m De Peel in de Schouwburg nee ruit tot Uit het stenen tijdperk Waar maakt u zich zorgen over? Dit najaar mag letterlijk alles en alles. Ruiten is mode. Effen ook. Voor fel contrasterende kleuren geldt hetzelfde. U zoekt gewoon uit wat het beste staat, het charmantst kleedt. Dat doet u dan natuurlijk bij de zaak die de meeste variatie heeft..? bij óns! pijls VRIJDAG 13 OKTOBER 1967 No. 41 ACHT EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY U/CCVRI An V/OO P X/PMPAV PM OMQTDPIfPM ADVERTENTIEPRIJS 12 ct p. mm. ABONNEMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 2727 GIRO 1050652 ÏVEEADLHU VUUH Vdllxnl C. IV \J IVI O I 1\C. I\ C. IN PRUS PER KWARTAAL 2.— (buiten V.nray 125) ~£[p.e voelt men zich, als men zo uit het stenen tijdperk overge plaatst wordt naar Venray Die vraag legden we voor aan Pater Juul Camps, de Venrayse missionaris, die vanuit de Balienvallei uit het oude Nieuw Guinea naar Venray is gekomen, om daar van een welverdiende vakantie te genieten, btf z«n familie, bp zyn oude bekenden. Toen 12 jaren geleden de toenmalige minister van Landbouw S.L. Mansholt de Vredepeel officieel voor ontgonnen kwam verklaren, is men ook eens wat dieper ingegaan op de geschiedenis van 't stukje afgelegen Peel, dat weliswaar Vredepeel genoemd werd, doch in feite beter Twistpeel had mogen heten. Eeuwenlang is immers over die en andere Peelgronden gevochten met de buurt gemeenten. - Intussen heeft de archivaris van de Brabantse Peel- gemeenten, de heer E. van Emstede, hierover nog nadere bijzon derheden gevonden. Pater Juul Camps ofm heeft met zijn 42 jaren al zo'n 15 missionaris jaren „er op zitten". Ze tellen dub bel zegt men, maar deze franciskaan ziet men dat beslist niet aan. Hij rolt zijn sjekkie heel handig en ge niet kennelijk van al dat nieuwe dat zijn geboorteplaats hem te bieden heeft, zelfs tot het natte weer toe CONTACTEN „Ja, hoe voelt men zich..." Hij moet even over die vraag naden ken... In de eerste zeven jaren heeft hij in het zuiden van Nieuw Guinea gezeten, dat toen nog Nieuw Guinea heette en niet West Irian. Daar had hij behoorlijk contact met de men sen van dat land, maar ook met de nederlanders en Europeanen die er waren. Ook na zijn eerste vakantie, toen hij pastoor werd in Hollandia, de havenstad, och toen was de band met Holland veel enger. Beter dan men van hieruit misschien wel zou denken. Maar toen kwamen de Indonesi ërs. Hollandia werd Soekarnopoera en vele, vele bekenden trokken weg. De bisschop besloot twee stadspa- rochies samen te voegen en daarmee was de nieuwbakken pastoor Camps weer pastoor af. Hij kon kiezen en koos de BALIEN VALLEI Een stukje wereld, 45 km lang en 15 km breed. Eerst in 1937 was het op een van de vele expeditietochten ondekt. Daar leven zo'n 50 tot 60000 mensen in een 20-tal stammen, die het destijds als hun opgave zagen elkaar met pijl en boog en stenen bijlen naar het leven te staan. In 1954 trok er de Amerikaanse zending naar toe, maar kon weinig bereiken bij dat krijgslustige volk. Het duurde tot 1956 voordat de toenmalige Nederlandse regering dit gebied ging openleggen, door aanleg van vliegveldjes e.d. - daarbij met vrij harde hand zorgde dat er een einde kwam aan deze stamoorlogen. Stamoorlogen, die zorgden dat er meer vrouwen dan mannen waren, zodat iedere man minstens enkele vrouwen tot zijn beschikking had. Maar ondanks het feit, dat men er nog leefde in het stenen tijdperk, wisten ze toch wel wat van het ver bouwen van zoete aardappelen en van varkensteelt. Er was en is aan eten geen gebrek - al is het menu hopeloos eentonig. In 1958 trokken de Franciskanen naar dit stukje Nieuw Guinea en in 1963 volgde Pater Juul hun voor beeld. Daarmee liet hij letterlijk en figuurlijk de bewoonde wereld ach ter zich en kwam terecht in het STENEN TIJDPERK Pater Camps gooit wat foto's op het bureau en men ziet weer de al oude prentjes uit de Kleine Apostel en andere missieblaadjes. Wat blote kerels, raar uitgedost, met wat ve ren in hun haar en een stenen bijl op hun rug. Foto's van een opper hoofd met zijn „dames" en enkele naakte kinderen. Van een huit met rieten wanden en een dak van bla deren en gras... „Dat is mijn pasto rie..." En weer een andere hut van riet en bladeren: dat is mijn school, en weer een hut, weer van riet en bladeren: dat is mijn kerk die ik gebouwd heb.... Is het wonder dat hij zich in 'n andere wereld waande, toen hij per vliegtuig in Djakarta kwam voor de vacantiereis naar huis Is het een wonder dat hij niet wist wat hij zag toen ze in Bangkok landden En op Schiphol vroeg zijn familie hem of hij soms ziek was, zo sprakeloos en overdonderd was hij door de brede boulevards, de weelde en het com fort dat hij weer zag en waar wij in leven.... „Het duurt een paar dagen, voor dat je daar weer aan gewend bent". Die paar dagen zijn intussen al om en hij kan nu genieten van al dat nieuwe dat Venray biedt. „Jongen, jongen, wat groeit Ven ray toch..." is zijn bescheid. In de Balien vallei leest hij Peel en Maas ook - soms een half jaar na ver schijnen brengt het missie vliegtuig hem zijn krantjes, soms van weken tegelijk. Door Peel en Maas heeft hij zich wel een beeld gevormd van de veranderingen in zijn geboorte plaats, maar de werkelijkheid is grootser dan hij ooit verwacht had. Zo nieuwsgierig als hij naar ons Venray was, zo nieuwsgierig waren wij om te weten wat hij daar nu feitelijk allemaal uitvoert.... ONTWIKKELINGSWERK Zo op het oog ziet het er natuur lijk allemaal heel mooi uit, die Pa poea's in hun natuurlijke staat. Een vrij en blij leven - zou men menen als men de foto's ziet. Is het nu no dig die mensen uit hun vrije staat te halen? Dat is een vraag die men soms hoort stellen door mensen die er geen begrip van hebben dat al dat „natuurlijke" niet altijd zo mooi is als het lijkt Een vrouw brengt geen kinderen ter wereld om ze een paar dagen later weer te begraven. Een man moet niet sterven aan in fecties en andere wonden omdat er geen geneesmiddelen zijn. En waar om moet men honderden uren wer ken om een stenen bijl klaar te krij gen als men voor enkele dubbeltjes een ijzeren krijgen kan....? Waarom moeten mensen van honger sterven, omdat de grond door hen is uitge put....? Vroeger werd, aldus Pater Juul Camps, missioneringsarbeid mis schien te veel gezien als „zieltjes- winnerij". Maar in deze tijd trekt de missionaris de wereld in om te proberen meer menselijkheid te brengen, minder zorgen. Dat doet men door zieken te verplegen, de landbouw en veeteelt deskundig te organiseren, hen bosbouw te leren, hen iets van beschaving bij te bren gen, ze beter te ontwikkelen. Pro beren kontakt met hen te krijgen, om zo hun oude leef-gewoonten en leef-geloof (wat men allemaal kan samenvatten onder het woord adat) te doorbreken en door betere te ver vangen. Dat is soms een hopeloos proces, hopeloos in die zin, dat een 'hortige' Venrayse pater wel eens de kriebels in-krijgt als ze telkens op nieuw weer meer vertrouwen in hun eigen medicijnman hebben, dan in de geneesmiddelen of in het zie kenhuis dat men met veel moeite gebouwd heeft... Maar het proces gaat door, al is het langzaam. Kwam eerst niemand in de moei zaam gebouwde school, omdat het onderwijs door deze - inderdaad nog wilden - beschouwd werd als iets van de kwade geesten, nu zitten de kleine Papoea's teminste rustig te luisteren naar hun pastoor of on derwijzer - netjes op de kale grond. En op die kindertjes bouwt men de toekomst. GEEN VETPOT Het is een lang, langdurig proces, waarmede zieltjes-winnerij zo op 't oog niets te doen heeft. „Maar ik ben veel trotser op de 200 gedoop- ten van de Balien vallei, dan op de honderden die ik voor 13 jaren in Zuid Guinea gedoopt heb. Dit is 'n prachtige kern" zegt hij enthousiast - en wij met onze westerse begrip pen vinden 200 maar 'n schamel re sultaat na 4 jaren missionering... „Het is geen vetpot" zegt hij als we vragen naar zijn levensomstan digheden daar in die vallei. Trou wens hij hoeft het niet te zeggen, de foto!s van zijn schamele pastorie liegen er niet om. Hij is al dank baar voor de toezending van de krant, omdat die zo lekker kan die nen om er tochtgaten in de rieten wanden mee dicht te maken.... Maar 3 weken thuis is hij al enkele kilo's aangekomen. Daar bij de Papoea's is het altijd maar zoete aardappelen en te weinig groenten en altijd het zelfde varkensvlees; helemaal geen afwisseling... Toen de Nederlanders uit Nieuw Guinea weg trokken, trok ook de betrekkelijke rijkdom weg. De Ne derlanders hadden er van alles heen gesleept om het leven te veraange namen en daarvan profiteerden na tuurlijk de paters, broeders en zus ters ook. Maar die „rijkdom" is er niet meer. En de missionarissen we ten nu wat franciskaanse armoede betekent. Het heeft echter een voor deel: dat je nauwer in contact komt met de gewone mensen, die je nu niet meer zien als de rijke Hollan der. De rijke Hollander die maar in zijn radio behoeft te spreken om en kele dagen daarna het gevraagde per vliegtuig thuis bezorgd te krij gen... Dat is voorbij, en over het al gemeen is men daar niet zo rouwig over: je bent van slot van rekening vrijwillige pionier., „als er in 's he melsnaam maar wat meer afwisse ling in het eten kwam". Zoete aard appelen, man die kun je na verloop van tijd niet meer zien noch rui ken, maar er is niets anders Het is ook daarom dat zijn con fraters hem nawoven met de woor den: denk er om Juul...! Want nu krijgt iedere missionaris het consig ne mee van zijn medebroeders om te zorgen voor ingeblikte groenten, vlees en levensmiddelen, want dan eerst kan men dat eeuwig en altijd zelfde menu eens een keertje afwis selen... Dat Pater Juul een oude margari- nekist als beste stoel heeft; dat een paar oude koffers zijn kasten zijn en dat zijn tafel een of andere deur is die op raadselachtige wijze in de Balien vallei terecht is gekomen - dat alles deert hem niet, al wil hij proberen ditmaal toch wel een echte Daarvan kwam hij verslag doen in een lezing voor de Geschied- en Oudheidkundige Kring Venray, j. 1. maandag, in de foyer van Venrays schouwburg. Hij had nl. in het Bakelse gemeen tehuis een grote lompe eikenhouten kist ontdekt, die - na de brand van de kerk van Bakel in 1708 waarin de oudere archieven opgeborgen wa ren - als nieuwe archiefruimte ge bruikt werd. En wel in die zin, dat daarin werden opgeborgen de ver slagen van de schepenen, burge meestersrekeningen e.d. Die vondst deed vermoeden dat dus bij de ge noemde brand alle oudere archief stukken verloren zouden zijn ge gaan. Gelukkig bleek bij verdere onderzoekingen dat er toch nog al wat stukken uit vroegere jaren be houden zijn gebleven. Stukken die onder andere handelen over de uit gifte van heidegronden, moerassen en natuurlijk grasland (in de 14e eeuw) aan de „goede luyden" van Bakel, door de heer van Braband: Hertog Jan III. CIJNS Die goede „luyden" moesten daar voor dan de een of andere cijns be talen. Dat was „ergens" een slimme manier van deze hertog om aan geld te komen. Hij gaf waardeloze gronden weg en kreeg daar goed geld voor. Om dat geld op te kun nen brengen moesten de mensen proberen iets uit die grond te ha len, hntzij door er bijenkorven op te plaitken, die voor zoetstof en was voor - WHarsen zouden zorgen; hetzij door er schapen te weiden; hetzij door er turf te steken voor brand stof; hetzij door de hei als voer voor de koeien te gebruiken. Deze gronden konden dus door mankracht tot hogere rentabiliteit stoel mee te nemen. Alleen dat eten dat eten... Wedden, dat hij zijn spaarzame vakantiemaanden zal gebruiken om daar wat meer afwisseling in te brengen U hoort er meer van. U die niet weet of u vandaag friet of gewone aardappelen zult eten, of dat u naar de Chinees gaat. U kunt er vast rekening mee houden door hier en daar een blikje van dit of dat voor hem weg te zetten. Voor de man uit het stenen tijdperk, uw en mijn afgezant gebracht worden en dat kon voor de hertog weer aanleiding zijn de cijns te verhogen. Jan III volgde daar mee feitelijk het voorbeeld van de heer van Cuyk, ook al een Jan, die in 1308 o.a. peelgronden gaf aan de inwoners van Sambeek, Vierlings beek en Overloon. Terwijl dus van Brabantse kant deze, wat men noemde gemene gronden tegen cijns ter beschikking werden gesteld aan de inwoners van de aan Venray grenzende Peel- gemeenten, bleek in 1407 de hertog van Gulick en Gelre, Reinoud ge naamd, veel royaler. Hij gaf om niets de Peelgronden rond Venray aan de inwoners van dit toenmalige kerspel. Dat was dus een reden voor een bepaalde afgunst tussen die van Brabant en Venray. Met de uitgifte van Peelgronden aan de inwoners van Bakel, aan Vierlingsbeek en Overloon en aan Venray, kwam natuurlijk de afba kening van die gebieden ter sprake. Een afbakening die gewoonlijk ge schiedde door eiken palen. Niet te veel, want die palen kostten geld. Maar ze gaven aanleiding tot her rie, want in zo'n peelvlakte kan zo'n paal ongemerkt wel eens een paar meter gaan verhuizen, en dan was de herrie daar in 1545 was de ruzie tussen die van Vierlingsbeek en Venray, over de grenzen in het peelgebied al zo hoog opgelopen dat door de heer v. Wittenhorst en de Graaf van Buren uit het Cuykse al een onderzoek in gesteld moest worden. Wat doet men dan om de zuivere loop van de grenzen te bepalen? Er worden schepers bijgehaald, die met hun kudden in het voorjaar en de zomer door de peel gezworven heb ben. Ze zijn gewoonlijk getuigen geweest als de regenten de palen geplaatst hebben, of weten van hun vader waar precies de grens loopt. Of men haalt er oudere mensen bij die plaggen gestoken hebben in de zelfde peel en aan de hand van een boom hier en een greppel daar we ten hoe het vroeger was. De heer van Emstede haalde hier enkele markante voorbeelden aan, waaruit blijkt dat nog stukken over deze grensverschillen aanwezig zijn. In 1551 komt men tot een accoord over de grens tussen Vierlingsbeek, Maashees en Venray. Een accoord, Een prachtige stijlklok: een bron van huiselijkheid, die door de jaren heen de juiste tijd en sfeer aangeeft. Tikt het ritme van gezelligheid. Prijzen vanaf f 160.- GROTESTRAAT 16 - VENRAY TELEFOON 04780-1261 dat in 1553 door Keizer Karei V be vestigd wordt. De peelgrens moest op kosten van beide partijen met stenen palen worden afgepaald. In die palen moest aan een kant het wapen van Cuyk en aan de andere kant het wapen van Kessel gehakt worden. In het accoord werd tevens bepaald waar en hoe turf gestoken en heide gemaaid mocht worden. De op de peel gewonnen honing zou ten goede komen aan het Vroemisse al taar van de Venrayse kerk. Hierbij kreeg men het opmerke lijke, dat deze gebiedsgrenzen an ders waren dan de gebruiksgrenzen, want die van Brabant hielden nog bepaalde rechten op het Venrayse - o.a. bijen houden e.d. Vierhonderd jaar daarna heeft men bij de ont ginning van de Vredepeel nog te maken gehad met die gebruiksrech ten. Om die af te kopen werden en kele boerderijen uit dit nieuwe ont- ginningsgebied toegewezen aan Bra banders... IN DE LUREN LEGGEN Maar terug naar die oude archief- kist in Bakel. Ook aan die kant van Venrays grens is het nooit pais en vree geweest. De heer van Emstede vertelde dat er b.v. tussen de jaren 1646 en 1715 - dus bijna 70 jaar - onenigheid is geweest tussen Bakel en Venray, over de grenzen tussen beide plaatsen. Daarbij heeft Venray een vrij vreemde rol gespeeld, al- japonnen mantels bonneterie ar

Peel en Maas | 1967 | | pagina 5