijn stengun
leegschietend. Dan volgen zijn mannen, totdat ook Fir
bank een verdere doorstoot niet meer verantwoord
acht, hij verliest te veel manschappen. Patrouilles
moeten de oplossing brengen. De eerste keert niet meer
terug. Dan wordt een grote patrouille naar voren ge
stuurd. De commandant, Captain Smith, sneuvelt al
direct met de helft van zijn mensen.
De Duitsers speelden hier hun beproefde spelletje:
zolang het terrein bebost was, met een enkele machine
geweer-roffel de tegenstander, die in de mennig ver
keert met lichte tegenstand te doen te hebben, uit het
bos lokken om daarna met volle zwaarte aan te vallen.
DAPPER EN ONVERSAAGD
Op 16 okober, als de aanval op de Loobeek wordt
voorbereid, houden de Lincolns tijdens een korte ge
vechtspauze, een trieste plechtigheid. Vier officieren en
24 manschappen worden bij een boerderij aan de Roo-
sendaalseweg begraven. Maar op diezelfde dag wordt
hun aanvoerder, Luitenant-Kolonel Firbank, onder
scheiden met de DSO en het gehele bataljon wordt ge-
eerd als het enkele weken later wordt uitgekozen om
deel te nemen aan een radio-uitzending van de BBC.
Dat gebeurde ergens tussen Overloon en Oploo onder
leiding van een van Engeland's beroemde oorlogs
correspondenten, de in 1948 bij een vliegtuigongeluk
om het leven gekomen Chester Wilmot van de BBC.
Tegen de avond van 13 oktober zijn de bossen ver
overd, eindelijk, want de aanval vorderde langzaam.
Op één punt had men 4 uren nodig voor het zuiveren
van nog' geen kilometer diepte!
Op hetzelfde tijdstip hadden ook de soldaten van
'het Warwickbataljon en van het bataljon King's
Shropshire Ligt Infantery, tenslotte een deel van de
bossen aan de andere zijde van de Venrayseweg, rond
Kamp-Zuid, gezuiverd.
NIEUW OBSTAKEL: DE VENRAYSE KERKTOREN!
Op de 14e oktober waren de Engelsen op de Ven
rayseweg gevorderd tot het Barakkenkamp van de Ne
derlandse Arbeidsdienst, toen nog Kamp-Zuid ge
roemd. De Norfolks waren hier doorgestoten. In de na
middag doen de duitsers weer eens een van hun her
haalde tegenaanvallen. Er is toen een moment geweest,
dat het Engelse front wankelde onder de massale duit
se druk. Engelse stafofficieren zullen later verklaren
dat, indien de duitsers met iets meer kracht hadden
doorgestoten, waarschijnlijk het hele Engelse front te
ruggenomen had moeten worden! Maar de Norfolks
hielden het front. Aan diezelfde weg lag gedurende
een jaar een Norfolkkerkhofhet hield wel op bittere
wijze de herinnering vast aan dit stand houden.
In het nu weer ongeveer gezuiverde boscomplex
rond genoemd barakkenkamp verging het de Engelsen
niet veel beter. Geen soldaat kon hier zijn neus net
buiten het bos steken of een hagel van granaten kwam
op het boscomplex neer. De Engelsen die op de weg
OverloonVenray iets dergelijks niet verwacht had
den, hadden hun hele aandacht gericht op de over
tocht van de Loobeek. Zij zagen daarbij één ding over
het hoofd: de kerktoren van Venray!