Toneel- en vermakelijkheids belasting DOELMATIG Cü Werken in de vakantie Nrd.-Limburgse boeren rijker dan Z.-Limburgse WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN JANNY BAR Zondagsdienst huisartsen Zilveren Priesterfeest VRIJDAG 29 JULI 1966 No. 30 ZEVEN EN TACHTIGSTE JAARGANG P PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GgOTESTRAAT 28 POSTBUS 1 HL 1512 GIRO 1050852 ADVERTENTIEPRIJS 12 ct p. mm. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buH«i Vwiroy 2^-) Dat het met het Venrayse toneel leven goed gesteld is, kan men moeilijk zeggen. In de kerkdor pen leiden de meeste toneelclubs een nog al kwakkelend bestaan en in Venray zelf is van het eens zo trots Hioob alleen de naam nog over In onze inrichtingen zijn welis waar toneel- en oprettegroepen tot nieuw leven gekomen, maar over het algemeen moet men constate ren, dat het Venrayse toneel in zijn algemeenheid minder belangstelling krijgt dan ooit, zowel van bezoe kers als van daadwerkelijke mede werkers. En deze mindere belangstelling van twee kanten is er oorzaak van dat het toneel het bovengenoemde „kwakkelende" bestaan leidt. Een kwakkelend bestaan, ondanks het feit dat de toneelaccomodatie door verschillende nieuwe gemeen- schaps- en parochiehuizen beter is dan ooit te voren. Vraagt men naar de oorzaken van een en ander, dan krijgt men er verschillende aange wezen. De een zegt dat het publiek te veel verwend wordt door de t.v.; daar de beste stukken ziet gebracht do:r goede spelers en hiervan kan genieten in een luie stoel met des noods de benen op tafel. Waarom zal men zich nog extra op gaan doffen om op een heel wat minder gemakkelijke stoel naar amateuris tisch werk te gaan kijken, dat mees tal de vergelijking met wat de tele visie brengt of bracht niet kan doorstaan. En dat ondanks alle po gingen die men ook in amateurver- band doet om aan goede stukken te komen en een verantwoorde keuze te maken uit het bestaande amateur repertoire. Anderen zeggen dat ondanks het feit dat er misschien meer vrije tijd is dan vroeger, de mensen het veel drukker hebben met allerlei werk om aktief te werken als lid van een toneelgroep. Ondanks een groter wordende bevolking is het aantal liefhebbers die toneel willen spelen eerder dalende dan stijgende. Men heeft er geen tijd voor, geen zin in. En dat brengt verschillen de groepen weer in moeilijkheden omdat men maar een beperkt re pertoire kan kiezen, terwijl het pu bliek steeds veeleisender gaat wor den. Een wisselwerking, die dieper grijpt dan men misschien op het ogenblik wel denkt. Weer anderen noemen dit ver schijnsel iets van deze tijd, er zijn zoveel verschillende nieuwe dingen, die de aandacht vragen dat de oude en vertrouwde „opvoering" van de plaatselijke toneelclub of het con cert van het muziekgezelschap in combinatie met toneel niet meer die aandacht krijgt, die deze vroeger hadden. Vroeger was zo'n avond met de plaatselijke kermis feitelijk de enige ontspanningsgelegenheid, die men op een dorp had, terwijl nu de auto de hele wereld voor de mensen ontsloten heeft en de televisie heel andere mogelijkheden biedt. En tenslotte geven weer anderen de vermakelijkheidsbelasting de schuld. Voordat er nog een cent verdiend is, legt Vadertje Staat i.e. de gemeente de nijvere toneelspelers maar vast een aanslag op van 1/6 van de opbrengst. Dat is dan de be loning dat de amateurs hun vrije tijd ter beschikking stellen, zich moeite en offers getroosten om niet alleen zichzelf te verrijken, maar ook anderen een genoeglijke avond te bezorgen. Men laat alle financiële risico's voor rekening van deze men sen en die zijn in deze tijd be slist niet gering maar pakt voor af maar vast een flinke portie van de buit. Dat heeft tot gevolg dat de meeste toneeluitvoeringen een nade lig saldo opleveren en dat heeft weer zijn repercussie op de belang stelling. Men doet namelijk weinig moeite meer, als er toch geld bij moet. En dat er geld bij moet, vindt zijn oorzaak in het feit dat de mees te clubs zo niet een betaalde regis seur aantrekken, dan toch een vak man, die een beloning vraagt, om zo het peil opgevoerd te krijgen. Stuk ken kosten duurder, reclame kost meer geld, de betere accomodatie in gemeenschaps- en parochiehuizen moet ook betaald worden dat alles werkt al enorm kostenverhogend. Daarentegen is een navenante verhoging van de entreegelden praktisch niet mogelijk, omdat dan de kosten te hoog worden. En bij dat alles blijft en komt de vermake lijkheidsbelasting, die de zwaarste top is en die er dikwijls oorzaak van is, dat vele moeite en de grote in spanning, die men zich voor deze hobby getroost heeft, afgestraft wor den met een nadelig saldo, dat mis schien enkele keren door de kas te dragen is, maar dat uiteindelijk mede oorzaak is dat men het moede hoofd in de schoot legt. Natuurlijk hebben alle argumenten, die hierboven beschreven zijn hun invloed op de mindere belangstel ling, die het amateurtoneel in onze streken heeft. Of er veel aan te ver anderen is, blijft een grote vraag, want ergens heeft het ook iets te doen met de mentaliteitsverandering van het publiek. Natuurlijk is het een groot verlies als onze toneelge zelschappen weg zouden vegeteren. Ze hadden en hebben nog altijd een belangrijke taak. Op de eerste plaats voor hen, die deze hobby beoefenen onder deskundige leiding, op de tweede plaats voor het publiek, dat door deze zelfwerkzaamheid ook aangespoord kan worden tot eigen initiatieven, terwijl het daarnaast toch bepaalde indrukken van het vertoonde stuk met zich neemt. Ten goede. Het zal dus zaak zijn, dat dit pro bleem de aandacht krijgt, die het verdient. En we geloven, dat ook de overheid in deze een taak heeft o.m. door herziening van de ver makelijkheidbelasting, die dan mis schien in vroeger tijden verdedig baar was op bepaalde gronden, maar nu te zeer een rem gaat vormen om te komen tot eigen culturele uitin gen. We zijn in Venray gelukkig nog niet zover dat een bioscoop ge sloten wordt, zoals elders gebeurd is en nog gebeurt omdat de ver makelijkheidsbelasting een te gro te druk legt op deze ondernemin gen. Maar we geloven dat dit punt thans wel bereikt is voor ver schillende toneelclubs, die deze winst-opstrijkerij -vooral o.i. te recht gaan zien als een wezenlijke belemmering van hun amateur- werk, dat wel bedoeld is om eigen hobby uit te leven en anderen daarvan ook te laten profiteren, doch niet opgezet is om de ge meentelijke kas te spekken. De consumptie is het grote pro bleem van deze eeuw. Vooral na de laatste wereldoorlog is het actueel geworden. Niet alleen door de grote verbruiksdorst die alle volken na de jaren van ellende hadden gekregen, maar vooral door een geheel gewij zigde opvatting ten aanzien van de te voeren sociaal-economische poli tiek door de overheid. Deskundigen hadden leren inzien dat langs de weg van de opgevoerde consumptie het gehele economische leven tot een hoog tempo kon worden opgevoerd. Daarmee kon dus het fel begeerde goed van de volledige werkgelegen heid worden verkregen. Het is dan ook toegeworpen. Naarmate de tijd is voortgeschre den, heeft het verbruiksprobleem ons tal van rimpels in het voor hoofd bezorgd. De Europese volken hebben hun oorlogsachterstand in 't verbruik kunnen inhalen. Intussen had men in andere delen van de we reld de cosumptie op een ongekend niveau gebracht, terwijl het grootste deel van de wereldbevolking, dat in de ontwikkelingslanden woont, in korte tijd ook veel consumptie-be wuster werd. SLOPENDE RACE En zo zijn we al jaren bezig met een meedogenloze achtervolging met het verbruik als inzet. De ontwik kelde volken jagen met hun con sumptiepatroon achter de hoog ont wikkelde naties aan, terwijl de eer sten door de onder-ontwikkelde ge bieden in de rug worden gekeken. Het wereldconsumptieprobleem is dat de afstand tussen de maximale en middelmatige welvaartsstaten niet alleen is vergroot maar dat er vooral een toenemende afstand dreigt te ontstaan tussen de midden moot en de achterblijvers. Om verbruik mogelijk te maken, moet er worden geproduceerd. Dit vereist inspanning van volken en in dividuen. Die inspanning moet go§d worden georganiseerd om de pro- duktie tot een top-niveau te kunnen opvoeren. Daarom laten wij telkens een deel van onze verbruiksmoge- lijkheid achterwege en besteden die aan goederen, die ons in een later stadium weer meer verbruiksmoge- lijkheden kunnen bieden. Dat noe men wij de omweg-produktie. REMMEN! In verschillende delen van de we reld wordt het duidelijk dat wij in de omwegproduktie achterop raken en dat de consumptiedrift te sterk geprikkeld is. Dan moet er worden afgeremd. Onmiddellijk rijst dan de vraag wie en waar er moet worden verminderd. Dat probleem is levens groot in Engeland aan de orde. Het wordt duidelijk dat ook wij in Ne derland daar voor staan. De correc tie gaat met grote spanningen ge paard. Het is een prachtig verhaal van volkshuishoudingen, die elkaar na jagen in verbruiksdrift. Binnen de volksgemeenschap is het niet anders. Ook in de kleine economische ge meenschap, die het gezin heet, doen wij niet anders. Wij zieneerst de gezinnen op fietsen rijden, terwijl anderen met een brommer zijn be voorrecht en een derde groep met auto's gewapend aan het verkeer deelneemt. Wij weten hoe de ver schuivingen zich hebben voltrokken en steeds grotere groepen over een auto de beschikking hebben. Op het terrein van de kleding en voeding is het niet anders. De kle ding wordt luxueuzer en veel ge varieerder. De eenvoudige voedings middelen, zoals brood en aardappe len worden naar het tweede plan verschoven. Wij zoeken naar steeds meer middelen, die ons vrije tijd verschaffen en wij trachten dan die vrije tijd weer op te vullen met be zigheden die ons consumptief ver mogen vergroten. BOTSING De jacht naar welvaart is al jaren in beweging en hetgeen wij daarin meevoeren wordt steeds weelderi ger. Ook daar een klim van mini- mum-bestaansmogelijkheid tot een situatie van super-welvaart, die door allerlei status-symbolen wordt gekenschetst. Hetgeen zich bij de volken opcrJ baart, wordt ook hier zichtbaar. Het wordt steeds moeilijker om elkaar bij te houden in de zucht naar meer verbruik en luxe. De consumptie- trein heeft zoveel vaart dat er zich bij het afremmen gevoelige botsin gen kunnen voordoen. Door tal van oorzaken schijnt de consument op drift te zijn geraakt. De mogelijkheden van de techniek, die steeds nieuwe artikelen op de markt brengt, zijn daar mede debet. Een andere oorzaak is te vinden in de reclame-psychologie, die tallozen verdooft voor economische mogelijk heden. MOEILIJKE KEUZE Het assortiment van aangeboden verbruiksartikelen wordt steeds breder en dieper. Er zijn steeds meer goederen te koop in een einde loze variatie in prijzen. Dat maakt het de consument zeer moeilijk om zich goed te oriënteren. Wat moet hij kiezen voor zijn geld en in wel ke kwaliteit? Niet iedereen is zo economisch geschoold dat hij op elk moment bij ieder artikel en onver schillig de plek waar hij vertoeft een juist keuze kan maken. Het prij zenbeeld, vanouds het bes te houvast voor de consument, wordt thans ernstig vertroebeld door inflatie en snelle assortimentsver wisseling. De inflatoire werking van loonsverhoging, kostenvermeerde- ring, kredietuitzetting etc. heeft thans een zodanig tempo verkregen dat de verbruiker zich in zijn aan koop nog nauwelijks laat remmen door prijsverhoging. Hij aanvaardt dat zo langzamerhand als een ge geven dat past in onze tijd. OVERBESTEDING Het is deze ontwikkeling die de consumptie een extra stimulans en op zichzelf weer inflatie-verwek kend werkt. Wanneer de consument zijn ge fundeerd oordeel over zijn markt situatie kwijt raakt door de ons aan gegeven oorzaken, dan is overbeste- ding niet meer te voorkomen en zullen wij via hoge rentestanden, scheef getrokken betalingsbalansen en een aantal faillissementen tot de orde worden geroepen. iDt spel speelt internationaal tus sen de landen. Wij zien in Engeland een duidelijk voorbeeld. Dit spel speelt ook tusen de gezinnen, waar bij wij er vele vinden die ondanks hoge inkomens meer moeite hebben evenwicht te vinden tussen inkom sten en uitgaven. Ondanks stijgende inkomens wordt het steeds moeilij ker om tot een doelmatige consump tiebron te geraken. TOT VANAVOND IN DE NUTTIG EN LEERZAAM, MAAR ER ZIJN OOK ENKELE KLENIGHEIDJES Reeds jaren is het gewoonste zaak van de wereld, dat jongelui die de middelbare scholen bezoeken tijdens de zomervakantie voor een zekere tijd werk zoeken en dus deelnemen ana het normale arbeidsproces. Soms willen ze al op zeer jeug dige leeftijd in de vakantie gaan werken, maar daar heeft de over heid sinds verleden jaar een stokje voor gestoken. Onder de veertien jaar is het zelfs uitgesloten dat jon gelui gaan werken, voor veertienja rigen (jongens) bovendien een me dische verklaring noodzakelijk wil len zij mogen gaan werken, voor vijftienjarigen staan er verder geen beletselen in de weg. Uiteraard die nen werkgevers zich te houden aan de wettelijke voorschriften op dit gebied en daarmee is in elk geval een zekere garantie geschapen, dat er van de werkkracht van deze jeugdigen geen misbruik wordt ge maakt. Trouwens, ook al is dit wer ken van jongeren in de vakantie in ons land gemeengoed geworden, toch is het verstandig om dit ver schijnsel eens nader onder de loep te nemen en te zien, welke voor- en nadelen eraan verbonden zijn. In het algemeen bezien mag men zeggen, dat het werken tijdens de vakantietij d meer voordelen dan na delen heeft. Wat de voordelen be treft mag men stellen, dat het voor jongelui van vijftien jaar en ouder zeer nuttig is, dat zij eens kennis maken met de problemen die zich voor kunnen doen rond het geld verdienen. Veel middelbare schVlieren ken nen vooral in onze welvaartstijd de waarde van het geld niet. Veel ouders zijn snel geneigd aan bijna elke gril van deze jongeren toe te geven. Ze krijgen dit en ze krijgen dat, ook al zijn het dikwijls kost bare zaken, omdat men het zich kan veroorloven enomdat vriendjes en vriendinnetjes ze ook hebben. Zeker de jongelui hebben wel eens gehoord dat men moet werken voor zijn geld en dat vader en moeder het ook niet cadeau krijgen, maar velen hebben er geen flauw idee van wat er eigenlijk voor komt kij ken. Daarom is het wel goed, dat zij als werknemer deelnemen aan het arbeidsproces. Ze kunnen dan on dervinden hoe lang en hoe hard men soms moet werken voor enkele tien tallen guldens. Ook komen zij dik wijls in contact met andere jonge ren, die reeds van school zijn en werken en zij kunnen meemaken hoe die jongelui voor hun geld moe ten werken. Op die manier kan er ook een beter begrip ontstaan. Te vens ontstaat dan eerbied voor het werk van anderen. Mogelijke nadelen van het werken in de vakantie kunnen zijn: de nei ging de school te verlaten, omdat men heeft ervaren dat geld verdie nen en werken in de maatschappij zo aantrekkelijk kunnen zijn. Bij materialistisch ingestelde jongeren bestaat tevens het gevaar, dat zij bijvoorbeeld ook willen blijven wer ken wanneer de school weer is be gonnen en dat moet toch wel wor den afgeraden aangezien middelba re scholieren op school toch ook be hoorlijke dagtaken hebben en daar naast nog huiswerk. Eenzelfde ge vaar schuilt erin, wanneer we het goed zouden vinden, dat ze de ge hele vakantie blijven werken. De jongelui hebben dan in wezen geen vakantie gehad en gaan vermoeid weer naar school. Het moet toch echt wel tot enkele weken worden beperkt. Dan is er nog een gevaar van het milieu waarin de jongeren gaan werken. Het is zeker nodig, dat de ouders vooraf grondig informeren wat voor werk hun kinderen gaan doen en in welk milieu. Het contact met ouderen kan soms ook minder aangename gevolgen hebben. Over het algemeen genomen zou dus kunnen worden gesteld, dat het werken tijdens de vakantie een goe de invloed op de jongeren kan heb ben mits het gaat om werken voor enkele weken, waarbij het werk en het milieu waarin dit wordt gedaan geschikt is voor hen. Werk in de buitenlucht verdient uiteraard steeds de voorkeur. Wij viagen nog steed* PERSONEEL geschoold en p* ongeschoold Aanmelden dagelijks - I, ook na ""werktijd - aan i de fabriek, bij de portier N.V. INALFA VENRAY EIGEN VERMOGEN 79 PROCENT VAN BALANSTOTAAL Het Landbouw-Economisch Insti- tuur heeft een studie gepubliceerd over de financiële positie van de landbouwbedrijven in Limburg in 1962. Het eerste deel analyseert de be- drijfsbalansen van een aantal steek proef bedrijven in grootte variërend van 4-15 ha. Het gemiddelde balanstotaal per ha per bedrijf bedroeg in Noord- en Zuid-Limburg resp. 10.000,en ca. 7.400,Dit opmerkelijke verschil is grotendeels te verklaren uit het feit dat men in Noord-Limburg een hoger percentage grond in eigendom heeft. Het gemiddelde eigen vermogen was in Noord- en Zuid-Limburg resp. 90.000 en 60.000. In beide delen van Limburg was het eigen vermogen 79 pet. van het balans totaal. De spreiding van de percen tages eigen vermogen bleek gering te zijn. De financiële positie van de Limburgse landbouwbedrijven was gezien het relatief hoge percen tage eigen vermogen over het al gemeen gunstig. De gemiddelde schuld op lange termijn was in Noord- en in Zuid- Limburg resp. 19.000 en 16.000 per bedrijf en de gemiddelde schuld op korte termijn resp ca. 3100 en ca. 2500,De Boerenleenbanken zijn de voornaamste kredietgevers. In Noord-Limburg werd 42 pet., in Zuid-Limburg 48 pet. van de kredie ten door Boerenleenbanken ver strekt. Kent men aan de activa de bij kredietverlening gebruikelijke on- derpandswaarde toe, dan was er nog een belangrijke kredietruimte op de bedrijven, namelijk gemiddeld ca. 3700 gld. per ha in Noord-Limburg NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Van zaterdagmiddag 12 uur tot zondagnacht 2 uur DR. W. J. A. BLOEMEN Stationsweg 5 Telefoon 1465 Uitsluitend voor spoedgevallen! ZONDAGDIENST PAROCHIE GEESTELIJKEN VENRAY-KOM KAPELAAN J. DRIESSEN Grote Markt 5 - Tel. 1882 De zondagdienst duurt van zon dagmorgen tot maandagmorgen 8 u. ZIEKENAUTO Bel 04780-1592 b.g.g. 2116 ZONDAGSDIENST GROENE KR UI 8 ZR. A. JANSSEN Pr. Bemhardstraat 66 Tel. 1504 GROENE KRUIS ZUIGELINGENBUREAU Zuigelingenbureau kom van 23 uur maandag voor letters A t.m. L; dins dag voor letters M tm. Z. ZONDAGSDIENST VERLOSKUNDIGEN Vroedvrouw Kruysen-Meesters Julianasingel 41-43 - Venray TeL 1061 (04780) b.g.g. 1152 VAN KAPELAAN J. H. DRIESSEN Zondag 31 juli viert kapelaan J, H. Driessen van de Westsingel zijn 25-jarig Priesterfeest. Ofschoon de feesteling nog maar kort in Venray is zal de Petrus Bandenparochic, waaraan hij als kapelaan is verbon den, deze dag niet ongemerkt voor bij laten gaan. Kapelaan Driessen is geboortig uit Wijnandsrade (1915) en komt uit een gezin van 9 kinderen. Na zijn stu die aan het gymnasium van de Pa ters Conventuelen in zijn geboorte plaats, trad hij in 1935 in bij deze orde en voltooide zijn studies in de Philosophie en de Theologie aan de Universiteit te Leuven. In 1941 werd hij door Mgr. Lem- mens tot priester gewijd. Nog dat zelfde jaar werd hij benoemd tot kapelaan te Leuven en vertrok van daar in 1947 naar Nunspeet om daar voornamelijk te gaan werken onder de a-socialen. Na nog een jaar ka pelaan te zijn geweest in Purme- rend, werd hij in 1953 benoemd tot rector van Hoensbroek. Hij zou nu ruim 17 jaar zielzorg gaan uit oefenen onder de mijnwerkers. Zijn meest geliefde parochie, waar hij en ca. 2500 per ha in Zuid-Lim burg. Kent men aan de roerende goederen echter geen onderpands- waarde toe, dan was de krediet ruimte voor de meeste bedrijven slechts 750 - 1400 per ha klei ner. VERGELIJKING De onderzoekresultaten over 1962 zijn vergeleken met die over 1957. De balanstotalen waren in 1962 in Noord-Limburg ruim 4.000 per ha en in Zuid-Limburg ca f 2400 per ha hoger dan in 1957, vooral als ge volg van een hogere waardering van de activa. In Noord-Limburg was de boekwaarde van de toene ming ca 40.000 en in Zuid-Lim burg ca 10.000 per bedrijf. Ook de schulden op lange termijn zijn in de periode 1957 - 1962 toegenomen. De bestedingsruimte op de bedrijven was in 1962 aanmerkelijk groter dan in 1957. Uit het tweede deel van de studie blijkt dat voor een meer effi ciënte bedrijfsopzet een investering in gebouwen, werktuigen en veesta pel is vereist van gemiddeld 37.900 op eigenaarsbedrijven en van 34.200 op pachtbedrijven. VOLDOENDE ONDERPAND In het algemeen was voldoende onderpand aanwezig om krediet te verkrijgen voor de financiering van deze investeringen. De aflosings- en renteverplichtingen van de leningen behoeven geen bezwaar te zijn om de investeringen te verrichten daar het inkomen zodanig kan stijgen, dat hieruit dat deel van de aflossin gen wordt gefinancierd, dat de af schrijvingen te boven gaat. Vooral de jongere bedrijfshoofden zijn bereid de noodzakelijke inves teringen uit te voeren. Deze bereid heid is tevens afhankelijk van het al dan niet hebben van een opvol ger. veel tot stand heeft mogen brengen, is voor hem geweest het rectoraat Kaalheide, waar hij 13 jaar als rec tor werkte. Hier bouwde hij een nieuwe kleuterschool en vernieuw de het interieur van de kerk. Er kwamen nieuwe banken, een nieuwe verwarming en nieuwe klokken. Het kloosterpark, waarin zich een Lour- desgrot bevond, werd op zijn initia tief weer een geliefd gebedsoord voor velen uit de omtrek. Nog graag praat hij over deze tijd en vele dingen in zijn kamer her inneren hem aan de parochianen van Kaalheide. Met Valkenburg als springplank is kapelaan Driessen sinds april j.l. zijn werk begonnen in Venray en hij heeft er sinsdien al vele vrienden gemaakt. Een ervaren en rustig priester die met veel liefde zijn werk doet en nog lang in Venray hoopt te werken. Zondag a.s. om half tien zal in de parochiekerk van St. Petrus-Banden een Plechtige Concelebratie plaats vinden met de feesteling als hoofd celebrant en de Hoogeerwaarde Heer Deken Loonen en zijn mede kapelaans Driessen en Bongaerts als medecelebranten. De H.E.H. Deken zal de feestpredikatie houden. Van 12.00-13.00 uur heeft er dan een receptie plaats in de hal van de Dr. Poelsschool aan de Langeweg, waar vele, zo niet alle, parochianen en bekenden uit Venray verwacht worden om de zilveren priester te feliciteren. HEMELVAART EN ALLERHEILIGEN GEWONE WERKDAGEN De bisschop van Breda, mgr. G. do Vet en de kapittel-vicaris van Den Bosch, mgr. J. Bluyssen, heb ben in antwoord op een vraag van de diocesane raad van overleg en de Brabantse katholieke werkge versvereniging als hun mening ken baar gemaakt, dat in hun bisdom men vanwege de veranderde om standigheden op de feestdag van Maria ten Hemelopneming (15 aug.) en Allerheiligen (1 november) win kel- en industriële bedrijven niet gehouden zijn hun zaak te sluiten. De bisschoppen hopen echter dat velen deze feestdag als zondag blij ven vieren, met name daar waar het gemengd godsdienstig karakter min der op de voorgrond treedt en waar zulks zonder bijzondere financiële of andersoortige lasten gevoeglijk kan geschieden. De bisschoppen, die deze aangele genheid ook ter sprake hebben ge bracht in de landelijke bisschoppen conferentie, spreken de hoop uit dat ieder die zich hierin betrokken weet met behulp van bovenstaande richt lijn in staat is zijn houding in deze te bepalen. Dispensatie in de zon dagsviering op deze dagen ligt bui ten de bevoegdheid van de bis schoppen.

Peel en Maas | 1966 | | pagina 1