Zorg voor de volksgezondheid Het regionale beleid Verwen met goud Camps "top$ara$e INGEZONDEN uii PEEL EN MAAS Politierechter WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN VRIJDAG 26 JANUARI 1968 No. 4 NEGEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 2727 GIRO 1050652 PKUS PEK KWARTAAL p. n t i- (buiWn Vanroy 225) VOOR 100 JAAR Reeds in 1868 had de overheid haar bemoeienissen met de volksge zondheid. Misschien waren ze enigs zins van andere aard dan thans; de zorgen waren er niettemin. In de winter van 1867-1868 en in 1868 deden zich hier te lande geval len voor van cholera asiatica o.a. te Winschoten, enkele gevallen te Rot terdam, verder te Sleeuwijk in N.B., te Meerssen, Nieuwenhagen en Ule- straten, later ook nog te Oosterhout, Waspik en Tilburg. Deze laatste drie waarschijnlijk overgebracht van Rotterdam. De overheid zocht toen vooral heil in het aanbevelen van middelen tot wering of wanneer zij zich mocht vertoond hebben, de uitbreiding zo veel mogelijk te beperken. Welke waren toen bedoelde middelen. O.a. de noodzakelijkheid om on reinheden zoals mesthopen, stinkslo ten en stilstaande poelen en ander vuil zo spoedig mogelijk weg te rui men. In gemeenten als Rhijnburg en Meppel schenen in dit opzicht in er gerlijke toestand te hebben verkeerd en hadden in vórige jaren de gevol gen daarvan ondervonden. Zuiver drinkwater, goede afvoer van vuil en water en bestrating werden aanbevolen ter bevordering van de reinheid. Tijdig maatregelen nemen om eer ste gevallen te isoleren werden aan bevolen. Als verdere middelen, welke ter voorkoming en tot bestrijding heil zaam kunnen medewerken werden aanbevolen: „het te keer gaan van misbruik van drank, nachtbraken en buitensporigheden, waartoe kermis sen en jaarmarkten maar al te veel gelegenheid verschaffen", aldus luid de het in het schrijven van de Com missaris des Konings in het hertog dom Limburg aan Burgemeester en Wethouders der Limburgse gemeen ten 20 augustus 1867. 2 september 1868 werd dit nog eens herhaald wijl, zo luidt het in dat schrijven: „De ondervinding heeft geleerd dat kermissen en jaar markten niet zelden de bronnen zijn van waar de ramp zich naar elders overplaatst of die aan het kwaad voedsel bijzetten." Als hoofdbronnen van infectie werden beschouwd: le kontakt met lijders aan de ziekte, daarom isola tie en 2e foecale stoffen. Met deze laatste werd blijkbaar nogal vrij moedig omgesprongen; ze bleken n.l. zelfs op vaalten in de kom der ge meente terecht te komen. Ontsmetten van woningen, kleren en alles waarmee de lijders in aan raking zijn geweest werd dringend aanbevolen. Dit alles werd aanbe volen; niet dwingend voorgeschre ven en dus afhankelijk van het in zicht en de goede wil, zowel van de overheid als van de lijders en hun familie. De gemeenteraad van Maastricht had echter reeds in 1866 een plaat- E.en gouden ring met briljant vertolkt de gevoelens van diepe, blijvende genegenheid. Want briljant is de zuiverste van alle edelstenen. Prijzen varieren van f 90.- tot f 300.- en hoger. GROTESTRAAT 16 - VENRAY TELEFOON 04780-1261 selijke verordening vastgesteld op het ontsmetten en reinigen van wo ningen bij het ontstaan van epide mische ziekten. Burgemeester en wethouders van die stad werden daarbij gemachtigd op kosten van de gemeente te laten ontsmetten, reinigen en witten van: a. de gebouwen, waarin zulke ziek te zich vertoond heeft en waarin bedoelde voorzorgsmiddelen, naar hun oordeel, niet of niet behoor lijk zijn aangewend geworden; b. de gebouwen, waarin huisgezin nen wonen, uit meer dan twee personen bestaande, en die slechts een vertrek, als huis- en slaapkamer tegelijk dienende, in gebruik hebben. Dat bevoegdheid werd verleend om zelfs tegen de wil van de bewo ners betrokken woningen binnen te treden zal begrijpelijk zijn. Van inentingen tegen deze ziekte is nog geen sprake. Wel kende men, en propageerde de overheid, de inenting tegen pok ken, destijds pokziekte genaamd en werd de entstof gratis ter beschik king van de geneeskundigen gesteld. Uit dit alles blijkt de goede be doeling maar tevens voor ons het weinig afdoende van verschillende der aanbevolen middelen. L. E. Voor alle reparaties fa. MARTENS Schoolstraat 30 Tel. 2389 TOTO LOTTO Geachte redaktie. Uw artikel onder bovenstaand op schrift in uw blad van 12 januari j.l. is 't blijkbaar wel eens met de gang van zaken op het gebied van alles onder een noemer samen brengend de kansspelen. Er gaat te veel geld over de Nederlandse grens naar Duitsland, want de Lotto daar biedt hogere prijzen, welnu, la ten we dan ook onze Toto-prijzen flink verhogen en 't geld zal hier blijven. Dit zal tot gevolg hebben dat de Duitse Lotto, met nogmaals verme nigvuldiging van de prijzen zal uit komen en ook wij om dezelfde rede nen weer moeten verhogen en zo voort, ad infimitum. 't Wil mij voorkomen dat dit het gevolg moet zijn van het volgen van de stelregel: wie het meeste biedt heeft de klandizie, verdere overwe gingen spelen geen rol. Dat door de ze prakijtk de goklust nog steeds meer aangevuurd wordt bij steeds meer mensen gewekt wordt, wordt eenvoudig genegeerd. Nu versta ik echt niet wat uw re daktie bedoelt met een bepaalde kruidenierspolitiek en waarom dan juist de kruidenierspolitiek onder 't mom van een principe niet erg voordelig is voor het land. Heeft een kruidenier een eigen politiek, is de ze anders dan die van de schilder, de metselaar, de drukker, de schrijver van stukjes over Toto en Lotto? Bedankt voor Uw toestemming, ja heus, men mag tegenstander zijn van het gokken, maar als 't geld gaat kosten, blijf dan maar in je hempje staan met je principes die worden dan maar aan de laars gelapt. Bijna oecumenische overwegingen zou ik toch willen vragen, nu de ge zamenlijke kamerleden van de A.R. en C.H.U. zich zullen verklaren te gen de maatregelen van onze minis tères Dr. Marga Klompé, om de ma ximum-prijzen weer eens belangrijk te verhogen, daar mag toch ook het zuidelijk deel van het land wel eens blijk worden gegeven, van het met deze politiek zonder verdere aan duiding van wie dan ook niet eens te zijn maar te vragen om mid delen, die de goklust bij onze kalme, rustige Nederlandse bewoners op een meer principiële wijze te bestrij den, waarbij onze moderne commu nicatie-middelen zo'n machtig hulp middel zouden kunnen zijn! Een gokker is door zijn goklust in de grond van de zaak een mens, met een afwijking, die er niet bijhoort. Stel nu eens dat men daarmee zou gaan doen, wat men in Geleen zou willen doen en deze mensen opzet telijk gaan kenbaar maken als gok lustigen, als apartheden dus; de gok lust zou meteen een stuk dalen. Neem dit nu niet serieus a.u.b., maar wanneer we al die onnozela- ren, met welke middelen dan ook, eens wat meer konden brengen tot de overweging of het geld aan de kansspelen besteed, goed is besteed en daarop, langs allerlei wegen, bij vele gelegenheden en bij herhaling blijven hameren dan moet ook bij ons op de duur de goklust minder worden. De goklust onder welke fraaie be namingen als Sport-toto, Liefdadig heid e.d. ook bedreven, richt zich alléén en uitsluitend op de prijs. De sport als zodanig interesseert hem niet; dat de eigen staatsbalans bena deeld wordt nog minder; dat hij zijn geld weggooit waarop hij anders 2o zuinig is voor waardeloos pa pier is nog steeds niet tot hem, arme onnozelaar, doorgedrongen. De jeugd zal men als een onder deel der opvoeding moeten bijbren gen: wie niet werkt, zal niet eten en wie gokt, haalt zijn eigen menselijk heid omlaag. Nu hoor ik U geachte redaktie, al een populair liedje neuriën uit we reldoorlog no. 1, beginnende met de woord: It's a long way toen he laas ja, 't begin is voor mijn part reeds hiermede gemaakt, maar het einde, de overwinning van de gok lust is nog niet in zicht. Maar ik wil eindigen met woorden van Dr. Schaepman: Een grote zaak (overwinning der goklust) beginnen geloven en beminnen, verwint het al) P.S. 't Zou interessant kunnen zijn een enquete te houden onder 1000 voorstanders en 1000 tegenstanders en daarbij te letten op het peil der ontwikkeling van de beide groepen, hun leeftijden en beroepen. L. E. De voorzitter van de Kamer van Koophandel Venlo, Mr. R. RUs- senbeek heeft ditmaal wel op bijzondere wijze In zijn jaarrede het regionale beleid onder de loupe genomen. van 26 januari 1918 Abonnementsprijs per kwartaal: 55 ct.; franco per post 70 ct.; voor het buitenland: bij vooruitbetaling 90 cent; afzonderlijke nummers 5 ct. De oorlog - De toestand In alle landen gist het onder de groote lagen van het volk, dat steeds dieper gebukt gaat onder den gru wel van den oorlog. Het wil den vrede door vergelijk, het wil brood en wee de diplomaten en de mili tairen, die den vrede zouden belet ten om gebiedsuitbreiding te ver krijgen. Dan zal de bom losbarsten en de Russische revolutie zal overslaan over de Duitsche en Oostenrijksche landen. Van de fronten nog niets van be tekenis. Aan het Fransche front wordt de gevechtsactie wel eenigs- levendiger, maar het groote Duitsche offensief laat zich nog steeds wach ten. Verbod van vastenavondviering De commandant van het Veld leger, het militair gezag uitoefenend in de provincies Noord-Brabant, Limburg en Gelderland enz. heeft bij verordening verboden: le zich gedurende de Vastenavond- dagen op zondag na Vastenavond en op zondag Halfvasten, gemaskerd, vermomd of verkleed op den open bare weg te vertoonen; 2e op die dagen in lokaliteiten, waarvoor een verlof of vergunning volgens de Drankwet is verleend, in hare aanhoorigheden, of in andere lokalen, bestemd tot gezellig ver keer, aanwezig te zijn, aldaar te dansen of toe te laten, dat aldaar gemaskerde, vermomde of verkleede personen aanwezig zijn of dat aldaar wordt gedanst. Brood De Minister van Landbouw heeft met ingang van 28 dezer den prijs voor roggebrood, verkrijgbaar op R bons, voor alle gemeenten in de pro vincie Limburg vastgesteld op 12V« cent per kg. MAAS EN GRENS In zijn inleiding wees de heer Rijssenbeek er op dat de Kamer in 1967 vrijwel continu in touw is ge weest om de regionale stimulerings maatregelen ook op Noord-Limburg van toepassing verklaard te krijgen. Met name voor het gebied tussen Maas en grens. Van belang was dat het provinciaal bestuur van Lim burg en de vier Samenwerkende Limburgse Kamers in de loop van het jaar besloten deze aktie te on dersteunen. Het streven heeft in zo verre succes gehad dat de minister van Economische Zaken inmiddels heeft verklaard de verlening van „incidentele steun aan motorische projecten, ook buiten de officiële stimuleringsgebieden" te willen overwegen. Daarbij heeft hij als voorzitter enkele ervaringen opge daan, die hem van belang lijken nu vóór 1 januari 1969 een nieuwe be- leidsronde moet worden uitgedok terd. VERANDERINGEN De sinds 1949 gestelde doeleinden van het regionale beleid zijn nog al eens veranderd. In de eerste fase was de enige be doeling: het bestrijden en voorko men van structurele werkloosheid. Nu is het regionale industrialisa tiebeleid geheel ingebed in de ruim telijke ordening: industriespreiding werd middel ter bereiking van het daarbij spelende planologisch doel: het leefbaar maken en houden van geheel Nederland. IS HET JUIST? Is het juist om het regionale beleid aan zo'n doelstelling op te hangen? zo vraagt de voorzitter der Kamer zich af. De heer Rijssenbeek beantwoordt die vraag ontkennend. Naar zijn mening is dat onvoldoende voor een concreet en effectief industrialisatie beleid. Ook al omdat dit alles Ne derland geld gaat kosten. En aange zien dat geld dan niet in een andere (meer produktief dan consump tief ingestelde) richting kan worden aangewend, vormt dit streven naar zulk een planologisch doel een rem op de economische groei Anders geformuleerd: de ruimte lijke ordening tracht de voorwaar den te scheppen voor een optimale PANNE? 1032 BELLEN! Uitbetaling Militie-, Landweer- en Landstorm- vergoedignen op Donderdag 31 Ja nuari van 24 uur in het stemlo kaal (Schoolstraat). Overtreding Distributiewet 1916 Sluiting molen De Burgemeester van Venray brengt ter algemeene kennis, dat de molen van Gebr. van Aarssen op last van de Regeeringscommissaris is gesloten en dus geen maalbewij- zen op die molenaars meer worden afgegeven. Venray, 25 januari 1918 De Burgemeester van Venray, O. van de Loo Mariavereeniging Vergadering in de benedenzaal van het patronaat op 2 Febr. des nam. na het Lof van 3 uur. Als spreker zal optreden een Eerw. Pater uit het klooster alhier. De zaal is ook voor niet-leden toegankelijk. Na afloop der vergadering bestaat gelegenheid zich niet alleen als as- prant, maar ook als tijdelijk lid op te geven. Onder tijdelijke leden worden ver staan zij, die, om een spoedigen vrede te verkrijgen uit een geest van boete ter eere van het H. Hart de afschaffing of geheelonthouding willen beoefenen, tot de vredesklok- ken zullen luiden. Het Bestuur. Het bijwonen der vergadering verplicht tot niets. inkomensbesteding. Maar daar te genover dient dan te staan een opti male inkomensverwerving. Nederland blijkt echt nog niet welvarend genoeg om de welvaarts ontwikkeling ondergeschikt te ma ken aan onmiddellijke, niet-econo- mische doelstellingen in de immate riële sfeer! Het levensniveau van de Nederlandse loontrekkenden is op dat der bewoners van Zuid-Italië na het laagst in de gehele E.E.G. Het blijkt zo ongepermitteerde luxe om te streven naar vrij onduidelijke welzijnsdoeleinden ten koste van de economische groei. NIEUWE VORM De konsekwentie van de heer Rijs- senbeek's betoog is dat de industrie politiek zich alleen dient bezig te houden met de verwezenlijking van projecten, die motoren zullen zijn van de noodzakelijke, versnelde in komens- en dus welvaartsgroei van ons land. Daardoor alleen zal ons economisch potentieel worden ver hoogd, onze internationale concur rentiepositie versterkt, en ons ex portvolume vergroot worden. De sti mulering kan en mag niet over in internationaal opzicht onbetekenen de industriële initiatieven worden versnipperd. De totstandkoming van grote produktie-eenheden heeft trouwens ook directe, postieve in vloed op de nabijgelegen minder- grote ondernemingen: daar zorgen de agglomeratiefactoren wel voor. Regionaal gezien zal zulk een mo torisch project, waaraan faciliteiten worden verleend, van eminente be tekenis blijken voor de als vesti gingsplaats gekozen streek. Men heeft berekend, dat elke arbeider in een „stuwend bedrijf" de economi sche grondslag vormt voor onge veer twee gezinnen. Ten behoeve van een optimale welvaartsontplooi ing moeten de ontwikkelingsvoor- waarden van elke streek zoveel mo gelijk worden geactiveerd, zodat èn land èn streek het werkgelegen heids- en inkomensniveau krijgen dat maximaal te behalen is. BETERE PLANNING Bovendien zal men beter op moe ten treden bij verslapping van de conjunctuur. Hét middel tegen ver slapping van de conjunctuur is de investeringen te vergroten. De vijf injecties van 100 miljoen in 1967 werden lukraak verdeeld naar rato van de hoogte der plaatselijke werkloosheidcijfers. Maar om exac ter te kunnen aangeven waar de in vesteringsstaten dienen te worden geplaatst, dient men regionale eco nomische modellen en plannen op te stellen, zoals nu het Centraal Plan bureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek op nationaal niveau bezig zijn. Immers, alleen met be hulp daarvan kan men tevoren al bepalen welke uitwerking de streek- injecties zullen hebben, zodat men de omvang en de richting ervan kan toespitsen op de gewenste repercus sies. Waar haalt men nu dergelijke mo torische projecten vandaan? Op die vraag gaf de heer Rijssenbeek als antwoord dat steeds nieuwe produk- ten steeds nieuwe technieken vra gen. Daartoe is nodig de aanwezig heid, van geschoolde krachten, van commerciële inventiviteit en indus triële know-how. De overheid dient ervoor te zor gen dat alle mogelijkheden worden uitgebuit, en dat geen kans wordt gemist. Verdient het wellicht aanbe veling een nationale projectencen trale op te richten, met een soort octrooirechterlijke bescherming? zo vroeg de voorzitter zich af? De investeringspremieregeling en de rentesubsidie zijn een stap in de goede richting, want de investerin gen zijn uiteindelijk bepalend voor maatschappelijke wensen zoals vol ledige werkgelegenheid en aanvaard baar inkomenspeil. WILLEKEUR Men dient nu een einde te maken aan een politiek, gericht op enkele kerngemeenten. Dat is in geogra fisch opzicht tè willekeurig. Een aanpak per streek, dat wil zeggen per economisch-samenhangend ge bied, moet ervoor in de plaats ko rnet. Daarbij kunnen de industrie schappen een nuttige functie ver vullen. DIENSTEN EN LANDBOUW Ook andere dan industriële initia tieven dienen voortaan in het sti muleringsbeleid te worden betrok ken. Het gaat om de produktiestruk- tuur (nationaal en regionaal) en daar behoren de agrarische en diensten sector ook bij. Elke aktiviteit is van belang voor de regionale inkomens- werving en mag dus niet worden verwaarloosd. De betekenis van de dienstensec tor blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat nu reeds rond 50 pet. van de Nederlandse beroepsbevolking in de diensten werkzaam is. En het belang van de agrarische sector voor Nederland is af te leiden uit een internationale vergelijking van in de agrarie verdiende inko mens: de Nederlandse boer en tuin der verdient meer dan elke andere agrariër in de gehele EEG. Boven dien lag het gemiddeld inkomen in deze sector in 1960 18 pet. hoger dan het gemiddelde in de nijverheid. Wie het panacee „industrialisatie" klak keloos toepast op welvarende agrari sche gebieden, loopt zelfs het gevaar dat hij het regionaal inkomen ervan verlaagt! „Och meneer, ik ben al een oud mens. Moet over dat ene borreltje nu zo'n herrie gemaakt worden..?" En het gezette heertje in de dikke winterjas knikte zo vervaarlijk met zijn blozende hoofdje in de richting van de politierechter. Maar de rechter bleek niet van plan de strafbare feiten als pekel zonden weg te wuiven. Integendeel. „U was ontzet uit de bevoegdheid om een motorrijtuig te besturen en bovendien was u er die dag niet toe in staat!" Dat bestreed de oude heer. „Als je 't met rijbewijs kent, kun je het ook zonder", was zijn be scheid. „Man, je kon niet eens mét een rijbewijs rijden, daarom is het je de vorige keer afgenomen! En als het afgenomen is dan mag je zo lang helemaal niet meer in een auto rij den, omdat dat te gevaarlijk is en omdat het verboden is. Bovendien zat je niet nuchter in die wagen, maar had je je helemaal vol laten lopen." „Ja, ik moest de auto voltanken en zelf ook een borreltje gedronken. We hadden allebei dorst, dus dat is be grijpelijk." „Dat is helemaal niet begrijpelijk, want als je moet rijden mag je be slist niet zoveel drinken dat je als een afgeladen schuit over de weg slingert. Wat had je gedronken „Een paar borreltjes", was het antwoord. „Zes", las de politierechter voor, „maar dan was dit toch wel genoeg, dat je na het ongeluk niet eens meer op je benen kon staan!" „De schrik was in mijn benen ge slagen, edelachtbare." „Was je daarom in die sloot gaan zitten?" „Nee, dat kwam omdat ik door de schok uit de auto zeilde, begrijpt U". Maar de magistraat begreep dat niet, want de auto was wel van de weg af geraakt, maar de sloot lag daar nog honderden meters vandaan. Hij las enkele zinnen voor uit het proces-verbaal en daarin stond, dat de bestuurder de wagen in de steek had gelaten en zich in de sloot ver scholen had, maar de verbalisant had hem gevonden dank zij de voet sporen en de dranklucht. „En die voetsporen slingerden van hier tot gun ter. Je kon geen stap rechtuit doen, man!" „O, dat ik even links en rechts gekeken heb, dat komt omdat ik niet wist waar ik heen moest. Ik wist 't pad niet, want ik was daar nog nooit geweest" „Zozo en met de auto slingerde je zeker over de weg, omdat je die weg ook nog niet kende?" „Nee, met auto slingerde ik hele maal niet, want ik ging juist recht door toen ik bij die bocht kwam „O ja, voor het gemak nam je de bocht maar helemaal niet. Dacht je dan dat het kórters was als je de bochten maar oversloeg?" „Die andeer bochten heb ik wel gezien, maar deze was ik nog nooit tegengekomen." De officier van justitie overwoog in zijn requisitoir, dat normale weg gebruikers de bochten in een weg wel degelijk tegenkomen, zodat ver dachte kennelijk niet in staat kon worden geacht een motorvoertuig naar behoren te besturen. Er stond nog een voorwaardelijke straf van twee weken, die moest nu maar met een worden aangevuld met nog drie maanden ónvoorwaardelijk. En de tijdelijke intrekking van het rijbe wijs wilde hij verlengd zien van één jaar tot drie jaar. Bovendien vorder de hij inbeslagneming van het voer tuig, „omdat deze notoire drinker anders toch weer vol sterke drank en zonder rijbewijs achter het stuur gaat zitten." „Wat heb je daar op te zeggen?" wilde de rechter weten. ,,'t Is toch wel bar, zo'n straf om dat ik een bocht niet zagprak- kizeerde de verdachte, „voortaan zal ik de borrel moeten laten staan." „Je zult in elk geval vijftien we ken zonder zitten", antwoordde de politierechter en hij vonniste con form.

Peel en Maas | 1968 | | pagina 9