BOORMACHINES
Hegelsportartikelen
T uinbou wartikelen
Handgereedschappen
HENK SMITS
OPENING van de
FIRMA J. THEUWS
éérst sparen, dén lenen
GERO roestvrij tafelcouvert, pannen
B.K. roestvrij stalen pannen
BRABANTIA artikelen
TOM ADO huishoudhulpen
MEL1TTA koffiekannen
EDY keukenuitzetten
AROPAL en PYRE X vuurvast glas
BENRAAD verchroomde koffiekannen
LEERDAM drinkserviezen
BOLDOOT en 4711 eau de cologne
COENEN
18 november a.s.
bij het
INTERCOMMUNAAL BOUWFONDS NOORD - LIMBURG
A.E.G. Indola Stanley Erres
ook alle hulpstukken voorradig
Hudora en Nooitgedagt schaatsen
UW ADRES
Ijzerhandel
Schoolstraat 26
)nze sortering
adeau-artikelen
s enorm groot
HOFSTRAAT i TCI 117Q.14780
Kijk en vergelijk
tot 18 november
dubbel aantal bankzegels
Jan Hensenstraat 16 - VENRAY - Tel. 1523
Speciaalzaak voor:
VALSPARVERF
BEHANG
DOE-HET-ZELF ARTIKELEN
Vraag deskundig advies van de Vakman.
U heeft een ruime keuze von fijne kleuren in een zaak, waar U
zich thuis voelt en die voldoet aan de eisen die U stelt
(met hypotheek)
Inlichtingen kunnen worden verkregen bij de plaatselijke correspondenten ter Gemeente-Secretarie van de
dan wel b|j de administratie van het Bouwfonds: Antoniuslaan 25, Venlo/BIerick.
Tel. 04700/20440
Aangesloten gemeentenArcen en Velden, Bergen, Broekhulzen, Gennep, Grubbenvorst, Horst Maasbree, Meerlo,
Mook en Middelaar, Ottersum, Sevenum, Tegelen, Venlo, Vonrey en Wanssum.
van het bepaalde in het eerste lid
ghvoor wat betreft de daarin genoemde
MBnmen en op de voet van het bepaalde
voor wat betreft de daarin genoemde
enfinmen.
)u£rste lid van dit artikel onder II wor-
r gebouwde eigendommen niet ver
van de woning staande bedrijfsge-
en andere niet als woonruimte be-
liüiopstallen, welke gebruikt worden ten
joijvan agrarische doeleinden,
gt 6.
iwjaarlijkse belasting bedraagt voor de
december 1967 tot stand gekomen
ti ieningen:
tie[gebouwde en ongebouwde eigendom
als bedoeld in artikel 1, gelegen in
uitbreidingsplannen tot
gekomen ingevolge artikel 36 der
djingwet 1901 niet zijnde een uit
en ingsplan in hoofdzaak c.q. goedge-
*ve le bestemmingsplannen als bedoeld
ckjtikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke
te ning niet zijnde een bestemmings
an voor het agrarisch gebied die be
ft aan openbare landwegen in de ge
baste, die voorzien zijn van wegverhar-
in anders dan alleen met grind- of
te ij de aanleg van nieuwe wegen:
voor de wegverharding f. 11,50 per
strekkende meter;
1,-f. voetpadverharding, anders dan
allen met grind- of steenslag 4,-
per strekkende meter;
riolering 6,50 per strekkende me
ter;
de aanleg van wegverharding,
itfoetpaden, riolering in of bij reeds
estaande wegen welke niet van een
esloten wegdek zijn voorzien, voor:
da de wegverharding 5,50 per strek-
kende meter;
ni|. voetpadverharding, anders dan al-
allen met grind- of steen slag 2,-
per strekkende meter;
riolering 3,per strekkende me
ter;
de uitvoering van verbeterings-
q. reconstructiewerken aan bestaan-
ir wegen welke reeds van een geslo-
iiiten wegdek zijn voorzien, voor:
de wegverharding 2,75 per strek
kende meter;
de voetpadverharding, anders dan
alleen grind- of steenslag 2,
per strekkende meter;
riolering 3,per strekkende me
ter.
I ^wijking van het hiervoor onder A
c dit artikel bepaalde bedraagt voor
o uwde eigendommen, gelegen in een
waarvoor krachtens een uitbrei-
c.q. bestemmingsplan een land
ld
bouwkundige bestemming geldt en te
vens gebruikt ten behoeve van agrarische
doeleinden, voor de wegverharding aan
gebracht op wegen welke voordien niet
voorzien waren van een gesloten wegdek,
ongeacht de belending, 50% van de be
lastbare opbrengst van die gebouwde
eigendommen volgens de kadastrale leg
gers.
II. Overige gebouwde eigendommen, gelegen
in het onder B sub I bedoeld gebied:
35% van de belastbare opbrengst voor
zover deze niet meer bedraagt dan
100,—;
100% van de belastbare opbrengst voor
zover deze een bedrag van 100,
overschrijdt.
III. De wegverbetering aangebracht tijdens
verbeterings- c.q. reconstructiewerken
aan wegen welke reeds van een gesloten
wegdek zijn voorzien:
de helft van de hiervóór onder B I en II
genoemde bedragen.
2. Voor zover de belastbare opbrengst van de
in dit artikel bedoelde eigendommen in die
leggers niet is aangegeven, wordt deze van
wege en op kosten van de gemeente zo veel
mogelijk in verhouding tot de belastbare op
brengst van andere gelijksoortige eigendom
men geschat.
BEREKENINGSWIJZE.
Artikel 7.
1. Bij de berekening van de belasting wordt
een afronding naar beneden toegepast op
een veelvoud van een gulden.
2. Aanslagen van minder dan 10,worden
niet ten kohiere gebracht.
MEERVOUDIGE BELASTINGSPLICHT.
Artikel 8.
Zijn ten aanzien van enig eigendom twee of
meer genothebbenden, dan is ieder van hen
hoofdelijk voor het gehele bedrag van de belas
tingschuld aansprakelijk, met dien verstande dat
betaling door de een de andere of de anderen
van zijn, respectievelijk hun belastingschuld be
vrijdt.
BELASTINGJAAR.
Artikel 9.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
VRIJSTELLINGEN.
Artikel 10.
De belasting wordt niet geheven voor:
1. eigendommen, welke van de gemeente zijn
aangekocht en waarvan de kosten van de
openbare voorzieningen geacht kunnen wor
den in de koopsom te zijn begrepen, danwel
eigendommen, waarvan bedoelde kosten op
andere wijze met de gemeenten zijn verre
kend;
2. eigendommen, bestemd voor de publieke
dienst, waarvan^ de gemeente genothebbende
is;
3. eigendommen, uitsluitend bestemd en in ge
bruik voor het onderwijs, voor de openbare
eredienst, of voor gemeenschapshuizen,
sportvoorzieningen en begraafplaatsen;
4. ongebouwde eigendommen, welke krachtens
een stedebouwkundige maatregel, waaronder
begrepen rooilijnvoorschriften, bouwverbod,
bouwverordening, bebouwingsvoorschriften
niet kunnen of mogen worden bebouwd.
AFKOOP.
Artikel 11.
1. De belasting kan op een bij burgemeester en
wethouders schriftelijk in te dienen aanvraag
worden afgekocht tegen betaling ineens van
de contante waarde van de aanslag over de
nog niet verstreken periode, waarvoor de be
lasting verschuldigd is.
2. Bij de berekening van de contante waarde
wordt het percentage 5 als rentevoet geno
men en wordt uitgegaan van de toestand op
1 januari van het jaar volgende op dat, waar
in de aanvraag bij burgemeester en wethou
ders is binnengekomen.
AMBTSHALVE VERMINDERING.
Artikel 12.
Burgemeester en wethouders kunnen onjuist
vastgestelde aanslagen ambtshalve verminderen
of vernietigen, zolang niet sedert de aanvang
van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken.
NAVORDERING.
Artikel 13.
1. Indien enig feit grond oplevert voor het ver
moeden, dat ten onrechte is afgezien van het
vaststellen van een aanslag, dan wel dat een
aanslag ten onrechte is vernietigd of vermin
derd of een te, lage aanslag is opgelegd, kan
de te weinig geheven belasting worden nage
vorderd, zolang niet sedert de aanvang van
het belastingjaar drie jaren zijn verstreken.
2. Het ingevolge het bepaalde in het eerste lid
na te vorderen bedrag wordt met het twee
voud daarvan verhoogd, tenzij op grond van
dwaling, verschoonbaar verzuim of niet aan
de belastingplichtige te wijten feiten redenen
aanwezig zijn deze verhoging niet of slechts
ten dele toe te passen.
KOHIEREN.
Artikel 14.
1. De kohieren van de aanslagen van hen, die
overeenkomstig de bepalingen van deze ver
ordening in belasting verschuldigd zijn, wor
den zo spoedig mogelijk na de aanvang van
het belastingjaar opgemaakt en door burge
meester en wethouders vastgesteld.
2. Aanslagen, die om enigerlei redenen niet op
het oorspronkelijk kohier, bedoeld in het
eerste lid, zijn gebracht, worden op een
aanvullingskohier gesteld.
3. Navorderingsaanslagen worden op een na
vorderingskohier gebracht.
4. De kohieren worden binnen acht dagen na
hun vaststelling aan de gemeente-ontvanger
ter invordering gezonden.
AANSLAGBILJETTEN.
Artikel 15.
1. De gemeente-ontvanger zendt zo spoedig
mogelijk nadat hij een kohier als in artikel
14 bedoeld ter invordering heeft ontvangen,
een gedagtekend aanslagbiljet aan hen die
daarop voorkomen.
2. Burgemeester en wethouders stellen het mo
del van het aanslagbiljet vast.
BETALINGSWIJZE.
Artikel 16.
De belasting kan worden voldaan door betaling
ten kantore van de gemeente-ontvanger, als
mede door overschrijving of storting op diens
postrekening dan wel op andere op het aanslag
biljet vermelde wijze.
BETALINGSTERMIJNEN.
Artikel 17.
1. De belasting moet in zes zoveel mogelijk ge
lijke termijnen worden voldaan. De eerste
termijn vervalt op de laatste dag van de
maand volgende op die, welke in de dagte
kening van het aanslagbiljet is vermeld; elke
vogende termijn vervalt een maand na het
verstrijken van de daaraan voorafgaande ter
mijn.
2. De belasting kan zowel op als vóór de ge
stelde verschijningsdata geheel worden vol
daan.
INVORDERBAARHEID INEENS.
Artikel 18.
De belasting is dadelijk en ineens invorderbaar,
indien de belastingschuldige in staat van faillis
sement is verklaard of op zijn roerende of on
roerende goederen executoriaal beslag is gelegd,
dan wel indien blijkt, dat de belastingschuldige
het land metterwoon wil verlaten of indien op
grond van andere feiten of omstandigheden ge
rechtvaardigde vrees bestaat voor verduistering
van zijn roerende en onroerende goederen.
SCHORSING BETALINGSVERPLICHTING.
Artikel 19.
De verplichting tot betaing van de aanslag
wordt door het indienen van bezwaarschriften,
beroepschriften of verzoekschriften om afschrij
ving niet opgeschort.
KWIJTING.
Artikel 20.
De gemeente-ontvanger verleent voor iedere be
taling, die in zijn handen geschiedt, onmiddellijk
kwijting op het aanslagbiljet, zo dit bij de be
taling wordt aangeboden, dan wel op andere
behoorlijke wijze, indien het aanslagbiljet niet
wordt overgelegd.
INVORDERING.
Artikel 21.
De invordering van de belasting geschiedt overi
gens overeenkomstig het bepaalde in de arti
kelen 291 tot en met 295 van de gemeentewet.
AFSCHRIJVING.
Artikel 22.
1. Indien een belastingschuldige niet in staat is
anders dan met buitengewoon bezwaar de
verschudigde belasting geheel of gedeeltelijk
te voldoen, kunnen burgemeester en wethou
ders het verschuldigde bedrag geheel of ge
deeltelijk afschrijven.
2. De afschrijving, bedoeld in het eerste lid,
wordt slechts verleend op schriftelijk ver
zoek van de belastingschuldige.
3. Burgemeester en wethouders horen, alvorens
op het in het tweede lid bedoelde verzoek te
beslissen, de gemeente-ontvanger.
4. De beslissing op het in het tweede lid be-
doed verzoek wordt de belastingschuldige
schriftelijk medegedeeld.
TOEREKENING EN AFSCHRIJVING VAN
DE BETALINGEN.
Artikel 23.
De toerekening en afschrijving van de betalin
gen geschieden in de volgende orde:
a. op de kosten van vervolging, zo die verschul
digd zijn;
b. op de oudste van de openstaande aanslagen
en op de eerste verschijnende termijnen.
ONINBAARVERKLARING.
Artikel 24.
1. Binnen drie maanden na het vervallen van
de laatste termijn zendt de gemeente-ontvan
ger aan burgemeester en wethouders een
lijst met toelichting van de posten op dat
kohier, welke hij niet of niet geheel heeft
kunnen invorderen.
2. Burgemeester en wethouders doen aan de
gemeenteraad zo nodig een voorstel tot on
inbaarverklaring van die posten, welke zij
daarvoor vatbaar achten.
NAAM VAN DE VERORDENING.
Artikel 25.
Deze verordening kan worden aangehaald onder
de naam „Straataanlegbelastingverordening
VENRAY 1967".
SLOTBEPALING.
Artikel 26.
Deze verordening treedt in werking met ingang
van 1 januari 1968.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 31 oktober 1967.
Mr. M. M. L. G. M. Custers, voorzitter.
H. P. L. Vorst, secretaris.