niet alleen chemisch reinigen, ook... reparaties Puls De versnelde inning Venrays Zuivelfabriek gaaf vooruit HM en nadere voorlopige aanslagen inkomstenbelasting MARTENS Politierechter tpt gpns WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN televisie komt van VRIJDAG 16 DECEMBER 1966 No. 50 ZEVEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 1512 GIRO 1050652 PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (builen Venray 2.—) ADVERTENTIEPRIJS 12 et p. mm. ABONNEMENTS- Minister Vondeling moge dan zijn afgetreden, van kracht blijven zijn maatregelen voor een versnelde in ning van belastingen en nadere voorlopige aanslagen. Omdat de inkomstenbelasting wordt geheven naar het in een ka lenderjaar genoten inkomen, kan de belastingschuld over een bepaald jaar pas na afloop van dat jaar wor den vastgesteld. De belastingplichti gen krijgen dan eerst drie maanden tijd om hun aangiften te doen. De aangiftebiljetten worden eind janu ari of begin februari verzonden en moeten voor 1 april worden ingele verd. Stuit dat op bezwaren, dan kan men zonder meer nog uitstel krijgen tot 1 juli, mits men maar een schating opgeeft van het inko men van het lopende jaar. Dus de aangifte over 1966 moet in principe op 1 april 1967 zijn ingele verd. Doet men dat, dan heeft men daarbij ook een geschat inkomen over 1967 moeten aangeven, even tueel met vermelding van geschatte bedragen voor loonbelasting en/of dividendbelasting, welke in 1967 zijn en zullen worden ingehouden. Naar dat geschatte inkomen worden dan voorlopige aanslagen over 1967 op gelegd, waarbij de geschatte bedra gen van loon- en dividendbelasting als vooruitbetalingen gelden en dus in mindering komen op de voorlopi ge aanslag. UITSTEL Wilt U voor de aangifte over 1966 nog uitstel hebben tot 1 juli 1967, dan kan dat, mits u het geschat in komen over 1967 maar opgeeft voor 1 april 1967 op een daartoe bestemd formulier. De voorlopige aanslagen over 1967 vervallen in zoveel termijnen als er in 1967 nog maanden over zijn na de maand waarin de aanslag werd opgelegd. Worden de voorlopige aanslagen over 1967 dus opgelegd in mei 1967, dan zijn zij invorderbaar in de maanden juni t.m. december 1967, iedere maand voor één zeven de deel. De wetgever ging er bij de opzet van deze regeling van uit, dat indien de geschatte inkomens maar onge veer juist waren, op deze wijze de belasting, verschuldigd over 1967, ook zo ongeveer in 1967 zou zijn be taald, evenals dat het geval is bij loontrekkenden, van wie de over enig jaar verschuldigde belasting als loonbelasting ook in de loop van dat jaar wordt ingehouden. MEER UITSTEL De geschetste regeling die voor iedereen geldt, die in de inkomsten belasting valt, biedt niet voldoende soelaas voor de belastingconsulen ten en acountants. Zoals de fiscus met de controle van de aangiften over 1966 eerst begint op 1 juli 1967 en er dan een jaar de tijd voor heeft, voordat op 1 juli 1968 de con trole over 1967 begint, zo hebben de belastingadviseurs en acountants er een gelijk belang bij hun werk zaamheden over een heel jaar te kunnen spreiden. Voor hen was derhalve nog een aan vullende uitstelmogelijkheid gescha- fÈk\ BLAUPUNKT pen, welke als principe had dat voor de helft der aangiften 1965 uitstel werd gegeven tot 1 oktober 1966 en voor de andere helft tot 1 februari 1967. Een cliënt welke de ene keer op de februarilijst voorkwam mocht de volgende keer alleen op de okto- berlijst staan, opdat niet voor één cliënt altijd zo lang uitstel kon worden verkregen. LAGE SCHATTING Het zwakke punt in de hele zaak is vanzelfsprekend, dat het moeilijk is het inkomen van enig jaar al in maart van dat jaar te schatten. Men heeft vanzelfsprekend de neiging daarbij niet te optimistisch te zijn. Temeer daar men nog wat rente winst kan maken als men eerst la ter behoeft te betalen bleven de voorlopige aangiften als regel ruim beneden de werkelijkheid. Ook wanneer later bekend werd dat een hoger inkomen was behaald werden de schattingen als regel niet herzien. Weliswaar worden bij het binnenkomen van de eigenlijke aan giften voordat deze gecontroleerd worden, eerst nog nadere voorlopige aanslagen opgelegd, wanneer de ver schillen met de voorlopige schatting aanzienlijk zijn, doch dan heeft de belastingplichtige gemiddeld toch al zo'n jaar uitstel gehad. Doordat de tarieven progressief zijn, d.w.z. aan de top van het in komen het hoogste percentgae eisen, scheelt het al gauw de helft van de belasting, al schat men zijn inkomen ook maar 20 tot 30 pet. te laag. WEINIG BETALEN HET MEEST Naar de minister mededeelde „DE BOOG" KLEDING ZIT, DOOR PASVORM, STIJL EN SNIT brachten op het laatst de nadere voorlopige aanslagen, welke worden opgelegd aan ongeveer 10 pet. van de belastingplichtigen, ongeveer 40 pet. van de totale opbrengst van een belastingjaar op. Hieruit blijkt in de eerste plaats dat ruwweg geschat 10 pet. van de belastingplichtigen ongeveer 80 - 90 pet. van de totale inkomstenbelas ting betalen. Wat demonstreert enerzijds hoe zwaar die belasting drukt en anderzijds hoe ongelijk de inkomens worden verdeeld. In de tweede plaats blijkt echter, dat een betrekkelijk klein aantal be lastingplichtigen met zeer hoge in komens voor de betaling van rond de helft (soms nog meer, soms min der) van zijn inkomstenbelasting in feite zeer lange uitstellen genoot en het laat zich gemakkelijk becijferen, dat velen van hen op die wijze meer rente bespaarden of verdienden dat anderen in totaal aan belasting be taalden. VOORDELEN Los van alle politieke overwegin gen kan dan ook niet worden ont kend dat het hoog tijd werd dat er beter op toegezien wordt dat beter op tijd werd betaald. In kwesties als deze bestaat im mers een duidelijk gevaar dat de belastingconsulenten zich genooDt voelen tegen elkaar op te bieden in het doen van lage aangiften omdat dit hun cliënten rente bespaart. Daar staat dan tegenover dat zo'n cliënt later hoge aanslagen krijgt over reeds lang geleden genoten in komens en de ervaring leert dat men daar vaak onvoldoende rekening mee houdt, ook al weet men dat ze komen. Afgezien dus van de onbillijkheid tegenover degenen die niet de mo gelijkheid hebben hun belastingbe talingen uit te stellen brengt een te late inning ook gevaren me voor de genen, die het voordeel in hun zak steken en 't is daarom jammer, dat deze kwestie bijna uitsluitend in het politieke vlak is bezien, zonder dat daarbij het politiek belang, dat allé partijen toch moeten heben bij een oobjectief zo rechtvaardig mogelijke belastingheffing, goed uit de verf is gekomen. De schriele en verongelijkte fi guur in het verdachtenbankje meen de terstond te moeten protesteren te gen de dagvaarding. „Ik lag amper buiten het ziekenhuis, edelachtbare, en ik mos nog geopereerd worden!" „Ja, ja, daar gaat het juist over", mompelde de magistraat, bladerend in het lijvige dossier, „u hebt de zie kenhuizen wel wat aangedaan, hè?" Iedereen op de tribune spitste de oren. Belediging van een medemens is heel normaal in deze gerechtszaal en een klap of mishandeling van een en ander mens ook, maar zou deze broodmagere stengel een heel zie kenhuis te lijf zijn gegaan? „Uw beroep is mijnwerker?' „Was mijnwerker, edelachtbare. Maar ik moest als eerste afvloeien toen er minder kolen nodig waren." „Dat kan ik me voorstellen", zei de politierechter. „U hield niet van een beroep met werken er in Mijnwerker kon u niet blijven en lijnwerker bij de spoorwegen ging ook al iet. U zocht eigenlijk een be roep waarbij u niet hoefde te wer ken! Wat wilde u worden, lijntrèk- ker misschien? Uit de stukken bleek, dat deze man zich een goelnieuw beroep had aan gemeten, waarbij in het geheel niet kón worden" gewerkt. Hij werd zie kenhuisligger. Geen dwarsligger, maar languitligger, als u begrijpt wat wij bedoelen. Het ambt van ziekenhuisligger komt in ons land slechts zelden voor. De officiële statistieken en beroe pengidsen vermelden het niet eens. Er is geen bedrijfskapitaal voor no dig, maar wel gedegen vakkennis en een dosis moed. „Dus zodra het weerbericht ging zeuren over depressies en zo ging u voor de spiegel staan en bracht u zichzelf een flinke hoeveelheid kras sen en schrammen toe", veronder stelde de officier. „Ik ben omver éereden, edelacht bare!" „Nee, dat bent u juist niet. U hebt bovendien geen aangifte gedaan van enige aanrijding en als u werkelijk gewond was door een ongeval dan zou u toch naar de politie zijn ge lopen, is 't niet? Bovendien waren de schrammen elke keer weer vers." ,Ik had last van inwendige kneu zingen!' „Dat zei u dan, ja, maar de dokto ren hebben helemaal niets gevonden dat er op leek. Geen kneuzing, geen breuk, geen maagzweertje, geen bloe ding, niets." „Er zit een knagende, stekende pijn in m'n binnenste, dokik be doel ,Laat maar. U maakte er kenne lijk een gewoonte van u flink toe te takelen en dan bij een ziekenhuis op meewarrige toon te vertellen, dat u het slachtoffer was van een onge luk. En dan liet u zich door wat lie ve zustertjes in een warm bedje vleien, u liet zich heerlijke lichte kostjes voorschotelen en in aange name kout met de omliggenden lek ker verzorgen en vertroetelen. Dat was wel een prettige betrekking zo, als ziekenhuisligger, zeker?" „Maarmaar ik moest dan toch maar geopereerd ,Nee, dat moest niet. Dat zeiden de doktoren wel eens, maar dan ver trok u en probeerde u het in een an der ziekenhuis. We hebben hier van al die ziekenhuizen de rapporten met de medische analyse en behandeling. Die zijn allemaal gelijkluidend, van temperatuur normaal tot eetlust op vallend normaal. En onverwacht vertrek na opperen mogelijkheid van operatie. Of dacht u het beter te weten dan de heren doktoren en professoren van acht ziekenhuizen?" ,Ze kunnen toch wat vinden als ze me gaan opereren!" Goed, dat zullen we dan door de gevangenisdokter eens laten doen. Die heeft daar dan enkele maanden de tijd voor, om u van binnen hele maal te onderzoeken." Nu voltrok zich bij de verdachte een opvallende metamorfose. Zijn gelaat werd nog grauwer, zijn mond groeide uit tot een wijd vat, zijn tong kwam naar buiten omdat hij naar adem snakte en hij keek schichtig om naar de deur. Deze uit weg werd hem echter versperd door een breedgeschouderde parketwacht. „Nee-nee', hijgde hij, „geen gevan genisdokter Astublieft „De gevangenis heeft anders een uitstekend hospitaal', wist de offi cier. „Mét een grote operatiezaal. En als we u twaalf maanden geven." Het werd na veel gekerm zes da gen hechtenis met een jaar rijks werkinrichting, wegens het rond zwerven zonder middelen van be staan. De ziekenhuisstatistieken zul len volgend jaar beslist een gunsti ger cijfer te zien geven. MET EEN „DE BOOG" PANTALON BENT U OPVALLEND GEKLEED Het jaarverslag van de Coöperatieve Zuivelfabriek Venray over 1965 zal heden vrjjdag onderwerp van bespreking uitmaken op de algemene ledenvergadering, die in het Gemeenschapshuis van Leu nen gehouden wordt. Een vergadering, waarin traditiegetrouw de heer Loonen zjjn visie zal geven over het landbouwbeleid en het zuivelbeleid, maar ook het voorstel ter tafel komt om het fa brieksterrein uit te breiden met aankoop van het aangrenzend landbouwbedrijf Jenniskens. Allemaal punten van belang voor deze coöperatie, die ook in 1965 weer een gezonde groei vertoonde. MINDER LEDEN MEER KOEIEN Het aantal leden mag dan tegen over 1964 teruggelopen zijn van 865 tot 843, het aantal koeien steeg van 6760 tot 7116. Dat betekent niet alleen dat het aantal koeien per lid steeg van 7,9 tot 8,9, maar ook de kilogrammen melk, die geleverd werden. Dit steeg namelijk van 23,9 miljoen kg tot 25,4 miljoen kilogram. Een behoor lijke prestatie dus, want behalve dat het aantal kg geleverde melk per lid steeg van 28.000 kg tot bijna 32.000, blijken ook de koeien nog be ter hun best te doen. Leverde in 1964 iedere koe gemiddeld 3546 kg melk, in 1965 was dat 3568. Er is ook een stille verschuiving plaats tussen de geleverde kg melk per bedrijf 1965 1964 1963 1962 Tot 5.000 kg 78 94 96 199 5—10.000 kg 75 99 114 141 10—25.000 kg 166 208 286 334 25—50.000 kg 334 349 347 325 50—100.000 kg 135 101 60 27 Meer dan 100.000 kg 6 3 2 Terwijl het aantal kg melk ver meerdert, loopt het personeelsbe stand terug van 70 in 1963 tot 67 in 1965. Het feit dat de poedermakerij stop ligt, is hier mede debet aan. CIJFERS Voor wat betreft de vaste midde len is t.b.v. terreinen en gebouwen in 1965 uitgegeven bijna 19.500,— (in '64 ruim 1.000,Aan machi nes is bijgekocht: een boterberei- dingsmachine, een rijdende melk- ontvangst, een boterinpakmachine e.d. voor een bedrag van 171.000, (1964 ruim 2 ton). In transportmid delen is voor ruim 49.000,ge ïnvesteerd, tegenover 7.000,in 1964. In totaal is in 1965 geïnves teerd bijna 240.000,tegenover in 1964 201.000,of bijna 20 pet. meer. KWALITEIT DER MELK Van de 25 miljoen kg aangevoer de melk was het gemiddeld vetge halte 3,736. Weliswaar haalde men daarmede niet het landelijk gemid delde van 3.8444, maar t.o.v. 1964 is het gestegen van 3,698 tot 3,736 en dit had mede tot gevolg dat de ge middelde kwaliteitstoeslag per 100 kg melk steeg van 52 naar 57 cen ten en dat is dan ook weer meege nomen. De toename van het aantal kg. aangevoerde melk in het Venray- se bedrjjf stygt al jaren ver bo ven het landelijk gemiddelde. Was die toename in 1965 3,7 pet., in Venray werd het er bijna 6. In zes jaren tijd is de toevoer van melk bijna 60 pet. groter gewor den WAAR BLIJFT VENRAYS MELK Van deze 25 miljoen kg melk werd bijna 90 pet. verkocht aan de zui- velbond (1964 76 pet.). Van die plas werd in Venray zelf verkocht 8,7 pet. tegen 8.6 pet. in '64; teruggeleverd aan de leden werd 1,8 pet tegen 8,6 pet. het jaar daarvoor. De 12,9 pet. die in 1964 nog als melkpoeder verwerkt wer den zijn in 1965 komen te vervallen, omdat toen geen poeder werd ge maakt. De kwaliteit stijgt ook. Werd in 1964 al 68 pet. ingedeeld in klasse I, in 1965 was dat al 70 pet. Dat lever de een extra toeslag op van 177.000 19 pet. werd ingedeeld in klasse II (18 pet.), 9 pet. in klasse III (12 pet.) en 2 pet. in klasse IV (2 pet.). HANDEL Voor een bedrag van 264.000, werd in 1965 bijgekocht aan zuivel, melk en melkprodukten t.o.v. 269.233,— in 1964. Zoals gezegd werd van de totale plas 85,5 pet. doorverkocht aan de Zuivelbond. Die bracht ruim 6,5 mil joen gulden op. ofwel 77 pet. van de totale omzet, die dit jaar bijna aan de 8,5 miljoen gulden kwam. In '64 waren die cijfers 5,7 miljoen ofwel 76 pet. van de totale omzet van 7,6 miljoen guldens. De omzet, die in 1964 22,4 pet. steeg t.o.v. 1963 kon deze stijging in 1965 niet waar maken. In 1965 steeg de omzet t.o.v. 1964 met 11,1 pet. Van de andere kant stegen de onkosten ook niet in die mate. Waren die in 1963 ruim 1 miljoen en stegen die in 1964 met 9,7 pet., thans werd de onkostenpost 1,2 miljoen en gaf t.o.v. 1964 een stij ging te zien van 7,1 pet. MELK IS GOED VOOR ELK In Venray werd meer boter, mar garine, kaas, slagroom, gepast, fles- senmelk, rijstepap, yoghurt, vla, chocolademelk, koffiemelk, limona des en bier en meer ijs verkocht. Doch gestandaardiseerde losse melk en gesteriliseerde flessenmelk, alsmede karnemelk, karnemelkse- pap, havermoutpap en kindervoe ding werd minder verkocht dan in het voorafgaande jaar 1964. In to taal liep de omzet in de handel in Venray 2000 kg terug, maar steeg van 1,73 miljoen tot 1,87 miljoen gulden. De verkoop van melk- en melk produkten in flessen steeg wederom enkele procenten namelijk van 77,9 tot 81,8 pet. Aan de leden werd aanmerkelijk minder teruggeleverd. We zeiden hierboven al dat het terug liep van 2,9 tot 1,8 pet. en dat betekent in harde guldens van 85.000,naar 68.000,—. BOTERPRODUKTIE Terwijl de melkpoederproduktie stop kwam te liggen in 1965 steeg de boterproduktie en gaf in dat jaar een opbrengst van 4 miljoen gul dens, wat per kg 4.66 opleverde. (In 1964 ruim 3 miljoen en een kilo prijs van 4.32). Deze boter was van dusdanige kwaliteit dat Venrays Zuivelfabriek eerste werd in de rij van de 34 fa brieken aangesloten bij de CZNZ. Een bewijs dat naast kwantiteit ook de kwaliteit niet vergeten werd. OPBRENGST Het bovenstaande mag dan alle maal wel getuigen van een groei en bloei van de fabriek, voor de vee houder-leverancier aan de fabriek is belangrijk wat hij ontving. In 1964 was dat per 100 kg melk met een gemiddeld vetgehalte van 3.70 pet. 32.02. In 1965 was dat 33,146. Êen bedrag dat hoger had kunnen zijn als de toeslagen uit het landbouw egalisatiefonds even hoog waren geweest als in 1964. Die zakten van 4.846 op 3.121 en konden niet goed gemaakt wor den door de stijging van het zuivel- fonds van 2.731,— tot 3.212,—. Maar al met al is er dit jaar nog een onverdeeld melkgeld overgeble ven van meer dan een half miljoen, |i waarvan al een kwart miljoen in- tussen is uitbetaald, maar nog altijd ruim 344.361,te verdelen valt of 1,356 per 100 kg geleverde melk. En wat daarmede gebeurt beslist dan wel de algemene vergadering. KWALITEITSVERBETERING Een groot deel van het jaarverslag wordt ook dit jaar weer besteed aan de kwaliteitsverbetering van de melk, een punt wat de directie en het bestuur schijnbaar nauw aan het hart ligt. Men doet alle moeite te komen tot eerste klas melk en het is daarom verheugend dat op de algemene ver gadering liefst 21 veehouders een oorkonde krijgen omdat ze het ge hele jaar door eerste kwaliteit melk geleverd hebben. Dat daarbij de he ren Rutten uit Wanssum en Vogel- sangs uit Leunen die al voor het derde opeenvolgende jaar in ont vangst mogen nemen, zal zeker een extra applausje waard zijn. Van de andere knt toont dit cijfer wel aan, dat in het gebied van de Venrayse zuivelfabriek nog wel het een en ander gebeuren moet voor dat het grootste deel der leden deze oorkonden in ontvagst kunnen ne men. Dit jaarverslag geeft dan ook opnieuw de nodige wenken om dit te kunnen bereiken. Datzelfde jaarverslag zegt weinig over de moeilijkheden die er nog al tijd zijn over de rijdende meikont- vangst, maar noemdt trots de zes bedrijven die al een melkleidingsys- teem ingevoerd hebben, als het zo veelste bewijs van de groei van onze veehouderij naar meer specialisatie en automatisering, terwijl ook een nieuwe inrichting van melk- en spoellokalen op vele bedrijven als een schrede in die richting gezien wordt. alle voorkomende zoals: onzichtbaar stoppen stootbanden vernieuwen korter maken zakken vernieuwen enz. "enz. Limburgs beste stomerij Eindstraat 16, Venray tel. (04780) 1303 ONGELUKKEN TIJDENS WEEKEND Ook het afgelopen weekend was Venray niet vrij van verkeersonge vallen. Op de Merseloseweg werd de 19-jarige wielrijdster mej. E. W. H. uit Venray aangereden door de per sonenauto bestuurd door de Vcn- rayer W. de.K. De wielrijdster be kwam lichte verwondingen. - In de schoolstraat wilde de mo torijder, de Venrayse militair W. C., de luxe auto besturd door F. v. d. V. uit Gemert passeren, juist toen deze het Schoutenstraatje wilde in rijden. De schade bleef bij het ma teriële beperkt. Op de Heidse Peel weg te Yssel- steyn kwam de 32-jarige bromfiets berijder H. A. v. d. Z. uit Merselo te vallen over een over de weg lo pende hond, eigendom van A. H. uit Ysselsteyn. De bromfietsberijder be kwam een lichte hersenschudding, terwijl de bromfiets licht werd be schadigd. - Op de Smakterweg geraakte de luxe auto, bestuurd door J. v. S. uit Merselo in een slio en ramde een ijzeren hek. Auto en hek werden be schadigd, terwijl de bestuurder niet in het bezit bleek te zijn van een rijbewijs. JACHTBRIGADE DEED GOEDE VANGST De jachtbrigade van de Rijkspoli tie wist in samenwerking met de jachtopziener te Ysselsteyn een lichtbakkende stroper tijdens zijn praktijken op heterdaad te betrap pen. Het bleek de 17-jarige v. A. uit Ysselsteyn te zijn. Dubbelloops jachtgeweer en een aantal patronen werden in beslag genomen. Bij huis zoeking werden nog ruim 200 patro nen gevonden, die van diefstal af komstig bleken te zijn en op 3 dec. uit de auto van de jager S. te Yssel steyn gestolen waren. Verder wer den nog in de kelder van de ouder lijke woning 8 geschoten wilde ko nijnen aangetroffen. Na verhoor en een volledige be kentenis werd de stroper op vrije voeten gesteld.

Peel en Maas | 1966 | | pagina 9