Engelse soldaten bij de spoorwegovergang in het ook zwaar beschadigde Oostrum Gevechtsgroep-Ohappuis in een van de gemeenteboer derijen daar zijn gevechtsstand inricht. In het noord oostelijk deel richting Vortum valt Gevechtsgroep B onder Hasbrouck aan. De hoofdaanval is bedoeld voor Vortum. Gevechtsgroep A staat tegenover de 107 Duitse Pant serbrigade en de Shermantanks, eenmaal uit de vei lige beschutting van bossen en struikgewas worden ontvangen door hevig vuur uit 88 mm kanonnen. Deze hadden een goed schootsveld vóór zich. De aanvallen hebben weinig succes en er was slechts geringe ter reinwinst. Maar daags daarna, 1 oktober, ondernemen de Duit sers reeds hun eerste tegenaanval. Een compagnie van 2107 Pantserinfanterie-bataljon begint des morgens nog in het donker vanaf de Vderlingsbeekseweg aan het beginpunt van de Rondweg een tegenaanval. De Compagnie raakt bij Héidewoud aan de weg Over- loonS'tevensbeek regelrecht in een Amerikaanse hin dernis. De commandant, Hauptmann Wedemeyer, twee luitenants Küster en Morof, een Feldwebel en 3 sol daten keren behouden terug. Bij Overloon loopt een afdeling van de Amerikanen vast in een mijnenveld. Een andere afdeling, n.l. A- compie van het 17e Tankbataljon krijgt de ene treffer na de andere en maakt rechtsomkeer om uit het vuur te komen, voorzover nog mogelijk. Met doorboorde koepels, fel brandend, blijven tanks langs de eenzame weg naar Vortum liggen. Gewon den blijven in de tanks achter. Op 1 en 2 oktober hervatten de Amerikanen de aan val op Overloon. Hevig artillerievuur doet de aanval len gedeeltelijk mislukken. Elders doen de Duitsers aanval op aanval. De 107 Duitse Pantser Brigade heeft tenslotte twee jaar Oostfrontervaring in gevechten te gen Siberische troepen. Eén gevechtsgroep van de Amerikanen moet op weg naar de Rips patrouilleren teneinde dreigende duitse Infiltraties in de eigen linies te verhinderen. Gevechtscommando B doet nu een massale aanval op Vortum met ovorbereidend artillerievuur. Des avonds bereikt de gevechtsgroep de eerste huizen tot op 350 meter van de spoorlijn NijmegenVenlo. De verliezen, ook aan tanks zijn aanzienlijk, maar des avonds geeft het Hoofdkwartier van het Amerikaanse Leger het bericht, dat de eerste Nederlandse stad (Vor tum is bedoeld) door de 7e Amerikaanse Tank Divisie bevrijd is. De werkelijkheid was echter anders. Tegelijkertijd doet het volledige Gevechtscommando A met een gevechtsgroep van Commando B een groots opgezette aanval op Overloon. Na veel moeite wordt de bosrand bereikt aan de Pritterweg. Enkele tanks* dringen tot bij de zuidrand door. De Amerikaanse in fanteristen, gedekt door de tanks, bespringen dan plotseling de duitsers in hun eenmansgaten. Het hand gemeen wordt een drama. De geschiedschrijver van de 7e Amerikaanse Tank Divisie zal later schrijven: handgranaat en bajonet waren de wapens in die dagen. AANVAL EN TEGENAANVAL De daarop volgende dagen blijft de strijd heen en weer golven. Eenmansgaten verwisselen van bezetter. Gedurende de gehele slag was de geallieerde lucht macht zeer aktief (RAF en USAF). Typhoons van de RAF zochten de doelen op: vooral de posities van de gevreesde en terecht gevreesde 88 mm kanonnen en de ndet minder te duchten Nebelwerfers. De P-47 Fighterbommers van de USAF mitrailleerden zonder ophouden de vijandelijke stellingen in de bossen noord en zuid van Overloon. Hetzelfde geldt van de geallieerde artillerie. Op 2 oktober bijv. schieten 7 bataljon (Brits en Ameri kaans) in twee minuten 1500 granaten op de Duitse stellingen rond het boscomplex aan de Pritterweg, bij de Amerikanen berucht als the Boos (de laars). De 3e oktober begint met twee aanvallen van de Duitsers: artillerievoorbereiding en Nebelwerfers dóen weer mee. Alleen al de 88 mm's richten een slachting aan onder de Amerikanen. De Duitsers hebben intus sen versterking gekregen en zij zijn nog agressiever geworden. De tweede aanval is nog gevaarlijker dan de eerste. Deze heeft plaats des middags om 4 uur. Nu doen Panther- en Tigertanks mee. Bitter wordt er gevochten als de Duitsers in de Ame rikaanse linies doordringen. Eenheden van Gevechts commando A van de Amerikanen hebben zich hierbij vooral onderscheiden. Maar in een kritiek stadium moeten zij zelfs de hulp inroepen van de Compagnie Genietroepen. De Amerikanen vallen hierbij 's avonds vrij veel' duitsers in handen, waaronder zelfs telefonis ten en seiners, die als infanterist meevochten. Generaal Hasbrouck besluit dan. zijn geluk in een nachtelijke aanval te beproeven voor de nacht van 3 op 4 oktober. De Gevechtsgroep Wemple zal tweemaal aanvallen. Beide aanvallen vinden een dramatisch einde in de mijnenvelden. Maar ook liepen ze vast in de draadversperringen. (Deze draadversperringen wa ren voorzien van potten, pannen en blikjes). Er is niet veel fantasie voor nodig om te weten wat er gebeurde wanneer een dergelijke primitieve alarminstallatie des nachts plotseling in werking trad! De vierde oktober zal gekenmerkt bllijven als de dag waarop het felst gevochten is. Liefst zevenmaal doen de Duitsers een tegenaanval. Dank zij de Amerikaanse artillerie worden alle aanvallen afgeslagen. Op deze dag, schoot bijv. één bataljon (489e Pantser Bataljon Veld Artillerie) 2762 granaten af op de op rukkende duitsers. Terwijl de duitsers al deze aanvallen ondernemen, beproeft Generaal Hasbrouck een andere methode. Hij wil trachten Overloon te omvatten en daartoe 9tuurt hij een tankbataljon met infanterie door de Vierlings- beekse Heide en het Vierlingsbeekse Broek. Deze aan val loopt op niets uit, de meeste tanks worden vernie tigd. Generaal Hasbrouck had met één ding geen re kening gehouden, omdat tevoren geen patrouilles wa ren uitgestuurd: op de weg van dit bataljon ligt het Kasteel Hatert, vlak bij de spoorlijn te Vierlingsbeek en vlak bij de weg Overloon—Vierlingsbeek. In en rond het kasteel bevond zich het Luftwaffe Festungs Batallion X, met in de kasteeltuin listig op gesteld een 88 mm. Typhoons worden er bij geroepen en binnen enkele minuten is het kasteel een puinhoop. Maar dan is de aanval reeds mislukt. Tien tanks blijven achter. Op 5 en 6 oktober blijft het beeld van het slagveld hetzelfde. Gevechtsgroep Fuller tracht nog eens op te rukken tegen goed gecamoufleerde duitse stellingen, maar het succes is nihil. Gedurende de hele dag van 6 oktober is er weer aanval op tegenaanval. Gevechts commando A heeft vele verliezen geleden en wordt Uit het front genomen. Op sommige punten van het front op die 6e oktober hebben Amerikanen en Duit sers zich ingegraven binnen een afstand van een hand- granaatworp! Dan worden plotseling de Amerikanen uit het front genomen. De Engelsen zullen het front overnemen (11e Britse Pantserdivisie). De 7e Amerikaanse Tank Divisie krijgt de lijn Deur- neWeert te bewaken. Ruim een maand later zullen daar, bij Meyel, de Duitsers doorbreken. Maar op 5 oktober- reeds, toen de Amerikanen alle duitse aanvallen hadden kunnen afslaan, gaf Radio Oranje vanuit Londen het bericht, afkomstig, zoals dr^ toen heette,van het Amerikaanse Hoofdkwartier i-5 Frankrijk, dat het dorp Overloon door de Amerikanen verovred is. Eerst op 12 oktober zal Radio Oranje dit bericht herroepen. De werkelijkheid is dat de Duitsers nog steeds al hun stellingen behouden hebben, alleen de Stevens- beekse bossen zouden geen duitsers meer zien. Een paar dagen is er rust. Stilte vóór de storm? DE ENGELSEN KOMEN! OPERATION CONSTALLATION (sterrenbeeld) De eerste week van oktober 1944 is nog niet voorbij als Montgomery aan Eisenhower laat weten dat hjj zijn grote plan voor de aanval op de Rijn tijdelijk ter zijde moet leggen, omdat de middelen ontbreken en er nog niet voltooide opdrachten uitgevoerd moeten worden. Een van die opdrachten is de definitieve opruiming van de Duitse weerstand west van de Maas, waaronder opruiming van het Bruggehoofd-Venlo. Het VIII Korps (cdt. Luit.-Gen. Sir R. O'Conner) van het Tweede Britse Leger (cdt. Lt.-Gen. Sir Miles C. Dempsey) kreeg de taak het Bruggehoofd nu defi nitief op te ruimen. Omdat de aktie van de 7e Ameri kaanse Pantser Divisie bij Overloon duidelijk had uit gewezen dat het Duitse front aldaar sterker was dan aanvankelijk gedacht werd, zorgde de Korpscomman dant voor een gedegen plan. Dit plan, onder de naam Constallation in 4 fasen uit te voeren, zag er als volgt uiit. Operation Constallation (Sterrenbeeld). Fase 1: Castor, de aanval en verovering van Over loonVenray door de versterkte 3e Britse Infan terie Divisie. Zoveel mogelijk strijdkrachten van de vijand aantrekken. Al het mogelijke te doen om de vijand te misleiden in de werkelijke opzet van de plannen. Fase 2, 3 en 4: Pollux, Sirius en Vega. de le Amerikaanse Pantser Divisie valt aan van Deurne naar Venray. De 11e Britse Pantser Di visie en de 15e Infanterie Divisie vallen aan op de lijn Baexem-Weert naar Roermond en Venlo, om - aldus de terugtocht van de Duitsers bij de laatste twee plaatsen af te snijden. Dit plan, hoe degelijk voorbereid ook, werd niet ge heel uitgevoerd. We zullen hierna zien waarom. Fase 1: DE AANVAL OP OVERLOON—VENRAY. OPERATION AINTREE. De commandant van de 3e Britse Infanterie Divisie, Generaal-Majoor L. G. Whistier, liet liever de sterren over aan de hogere formaties en koos voor de aktie van zijn Divisie voor VenrayOverloon, een meer aardse naam. De codenaam werd Aintree, aldus tevens zijn 1 South Lancashire Bataljon erend (Aintree is de naam van een bekende paardenrenbaan bij Liverpool in Lancashire). De opruiming van het Bruggehoofd-Venlo was nu geen op zich zelf staande aktie meer, doch maakte deel uit van het grotere Korpsplan: de verdrijving van de vijand west van de Maas tot Roermond. Het belangrijkste gedeelte bleef evenwel de aanval op en verovering van OverloonVenray. De 3e Britse Infanterie Divisie moest haar front aldus inrichten dat zoveel mogelijk duitse strijdkrachten werden aange trokken. Was deze strijd in volle gang, dan zouden de andere fasen in gang gezet worden. Alles moest in het werk gesteld worden de vijand te misleiden door hem in de waan te brengen dat deze grote Korps- aiktie slechts was gericht tegen de spits van het Brug gehoofd-Venlo: OverloonVenray. Op 9 oktober 1944 begon de 3e Britse Infanterie Di visie zich te concentreren rond St. Anthonis, Mil, Wanroy, Rijkevoort. De aanval op Overloon zou plaats hebben op 11 oktober op het uur U d.i. 12.15 uur. In de namiddag van 10 oktober gaf Generaal Whist- Ier de nodige bevelen aan zijn Brigadecommandanten. Op de avond van die dag stond de volledige Divisie gereed in de lijn Westerbeek-Stevensbeek-Radioweg- Vortum. Er viel die hele dag een trage, miezerige druilregen. Het weer was koud. Doorweekt en kleume rig en weinig op hun gemak, wachtten de diverse for maties op het startsein. Zij wisten wat vóór heri lag, 'het extra rantsoen thee was duidelijk genoeg. Reeds vóór de komst in de startlijn waren allen door hun commandanten in een toespraak, gebruikelijk aan de vooravond van een grote slag, onderricht over de komende akties. GEESTELIJKE VOORBEREIDING De speech welke Lt.-Kolonel R. W. Craddock tot de 800 man van het Suffolk-bataljon richtte in een wei land in Rijkevoort, kreeg later een zekere vermaard heid in de divisie. Craddock was eerst op 28 augustus commandant geworden en velen zagen hem nu voor het eerst. Zijn toespraak was simpel en duidelijk en recht op de man af, zoals hij zelf, die steeds in de voorste linies te vinden was. Hg sprak van het Engelse heme en wat dit voor de Engelsman betekende. De grootste meed en uithoudingsvermogen zouden nu geëist worden, want verwacht werd dat de komende gevechten hard zouden zgn. Kortom, een speech van de soort welke klassiek is geworden sedert de woor den van Nelscn aan de vooravond van Trafalgar! Maar hoe geheel anders was de morele injectie die de Duitsers aan de troepen meegaven op diverse pun ten in Overloon. De commandanten moesten op last van hogerhand een snorkend pamflet voorlezen, vol paritijleuzen. Hier niet het woord „home", maar „der Führer" en daarom: Stehen und Kampfen! En als slot nog eens de gezamenlijke eed op de Führer! Dit laat ste middel om de troep nog eens moreel vast te nage len, achtten de Engelsen overbodig. Om 8 uur des morgens op die 10e oktober gaan de commandanten met hun officieren het vóórterrein nog eens verkennen. Daar worden de plannen, elk voor de aangewezen sector, nog eens bekeken. En uur U na dert. Maar op diezelfde dag wordt de aanval wegens de weersgesteldheid 24 uur uitgesteld en zal nu plaats hebben op 12 oktober om 12.15 uur. Op laatstgenoemde dag krijgt Generaal Whistier be richt dat de, in het Korpsplan voorzienen vernietiging van de bruggen te Venlo en Roermond, niet zal plaats vinden. Hierdoor zijn de Duitsers in staat op vrij een voudige wijze versterkingen te laten aanrukken. De Engelsen zouden het tot hun schade ondervinden. DE 3e BRITSE INFANTERIE DIVISIE, BEVRIJDER VAN OVERLOON EN N.-LIMBURG Deze Divisie bestond voornamelijk uit zogenaamde County-Regimenten, regimenten bestaande uit solda ten die vooral uit één county of graafschap per regi ment afkomstig waren en wel hoofdzakelijk van En- geland's Oostkust. De Divisie bestond uit 3 brigades en elke brigade uit 3 bataljons. Om op de opdracht bot opruiming van 'het duitse front aan de Maas met succes te kunnen volbrengen, werd de Diivisie aanzienlijk versterkt met onderdelen welke oorspronkelijk: niet tot de Divisie behoorden, vooral wat betreft artillerie en tanks. Voor de samenstelling van de Engelse strijdgroep zie elders in dit blad. Enkele uren vóórdat de aanval begint ontvangt Generaal Whistler nog bericht dat als nog twee Ty phoons wings alsmede Mediumbombers hulp zullen verienen. Maar ook de Duitsers zitten biet stil en ontvangen versterkingen. Dit gebeurt zelfs per trein, hegeen mo gelijk is sedert de Engelsen afgezien hebben van het vernietigen van de bruggen van Venlo en Roermond. „Op de Britse rechterflank brengen de Duitsers voorraden en munitie per trein aan, bijna binnen het zicht van de Bitse linies. Er is de laatste 24 uren geen luchtaktiviteit geweest tengevolge van de weersom standigheden". Aldus een Reuterbericht in de Londen- se News Chronicle van donderdag 12 oktober 1944. „12 OCTOBER 1944! YES, THAT WAS THE DAY!" Dan breekt de dag van 12 oktober aan. Om 11.20 uur voormiddag bombarderen 36 Marauders van XIX USAAF (Amerikaanse Luchtmacht) het vitale ver keersknooppunt Venray. Tegelijkertijd zoeken Ty phoons van 83 Group RAF de vijandelijke stellin gen fond Overloon op en besteken deze onbarmhar tig met hun vreselijke rockets. De Typhoons zwerven in groepen van vier door de lucht, alle leven in hun schootsveld wegmaaiend. In enkele minuten ligt het centrum van Venray in puin en later zullen meer dan 50 doden geteld worden. Dan komt Overloon aan de beurt. Om 11 uur begin nen de geallieerde kanonnen mee, te doen in deze dodendans. Meer dan 200 kanonnen, Engelse en Ame rikaanse, op gesteld bij St. Anthonis, Oploo, Stevens- beek en bij de Rips, beginnen een beschieting, 90 mi nuten lang. In dit tijdsbestek komen meer dan 25.000 granaten op het ongelukkige dorp terecht. Aan alle kanten breken branden uit. „Dit is een van de grootste vuurplans welke wg se dert D-day hadden, teen de eerste granaten welke op doelen in Frankrgk vielen, van deze batterg af komstig waren. In de komende jaren zullen honder den kanonniers zeggen: Overloon, 12 October 1944! Yes, that was the day!" Aldus verklaarde een artille rie-officier aan de oorlogscorrespondent van de Li- verpcol-Echo. DE INFANTERIE VALT AAN De vuurwals werd telkens 100 m opgeschoven om de infanterie in staat te stellen mee op te rukken. Want om 12.15 rukten de Suf folks en de East Yorks met de Churchilltanks van de 4e Coldstream Guards over de Startlijn. Beiden ondervonden hevige tegenstand, voor al van geïsoleerde duitse groepen. Nog diezelfde dag zou een sluipschutter aan de Baansestraat te Overloon een kerkhof aléén van de Suffolks bijeen schieten. Inmiddels moest de Commadant van de 8e Infan teriebrigade zijn reserve inzetten. Maar ook de War- wicks en de Norfolks behorende tot de 185e Infanterie brigade worden te hulp geroepen voor het veroveren van het centrum van Overloon, waar de tegenstand het hevigst is. Achter de vuurwals van de artillerie waren de Engelsen tot aan de uiitgangswegen gekomen. Veie schutting gezocht in de kelders van de woningen, sch'tuttmg gezocht in de kelders van de woningen. Toen het artilleriebombardement eindelijk ophield, kwamen zij te voorschijn omde Engelse bajonet ten op zich gericht te zien. Ongeveer 200 man, velen totaal versuft, gaven zich over, maar velen wilden van geen overgeven weten. Tegen het vallen van de avond waren de ruines in het dorpscentrum in Engelse han den, met uitzondering van kerk en kerkhof,- waar zich een groep SS-ers verschanst had. De groep weigerde overgave, het waren 30 SS-ers. Ze kregen een kort proces: Ze werden één voor één vernietigd. MIJNENVELDEN De tanks hadden moeite te volgen, de vele mijnen velden vormden evenzovele hindemissen. Het 2e Ba taljon East Yorks, aanvankelijk tegelijk met Suffolks opgetrokken, begon het moeilijk te krijgen toen, na een opmars over open terrein, hun eerste doel, een •boscomplex aan de Pritterweg, berëikt was. Hier werd man tegen man gevochten. Bijna gedecimeerd kwamen de East Yorks bij hun tweede doel van die dag aan, het boscomplex De Kleffen (thans museumpark), om daar te ervaren dat dit bos eveneens slechts in een handgemeen veroverd kon worden. Maar zij slaagden er tenslotte in hun laatste doel te bereiken: afsnijden van de Venrayseweg. De King's Own Scottisch Bor derers slaagden hierin niet. De Duitse troepen trokken zich tenslotte terug, met achterlating van sluipschutters van de SS, in de uit gestrekt bossen zuid van Overloon. De 107e Duitse Pantserbrigade kreeg een nieuwe opstelling in een boscomplex noordoost van Venray. Opdracht: vandaar uit tegenaanvallen ondernemen op Engelse formaties die over de Loobeek zouden trach ten te komen. GEVECHT IN DE „JUNGLE" Maar vóór het drama van de Loobeek moeten de Engelsen eerst een ander feit onder de ogen zien. De Duitsers hebben zich, deels compagniegewijs, deels met overvalscommando's, in de uitgestrekte bossen genes teld: oost van de Venrayseweg in het meer dan 300 ha grote boscomplex van Overloonse Duinen en west van die weg in de bossen tussen deze weg en de Merse- loseweg en daar overheen. Dan valt de avond. Een betrekkelijke rust treedt in. Intussen hebben de South Lancs de laatste weerstand aan de Vierlingsbeekseweg opgeruimd en hebben zij hun doel, het Schaartven, bereikt. En geheel volgens de orders heeft de commandant van de 185e Infanterie brigade zijn 1 Bataljon Norfolks tot 400 meter langs de Venrayseweg laten oprukken. Het is 13 oktober. Om 9 uur begint de aanval op de bossen zuid van Overloon. De gehele 9e Infanteriebrigade met de Lin- colns, de King's Own Scoittisch Borderers en de Royal Ulster Rifles neemt, gesteund door d:e tanks van de Grenadiers Guards, de bossen tussen Venrayseweg en Merseloseweg voor zijn rekening. Hier vooral hebben de. Duitsers stelling gekozen. Het is voor de mannen van 2 Bataljon Lincolns een bloedig slagveld geworden. Op zeker moment durven de mannen niet meer vooruit. Hun commandant, Lui tenant-Kolonel Firbank, gaat dan voorop, zijn stengun leegschietend. Dan volgen zijn mannen, totdat ook Fir bank een verdere doorstoot niet meer verantwoord acht, hij verliest te veel manschappen. Patrouilles moeten de oplossing brengen. De eerste keert niet meer terug. Dan wordt een grote patrouille naar voren ge stuurd. De commandant, Captain Smith, sneuvelt al direct met de helft van zijn mensen. De Duitsers speelden hier hun beproefde spelletje: zolang het terrein bebost was, met een enkele machine geweer-roffel de tegenstander, die in de mennig ver keert met lichte tegenstand te doen te hebben, uit het bos lokken om daarna met volle zwaarte aan te vallen. DAPPER EN ONVERSAAGD Op 16 okober, als de aanval op de Loobeek wordt voorbereid, houden de Lincolns tijdens een korte ge vechtspauze, een trieste plechtigheid. Vier officieren en 24 manschappen worden bij een boerderij aan de Roo- sendaalseweg begraven. Maar op diezelfde dag wordt hun aanvoerder, Luitenant-Kolonel Firbank, onder scheiden met de DSO en het gehele bataljon wordt ge- eerd als het enkele weken later wordt uitgekozen om deel te nemen aan een radio-uitzending van de BBC. Dat gebeurde ergens tussen Overloon en Oploo onder leiding van een van Engeland's beroemde oorlogs correspondenten, de in 1948 bij een vliegtuigongeluk om het leven gekomen Chester Wilmot van de BBC. Tegen de avond van 13 oktober zijn de bossen ver overd, eindelijk, want de aanval vorderde langzaam. Op één punt had men 4 uren nodig voor het zuiveren van nog' geen kilometer diepte! Op hetzelfde tijdstip hadden ook de soldaten van 'het Warwickbataljon en van het bataljon King's Shropshire Ligt Infantery, tenslotte een deel van de bossen aan de andere zijde van de Venrayseweg, rond Kamp-Zuid, gezuiverd. NIEUW OBSTAKEL: DE VENRAYSE KERKTOREN! Op de 14e oktober waren de Engelsen op de Ven rayseweg gevorderd tot het Barakkenkamp van de Ne derlandse Arbeidsdienst, toen nog Kamp-Zuid ge roemd. De Norfolks waren hier doorgestoten. In de na middag doen de duitsers weer eens een van hun her haalde tegenaanvallen. Er is toen een moment geweest, dat het Engelse front wankelde onder de massale duit se druk. Engelse stafofficieren zullen later verklaren dat, indien de duitsers met iets meer kracht hadden doorgestoten, waarschijnlijk het hele Engelse front te ruggenomen had moeten worden! Maar de Norfolks hielden het front. Aan diezelfde weg lag gedurende een jaar een Norfolkkerkhofhet hield wel op bittere wijze de herinnering vast aan dit stand houden. In het nu weer ongeveer gezuiverde boscomplex rond genoemd barakkenkamp verging het de Engelsen niet veel beter. Geen soldaat kon hier zijn neus net buiten het bos steken of een hagel van granaten kwam op het boscomplex neer. De Engelsen die op de weg OverloonVenray iets dergelijks niet verwacht had den, hadden hun hele aandacht gericht op de over tocht van de Loobeek. Zij zagen daarbij één ding over het hoofd: de kerktoren van Venray!

Peel en Maas | 1969 | | pagina 10