WAT EEN WATER!! 25 JAAR KINDERBIJSLAG Overpeinzingen Enkele „waterige" problemen van de plaatselijke commissie LOLLEBEEK" Politierechter WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN rr Veehouderij in zak en as VRIJDAG 7 JANUARI 1966 No. 1 ZEVEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 1512 GIRO 1050652 ADVERTENTIEPRIJS 12 cl p. mm. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buiten V.nroy 2.—) In verband met de regenval van de laatste maand is het goed eens enkele vergelijkingen te maken met de regenval in voorgaande jaren. Door het K.N.M.I. te De Bilt wordt in verschillende plaatsen van het land regelmatig de neerslag ge meten. Hiervoor zijn verschillende z.g. re genstations ingericht. Tweemaal per dag wordt hier de neerslag opgeno men. Er bevinden zich rond het ge bied van de ruilverkaveling „Lolle- beek" drie regenstations nl. te Ven- ray, Ysselsteyn en Sevenum. Een re genbui is in het algemeen plaatse lijk, zodat een goede verspreiding van de waarnemingsstations nodig is om juiste cijfers te verkrijgen. Door het KNMI worden de waar nemingen in een tiendaagse perio de opgesteld tot een totaal. Iedere maand heeft op deze wijze drie tiendaagse perioden z.g. „deca des". Het gemiddelde van de drie regen stations rond de Lollebeek geeft het volgende beeld. 1962 1963 1965 1965 November Decade I 3.8 14.1 5.1 3.3 Decade II 12.6 68.2 71.1 8.1 Decade III 4.1 7 9.6 87.3 Totaal (in mm) 20.5 89.3 86.198.7 December 'Decade I 11.2 0.3 15.8 57.1 Vooi november-december 1965 zijn nog geen cijfers beschikbaar van het KNMI. Ter vergelijking zijn voor 1965 de waarnemingen genomen van de Proefboerderij Campsplaats te Horst Uit de door dit waarnemingssta tion ter beschikking gestelde gege vens blijkt dat de totaal neerslag van 25 november tot en met 13 dec., dus een periode van 19 dagen totaal bè- droeg 159 mm. Wanneer men hiernaast weet dat de gemiddelde regenval over de periode 1931-1960 dus over dertig jaar in de maand november ge middeld 60 mm bedroeg, dan is er dus in 19 dagen een hoeveelheid neerslag geweest die ruim 2'/t maal zo hoog is als de gemiddelde regenval in november dus over 30 dagen. Wanneer in de zomer veel regen valt gaat door verdamping een deel terug in de atmosfeer terwijl de groeiende planten b.v. gras eveneens een belangrijk deel opnemen. In de winterperiode echter is bij een temperatuur van 0°-6° celcius de verdamping te verwaarlozen. Terwijl bij deze temperatuur de levensprocessen van de planten en daarmede de wateropname eveneens uitermate gering zijn. Praktisch alle neerslag moet dus door de grond worden opgenomen. Nu heeft de grond een groot water- bergend vermogen. Tussen de grond- deeltjes komt lucht voor en deze lucht kan grotendeels vervangen worden door water. Normaal zien we dan ook dat na een belangrijke regenbui de grondwaterstand om hoog is gekomen. Via waarnemingsbuizen op ver schillende plaatsen in en rond de ruilverkaveling „Lollebeek" wordt door de Cultuurtechnische Dienst de grondwaterstand regelmatig geme ten. Door de natte zomer is gebleken dat deze grondwaterstand op 15 ok tober 1965 gemiddeld ruim 40 cm hoger was dan op 14 okt. 1964. Bij de aanvang van de regenperiode op 25 november 1965 had de grond dus een geringer waterbergend vermogen dan in voorgaande jaren. WATERAFVOER HOOFDBEKEN In Nederland hebben wij behalve enkele perioden die soms in de zo mer kunnen optreden een z.g. humi- de klimaat dat wil zeggen er valt meer neerslag dan er verdampt De neerslag die niet verdampt en niet voor de levensprocessen van de planten wordt gebruikt zal dus op de een of andere manier afgevoerd moeten worden. Wanneer de grond van water ver zadigd is kan dit gebeuren via op pervlakte afvoer langs greppels naar kavelsloten en vandaar door zij- beken, hoofdbeken naar de Maas. De Maas brengt op haar beurt het regenwater naar de Noordzee. De Maas is een echte regenrivier die bij veel regen of smeltende sneeuw in de Ardennen in België snel wast en dan in Noord-Limburg bij zeer hoge standen een afvoer geeft in de orde van 2000 m3/sec. In de zomer is de minimum afvoer in de orde van grootte van 50 m3/sec. Om de Maas in de zomer bevaarbaar te houden ook bij lagere afvoeren is deze rivier dan ook in de periode tussen beide wereldoorlogen gekana liseerd. dat wil zeggen dat ze in de zomer door stuwen op een bepaald peil wordt gehouden. De Rijn daarentegen ontvangt veel water uit het gebied van de eeuwige sneeuw in het hooggebergte van Zwitserland en heeft dan ook een regelmatiger afvoer. De overtollige neerslag zal in deze gebieden grotendeels in de grond dringen en daar bijdragen tot ver hoging van de grondwaterstand. Wanneer de grondwaterstand op de ene plaats hoger is dan de andere treden ondergrondse waterverschui vingen op meestal met het gevolg dat water uittreedt op de bodem en zijwanden van beken en sloten en ook reohtstreeks naar het Maasdal. Hoe hoger nu de Maaswaterstan den zijn des it geringer ook de on dergrondse waterafschuiving van 't Maasdal zal wezen. Des te hoger de sloot, en beekwa terstanden zoals we dat in november en december hebben ondervonden zal de grondwaterstand oplopen en het waterbergend vermogen van de grond steeds meer afnemen. MOLENBEEK EN OOSTRUMSE BEEK De belangrijke beken die de wa terafvoer in het ruilverkavelingsblok „Lollebeek" verzorgen zijn de Ka- broeksebeek, Lollebeek, Diepe leng, Boddenbroekerloop, die allen weer op de grote Molenbeek uitkomen welke in de haven van Wanssum uitmondt in de Maas. De Oostrumse beek gaat via Geys- teren rechtstreeks naar de Maas. Bij het opstellen van de verbeterings plannen voor de verschillende beken in de ruilverkaveling „Lollebeek" diende evenals bij de Maas uitge gaan te worden van winterafvoeren welke zijn aangehouden op 1.2 1/sec/ ha voor de beekdalen tot 0.3 1/sec/ha voor de hoge gebieden waarvan men in het veld geen zichtbare afwate ring kan bespeuren. Om uitdroging in de zomer tegen te gaan is een groot aantal stuwen ontworpen waarbij men een water- aanvoer van uit het Peelkanaal naar het bovenstroomse gebied van de grote beken heeft geconstrueerd. Met de uitvoering van deze plan nen dient uiteraard benedenstrooms te worden begonnen. Verbetering van de Molenbeek is in de eerste plaats nodig en is bij het Waterschap in studie De Kabroeksebeek is vanaf de Molenbeek tot aan de Afhang ge reed, benevens een aantal zijlossin gen onder Hegelsom. Stroomop waarts van de Afhang tot aan Ame rica is het bestek van de Kabroek sebeek in voorbereiding en kan in 1966 worden aanbesteed. Het dal van de Oostrumsebeek is vanaf het station Oostrum tot aan de Provinciale weg Leunen-Casten- ray in november j.l. aanbesteed. Door de vele regenval is men ech ter met het werk maar nauwelijks begonnen. De Boddenbroekerloop is gereed gekomen evenals de Ysselsteynse waterlossing welke laatste bij de Rouwkuilen via een duiker onder de Deumeseweg het ruilverkavelings blok verlaat. Het benedenstroomse gedeelte van de Ysselsteynse waterlossing is door het Waterschap met financiële me dewerking van de Cultuurtechnische Dienst ook verbeterd, z' Dit is niet het geval voor het be nedenstroomse gebied van de Bod denbroekerloop buiten het ruilver kavelingsblok. De plannen hiervoor bij het Wa terschap zijn wel gereed en een spoedige uitvoering kan tegemoet worden gezien. Het zal nog een jaar of 4 of 5 du ren voordat het geheel van de waterbeheersingswerken in de ruilverkaveling „Lollebeek" is uit gevoerd. De waterafvoer is gedeeltelijk :-en publieke taak, nl. de taak van het Waterschap om de afvoer via de hoofdbeken en de zijtakken voor zo ver dit openbare waterlossingen zijn, te verzorgen. Daarnaast blijft echter de individuele taak van de grondgebruiker om de waterafvoer van zijn eigen land naar de open bare waterlossing te verzorgen. Dit laatste wordt genoemd de de tailontwatering. DETAILONTWATERING De detailontwatering van een com plex gronden is in hoofdzaak afhan kelijk van een drietal factoren. 1. De mogelijkheden die de hoofd - waterafvoer via een openbare waterloopt biedt. De waterstan den in de hoofdlossingen zijn be palend voor de waterafvoer -.an kavelsloten greppels of drainage. De detailontwatering zal dan ook steeds op de hoofdontwatering worden aangepast. 2. Het gebruik van de grond. Wanneer een veehandelaar eer, wei gebruikt om het vee tïjdr'::.' onder te brengen voor de handel zal hij betrekkelijk lage eisen stellen. Anders is dit gesteld met een tuinder. De eisen te stellen aan de waterafvoer voor de verbouw van volle grondsprodukten en in kassen zijn veel hoger. Wanneer men op willekeurige plaatsen met tuinbouw en kassen begint is het voor het Waterschap ondoenlijk om aan alle door de kassenbouwers te stellen eisen tegemoet te komen. Alleen al hierom is het al zeer belangrijk dat de tuinbouw zich concen treert. 3. De grondsoort. Klei, leem. fijn zand, grofzand. hebben allen een verschillende doorlatendheid. DRAINAGE De wijze van detailontwatering zal dus afhankelijk zijn van bovenge noemde omstandigheden. Voor tuinbouw en intensieve pluimveehouderij evenals voor boom gaarden zal men onder de tegen woordige omstandigheden al gauw kiezen voor een drainagesysteem en wel om de volgende redenen. 1. Greppels belemmeren machinale bewerking, grondverlies, afge trapte greppelkanten waar weinig groeit. 2. Drainage geeft waterafvoer door de grond en niet over de grond. 3. Het onderhoud van drainage kan in de winter gebeuren en is min der arbeidsintensief dan het on derhoud van greppels. Het doorsteken van drainages vanuit de slootkant kan het beste gebeuren in de winter na veel re genval. Wanneer men dit jaarlijks doet voorkomt men verstoppingen. Zijn er eenmaal verstoppingen dan is herstel kostbaar. In de ruilverkaveling „Lollebeek" zijn faciliteiten voor diegenen die na de verbetering van de hoofd ontwatering op hun nieuwe kavel een drainage willen aanleggen. Deze kunnen n.l. voor een belang rijk deel worden voorgefinancierd, hetgeen wil zeggen dat een belang rijk deel van de aanlegkosten wordt betaald door de ruilverkaveling waarna men dit bedrag NA de ruil verkaveling over 30 jaar kan terug betalen. Men betaalt dan per jaar 5 procent van dit bedrag terug. In deze vijf procent is rente en aflos sing inbegrepen. In de ruilverkaveling zijn voor alle drainagebehoeftige gronden de doorlatendheidscijfers reeds be paald. Bovendien zijn bij een gezamenlijk uitvoeren van machinale drainage j besparingen op de aanleg mogelijk. Reeds hebben zich verschillende gegadigden bij de Plaatselijke Com missie aangemeld. Het juiste moment is dan wanneer de verbeteringswerken voor de hoofdontwatering zijn uitgevoerd. NA HEFTIGE DISCUSSIES De kinderbijslag Is in ons land thans een vanzelfsprekende zaak. Maar dat is ze in het verleden bepaald niet geweest. Voordat mi nister C. P. M. Romme, de toenmalige minister van sociale zaken (later leider van de tweede kamerfractie der KVP) in 1937 een wetsontwerp voor de kinderbijslag indiende, was er binnen en bui ten ons parlement veel over dit onderwerp gediscussieerd. Noch tans werd het wetsontwerp van Romme aangenomen, maar pas tijdens de bezetting in januari 1941 werd de wet van kracht. Merkwaardig, maar overigens gezien de groei van onze bevolking niet zo verwonderlijk Ls. dat nu precies een kwart eeuw later de kinderbUslagregeling wederom een punt van discussie gaat worden. DE GEZINSGROOTTE BEPALEND VOOR HET LOON? Toen kort na de eerste wereld oorlog de gezinssubsidiepolitiek een punt van overweging werd. kwamen in ons land de twee grootste poli tieke groeperingen linea recta tegen over elkaar te staan. De katholieken waren vóór kinderbijslag, de socia listen verklaarden zich tegen. Voor de katholieken is immers niet het individu, maar het gezin de natuur lijke cel van de maatschappij. In de ze kring leefde de gedachte dat de lonen derhalve niet alleen moesten worden bepaald op grond van indi viduele prestaties, maar dat ook dc gezinsbehoeften in de bepaling van het loon moesten worden betrokken. Bovendien, zo werd in rooms-ka- tholieke en trouwens ook in protes tants-christelijke kringen betoogd, waren juist de kinderen uit de gro te gezinnen degenen die de meeste steun behoefden. De r.k. minister van Arbeid, P. J. M. Aalberse, pleitte kort na de eer ste wereldoorlog reeds voor een gc- zinsloon. Een warm voorstander toonde zich ook de bisschop van Haarlem, mgr. J. Aengenent. Orga nisaties als de „Vereniging van Ge zinshoofden" en de „R.K. Bond voor grote gezinnen" droegen er toe bij dergelijke opvattingen te verbreiden. De eerste particuliere ondernemers die bepalingen omtrent kinderbij slag in de arbeidsovereenkomsten opnamen, waren katholieke fabri kanten in Noord-Brabant. SOCIALISTEN TEGEN De socialisten verzetten zich ech ter krachtig tegen invoering van een algemene kinderbijslag. Vooral in vakbondskringen bleek dit verzet bijzonder heftig. In 1921 belegde het NVV zelfs een bijzonder congres tégen de kinderbijslag. Niettemin verkeerden de socialisten in een moeilijke positie. Want weliswaar hadden de gezinnen uit het socialis tische kiezerscorps minder grote ge zinnen, maar in die kringen trof men toch ook de gezinnen aan die de kin derbijslag heel best konden gebrui ken. De S.D.A.P. O.S.P.) had echter met twee tegengestelde principes te maken. Haar eerste principe was: „Ieder naar zijn behoeften". Zou dit principe de doorslag geven, dan impliceerde dat uiteraard een aan vaarding van gezinssubsidie. Maar de socialisten huldigden tevens het principe van „Gelijk loon voor ge lijke arbeid". En dit principe zou door de kinderbijslag worden door kruist, aangezien de kinderbijslagen n feite ten laste komen van onge- huwden en gehuwden zonder, of met heel weinig kinderen. Ook in het buitenland keerden so- cialsten en vakverenigingen zich te gen de kinderbijslag. In Berlijn tra den zelfs een aantal leden van de metaalbond uit de organisatie, om dat deze de kinderbijslag niet vol doende bestreed. OMZWENKING Sins 1925 werd in ons land de be zoldiging van overheidsdienaren mede bepaald op grond van de ge zinsgrootte. Maar nog altijd was er geen algemene kinderbijslag. Socia list en liberalen bleven tegen. Maar in de crisisjaren, die omstreeks 1930 aanvingen, zwenkten de socialisten om. Veel gezinnen verkeerden in be hoeftige omstandigheden en dit ver klaarde het gewijzide socialistische standpunt In 1937 diende dr. Romme, toen bewindsman van sociale zaken, een wetsontwerp in om alle arbeiders kinderbijslag toe te kennen vanaf 't derde kind. De socialisten gingen nu ook akkoord. Alleen de liberalen verklaarden zich tegen, evenals de staatkundig-gereformeerden, die te gen het verzekeringsstelsel waren, dat in het wetsontwerp lag opgeslo ten. De wet werd in de Tweede Ka mer met 66 tegen 22 stemmen aange nomen en in de Eerste Kamer met 27 tegen 7 stemmen. WIJZIGINGEN De Kinderbijslagwet is sinds 1941 nog verschillende keren gewijzigd. Voor de socialisten was het een doom in het oog, dat kinderbijslag pas vanaf het derde kinde werd ge geven. Alle gezinnen moesten wor den gesteund, zo meenden zij. En die wens werd vervuld. Een desbe treffend amandement verwierf ln 1946 een kamermeerderheid. Andere wijzigingen van de wet, die tegemoetkwamen aan de socia listische wensen, waren een rege ling voor kleine zelfstandigen en de uitbreiding van de bepalingen tot onwettige kinderen. In het oorspron kelijke ontwerp beoogde de Alge mene Kinderbijslagwet een algemene volksverzekering in te voeren en zoals bekend, is dat inmiddels ge beurd. Hoewel het doel van de kinder bijslag de bevordering van de sociale gerechtigheid is. vormt de gezins politiek van de overheid de laatste jaren weer een punt van discussie. De bevolkingstoeneming is van dien aard, dat de leefbaarheid van ons land in het gedrang dreigt te gera ken. Dat is voor verschillende ge leerden aanleiding geweest de vraag op te werpen of de kinderbijslag de bevolkingstoeneming niet subsi dieert. Bovendien en ook dat is een as pect van de sociale gerechtigheid is van vele zijden de vraag gesteld of het billijk is de ongehuwden en de gehuwden zonder kinderen het zwaarst te belasten, waardoor zij in feite de kinderbijslag „financieren", ofschoon juist deze groep part noch deel heeft aan de bevolkingsaanwas. Het ziet er naar uit dat dit onder werp in de naaste toekomst aan ak- tualiteit zal winnen. MINIMUM LOON BRUTO: 120,— De regering heeft de knoop van het minimumloon doorgehakt. Voor alle laagst-betaalde mannelijke werknemers met loon voor volwas senen is het minimumloon op 120,- per week gesteld. Dit betekent een verhoging van ongeveer 9 procent. Daar de overige lonen maar 67 pet. mogen stijgen heeft de regering be paald dat het minimumloon niet in de loonschalen mag worden ver werkt. De 9 pet. zou dan immers als een inktvlek kunnen gaan werken op de andere lonen. Op zich genomen juichen wij het besluit van de regering toe deze laagstbetaalden niet uit te sluiten van de welvaartskoek. Het gevaar bestaat nu echter dat de 9 pet. loonsverhoging als een koevoet zal worden gebruikt om de direkt daar boven gelegen loonklassen op te vij zelen. Deze loonklassen komen im mers door de 9 pet loonsverhoging voor de laagstbetaalden in praktisch dezelfde lonen. Minder geschoolden gaan hetzelfde verdienen als iets meer geschoolden. Er zit iets scheef met onze tot op de cent uitgedokterde, loon-economic. En het is wat betreft de minimum loners inderdaad een kwestie van centen. De fout. welke hier gemaakt wordt zij het noodgedwongen ligt in het feit, dat de lonen niet meer in overeenstemming zijn met de prij zen. Wij krijgen hier de eerste reke ning gepresenteerd van de lonen en prijzenspiraal, waaraan we al jaren bezig zijn. Er schuilt meer waarheid in het volksgezegde, dat „je tegen de stijgende prijzen niet meer op kunt verdienen", dan de officiële economen waar willen hebben. De waarschuwing komt nu neer od de groter wordende groep van laagst betaalden. Zij zijn (natuurlijk) het eerst het kind van de rekening. Een strakkere koppeling van loonpeil aan de produktie lijkt ons dan ook voor de toekomst bijzonder gewenst. MEDEDELING AAN ONZE ABONNEES Een dezer dagen wordt U weder om de kwitantie aangeboden voor het abonnement op PEEL EN MAAS. Wü verzoeken U deze bij eerste aan bieding te willen voldoen, aangezien de hoge incassokosten het vrijwel onmogelijk maken dat de kwitantie nogmaals wordt aangeboden. Het zou een dure vakantie wor den dit jaar. Dat had Arie met zijn vrouw afgesproken. Ze waren er zuinig voor geweest De bromfiets was opgepoetst en ontkoold er was zon handig boekje aangeschaft waaruit men in een week kan leren hoe een Luxemburger dc weg naar de tandarts vraagt, enfin alles was in orde. Want nu zelfs een brom fietser geen tas vol papieren meer nodig hoeft aan de grens zouden Arie en de vrouw voor het eerst van hun leven naar onze zuiderburen gaan. On de eerste dag van de vakantie moest Arie naar de stad om de laat ste hand te leggen aan dc toebereid selen van de grote tocht Men kent dat: pleisters. Belgisch geld en zul ke zaken schaft men pas op het laatste moment aan. Omdat het toch de eerste vakantiedag was en om dat morgen de grote sprong in het onbekende zou volgen, dronk Arie er een borrel op. En dat had hij niet moeten doen. Want daarom kwam hij nu op het matje. Een agent had hem zien aankomen op die gedenk waardige dag in het laatst van juli. De bromfietser slingerde, verklaar de de agent als getuige. Toen hij 'n fietser inhaalde, slingerde hij nog meer. En nadat hij de fietser had in gehaald, sloeg hij over de kop om vervolgens op de berm van de weg te blijven liggen. Dc agent kon zijn potloodje nog wel even in de zak houden, want 'n maand later kwam Arie het zieken huis pas uiL De dokter had er de handen mee vol gehad, want er wa ren allerlei krammen aan te pas ge komen om Arie's gezicht weer in de normale plooi te krijgen en twee ribben zaten niet meer op hun plaats. De officier vond het maar zielig, als iemand zo zijn vakantie moet be ginnen. ..Als je dan toch met alle ge weld in het ziekenhuis wilt gaan lig gen. doe het dan in de baas z'n tijd' vond hij. Er was in deze zaak een probleem en daarom had men de verbalisant als getuige opgeroepen. Arie zelf had enkele dagen later bij het eer ste verhoor in het ziekenhuis op recht verklaard: „Het slokje zal er wel mee in verband staan." Maar uit het rapport van de dokter was ge bleken dat het alcoholgehalte in Aric-'s bloed niet veel hoger was dan dat van iemand, die per ongeluk over dc stoep van een café is gelo pen: Volgens de wetenschap had de man nauwelijks één borreltje op. Maar dat kwam. zei de agent, om dat de bloedproef pas vele uren na het ongeluk was genomen. Klaar blijkelijk had men eerst 's mans ribben weer in het gelid gezet. ..'t Is anders geen kwade kerel", zei de politie. Arie zelf bleef er bij dat het van de borrel moest zijn gekomen. Maar dc officier kon er niet toe komen deze verdachte de gevangenis in te sturen. Die mislukte vakantie is al een flinke straf op zichzelf, vond hij. Het moest maar een flinke boete worden. De agent trad nu opnieuw naar voren. Hij verontschuldigde zich omdat hij graag iets wilde zeggen zonder aan de beurt te zijn. En toen vertelde hij dat Arie de hele strop zelf moest betalen. De zieketewel zal wel geen cent uitkeren, omdat het een kwestie van eigen schuld is, zei hij. Nu zag de rechter vol mededogen op de verdachte neer. „Drie dagen gevangenisstraf", besliste hij. „Maar voorwaardelijk, met een proeftijd van een jaar. Als je zorgt dat er het eerste jaar niets gebeurt, gaat er een streep door. „En het volgend jaar in de vakantie alleen maar melk drinken", adviseerde de offi cier. Als gevolg van mond- en klauw zeer in Limburg en Overijssel heb ben de EEGlanden de invoer van vlees uit ons land stop gezet. Dit be tekent een belangrijke strop voor de Nederlandse veehouders, die per jaar voor een half miljard naar de landen van de EEG uitvoeren. Het resultaat voor ons land zal zijn, dat de prijs voor het varkens vlees flink moet dalen voor de consument een ogenblikkelijke aan gename bijkomstigheid maar on danks de grotere afname in eigen land toch een aanzienlijk overschot. Veel hangt af of de epidemie van de gevreesde veeziekte snel inge perkt kan worden en overwonnen. Mocht de strijd lang duren, dan be tekent dit dat de produktie snel zal afnemen en dat als resultaat daar van volgend jaar de prijzen scherp zullen stijgen. Een uitweg zou het zijn, wanneer de regering besluit grote partijen op te kopen. Hiermee zou zij het prijs- inzakken min of meer voorkomen, maar straks ook de scherpe prijs stijgingen door het opgekochte vlees op de markt te brengen.

Peel en Maas | 1966 | | pagina 9