st. nicolaascadeaux: kijken bij thomassen
Grootse plannen....
INGEZONDEN
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
maar wat komt er van terecht
VOOR 100 JAREN....
Terug naar de
missie
Politierechter
VRIJDAG 24 NOVEMBER 1967 No. 47
ACHT EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 272T GIRO 1050652
ADVERTENTIEPRIJS 12 cl p. mm. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL 2— (buiten Venray 225)
Wie zich de moeite getroost heeft twee weken geleden de in dit
blad gepublceerde tekening te bekyken van het Venray in het
jaar 2000 is missschien gesc rokken. By de hernnering aan het
boerendorpje van goed 30 jaren geleden, doet dit nieuwe ruime
Venray wat onwezenijk aan, ondanks het fet dat in de voorbye
jaren hele nieuwe wijken zyn ontstaan, nieuwe buurten en we
toch wel aan de lijve ondervonden hebben, dat er „schot" in ons
Venray, waarvan dan het centrum wel het meest indringende
voorbeeld is.
En toch mag men bij deze toe
komstvisie, die in plan Veltum al
deels verwezenlijkt wordt, zich af
vragen, hoe en wat dat allemaal
wel worden gaat.
Een vraag die wij niet alleen
stellen, maar die bijv. ook Lot uit
drukking komt in rapporten die
over Desselke, Christus Koning pa
rochie en nu pas over Venrays
jeugd uitgebracht zijn waarin deze
vraag ofwel duidelijk naar voren
komt ofwel tussen de regels te le
zen is. Een bepaald gevoel van on
zekerheid op verschillend terrein.
LEEFBAARHEID
Zo is een van de grootste proble
men waar de stediebouwkundige
mee kampt, ongetwijfeld de leef
baarheid van zijn werk. Niet alleen
moet die in de huizen tot uitdruk
king komen, maar ook in de wijken,
de nieuwe wijken, waarin zovele
mensen, uit of buiten Venray te
recht komen.
Leest men genoemde rapporten en
verkeert men in deze nieuwe wij
ken, dan lijkt hier nog veel aan te
mankeren en lijkt ook dat het niet
meevalt die leefaarheid te verwe
zenlijken. Men kan dat namelijk
niet in een recept of een formule
vastleggen.
Er wordt geklaagd over onderling
kontakt in de straat, waarin men
woont. Er wordt geklaagd over te
weinig kontaktpunten in de wijk, te
weinig speelruimten voor de aller
kleinsten, maar ook voor de op
groeiende jeugd, die de straat als
speelterrein krijgt toegewezen. Er
wordt geklaagd dat die buitenwij
ken zo eentonig zijn, dat er nooit
iets onverwachts is, geen kronkel
wegen, waar onverwacht voorbij
een bocht iets kan gebeuren of je
plotseling voor een oud gebouw of
huis staat. Het is allemaal recht-aan
recht-toe. Allemaal blokken, die
ergens precies gelijk zijn.
Alles netjes gereglementeerd en
precies volgens de voorschriften. s
Is er wat groen dan wordt dat
door de jaren heen opgevreten
door de auto's, die meer plaats en
ruitme moeten hebben en zo een
aanslag plegen op die paar bloe-
menbedden, die men heeft durven
projecteren
HUIZEN BOUWEN
Een van de oorzaken van dit al
les is doodgewoon het feit dat Ven
ray al die jaren door woningen
heeft moeten bouwen. Heeft moeten
bouwen, deels als compensatie voor
die, welke door ooslogshandelingen
(zoals dat zo mooi heet) verloren
zijn gegaan, deels om de steeds gro
ter wordende bevolking tenminste
een dak 'boven het hoofd' te geven.
Dat we nu nog meer woningzoe
kenden hebben dan direct na de
oorlog, doet aan het feit niets af,
dat er machtig veel gebouwd is.
Neen, we zullen eerlijk niet meer
beginnen over het verschil tussen
woningwetwoningen en particuliere
woningen, doch over het verschil
woningen, doch alleen maar vast
stellen dat van het geboude het me
rendeel woningwetwoningen waren,
cLw.z. woningen, die op zo goedkoop
mogelijke wijze gebouwd moesten
worden. Woningen, waaraan alles
gespaard moest worden wat er te
sparen was, woningen, ide men des
noods op elkaar stapelde al was het
alleen maar om zo weer de grond
prijs te drukken.
Zo deden driegezinswoningen
hun entree, zo kwamen er flats,
die dan voor de buitenstaander
machtig mooi het nieuwe centrum
afsluiten, maar van de andere kant
in onze gemeente normaliter nooit
in dergelijkae aantallen gebouwd
hadden zullen worden.
Deze door de overheid opgelegde
spaarzaamheid heeft zijn stempel
gedrukt op vele nieuwe wijken en
straten en drukt mede zijn stempel
op de leefbaarheid van vele wijken.
Zonder daar nu bepaald een dra
ma van te maken, blijkt toch uit ge
noemde rapporten dat zulks een be
paald gevoel van onbehagen met
zich brengt voor de bewoners, voor
de gehele gemeenschap.
Het is ergens tekenend dat juist
over het groene hart van Veltum
nog altijd gedelibereerd moet wor
den. Zoals bekend heeft men daar
een behoorlijke ruimte gereserveerd
voor groen en ontspanningsmoge
lijkheden. Maar er wordt alweer
hard aan getrokken, want de kos
ten van dat „groene hart" schijnen
dermate hoog te worden, dat de
woningen duurder moeten worden.
Men rekent dus en rekent dus
maar het heeft er de schijn van dat
men alleen maar rekent voor de
eerstkomende tien jaren en vergeet
dat over 50 jaren daar nog altijd
mensen moeten wonen. Mensen met
waarschijnlijk meer vrije tijd, men
sen, die niet altijd en eeuwig in en
tussen de huizenblokken willen zit
tenMensen met nog meer auto's
als wij nu hebben, mensen, die
meer verdienen als thans
NIEUWE PLANNEN
Men heeft op die kaart kunnen
zien, welke grote plannen men heeft
met de Landweert, waar een enor
me ruimte tot woongebied zal wor
den „omgetoverd". Is het wonder
dat men zich afvraagt of dit weer
zo vol mogelijk geduwd wordt om
de woningwetwoningen zo goedkoop
mogelijk te houden?
Men hinkt „ergens" op twee be
nen. Het eerste is, dat men de ont
eigende gronden moet betalen te
gen prijzen, die weliswaar soms
,duur" genoemd worden, maar
waarover onpartijdige schatters het
eens zijn, dat die op dat en dat
tijdstip zoveel waard zijn.
Van de andere kant dwingen over
heidsmaatregelen tot een zo zuinig
mogelijk gebruik van deze grond wil
de uitgifteprijs en dus de woning-
huur niet te hoog worden. Dat zui
nige kan gaan ten koste van de leef
baarheid. En daar wordt o.i. toch
beslist te weinig aan gedacht.
Anders is het onmogelijk dat er
geen geld beschikbaar is om bijv. de
beplanting rond de Westsingel in
orde te maken. Men heeft daar nu
dank zij de Sociale Werkvoorzie
ningsregeling de grootste rommel
aan de kant gekregen en zelfs wat
geld kunnen vinden voor wat gras
zaad, maar feit is dat men daar hele
flats gebouwd heeft midden in de
wonen in een omgeving, zoals de
aannemers die hebben achtergelaten
toen de flats klaar waren. Midden
tussen het onkruid, midden tussen
de rommelMen kon doodge
woon niet anders
VICIEUSE CIRKEL
Aan de ene kant dus dure grond
en dure ontsluitingskosten, aan de
andere kant de dwang om dat dure
zo goedkoop mogelijk te maken door
er zo zuinig mogelijk mee om te
springen.
Een vicieuse cirkel, die toch op
de een of andere manier doorbro
ken moet worden, wil de zuinigheid
niet de wijsheid gaan bedriegen. En
waarbij de vraag naar voren komt,
hoe men dit probleem dan toch wel
oplost op andere plaatsen, waar men
in nieuwe wijken wel kinderspeel
plaatsen vindt, wel ruimte vindt
voor een soort gemeenschapshuis,
voor plantsoenen, voor stukken, die
met bungalows bebouwd zijn en
waar het zelfs mogelijk is dat men
bouwgronden te koop aanbiedt te
gen prijzen, die ver beneden de
Venrayse liggen
We kunnen ons voorstellen dat de
plaatselijke overheid met dit pro
bleem zwaar zit te tobben en ook
wel eens graag wat riantere deel-
plannen op tafel zou willen bren
gen, waaruit een toekomstvisie te
lezen is, zoals die nu uit dit cen
trumplan wel te lezen valt. Maar
iuist omdat ze gedwongen wordt
door allerlei overheidsbepalingen
moet in de deelplannen soms een
soort kruidenierspolitiek gevolgd
Voor uw rijbewijs naar
Autorijschool
Wim Claessens
Leunseweg 47a Te. 2471
Venray
Erkend A.N.W.B., Bovag,
Vamor gedipomeerd
worden, die zeker voor de toekomst
allerminst riant te noemen is.
BETAALBAAR
Van de andere kant mag ook de
vraag gesteld worden of degenen,
die nu in nieuwe wijken en straten
wonen en soms zo vele klachten
hebben, zich wel eens realiseren,
wat voor deel van hun inkomen ze
thans besteden aan wat men dan
noemt woongenot, maar waarbij
toch ook de leefbaarheid e.d. is in
gesloten. Vergeleken tegenover
vroeger is dat percentage zeer klein
geworden, terwijl de eisen steeds
hoger worden. Het kan er toe bij
dragen om deze vicieuse cirkel te
doorbreken als ook de mensen zelf
bereid zijn meer te betalen voor wat
ze allemaal eisen. De liefde kan nu
eenmaal niet van een kant komen.
In dit licht bezien mag men bij
het bekijken van de kaart van Ven
ray anno 2000 toch wel een bezorgd
heid uitspreken. Een bezorgdheid of
we in de deelplannen wel waar
gaan maken wat in dit centrumplan
zo groots geschilderd wordt. We zijn
eerlijk gezegd hierover nog al pes
simistisch
Als men vandaag zo'n kleine dui
zend gemeenten in Nederland druk
bezig ziet om zijn begroting voor
1968 op deugdelijke manier in el
kaar getimmerd te krijgen, lijkt 't
er wel wat op of daarbij twee ge
heel verschillende competities wor
den gehouden: 1. vooral voor de
grotere gemeenten; wie zal met het
grootste tekort voor de dag komen;
van de uitslag hiervan is nu nog
niet veel te voorspellen; 2. waarvan
blijkbaar alleen de kleinere gemeen
ten gaat het er om, wie het éérst
zijn begroting heeft ingezonden aan
Gedeputeerde Staten ter goedkeu
ring. Hier schijnt de gemeente
Broekhuizen in Limburg met de eer
te gaan strijken, op de voet gevolgd
door Grubbenvorst.
Hoe was dat nu echter in 1867 met
de begroting, wel te verstaan de
staatsbegroting voor 1868.
Bij de wet van 20 december 1867,
keurig op tijd dus voor de aanvang
van het nieuwe dienstjaar, werd 't
eerste hoofdstuk daarvan vastge
steld, betreffende het Huis des Ko-
nings.
Naar de grootte van dit hoofd
stuk gemeten, zou dat een zeer een
voudig huis moeten zijn geweest,
want artikel 1 vermeldt alleen:
Inkomen van den Koning 600.000,-
Artikel 2:
Inkomen van den Prins
van Oranje 100.000,-
Artikel 3:
Onderhoud der
Koninklijke Paleizen 50.000,-
f 750.000,-
en alzo tot een bedrag van zeven
honderdduizend gulden.
Nu zal 't je vandaag gebeuren, dat
je papa een inkomen heeft van
600.000,- en je zelf als 18-jarige
zoon, zeker bent van 100.000,- zak
geld voor 't volgende jaar, waarbij
men dan ook voor de jaarlijkse gro
te schoonmaak zich nog niet eens
veel zorgen behoeft te maken.
Maar enfin, 't kunnen niet alle
maal koningskinderen zijn; dan was
de aardigheid er misschien ook al
gauw af.
Het lie hoofdstuk van die begro
ting betreft de Hoge Collegiën van
Staat en Kabinet des Konings; dit
hoofdstuk blijkt al heel wat gewich
tiger dan 't eerste; dit had nl. maar
1 artikel, waarvan de inhoud hier
boven is weergegeven; het 2e daar
entegen had 31 artikelen in 7 afde
lingen ondergebracht. De afdelingen
hadden achtereenvolgens deze na
men: De Staten Generaal, de Raad
van Staten, de Algemeene Reken
kamer, de Kanselarij der beide or
den, het Kabinet des Konings, Pen
sioenen en Wachtgelden. De 7e af
deling droeg verder geen naam en
had ook slechts één artikel no. 31.
Onvoorziene uitgaven geraamd voor
1868 op 7.000,welke plattelands
gemeenten zou nu met zo iets voor
de dag durven komen.
Onder het hoofd De Staten-Gene-
raal vinden we de volgende ramin
gen:
Voor reis- en verblijfkosten van
de leden der Eerste Kamer werd er
gerekend op 18.00.deze toen-
dertij d veelal adelijke heren namen
zeker hun natje en droogje op reis
mee. Schadeloosstelling van de le
den der Tweede Kamer eiste
150.000,-, terwijl als vergoeding
van de reiskosten van de leden der
Tweede Kamer 2400,- voldoende
werd geacht.
De tractementen der beide Ka
mer-griffiers, commiezen-griffiers
en van de ambtenaren en bedienden
daggelden voor tijdelijke hulpbe
dienden, mitsgaders (wat een mooi
woord), schrijflonen eisten in totale
22.535,- precies, waarbij echter
niet was inbegrepen de stenografi
sche dienst, die alleen toch nog eens
16300,nodig had.
Onder de Raad van Staten wordt
voor tractementen van de Minister
van Staat, vice-president en leden
72.000,- geraamd, voor de ambte
naren 17.000,- voor reiskosten
500,-.
Bij de Rekenkamer waren de trac
tementen van de voorzitter en van
de leden 29.000.- die van de amb
tenaren 69300,-. De kanselarij der
beide orden vroeg in 't geheel
56.900,-, het Kabinet des Konings
30.500,- terwijl voor Pensioenen en
wachtgelden 44.452,- (tot op één
gulden nauwkeurig uitgerekend) no
dig werd geacht.
In totaal werd het He hoofdstuk
der Staatsbegroting voor het dienst
jaar 1868 vastgesteld tot een bedrag
van vijfhonderd vijf en negentig dui
zend zeven honderd twee en vijftig
gulden 595.752,-).
Hoe groot moet een hedendaagse
gemeente wel zijn om met haar 2e
hoofdstuk van haar begroting boven
dit bedrag uit te komen.
't Is echt wel waard daarover
eens na te denken.
Voorlopig maar weer tot een vol
gende keer: Voor 100 jaar.
L. E.
Sevenum, november 1967.
Sinds 8 juni van dit jaar was Pa
ter Muijsers op vakantie bij zijn fa
milie in Oirlo. H ij heeft 7 weken
doorgebracht in het ziekenhuis te
Rotterdam en mag nu weer hersteld
en gezond terugkeren voor de vijf
de maal naar de missie van Guade
loupe in de Caraïbische Zee.
Hij dankt allen: familieleden, dok
ters, zusters, verpleegsters, dorpsge
noten, vrienden, kennissen en alle
anderen die hem ook financieel heb
ben gesteund.
De kollekte in de kerk van Oirlo
had 947,31 opgebracht. Bovendien
nog van de schoolkinderen, de be
jaarden en andere mensen in Oirlo
669,ontvangen.
Pater Muijzers vertrok maandag
20 november vanuit Roosendaal naar
Parijs en van daaruit per vliegtuig
naar de West-Indische Antillen. Een
reis van 7.000 km.
Gesterkt en gesteund door de pa
rochiegemeenschap van Oirlo, hoopt
hij nu weer vruchtbaar werk te
kunnen gaan verrichten onder de
Creolen in Midden-Amerika.
Zijn adres is: M. Mijsers,
Terre-de-Bas
Guadeloupe)
F.W.I. Ant. Jr.
De duif die eens de vrede heette
te brengen, kan ook een hete strijd
veroorzaken. Dat ontdekten wij toen
vier van de vijf bestuursleden van
een postduivenvereniging voor de
politierechter moesten aantreden,
omdat zij het vijfde bestuurslid op
weinig vredelievende wijze het zie
kenhuis in hadden gewerkt.
Het waren vogels van verschillen
de pluimage: goed en slecht gekleed,
brutaal en bescheiden, met en zon
der strafblad.
„En waarom moest u nou zo no
dig de penningmeester te lijf gaan?"
vroeg de politierechter aan de se
cretaris.
„Om wat ie allemaal tegen m'n
vrouw had te zeggen", klonk het
nors.
„O, hij schoot onder uw duiven?"
Maar nee, dat zou deze duiven
melker niet zo dwars hebben geze
ten. Zijn duifje kon de minnaars
wel weerstaan. Maar zo bleek,
had de penningmeester zo zachtaar
dig als een duifje maar kon, ge
vraagd nog eens een duivenmelkers
bal te organiseren.
Edoch, de penningmeester had die
dag zijn dag niet en de gebraden
duiven vlogen hem toch al niet in
de mond. Bits verkondigde hij, dat
de duivenclubkas leeg was. „En bo
vendien", zo zei hij, „wil er op zo'n
avond toch niemand naast je zit
ten." Dèt nu had de sekretaris niet
genomen.
.,Ik ben geen hoogvlieger, meneer,
maar zo'n laag-bij-de-grondse pest-
kopperij brengt m'n bloed aan het
koken!" zei de sekretaris der mel
kersclub.
,En is dat de reden om iemand tot
bloedens toe te slaan en zijn juk
been te breken?"
Deze verdachte ontkende dat alle
maal op zijn geweten te hebben. „Ik
heb hem alleen maar beetgepakt,
maar hij gaf de eerste klap. Toen
heb ik hem allenig maar de kamer
uitgezet."
De afgetreden voorzitter van de
postduivenvereniging kwam getui
gen, dat de sekretaris op platvloerse
wijze de kassier vloerde. „Ik zette
m'n bril af om tussenbeide te ko
men", vertelde hij, maar doordat hij
zijn bril afzette, had hij niet precies
kunnen zien hoe de twee elkaar ver
der hadden afgetuigd.
Een deel van het bestuur had ook
een advocaat laten aanrukken, maar
dat bestuursbesluit was veel te laat
genomen om de rechtskundige een
behoorlijke verdediging te laten
voorbereiden. Nu kreeg de raadsman
van de rechter zes minuten tijd om
de stukken in te zien. Toen stond hij
op een sprak op plechtige toon, dat
zijns inziens het wettig en overtui
gend bewijs niet geleverd was. Ver
dachte werd weliswaar met de pen
ningmeester gevochten, maar ze ble
ven maar kort in de kamer waar 't
bestuur vergaderde. Al heel ras ver
dwenen de beide duifjesmelkers in
de gang. En wat zich daar precies
afspeelde, had niemand gezien. De
bloedende wonde en dat gebroken
jukbeen konden best veroorzaakt
zijn door een voorwerp in de gang,
waartegen het slachtoffer was ge
vallen.
Hij verwierp de eis van vier
maanden gevangenisstraf van de of
ficier en concludeerde tot vrijspraak
wegens gebrek aan bewijs.
De politierechter oordeelde, dat
het bewijs wel geleverd was. Tegen
de politie had de sekretaris al
een bekentenis afgelegd. Hij was
bovendien meermalen voor dergelij
ke feiten veroordeeld. In de gang
was op de daar aanwezige voorwer
pen geen bloed aangetroffen. De
overige bestuursleden wisten niet
beter of de sekretaris had de kas
sier eens „goed afgetuigd". Hij von
niste daarom met drie weken gevan
genisstraf.
„Mooi", mompelde één der duif
jesmelkers in het voorbijgaan, „dan
kunnen we nu een feestavondje
houden."
ONTEIGENING?
vraagt kosteloos
inlichtingen bij
F. HOLLEMAN
Onteigenings-adviezen.
Breda, Ignatiusstr. 42a
telefoon 01600-41754
DAG EN NACHT
TRUCK-SERVICEv
BELASTINGWETGEVING
Er wordt wel eens gezegd dat de
huidige belastingwetgeving vooral
zorgt dat de zgn. kleine inkomens
en de middengroepen zo weinig mo
gelijk last ondervinden van alle ver
hogingen.
Doch onderstaand staatje toont
wel anders aan, als men de aansla
gen van de inkomstenbelasting en
die van de AOW in een tijdverloop
van enkele jaren vergelijkt
Nemen we groep II maar eens
even bij de hand. Bij een inkomen
van 10.000,pas in 1958 de I.B.
1603,— en de AOW 465,—: In
1966 was dat resp. 1267,1200,-.
In 1966 betaalde dus de 10.000,-
man 339,- MEER belasting. Had
hy een inkomen van 20.000,- dan
zagen zijn aanslagen er als volgt uit:
1958 I.B. 5376,—
AOW 465,—
1966 I.B. 4406,—
AOW 1580,—
Deze heer betaalde dus slechts
145,meer aan belasting. Bij een
inkomen van 30.000.- gaat de zaak
er weer anders uitzien.
1958 I.B. 10.369,—
AOW 465,—
1966 I.B. 8935,—
AOW 1580,—
Deze meneer begint dus winst te
boeken. Hij betaalt namelijk in 1966
419,— MINDER belasting.
Bij een inkomen van 40.000,
hoeft hij in 1966 zelfs 748,en bij
een inkomen van 50.000,zelfs
1010,MINDER belasting te be
talen dan in 1958.
Gaan we nog verder dan blijkt
bij een inkomen van 60.000,het
voordelig verschil uit te groeien tot
1228,—, bij 70.000,— tot 1402 en
bij 80.000,— tot 1485,— op te lo
pen.
Hieruit blijkt dus dat in tegen
stelling tot de hogere inkomens het
juist de kleine in de midden-inko
mens zijn die het gelag moeten be
talen. alle andere beweringen ten
spijt.
J. L.
R IJ B E W I J S
DAF KOPEN
VERLICHTING
Wie in de ons omliggende plaat
sen met deze dagen op bezoek gaat
ziet daar een al of niet grootscheep
se feestverlichting, die het winkelen
in de drukke St. Nicolaastijd alleen
maar prettiger en plezieriger maakt.
In ons eigen Venray kan men links
en rechts misschien een illuminatie
zien, die de een of andere winkelier
aan zijn zaak heeft aangebracht,
doch van een gezamenlijk optreden
van Venrays winkelstand of van
winkels uit bepaalde straten geen
spoor te bekennen. En dat doet vol
gens mijn bescheiden mening af
breuk aan Venray, dat toch preten
deert het winkelcentrum te zijn voor
de hele verre streek.
Er zijn jaren geweest dat bijv. de
Grotestraat in dit opzicht een voor
beeld was. Een voorbeeld, dat nu an
dere plaatsen nagevolgd hebben,
doch in Venray is het duister ge
worden. Ik Vind dat geen goede
beurt. Zowel voor de winkelstand
zelf, als voor Venray, dat hiermede
toch wel een uiterst pover gezicht
toont in het rijk verlichte Noord-
Limburg en Oost-Brabant. Gaat het
te goed.
woninginrichting wilhelminastraat venray