Veilig Verkeer...
VRIJ ZIJN
eerste verslag verschenen
de
zomer
Pastorale gespreksgroepen
Venrayse
arbeidsmarkt
in maart
AFSTAND HOUDEN
IS NOODZAKELIJK
ONGEVALSOORZAAK
NUMMER EEN:
ONVOLDOENDE AFSTAND
HOUDEN
Uit verschillende analyses van
verkeersongevallen die de Rijkspoli
tie maakte op de autosnelwegen
blijkt, dat ongeveer 40 pet. van de
ongevallen een gevolg is van onvol
doende afstand houden. Niet alleen
in 1966, maar ook in 1965 en 1958,
niet alleen in Nederland, maar ook
in Engeland en Duitsland is onvol
doende afstand houden ongevalsoor
zaak nummer één! Daarom ook het
belangrijkste actiepunt van de
„Zwarte Zes".
Er zijn diverse redenen voor de
weinige ruimte die automobilisten
hun auto gunnen. Verslappen van de
aandacht bijvoorbeeld. Dit kan ge
beuren door oververmoeidheid, door
het ingedacht en„wegdwalen", door
een knus gesprek of het opsteken
van een sigaret. Een onderzoek
heeft eens uitgewezen dat het ver
slappen van de aandacht goed is te
constateren bij automobilisten die
vanuit de stad de grote weg oprij
den. In eerste instantie zijn ze zeer
attent. Ze gaan verzitten en ont
spannen zich. Na een aantal kilome
ters te hebben gereden zijn ze ech
ter volkomen aan de „nieuwe situa
tie" gewend en hun aandacht gaat
verslappen.
Dan is er een categorie automo
bilisten, die men wel de „klevers"
noemt. Ze rijden meestal met vrij
grote snelheid op de autosnelweg en
zitten vlak achter hun voorrijder om
als dit maar even kan deze
voorrijder in te halen. Op zich een
onbehoorlijke wijze van rijden. En
dan de automobilisten, die zonder
meer uit onkunde te weinig afstand
houden. Ze beseffen niet wat de ge
volgen hiervan kunnen zijn. Ze heb
ben er geen notie van welke afstand
ze nodig hebben om hun auto tot
stilstand te brengen.
Andere factoren, die ook de auto
mobilist in een kettingsbotsing kun
nen doen geraken, zijn onder ande
re:
Een glad wegdek door gevallen
regen, sneeuw of ijzel, waardoor
de remweg groter wordt. Men
had dus extra attent op het vol
doende afstand bewaren moeten
zijn.
De langzame rijder, die andere
weggebruikers door zijn wijze
van rijden vaak irriteert.
Het schemerlicht van de vallen
de avond (m,én vergist zich in de
afstand).
Zijn kettingbotsingen altijd te
voorkomen?
Kettingbotsingen (veelal zijn dit
groepjes botsingen, telkens van 3 of
4 auto's) ontstaan meestal omdat
men té lang met té grote snelheid
blijft rijden. Ook indien men tevo
ren met voldoende afstand achter
de voorligger heeft gereden. Door te
laat reageren (onoplettendheid, on
geconcentreerd rijden) wordt de af
stand met deze voorligger te kort
om nog tot stilstand te komen.
Steeds zal men moeten proberen in
zodanige positie te verkeren, dat
uitwijken naar de ene of andere
kant (bij voorkeur naar de vlucht
strook) mogelijk is. Daarbij moet
vooral op de achterligger worden
gelet. Hij kan ook te laat reageren,
waardoor men tegen de voorligger
opgeduwd wordt!
Een algemene vuistregel voor het
houden van de juiste veilige af
stand is moeilijk te geven; immers
de toestand van het wegdek speelt
altijd een belangrijke rol. Bovendien
spreekt ook de remvertraging een
woordje mee (wettelijk voor perso
nenauto's 5,2 m/sec.2, in de praktijk
vaak aanzienlijk groter: 7 m/sec.2 is
een normale zaak).
Een formule die voor het normale
verkeer veel wordt gebruikt is: de
minimum veilige afstand in meters
is gelijk aan de helft van de snel
heidDit betekent dus, dat een
automobilist, die met een snelheid
van bijv. 80 km/uur rijdt tot zijn
voorganger een afstand van min
stens 40 meter moet bewaren. Wan
neer men deze regel hanteert, zit
men aan de veilige kant.
MODELVLIEGTUIG SPOORLOOS
Op het Duits gebied nabij Keve-
laer liet de modelbouwer S. zijn
modelvliegtuig opstijgen dat radio
grafisch bestuurd werd. Vlak bij de
Nederlands-Duitse grens werd door
onverklaarbare oorzaak het radio-
kontakt verbroken. Voordat het ra-
diokontakt weer hersteld kon wor
den was het rode vliegtuigje reeds
aan de grond. Waar het kostbare
machientje geland is, is nog niet be
kend.
Middels dit bericht verzoekt de
eigenaar de vinder of eventuele ge
tuigen zich met de rijkspolitie van
de groep Venray in verbinding te
stellen. Voor de vinder wacht een
ruime beloning.
JAN HENDRIKS NAM AFSCHEID
In het verpleegstershuis van het
psychiatrisch ziekenhuis St. Anna
nam vrijdagmiddag de heer Johan
Hendriks afscheid als hoofd van de
technische dienst van dit ziekenhuis,
na meer dan 40 jaar zijn beste
krachten te hebben gegeven aan de
ze inrichting.
De heer Hendriks met zijn familie
mocht die dag ervaren hoe zeer zijn
werk werd gewaardeerd en hoeveel
vriendenbanden er in die jaren zijn
aangeknoopt, ook met het bedrijfs
leven. Ontelbaar waren de cadeaux
welke bij dit afscheid werden aan
geboden. En natuurlijk maakten ook
de religieuzen en verplegend perso
neel alsmede de verpleegden en niet
te vergeten het technisch personeel
hun opwachting. De dag werd in
gezet met een plechtige H. Mis van
dankbaarheid, opgedragen in de ka
pel van het ziekenhuis.
De dag werd besloten met een
feestelijk diner, waaraan alle leden
van het technisch personeel aanza
ten, alsmede de staf der inrichting,
terwijl het sluitstuk een gezellige
avond was.
De cijfers van het Gewestelijk Ar
beidsbureau Venray zijn, wat de
werkloosheid betreft, gelukkig iets
gunstiger dan in februari. In het
gehele geweest Gennep, Bergen,
Horst, Sevenum, Venray, Wanssum
en Meerlo) zijn thans nog 570 man
nelijke werklozen tegen 679 in fe
bruari. Dat betekent dat het percen
tage werklozen gedaald is van 5,5
tot 4.6 procent.
Van deze 570 werklozen zijn er
311 afkomstig uit de bouwnijver
heid Toch zijn in de afgelopen
maand 101 bouwvakkers weer aan
de slag gekunnen en zijn ze afge-
t voerd van de werklozenlijst Dat
^betroffen dan 10 timmerlieden, 20
■metselaars, 13 stucadoors, 10 opper
lieden en 33 schilders Men hoopt
dat ook de wegenbouw weer op
gang komt, want van de 570 ge
noemde werklozen zijn ruim 100
grondwerkers, die juist op een her
leving van de wegenbouw wachten.
Van het totale getal werklozen
zijn 68 jeugdigen, waarvan 30 in de
bouwnijverheid. Voor hen is de slag
extra hard, omdat ze bij het
werkloos raken tevens uitgescha-
këld zijn in het leerlingenstelsel en
dus hebben moeten stoppen in hun
opleiding. De mogelijkheid bestaat
dat hier via een landelijke regeling
een verbetering in zal komen in die
zin, dat ze hun opleiding kunnen
voortzetten.
Voor wat het rayon Venray be
treft (Venray, Horst-Sevenum,
Wanssum en Meerlo) is het aantal
mannelijke werklozen gezakt van
370 op 320 en bedraagt thans nog
4.2 procent van het totaal manne
lijk arbeidspotentieel. Hiervan zijn
131 bouwvakkers. Dat betekent dat
in de afgelopen maand 36 bouw
vakkers aan de slag konden. Ook de
Duitsland-pendel schijnt weer iets
aan te trekken.
In de maand maart werden door
het Gewestelijk Arbeidsbureau Ven
ray 118 perosnen geplaatst en 68
nieuwe mensen ingeschreven.
Voor wat de dames betreft is het
afwachten wat er met de N.V. Bee-
ren graag gebeuren, waar thans nog
85 meisjes en 18 mannen werkzaam
zijn tot de defintieve ontslagdatum
21 april. In overleg met de curator
wordt tot a.s. maandag gewacht met
het bemiddelen van de personeels
leden van Beeren, om zo een even
tuele verkoop van de fabriek in
Venray, met het gehele personeel,
zo lang mogelijk te maklen. Aange
zien alleen al in de textielbranche
120 vakatures bij het gewest Venray
aangemeld zijn, zullen, in het slecht
ste geval, als de N.V. Beeren dus
defintief gesloten wordt, hiervan de
betrokken mensen geen schade heb
ben. Ze kunnen direct elders aan de
gang.
Behalve in de metaalindustrie
Jnssen is er verder gqen werktijd
verkorting aangevraagd, ook dat is
weer een winstpunt.
Verder is bekend geworden dat
de jaarlijkse beroepententoonstelling
dit jaar in Horst zal worden geor
ganiseerd en wel van 27 september
tot en met 5 oktober in het kader
van het gouden feest van der Hors
ter NKV afdeling. Waarschijnlijk zal
hieraan tevens een hobby-tentoon
stelling worden verbonden.
Het eerste thema, dat in de 31
gespreksgroepen in het Venrayse
dekenaat aan de orde is geweest,
was de vraag hoe men de onderlin
ge betrekkingen tussen de mensen
verbeteren en ten goede veranderen
kan.
NIEMAND
LEEFT VOOR ZICHZELF
Van deze pastorale gesprekken is
thans een verzamelrapport versche
nen, waaraan wij het volgende ont
lenen, uiteraard zeer verkort.
Men is tot de conclusie gekomen,
dat de mens niet alleen staat, maar
betrekking heeft met zijn mede
mensen. Betrekkingen, die hem het
meest aangenaam zijn, wanneer hij
ze zelf vrijwillig heeft gekozen, om
dat hij daar een eigen en persoon
lijke inbreng kan leveren. Zo heeft
de ene relatie voor hem meer be
tekenis dan de andere. Als daarvan
een lijst opgesteld zou worden, zou
men daar meteen de waardering in
vast kunnen leggen:
1. relatie man-vrouw; ouders-kin-
deren; betrekkingen met familie
leden;
2. vrienden, kennissen en buurt;
3. verenigingsleven;
4. schoolverband: met kinderen on
der elkaar en leraren en leerlin
gen;
5. collegialiteit in werkgemeenschap
en de relatie werkgever en
werknemer;
6. betrekking tussen gelijkgezinden
o.a. priester en leek;
7. indirecte kontakten via ver
schillende communicatiemiddelen
Deze betrekkingen, hoe goed en
aangenaam ook, kunnen soms ver
troebeld worden bv. door ruzie in
huisgezinnen, spanningen tussen le
raar-leerling en werkgever-werk
nemer, die de produktie hoger stelt
dan de mens op een bepaald ogen
blik.
Zo is op het ogenblik een alge
mene klacht van de jongeren, dat
zü niet door de priester worden
begrepen. Door vast te houden
aan zijn door traditie bepaald
gezag, kan er een afstand ont
staan tussen priester en gelovige,
waardoor hü de hedendaagse pro
blematiek rond b.v. jeugd en ge
zin niet kan aanvoelen.
Maar juist in al deze „vertroebe
lingen" is ergens de gezagsverhou
ding in het geding.
GEZAG
Gezag is ook in deze tijd voor een
goed functioneren van een gemeen
schap nog altijd noodzakelijk. Het
gezag ontlenen de ouders zelfs aan
een natuurwet. De gezagsverhoudin
gen krijgen echter een andere vorm.
Was vroeger het gezag gekoppeld
aan functie en status, thans krijgt
een persoon gezag op basis van
eigen kennis en capaciteiten. Bo
vendien is de mens zijn eigen ver
antwoordelijkheid meer bewust ge
worden en daardoor zelfstandiger
geworden. i
We zien dat in onze gezinnen. De
jeugd wil zelfstandiger zijn, is dik
wijls meer ontwikkeld en geschoold
dan zijn ouders, waardoor het ouder
lijk gezag van weleer thans niet
meer gelden kan.
Er is een kloof ontstaan tussen
overheid en onderdaan en men staat
kritischer tegenover gezagsdragers,
mede doqr een grotere vrijheids
drang. Het materialisme streeft naar
een zo groot mogelijk eigen belang
en de oude offergeest verdwijnt.
Er kan onzekerheid ontstaan door
allerlei beweringen in publiciteits
media, die tegenstellingen aanwak
keren en vergroten.
Wordt niet te veel de vraag ge
steld wat een bepaalde gemeen
schap als gezin, kerk, school e.d. be
tekent voor bv. de jeugd en de
vraag vergeten wat die persoon wel
voor de gemeenschap betekende en
betekent. Ook dit wordt thans aan
gevoeld en moet veranderd worden,
doch brengt op zich weer verande
ringen mee in het geldende gezag.
Heeft op godsdienstig terrein de
mening en activiteit van bepaalde
theologen en priesters geen onzeker
heid gebracht en voelen velen dat
niet als gezagsondermijning van en
in de kerk?
INVLOED TEN GOEDE
Op al deze wrijvingen en span
ningen in de gezagsverhoudingen
kan een invloed ten goede worden
uitgeoefend. Op de eerste plaats
door de gezagsdrager zelf, die zich
bewust zal dienen te zijn van zijn
grote veratwoordelijkheid. Zo zal
bv. de kerk in de toekomst richt
lijnen dienen te geven met moge
lijkheid tot e engrote verscheiden
heid van interpretatie. Gezag moet
gemoedelijk, eerlijk en rechtvaardig
zijn. In het gezin moet het gezag
vormend zijn. De overheid moet be
moeizucht mijden en waken, voor
kleingeestigheid in wetten en voor
schriften. De kerk moet niet voor
schrijvend, maar voorlichtend wer
ken. Maar ook de mens zelf kan een
invloed ten goede hebben, door be
leving van het gebod der naasten
liefde in eigen vormgeving, door
meer begrip en door de mens cen
traal te stellen. Waarbij niet ver
geten mag worden dat een fel opko
mend materialisme, oorlog, politiea
dingen zijn, waartegen de mens
machteloos staat.
m
VAKANTIETIPS
CIJFERS
VERHAALTJES
Misschien gaan we dit jaar wat
meer somber en sober op vakantie
dan in vorige jaren. Vakantie vieren
een feest blijft het tenslotte toch
altijd is een even verrukkelijk als
typisch welvaartsverschijnsel. Men
zal in de overige maanden de no
dige guldens van het inkomen moe
ten overhouden om in juli of augus
tus op vakantie te kunnen gaan. De
welvaart is in de afgelopen maan
den wat minder geweest dan wij ge
wend waren. Misschien gaan daar
door in het komende reis- en va
kantieseizoen wat minder Nederlan
ders naar onbekende verten en blij
ven zij dichter bij huis omdat een
deel van de vakantiepot deze keer
gebruikt wordt voor de aanschaf van
S67= STIJL '67. OFWEL: ONZE OPZIENBARENDE '67 COLLEC
TIE COSTUUMS, COMBINATIES EN JASSEN IN UNIEKE VAN-
DAAG-STIJL. DUS KIEST U PURE MANNENMODE DIT VOOR
JAAR UIT ONZE COLLECTIE.
een nuttig en onmisbaar gebruiksar
tikel. Voorzichtigheid is daarbij ove
rigens op haar plaats. Want hoe
praktisch een nieuw costuum ook is,
een week vakantie heeft een wel
haast onschatbare betekenis. Vakan
tie betekent: los zijn van de sleur
van alledag, van het gejakker, de
inspannende arbeid, de rotsvaste
schema's waarnaar wij elke dag op
nieuw moeten luisteren. Vakantie is
daarom een rustkuur, bijna even
noodzakelijk als onmisbare zaken
als slapen en eten. Zeg daarom niet
te snel, dat u het dit jaar wel een
keertje overslaat.
Vakantiegangers zijn er in vele,
vele soorten. De zonaanbidders, de
kilometerverslinders, de busbezit-
ters, bergbestormers, strandvlinders,
de dagjesmensen, de maandreizigers,
de kampeerders, hotelgasten, ama-
teur-schippers. Ieder heeft ziin eigen
trekje. Weliswaar wordt iedereen
haastig samengebracht'onder de ti
tel „toerist", maar daarmee houdt
elke overeenkomst met anderen dan
ook gelijk op. Vakantiegangers zijn
wonderlijke mensen. Zij behoren tot
die zeldzame categorieën, die nog
niet wetenschappelijk zijn bekeken
en gesorteerd. Pas de laatste jaren
is er een toenemende belangstelling
van de zijde de wetenschap voor dat
wonderlijke verschijnsel van mil
joenen mensen, die zich in de zomer
kris kras door Europa begeven. Dor
re cijfers, die echter veelzeggend
zijn, vormen het begin. De Organi
satie voor Economische Samenwer
king en Ontwikkeling heeft (in 1965)
uitgezocht, dat de stroom toeristen,
die zich in een seizoen door West-
Europa beweegt, ongeveer honderd
miljoen mensen telt. Een gigantische
volksverhuizing met groteske gevol
gen. Landen zoals Zwitserland, Lu
xemburg en IJsland zien door het
toeristenbezoek hun bevolking ver
dubbelen (Zwitserland bijvoorbeeld
heeft vijf en een half miljoen in
woners en verwerkte twee jaren ge
leden 5,6 miljoen toeristen).
Honderd miljoen mensen, die vrij
willen zijn in de zomer. Die zoveel
mogelijk zonneschijn ien weinig mo
gelijk regen willen tegen komen. De
verklaring voor wat zij nu precies
willen, is tot nu toe heel eenvoudig
gebleven: iets anders. De Amster
dammer zal liefst zijn vakantie
doorbrengen op een rustig heide-
plekje, aan een stil Spaans strand of
in een lommerrijk bos, waar alleen
het getwinkel van vogels is te be
luisteren. De man uit een kleine ge
meente, die nog niet de kriebels van
de flatneurose voelt, zal zich waar
schijnlijk in zijn vakantie het liefst
willen verpozen tussen de huizen
zeeën van Parijs, Rome of het eigen
Amsterdam. De man, die in een
kustplaats woont, zal het land in
trekken. De landbewoner zoekt de
zee op, waar de zilte lucht hem de
geur van bos en hei doet vergeten.
Het toerisme is jong. Dat is niet
zo vreemd. Het is een welvaartsver
schijnsel. Een welvaart, die nog niet
zo lang geleden alleen was voorbe
houden aan een klein aantal men
sen. Bovendien is het toerisme af
hankelijk van de ontwikkeling van
de transportmiddelen. Stel U voor,
dat U met de trekschuit gemid
delde snelheid vijf kilometer per uur
op vakantie moet. Pas bij de aan
leg van de eerste spoorwegen ont
stond het toerisme. Men had een
middel gevonden, om veel mensen
betrekkelijk snel naar andere plaat
sen konden worden gebracht. Het
waren aanvankelijk alleen de rijk
dom. Zij trokken naar de koele ber
gen van Zwitserland, waar het leven
rustig en gezond is. Van die tijd
zo'n eeuw geleden stamt al de
populariteit van dit bergland.
Het aantal mengen, dat over de
grenzen trekt om op vakantie te
gaan, blijkt nogal tegen te vallen.
Van elke hoderd Nederlanders zul
len er zestien hun heil in het bui
tenland zoeken. Vergeleken met an
dere naties zijn de Nederlanders dan
nog reislustig. Engeland en Frank
rijk hebben bijvoorbeeld een per
centage buitenlanders van acht,
Zweden komt met dertiien aardig in
onze buurt. Als alle cijfers kloppen
en wie waagt het daaraan te
twijfelen? dan zijn die zestien
(percent) Nederlanders goede beste-
ders. Volgens de verwachting van
een deskundige zullen de Neder
landse vakantiegangers dit jaar in 't
buitenland 450 miljoen gulden méér
uitgeven, dan buitenlandse toeristen
in Nederland in de kassa's zullen
brengen.
Dit zijn dan enkele zakelijke kan
ten van de vakantie. Die er ook bij
horen. Er zit zowaar ook nog een
ideëele aan: de Verenigde Naties
hebben 1967 uitgeroepen tot het we
reldjaar van het toerisme, onder het
motto: „Paspoort voor de vrede".
Een goed advies. Wij zijn geneigd
om, als wij over de grens zijn, de
dingen, die wij tegenkomen, net als
de mensen te beoordelen met in het
achterhoofd het fraaie idee „Bij ons
is het toch beter". Vaak verwachten
wij, omdat wij bezoeker zijn, be
paalde voorrechten. Daar zit een ge
vaar van onredelijkheid in. De kans,
dat wij te veel eisen. Er is maar één
goed advies: vakantie betekent rust
houden. Maak U dan ook niet druk.
Ook al valt het eten misschien wel
eens tegen of is het weer niet dat
wat het wezen moet.
(Wordt vervolgd)
WEERSONDE GEVONDEN
Op de Rosmolenweg te Oostrum
landde een vreemdsoortig voorwerp
met alle mogelijke uitsteeksels er
aan, dat aan een parachute beves
tigd was. Voorzichtigheidshalve
werd de rijkspolitie maar gewaar
schuwd die kon vaststellen dat dit
een weersonde was van een Duits
meteriologisch instituut. Dit voor de
vaststelling van het weer belangrijk
instrument is naar dit instituut ge
zonden.