1 procent-bijdrage Kwaadaardige ziekte Politierechter ~Zop$ara$e Venray in '1 weekend Enquete bescherming bevolking in Venray WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Actie voor de in ons bisdom la. MARTENS eist jaarlijks 2500 doden VRIJDAG 17 NOVEMBER 1967 No. 46 ACHT EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 2727 GIRO 1050652 ADVERTENTIEPRIJS 12 ct p. mm. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL 2.(buiten Venray 2J25) Vrijdag werd te Roermond een persconferentie gegeven door Mgr. P. Moors, bijgestaan door de „Werkgroep inkomstenverwerving voor de kerk in Limburg", die op 25 april 1967 door hem werd ingesteld. Daarop werd een verslag gegeven van de reeds sinds 1964 uitgevoerde voorbereidingen om te komen tot een eenheid in de inkomstenverwerving in de ca. 360 parochies van het bisdom Roermond,. De voorbereidingen zijn thans zo ver gevorderd dat deze eenheid zeer binnenkort in praktijk gebracht kan worden. De invoering van deze sanering komt allereerst voort uit de sterke pas torale behoefte, die sinds lang bij de bisschop leeft, om ondanks de zor gelijke financiële toestand in zeer vele parochies, de dienstbaarheid van de kerk zoveel mogelijk los te maken van het begrip „geld". Na een uitgebreide meningspeiling bij de ca. 360 parochies en in lang durig overleg met deze parochies, hun kerkbesturen en de 24 dekenaten in Limburg, ontstond het plan tot een gezamenlijke aktie in het gehele diocees. Ze houdt in dat alle katholieken ook zij die niet meer ter kerke gaan 1% van hun netto inkomen gaan en blijven geven. De bijdragen, die tot nu toe voor trouw- en rouwplechtigheden door de pastoors worden gevraagd, worden afgeschaft. Meer openheid over het financiële beleid van parochie en bisdom wordt gegeven. Er wordt een voorlichtingscampagne opgezet, die wordt besloten met een bliksem-aktie. Over het verloop van deze aktie in het Venrayse dekenaat hopen wij nadere inlichtingen te brengen in de komende tijd. U zult het haast niet willen gelo ven, maar er zijn tegenwoordig nog mensen, die verhuizen, die een aar dige woningruil doen of die zelfs in een geheel nieuw huis trekken. Vooral dit laatste komt sporadisch voor, wij weten het, maar de minis ter doet zijn best, en Keulen en Aken zijn tenslotte ook niet op een en de zelfde dag gebouwd. Een gezin, dat na lang wachten en veel sparen in een nieuwe woning kan trekken, ziet zich direkt voor velerlei problemen geplaatst. Ho», moet 't budget, dat natuurlijk nooit onbeperkt is, verdeeld worden, wat heeft voorrang, de marmeren tafel of de teakhouten schemerlamp, waar moeten we in beginsel meer geld aan uitgeven, aan een stevige eet- hoek of aan een wasautomaat? Het zijn vragen, die alleen aan de hand van goede voorlichting en met een kundige blik in de toekomst op gelost kunnen worden. Want wat is er vooral bij een jong gezin, waar kinderen hoe lief ze ook zijn, een wezenlijk gevaar voor meubelen en stoffering vormen van meer be lang, een wasmachine-met-alles-erop en-eraan of een „onwankelbare" stoel, een Louis Seize bankstel, waar pap en drop hun sporen nalaten, en waar hondepoten vaak nog te her kennen zijn of een vloerbedek king, die het jaren uithoudt onder de druk van een levend gezin? Jonge mensen letten bij de inrich ting van hun huis meestal alleen op het effekt, dat zij met hun keuze be reiken, en zij besteden vaak te wei nig geld aan dingen, die het funda ment van hun woninginrichting voor enkele tientallen jaren moeten kun nen vormen. Een dure eethoek? Dan maar een wat goedkopere stoffering voor de sofa. Een dure verlichting? Dan maar wat besparen op de vloerbe dekking. Er is in Nederland vloerbe dekking te koop tussen de twintig en tachtig gulden per meter, maar de meesten kopen dichter bij de twintig dan bij de tachtig gulden. En over een paar jaar moeten ze er wéér aan beginnen. En over een paar jaar laten ze het bankstel opnieuw over trekken, omdat er vleken in zijn, die er niet meer uitgaan en omdat de randen niet meer zo gaaf zijn. Misschien kost het wat meer, vloerbedekking uit synthetische kwaliteitsvezels te kiezen, en meu belbekleding. Maar de pap van de baby gaat eruit. En de wijn van de pleegzuster. En de weefsels van acryvezels, bijvoorbeeld draion, zijn kleurecht en worden dus niet vaal, ook al schijnt de zon er de hele dag op. En slijtplekken laten lang op zich wachten. Voer alle reparaties Schoolstraat 90 TeL 9M0 BENOEMD Pater Drs. J. Linskens werd aan gesteld tot prof. van nieuw testa mentaire exegese aan The Atheneo University in Manilla (Philippijnen), tevens aan de E.A.P.I. (The East Asion Pastoral Institute), verbonden aan dezelfde universiteit voor uni versitaire studies van priesters, reli gieuzen en leken uit alle Aziatische landen. In opdracht van dezelfde universiteit maakt Paters Linskens op het einde van dit jaar een lectore tour door Thailand, India. Maleisië en Indonesië. Pater Drs. Linskens is afkomstig afkomstig van Blitterswijck. „Die tuinkabouter had jaren lang gezwegen. Zo lang ik 'm heb zien staan, had ie geen mond open ge daan, maar in de nacht op 2 op 3 september begon ie ineens te schel den", verklaarde de getuige zonder blikken of blozen. En het was een zeer geloofwaardige getuige in de vorm van een ambtsedige rijkspoli tieman die deze opzienbarende woor den sprak. Hij was opgeroepen om een zaak te helpen ontwarren die vorige maand in tegenstrijdige ver klaringen was blijven steken. En om dat de kabouter zelf geen getuigenis wilde afleggen. „Juist", zei de politierechter, „u bent toen van uw rijwiel gestapt en naar dat tuinhek toe gegaan. Wie zag U daar toen?" „Ik zag alleen die tuinkabouter, edelachtbare, want die stond in het licht van een lantaarn. Ik stak mijn hoofd over het hek en toen zei die: „Hé chauffeur, heb je ook de bus ge mist?" Nou ja, toen begreep ik dat er een dronken kerel tussen de strui ken moest liggen." „O, hij zag u voor de buschauffeur aan?" En met het bevestigend ant woord was dan verdachte's verkla ring, dat hij door de chauffeur van een bus zou zijn mishandeld, ont zenuwd. Alleen de verdachte zelf, 'n potige boerenzoon, hield het er op dat er een échte bus met een échte chauffeur gereden had. „En dan dacht u zeker, dat die bus midden in de nacht rijdt en dat de chauffeur tijd krijgt om tussen alle struiken naar passagiers te zoeken", zei de rechter. En tot de verbalisant: „Hebt u deze man in een bus gezet?" „Tja, dat is te zeggendat léék er wel op, edelachtbare." En toen kwam het verhaal over de voortuin die geen openbare weg was en het gesloten tuinhek en de onzichtbare man die beweerde daar op de bus te wachten. Met de tuinkabouter die ook bij de halte stond. De wacht meester was in het wachten geen meester, hij mocht ook niet ingrijpen zolang de beschonkene niet op de openbare weg liep en de bewoners; van het huis bleken met vakantie. Hij kon alleen maar vragen, of me neer eens tevoorschijn wilde komen. Maar dan klonk als antwoord. „Nee, ik heb al een retourtje", of „ik hoef er nog niet uit, chauffeur, kórren maar „Toen heb ik maar net gedaan of ik doorreed met de bus", verklaarde de gezagsdrager. „Ik heb een beetje staan sturen, ronken en toeteren op het trottoir en bij de derde halte riep ik „Uw huis! U bent thuis!" Nou dat hielp, want toen kwam ie waggelend en wel naar het hekje. Met die tuin kabouter in z'n armen. Ik moest hem zelf over dat hekje heen wurmen, maar hij riep alleen „Au. m'n zóón!" En met z'n zoon bedoelde hij de ka bouter. Nou, toen moest ik z'n zoon nog een kaartje verkopen en op weg naar 't bureau alle haltes afroepen en voor ie de cel in wou, moest ik nog netjes aanbellen." „Verdachte sprak dus wartaal, rook naar drank en was ook onvast ter been?" „Jawel edelachtbare, maar hij be weerde dat de bus zo slingerde over de weg." „En waarom schold u zo op deze politieman?" vroeg de rechter aan verdachte. ,„Dat was alleen maar omdat die bus niet stoppen wou aan de halte. Tenminstedat dacht ik eerst, ze ker." De officier van justitie eiste we gens belediging van een ambtenaar in functie en openbare dronkenschap 200,boete of drie weken hech tenis, maar de politierechter conclu deerde dat de verdachte alleen maar tegen of op een bus had staan schel den en van de aanwezigheid van een agent geen flauw besef had; dat de tenlastelegging niet van een bus of van een chauffeur repte en dat deze verdachte zich bovendien niet vrij willig op de openbare weg in kenne lijke staat van dronkenschap had be vonden zoals het procesverbaal ver meldde, weshalve hij de aanklacht nietig moest verklaren en de boeren zoon ontsloeg van rechtsvervolging. .,'t Is goed dat ik het weet", grin nikte een der andere getuigen. „Als tuin in bij die kabouter als er een politieagent aankomt.... PANNE? 1032 BELLEN! VERKEER IN NOOD (D Het aantal voertuigen in Neder land, fietsen, brommers, personen auto's, vrachtwagens, scooters, mo toren, neemt jaarlijks snel toe. Het aantal verkeersongelukken stijgt nog sneller. Wegen raken overbelast. Kettingbotsingen zijn op sommige autowegen zo'n normaal verschijnsel geworden, dat de politie zelfs niet meer komt kijken als er geen per soonlijk letsel is. Een voetganger voelt zich in de stad een koorddan ser, die bij windkracht tien over een dunne draad een diep ravijn moet oversteken. Het Nederlandse verkeer is ziek. Dat kan eenieder oppervlak kig constateren, die dagelijks op de weg is. De oorzaak van de ziekte is echter nog niet achterhaald. Het is niet alleen de snelle groei van het aantal voertuigen en het daarop ach terblijven van de wegaanleg. Het is ook: het ontbreken van een goed verkeersbeleid; te weinig kennis van het verkeer; het falen van de mens bij het besturen van een machine; het niet aangepast'zijn van de weg aan moderne vervoersmiddelen. Dit zijn slechts een paar voorbeel den. De mate, waarin zij medeschul dig zijn aan de toenemende ver keersmoeilijkheden. is nog volstrekt onbekend. Nederland loopt bij het onderzoek naar het verkeer ver ach terop. Het Nederlandse parlement zal binnenkort uitvoerig debatteren over de verkeersnood. Aanleiding daartoe is de onlangs verschenen „Nota Verkeersveiligheid" van mi nister Bakker (Verkeer). De be windsman heeft al heel wat kritiek moeten horen op zijn nota. Hij laat zich over het toekomstig beleid nau welijks konkreet uit. De feitelijke nota is ook niet veel meer dan een bescheiden weergave van een uitge breid rapport van de „Stichting We tenschappelijk Onderzoek Verkeers veiligheid". Een organisatie, die in 1962 door overheid en particuliere organisaties werd opgericht. Vele ja ren nadat in het buitenland (Ameri ka, Engeland, Duitsland) een derge lijk instituut al werkte. De „SWOV" had het rapport al in 1965 gereed. Twee jaren lang is het blijven liggen in de bureaux van het departement. Nu het eindelijk is vrijgegeven klop pen de cijfers niet meer. Dit heeft kwaad bloed gezet bij talrijke ver- keersdeskundigen. De gegevens van de uitgebreide studie zijn, hoewel niet meer recent, toch wel bruikbaar. En om van te schrikken. De stichting concludeert: „Met circa 2500 doden per jaar is de verkeersonveiligheid te beschouwen als een kwaadaardige ziekte, waar van de bestrijding met alle mogelij ke middelen ter hand moet worden genomen". Overlijden als gevolg van een verkeersongeval gaat in het to tale beeld van de doodsoorzaken een steeds belangrijker rol spelen. Voor de gehele bevolking staat het op de vierde plaats. Voor de leeftijdsgroep van vijftien tot 45 jaar op de tweede (1962) of op de eerste plaats (1964). Terecht zegt minister Bakker „de verkeersonveiligheid moet worden gezien als een ernstige bedreiging van de volksgezondheid". De economische schade voor onze samenleving groeit nog sneller dan de invloed op de gezondheid. In 1962 werd, bij rond 205 duizend verkeers ongelukken, de totale schade ge raamd op 480 miljoen gulden. Een gemiddelde van 45 gulden voor elke Nederlander. Volgens de minister mag men aannemen, dat de econo mische schade inmiddels is opgelo pen tot één miljard gulden per jaar; per hoofd van de bevolking meer dan negentig gulden, het dubbele van 1962. Voor de, als het zijn por- temonnaie aangaat, altijd bijzonder gevoelige Nederlander, een ontwik keling, die tot nadenken stemt. Gezien deze schokkende cijfers is de nota van minister Bakker nog heel voorzichtig van toon. De be windsman zegt bijvoorbeeld: „De za ken van de verkeersveiligheid heb ben pas de laatste jaren een meer wetenschappelijke aanpak gekregen. Vaste vormen heeft een en ander nog niet aangenomen. Ik heb me dan ook afgevraagd of het niettemin aanbe veling verdient de onderhavige no ta uit te brengen. De nota kan ech ter een basis vormen voor de discus sies over de verkeersveiligheid. Dis cussies, die op hun beurt weer de basis kunnen vormen voor eventueel nader te nemen maatregelen". Het is onzin om over „eventueel nader te nemen maatregelen" te praten, me nen de particuliere verkeersorgani- saties en -deskundigen. Maatregelen zijn heel hard nodig. Nu. Men moet niet wachten op discussies en verde re situaties, maar nu handelen. Het aantal ongevallen in Nederland stijgt sinds 1955 met gemiddeld negen pro cent per jaar. Een cijfer, dat elk ge praat verbiedt, zo hebben inmiddels organisaties, zoals ANWB en KNAC laten weten. Over de ongevallen levert de nota nog een aantal markante gegevens. Binnen de bebouwde kom, dus in de steden en dorpen, komen vier maal zoveel ongevallen voor als bui ten de bebouwde kom; de afloop van de ongevallen buiten de bebouwde kom is evenwel ernstiger. Het aantal slachtoffers onder auto mobilisten neemt zowel verhoudings gewijze als absoluut sterk toe, bij fietsers daalt het, bij voetgangers daalt het alleen verhoudingsgewijze. Het voertuigenpark breidt zich uit. Het aantal personenauto's neemt sterk toe, het aantal motoren en scooters neemt af. Parallel hieraan neemt het aantal ongevallen, waarbij auto's betrokken zijn, toe en dat, waarbij motoren en scooters zijn be trokken. af. Een berijder van een motor of scooter geraakt veel sneller ernstig gewonod dan een automobi list. Merkwaardig is, dat het aantal voertuigen snel toeneemt, maar de verkeersintensiteit (wetenschappelijk uitgedrukt: het aantal voertuigen, dat op een bepaald punt van de weg per tijdseenheid passeert op deze groei achterblijft. Dit betekent, dat een voertuig minder intensief wordt gebruikt dan vroeger. „Geen won der", kan men zeggen, „nu er zoveel op de weg zijn, alleen al rond ander half miljoen personenauto's, ver dwijnt hun plezier van 't rijden ra zendsnel." VROUW DOOD AANGETROFFEN De Venrayse jager J. vond don derdagmiddag in de Boshuizer ber gen het ontzielde lichaam van de 61- jarige mevr. v. d. K.-R. uit Venray. De vrouw had maandagmiddag in enigszins overspannen toestand de echtelijke woning verlaten. De dood moet reeds maandag zijn ingetreden. TWEE INBRAKEN TE VENRAY In de nacht van donderdag op vrijdag werd op twee plaatsen te Venray ingebroken. In Nelipak aan de Maasheseweg werd door het in slaan van een ruit toegang ver schaft. Geld werd niet gevonden, wel werden enkele kledingstukken meegenomen. Bureaux en kasten werden open gebroken. Veel schade werd door vernielingen aangebracht. In de Huishoudschool aan de Mgr. Nolenstraat werd door forcering van een deur toegang verschaft. Ook hier werd veel schade aangericht door openbreken van kasten, laden en bu reaux. Geld was niet aanwezig en kon dus ook niet gestolen worden. AUTO GESLIPT Vrijdagmorgen omstreeks half ne gen is de personenauto, bestuurd door de 18-jarige H. A. de B. uit Geysteren op de Maasheseweg in de bocht in een slip geraakt en in een links van de weg gelegen greppel tot stilstand gekomen. De naast de be stuurder zittende 17-jarige zus moest met diverse inwendige kneuzingen naar het ziekenhuis te Venray wor den vervoerd. De wagen werd ern stig beschadigd. CHAUFFEUR LIET VRACHTAUTO IN DE STEEK Donderdagmorgen moest de be stuurder van een met 30 ton stenen beladen vrachtwagen met aanhang wagen uitwijken tijdens zware mist op de Horsterweg voor een gepar keerde wagen. Deze manoeuvre had tot gevolg dat de wagen in de grep pel terecht kwam. De bestuurder D. L. uit Breyel Did. verdween met de mededeling dat hij een andere wa gen ging halen om de stenen over te laden, 's Avonds om 7 uur was de bestuurder nog niet terug en ver sperde de wagen nog steeds het rij wielpad. Op kosten van de eigenaar werd door een Venlo's takelbedrijf de lading overgeladen. Enige weken geleden hebben wij uw aandacht gevraagd voor de en quete Bescherming Bevolking, die onlangs van start is gegaan in 203 gemeenten (waaronder ook Venray en 19 andere N.-Limburgse gemeen ten). Zoals reeds is medegedeeld, is het doel van deze enquete, die zich geleidelijk aan over het gehele land zal uitbreiden, na te gaan hoe groot de „afschermingsfactor" van onze woningen is; m.a.w. welke bescher ming onze woning biedt tegen de zo gevaarlijke radioactiviteit, ontstaan ten gevolge van een atoomoorlog. HOE GROOT IS UW EIGEN BESCHERMINGSMOGELIJKHEID Om deze vraag te kunnen beant woorden verzamelen door het ge meentebestuur aangesteld enqueteurs de benodigde gegevens, die later de computers in staat moeten stellen de afschermingsfactor te berekenen. Na afloop van de enquete zal dan ieder gezinshoofd er van op de hoogte ge steld worden of zijn woning een re delijke afschermingsfactor bezit en welk vertrek van zijn woning de meeste veiligheid biedt. Voor degenen, die een huis bewo nen, waarvan mocht blijken dat de afscherming onvoldoende is, zal er naar worden gestreefd schuilgele- genheid aan te wijzen in grote ge bouwen, gelegen in de naaste omge ving. Door hun constructie bieden deze gebouwen meestal een grotere bescherming tegen de nadelige ge volgen van radioaktieve neerslag. Ook zal het resultaat van het on derzoek het mogelijk maken te ko men tot een betere planning inzake de bouw van openbare schuilgele- genheden, speciaal bij nieuwbouw van grote gebouwen. VEEL MEDEWERKING Tot nu toe is gebleken, dat de me dewerking die de enqueteurs bij hun „huisbezoek" ondervinden, zeer goed is te noemen. Hieruit blijkt de be reidwilligheid van de bevolking om mee te werken aan de maatregelen van de Overheid, welke ten doel hebben de veiligheid van haar bur gers zo hoog mogelijk op te voeren voor het geval ons land zou worden betrokken in een oorlog, waarvan wij allen natuurlijk vurig hopen dat hij nooit zal uitbreken. De kansen op oorlog lijken niet groter dan 5 of 10 jaar geleden. Maar of ze kleiner zijn? Het is mogelijk, maar zolang de grote machten in onze wereld hun bewa peningsuitgaven nog ieder jaar op voeren, zal het „risico" van een mo gelijke uitbarsting steeds blijven beangstigen. GEEN WANHOOP In ons dagelijks teven verzekeren we ons tegen vele risico's, bijv. van brand en ongeval, ondanks de hoop er voor gespaard te blijven. In die zin dienen we ook de enquete Be scherming Bevolking te zien, die uit sluitend ten doel heeft onze veilig heid - zo goed als mogelijk is - te helpen verzekeren. Soms wordt er wel eens beweerd, dat er voor de gevolgen van de atoombom geen en kele bescherming mogelijk is. Dit is een theorie die niet te bewijzen valt. Ze getuigt van een bijzonder fatalis tische denkwijze. Vanzelfsprekend moeten we ons zeer wel bewust zijn van de vreselijke gevolgen van een atoomoorlog, maar van de andere kant toch niet vervallen in 't zwar- ste pessimisme en daardoor ten prooi vallen van moedeloosheid. Hoe zou het met de mensheid gesteld zijn, in dien bijv. de medische wetenschap eenzelfde pessimisme aan de dag ge legd zou hebben, en geredeneerd had dat er voor gevaarlijke ziekten die de mensheid bedreigen toch geen kruid is gewassen, en laten we daarom het hoofd maar in de schoot leggen. Tu berculose zou nog niet zijn overwon nen en de oplossing voor 't probleem kanker zou nooit gevonden worden. Het tegendeel is waar; men strijdt en vecht voor ieder mensenleven Geheel machteloos zijn we nooit en hiervan overtuigd zijnde, zullen we ons verplicht moeten voelen mee te helpen aan de verhoging van onze eigen veiligheid en die van anderen. ONTEIGEN ING 7 vraagt kosteloos inlichtingen bij F. HOLLEMAN Onteigenin gs-adviezen Breda, Ignatiusstr. 42a, telefoon 01600-41754

Peel en Maas | 1967 | | pagina 7