WAT EEN WATER!!
25 JAAR KINDERBIJSLAG
Overpeinzingen
Enkele „waterige" problemen
van de plaatselijke commissie
LOLLEBEEK"
Politierechter
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
rr
Veehouderij in zak en as
VRIJDAG 7 JANUARI 1966 No. 1
ZEVEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 1512 GIRO 1050652
ADVERTENTIEPRIJS 12 cl p. mm. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buiten V.nroy 2.—)
In verband met de regenval van
de laatste maand is het goed eens
enkele vergelijkingen te maken met
de regenval in voorgaande jaren.
Door het K.N.M.I. te De Bilt
wordt in verschillende plaatsen van
het land regelmatig de neerslag ge
meten.
Hiervoor zijn verschillende z.g. re
genstations ingericht. Tweemaal per
dag wordt hier de neerslag opgeno
men. Er bevinden zich rond het ge
bied van de ruilverkaveling „Lolle-
beek" drie regenstations nl. te Ven-
ray, Ysselsteyn en Sevenum. Een re
genbui is in het algemeen plaatse
lijk, zodat een goede verspreiding
van de waarnemingsstations nodig
is om juiste cijfers te verkrijgen.
Door het KNMI worden de waar
nemingen in een tiendaagse perio
de opgesteld tot een totaal.
Iedere maand heeft op deze wijze
drie tiendaagse perioden z.g. „deca
des".
Het gemiddelde van de drie regen
stations rond de Lollebeek geeft het
volgende beeld.
1962 1963 1965 1965
November
Decade I 3.8 14.1 5.1 3.3
Decade II 12.6 68.2 71.1 8.1
Decade III 4.1 7 9.6 87.3
Totaal (in mm) 20.5 89.3 86.198.7
December
'Decade I 11.2 0.3 15.8 57.1
Vooi november-december 1965 zijn
nog geen cijfers beschikbaar van het
KNMI.
Ter vergelijking zijn voor 1965 de
waarnemingen genomen van de
Proefboerderij Campsplaats te Horst
Uit de door dit waarnemingssta
tion ter beschikking gestelde gege
vens blijkt dat de totaal neerslag van
25 november tot en met 13 dec., dus
een periode van 19 dagen totaal bè-
droeg 159 mm.
Wanneer men hiernaast weet dat
de gemiddelde regenval over de
periode 1931-1960 dus over dertig
jaar in de maand november ge
middeld 60 mm bedroeg, dan is er
dus in 19 dagen een hoeveelheid
neerslag geweest die ruim 2'/t
maal zo hoog is als de gemiddelde
regenval in november dus over 30
dagen.
Wanneer in de zomer veel regen
valt gaat door verdamping een deel
terug in de atmosfeer terwijl de
groeiende planten b.v. gras eveneens
een belangrijk deel opnemen.
In de winterperiode echter is bij
een temperatuur van 0°-6° celcius
de verdamping te verwaarlozen.
Terwijl bij deze temperatuur de
levensprocessen van de planten en
daarmede de wateropname eveneens
uitermate gering zijn.
Praktisch alle neerslag moet dus
door de grond worden opgenomen.
Nu heeft de grond een groot water-
bergend vermogen. Tussen de grond-
deeltjes komt lucht voor en deze
lucht kan grotendeels vervangen
worden door water. Normaal zien
we dan ook dat na een belangrijke
regenbui de grondwaterstand om
hoog is gekomen.
Via waarnemingsbuizen op ver
schillende plaatsen in en rond de
ruilverkaveling „Lollebeek" wordt
door de Cultuurtechnische Dienst de
grondwaterstand regelmatig geme
ten.
Door de natte zomer is gebleken
dat deze grondwaterstand op 15 ok
tober 1965 gemiddeld ruim 40 cm
hoger was dan op 14 okt. 1964. Bij de
aanvang van de regenperiode op 25
november 1965 had de grond dus een
geringer waterbergend vermogen
dan in voorgaande jaren.
WATERAFVOER HOOFDBEKEN
In Nederland hebben wij behalve
enkele perioden die soms in de zo
mer kunnen optreden een z.g. humi-
de klimaat dat wil zeggen er valt
meer neerslag dan er verdampt
De neerslag die niet verdampt en
niet voor de levensprocessen van de
planten wordt gebruikt zal dus op
de een of andere manier afgevoerd
moeten worden.
Wanneer de grond van water ver
zadigd is kan dit gebeuren via op
pervlakte afvoer langs greppels naar
kavelsloten en vandaar door zij-
beken, hoofdbeken naar de Maas.
De Maas brengt op haar beurt het
regenwater naar de Noordzee. De
Maas is een echte regenrivier die bij
veel regen of smeltende sneeuw in
de Ardennen in België snel wast en
dan in Noord-Limburg bij zeer hoge
standen een afvoer geeft in de orde
van 2000 m3/sec.
In de zomer is de minimum afvoer
in de orde van grootte van 50 m3/sec.
Om de Maas in de zomer bevaarbaar
te houden ook bij lagere afvoeren is
deze rivier dan ook in de periode
tussen beide wereldoorlogen gekana
liseerd. dat wil zeggen dat ze in de
zomer door stuwen op een bepaald
peil wordt gehouden.
De Rijn daarentegen ontvangt veel
water uit het gebied van de eeuwige
sneeuw in het hooggebergte van
Zwitserland en heeft dan ook een
regelmatiger afvoer.
De overtollige neerslag zal in deze
gebieden grotendeels in de grond
dringen en daar bijdragen tot ver
hoging van de grondwaterstand.
Wanneer de grondwaterstand op
de ene plaats hoger is dan de andere
treden ondergrondse waterverschui
vingen op meestal met het gevolg
dat water uittreedt op de bodem en
zijwanden van beken en sloten en
ook reohtstreeks naar het Maasdal.
Hoe hoger nu de Maaswaterstan
den zijn des it geringer ook de on
dergrondse waterafschuiving van 't
Maasdal zal wezen.
Des te hoger de sloot, en beekwa
terstanden zoals we dat in november
en december hebben ondervonden
zal de grondwaterstand oplopen en
het waterbergend vermogen van de
grond steeds meer afnemen.
MOLENBEEK EN
OOSTRUMSE BEEK
De belangrijke beken die de wa
terafvoer in het ruilverkavelingsblok
„Lollebeek" verzorgen zijn de Ka-
broeksebeek, Lollebeek, Diepe leng,
Boddenbroekerloop, die allen weer
op de grote Molenbeek uitkomen
welke in de haven van Wanssum
uitmondt in de Maas.
De Oostrumse beek gaat via Geys-
teren rechtstreeks naar de Maas. Bij
het opstellen van de verbeterings
plannen voor de verschillende beken
in de ruilverkaveling „Lollebeek"
diende evenals bij de Maas uitge
gaan te worden van winterafvoeren
welke zijn aangehouden op 1.2 1/sec/
ha voor de beekdalen tot 0.3 1/sec/ha
voor de hoge gebieden waarvan men
in het veld geen zichtbare afwate
ring kan bespeuren.
Om uitdroging in de zomer tegen
te gaan is een groot aantal stuwen
ontworpen waarbij men een water-
aanvoer van uit het Peelkanaal naar
het bovenstroomse gebied van de
grote beken heeft geconstrueerd.
Met de uitvoering van deze plan
nen dient uiteraard benedenstrooms
te worden begonnen.
Verbetering van de Molenbeek is
in de eerste plaats nodig en is bij
het Waterschap in studie
De Kabroeksebeek is vanaf de
Molenbeek tot aan de Afhang ge
reed, benevens een aantal zijlossin
gen onder Hegelsom. Stroomop
waarts van de Afhang tot aan Ame
rica is het bestek van de Kabroek
sebeek in voorbereiding en kan in
1966 worden aanbesteed.
Het dal van de Oostrumsebeek is
vanaf het station Oostrum tot aan
de Provinciale weg Leunen-Casten-
ray in november j.l. aanbesteed.
Door de vele regenval is men ech
ter met het werk maar nauwelijks
begonnen.
De Boddenbroekerloop is gereed
gekomen evenals de Ysselsteynse
waterlossing welke laatste bij de
Rouwkuilen via een duiker onder de
Deumeseweg het ruilverkavelings
blok verlaat.
Het benedenstroomse gedeelte van
de Ysselsteynse waterlossing is door
het Waterschap met financiële me
dewerking van de Cultuurtechnische
Dienst ook verbeterd,
z'
Dit is niet het geval voor het be
nedenstroomse gebied van de Bod
denbroekerloop buiten het ruilver
kavelingsblok.
De plannen hiervoor bij het Wa
terschap zijn wel gereed en een
spoedige uitvoering kan tegemoet
worden gezien.
Het zal nog een jaar of 4 of 5 du
ren voordat het geheel van de
waterbeheersingswerken in de
ruilverkaveling „Lollebeek" is uit
gevoerd.
De waterafvoer is gedeeltelijk :-en
publieke taak, nl. de taak van het
Waterschap om de afvoer via de
hoofdbeken en de zijtakken voor zo
ver dit openbare waterlossingen
zijn, te verzorgen. Daarnaast blijft
echter de individuele taak van de
grondgebruiker om de waterafvoer
van zijn eigen land naar de open
bare waterlossing te verzorgen.
Dit laatste wordt genoemd de de
tailontwatering.
DETAILONTWATERING
De detailontwatering van een com
plex gronden is in hoofdzaak afhan
kelijk van een drietal factoren.
1. De mogelijkheden die de hoofd -
waterafvoer via een openbare
waterloopt biedt. De waterstan
den in de hoofdlossingen zijn be
palend voor de waterafvoer -.an
kavelsloten greppels of drainage.
De detailontwatering zal dan ook
steeds op de hoofdontwatering
worden aangepast.
2. Het gebruik van de grond.
Wanneer een veehandelaar eer,
wei gebruikt om het vee tïjdr'::.'
onder te brengen voor de handel
zal hij betrekkelijk lage eisen
stellen.
Anders is dit gesteld met een
tuinder. De eisen te stellen aan
de waterafvoer voor de verbouw
van volle grondsprodukten en in
kassen zijn veel hoger.
Wanneer men op willekeurige
plaatsen met tuinbouw en kassen
begint is het voor het Waterschap
ondoenlijk om aan alle door de
kassenbouwers te stellen eisen
tegemoet te komen. Alleen al
hierom is het al zeer belangrijk
dat de tuinbouw zich concen
treert.
3. De grondsoort.
Klei, leem. fijn zand, grofzand.
hebben allen een verschillende
doorlatendheid.
DRAINAGE
De wijze van detailontwatering zal
dus afhankelijk zijn van bovenge
noemde omstandigheden.
Voor tuinbouw en intensieve
pluimveehouderij evenals voor boom
gaarden zal men onder de tegen
woordige omstandigheden al gauw
kiezen voor een drainagesysteem en
wel om de volgende redenen.
1. Greppels belemmeren machinale
bewerking, grondverlies, afge
trapte greppelkanten waar weinig
groeit.
2. Drainage geeft waterafvoer door
de grond en niet over de grond.
3. Het onderhoud van drainage kan
in de winter gebeuren en is min
der arbeidsintensief dan het on
derhoud van greppels.
Het doorsteken van drainages
vanuit de slootkant kan het beste
gebeuren in de winter na veel re
genval. Wanneer men dit jaarlijks
doet voorkomt men verstoppingen.
Zijn er eenmaal verstoppingen dan
is herstel kostbaar.
In de ruilverkaveling „Lollebeek"
zijn faciliteiten voor diegenen die
na de verbetering van de hoofd
ontwatering op hun nieuwe kavel
een drainage willen aanleggen.
Deze kunnen n.l. voor een belang
rijk deel worden voorgefinancierd,
hetgeen wil zeggen dat een belang
rijk deel van de aanlegkosten wordt
betaald door de ruilverkaveling
waarna men dit bedrag NA de ruil
verkaveling over 30 jaar kan terug
betalen. Men betaalt dan per jaar
5 procent van dit bedrag terug. In
deze vijf procent is rente en aflos
sing inbegrepen.
In de ruilverkaveling zijn voor
alle drainagebehoeftige gronden de
doorlatendheidscijfers reeds be
paald.
Bovendien zijn bij een gezamenlijk
uitvoeren van machinale drainage
j besparingen op de aanleg mogelijk.
Reeds hebben zich verschillende
gegadigden bij de Plaatselijke Com
missie aangemeld.
Het juiste moment is dan wanneer
de verbeteringswerken voor de
hoofdontwatering zijn uitgevoerd.
NA HEFTIGE DISCUSSIES
De kinderbijslag Is in ons land thans een vanzelfsprekende zaak.
Maar dat is ze in het verleden bepaald niet geweest. Voordat mi
nister C. P. M. Romme, de toenmalige minister van sociale zaken
(later leider van de tweede kamerfractie der KVP) in 1937 een
wetsontwerp voor de kinderbijslag indiende, was er binnen en bui
ten ons parlement veel over dit onderwerp gediscussieerd. Noch
tans werd het wetsontwerp van Romme aangenomen, maar pas
tijdens de bezetting in januari 1941 werd de wet van kracht.
Merkwaardig, maar overigens gezien de groei van onze bevolking
niet zo verwonderlijk Ls. dat nu precies een kwart eeuw later
de kinderbUslagregeling wederom een punt van discussie gaat
worden.
DE GEZINSGROOTTE
BEPALEND VOOR HET LOON?
Toen kort na de eerste wereld
oorlog de gezinssubsidiepolitiek een
punt van overweging werd. kwamen
in ons land de twee grootste poli
tieke groeperingen linea recta tegen
over elkaar te staan. De katholieken
waren vóór kinderbijslag, de socia
listen verklaarden zich tegen. Voor
de katholieken is immers niet het
individu, maar het gezin de natuur
lijke cel van de maatschappij. In de
ze kring leefde de gedachte dat de
lonen derhalve niet alleen moesten
worden bepaald op grond van indi
viduele prestaties, maar dat ook dc
gezinsbehoeften in de bepaling van
het loon moesten worden betrokken.
Bovendien, zo werd in rooms-ka-
tholieke en trouwens ook in protes
tants-christelijke kringen betoogd,
waren juist de kinderen uit de gro
te gezinnen degenen die de meeste
steun behoefden.
De r.k. minister van Arbeid, P. J.
M. Aalberse, pleitte kort na de eer
ste wereldoorlog reeds voor een gc-
zinsloon. Een warm voorstander
toonde zich ook de bisschop van
Haarlem, mgr. J. Aengenent. Orga
nisaties als de „Vereniging van Ge
zinshoofden" en de „R.K. Bond voor
grote gezinnen" droegen er toe bij
dergelijke opvattingen te verbreiden.
De eerste particuliere ondernemers
die bepalingen omtrent kinderbij
slag in de arbeidsovereenkomsten
opnamen, waren katholieke fabri
kanten in Noord-Brabant.
SOCIALISTEN TEGEN
De socialisten verzetten zich ech
ter krachtig tegen invoering van een
algemene kinderbijslag. Vooral in
vakbondskringen bleek dit verzet
bijzonder heftig. In 1921 belegde
het NVV zelfs een bijzonder congres
tégen de kinderbijslag. Niettemin
verkeerden de socialisten in een
moeilijke positie. Want weliswaar
hadden de gezinnen uit het socialis
tische kiezerscorps minder grote ge
zinnen, maar in die kringen trof men
toch ook de gezinnen aan die de kin
derbijslag heel best konden gebrui
ken.
De S.D.A.P. O.S.P.) had echter
met twee tegengestelde principes te
maken. Haar eerste principe was:
„Ieder naar zijn behoeften". Zou dit
principe de doorslag geven, dan
impliceerde dat uiteraard een aan
vaarding van gezinssubsidie. Maar
de socialisten huldigden tevens het
principe van „Gelijk loon voor ge
lijke arbeid". En dit principe zou
door de kinderbijslag worden door
kruist, aangezien de kinderbijslagen
n feite ten laste komen van onge-
huwden en gehuwden zonder, of met
heel weinig kinderen.
Ook in het buitenland keerden so-
cialsten en vakverenigingen zich te
gen de kinderbijslag. In Berlijn tra
den zelfs een aantal leden van de
metaalbond uit de organisatie, om
dat deze de kinderbijslag niet vol
doende bestreed.
OMZWENKING
Sins 1925 werd in ons land de be
zoldiging van overheidsdienaren
mede bepaald op grond van de ge
zinsgrootte. Maar nog altijd was er
geen algemene kinderbijslag. Socia
list en liberalen bleven tegen. Maar
in de crisisjaren, die omstreeks 1930
aanvingen, zwenkten de socialisten
om.
Veel gezinnen verkeerden in be
hoeftige omstandigheden en dit ver
klaarde het gewijzide socialistische
standpunt
In 1937 diende dr. Romme, toen
bewindsman van sociale zaken, een
wetsontwerp in om alle arbeiders
kinderbijslag toe te kennen vanaf 't
derde kind. De socialisten gingen nu
ook akkoord. Alleen de liberalen
verklaarden zich tegen, evenals de
staatkundig-gereformeerden, die te
gen het verzekeringsstelsel waren,
dat in het wetsontwerp lag opgeslo
ten. De wet werd in de Tweede Ka
mer met 66 tegen 22 stemmen aange
nomen en in de Eerste Kamer met
27 tegen 7 stemmen.
WIJZIGINGEN
De Kinderbijslagwet is sinds 1941
nog verschillende keren gewijzigd.
Voor de socialisten was het een
doom in het oog, dat kinderbijslag
pas vanaf het derde kinde werd ge
geven. Alle gezinnen moesten wor
den gesteund, zo meenden zij. En
die wens werd vervuld. Een desbe
treffend amandement verwierf ln
1946 een kamermeerderheid.
Andere wijzigingen van de wet,
die tegemoetkwamen aan de socia
listische wensen, waren een rege
ling voor kleine zelfstandigen en de
uitbreiding van de bepalingen tot
onwettige kinderen. In het oorspron
kelijke ontwerp beoogde de Alge
mene Kinderbijslagwet een algemene
volksverzekering in te voeren en
zoals bekend, is dat inmiddels ge
beurd.
Hoewel het doel van de kinder
bijslag de bevordering van de sociale
gerechtigheid is. vormt de gezins
politiek van de overheid de laatste
jaren weer een punt van discussie.
De bevolkingstoeneming is van dien
aard, dat de leefbaarheid van ons
land in het gedrang dreigt te gera
ken. Dat is voor verschillende ge
leerden aanleiding geweest de vraag
op te werpen of de kinderbijslag de
bevolkingstoeneming niet subsi
dieert.
Bovendien en ook dat is een as
pect van de sociale gerechtigheid
is van vele zijden de vraag gesteld
of het billijk is de ongehuwden en
de gehuwden zonder kinderen het
zwaarst te belasten, waardoor zij in
feite de kinderbijslag „financieren",
ofschoon juist deze groep part noch
deel heeft aan de bevolkingsaanwas.
Het ziet er naar uit dat dit onder
werp in de naaste toekomst aan ak-
tualiteit zal winnen.
MINIMUM LOON BRUTO: 120,—
De regering heeft de knoop van
het minimumloon doorgehakt. Voor
alle laagst-betaalde mannelijke
werknemers met loon voor volwas
senen is het minimumloon op 120,-
per week gesteld. Dit betekent een
verhoging van ongeveer 9 procent.
Daar de overige lonen maar 67 pet.
mogen stijgen heeft de regering be
paald dat het minimumloon niet in
de loonschalen mag worden ver
werkt. De 9 pet. zou dan immers als
een inktvlek kunnen gaan werken
op de andere lonen.
Op zich genomen juichen wij het
besluit van de regering toe deze
laagstbetaalden niet uit te sluiten
van de welvaartskoek. Het gevaar
bestaat nu echter dat de 9 pet.
loonsverhoging als een koevoet zal
worden gebruikt om de direkt daar
boven gelegen loonklassen op te vij
zelen. Deze loonklassen komen im
mers door de 9 pet loonsverhoging
voor de laagstbetaalden in praktisch
dezelfde lonen. Minder geschoolden
gaan hetzelfde verdienen als iets
meer geschoolden.
Er zit iets scheef met onze tot op
de cent uitgedokterde, loon-economic.
En het is wat betreft de minimum
loners inderdaad een kwestie van
centen.
De fout. welke hier gemaakt wordt
zij het noodgedwongen ligt in
het feit, dat de lonen niet meer in
overeenstemming zijn met de prij
zen. Wij krijgen hier de eerste reke
ning gepresenteerd van de lonen en
prijzenspiraal, waaraan we al jaren
bezig zijn. Er schuilt meer waarheid
in het volksgezegde, dat „je tegen
de stijgende prijzen niet meer op
kunt verdienen", dan de officiële
economen waar willen hebben. De
waarschuwing komt nu neer od de
groter wordende groep van laagst
betaalden. Zij zijn (natuurlijk) het
eerst het kind van de rekening. Een
strakkere koppeling van loonpeil
aan de produktie lijkt ons dan ook
voor de toekomst bijzonder gewenst.
MEDEDELING
AAN ONZE ABONNEES
Een dezer dagen wordt U weder
om de kwitantie aangeboden voor
het abonnement op PEEL EN MAAS.
Wü verzoeken U deze bij eerste aan
bieding te willen voldoen, aangezien
de hoge incassokosten het vrijwel
onmogelijk maken dat de kwitantie
nogmaals wordt aangeboden.
Het zou een dure vakantie wor
den dit jaar. Dat had Arie met zijn
vrouw afgesproken. Ze waren er
zuinig voor geweest De bromfiets
was opgepoetst en ontkoold er was
zon handig boekje aangeschaft
waaruit men in een week kan leren
hoe een Luxemburger dc weg naar
de tandarts vraagt, enfin alles was
in orde. Want nu zelfs een brom
fietser geen tas vol papieren meer
nodig hoeft aan de grens zouden
Arie en de vrouw voor het eerst van
hun leven naar onze zuiderburen
gaan.
On de eerste dag van de vakantie
moest Arie naar de stad om de laat
ste hand te leggen aan dc toebereid
selen van de grote tocht Men kent
dat: pleisters. Belgisch geld en zul
ke zaken schaft men pas op het
laatste moment aan. Omdat het toch
de eerste vakantiedag was en om
dat morgen de grote sprong in het
onbekende zou volgen, dronk Arie
er een borrel op. En dat had hij niet
moeten doen. Want daarom kwam
hij nu op het matje. Een agent had
hem zien aankomen op die gedenk
waardige dag in het laatst van juli.
De bromfietser slingerde, verklaar
de de agent als getuige. Toen hij 'n
fietser inhaalde, slingerde hij nog
meer. En nadat hij de fietser had in
gehaald, sloeg hij over de kop om
vervolgens op de berm van de weg
te blijven liggen.
Dc agent kon zijn potloodje nog
wel even in de zak houden, want 'n
maand later kwam Arie het zieken
huis pas uiL De dokter had er de
handen mee vol gehad, want er wa
ren allerlei krammen aan te pas ge
komen om Arie's gezicht weer in de
normale plooi te krijgen en twee
ribben zaten niet meer op hun
plaats.
De officier vond het maar zielig,
als iemand zo zijn vakantie moet be
ginnen. ..Als je dan toch met alle ge
weld in het ziekenhuis wilt gaan lig
gen. doe het dan in de baas z'n tijd'
vond hij.
Er was in deze zaak een probleem
en daarom had men de verbalisant
als getuige opgeroepen. Arie zelf
had enkele dagen later bij het eer
ste verhoor in het ziekenhuis op
recht verklaard: „Het slokje zal er
wel mee in verband staan." Maar uit
het rapport van de dokter was ge
bleken dat het alcoholgehalte in
Aric-'s bloed niet veel hoger was dan
dat van iemand, die per ongeluk
over dc stoep van een café is gelo
pen: Volgens de wetenschap had de
man nauwelijks één borreltje op.
Maar dat kwam. zei de agent, om
dat de bloedproef pas vele uren na
het ongeluk was genomen. Klaar
blijkelijk had men eerst 's mans
ribben weer in het gelid gezet. ..'t Is
anders geen kwade kerel", zei de
politie.
Arie zelf bleef er bij dat het van
de borrel moest zijn gekomen. Maar
dc officier kon er niet toe komen
deze verdachte de gevangenis in te
sturen. Die mislukte vakantie is al
een flinke straf op zichzelf, vond hij.
Het moest maar een flinke boete
worden.
De agent trad nu opnieuw naar
voren. Hij verontschuldigde zich
omdat hij graag iets wilde zeggen
zonder aan de beurt te zijn. En toen
vertelde hij dat Arie de hele strop
zelf moest betalen. De zieketewel zal
wel geen cent uitkeren, omdat het
een kwestie van eigen schuld is, zei
hij.
Nu zag de rechter vol mededogen
op de verdachte neer. „Drie dagen
gevangenisstraf", besliste hij. „Maar
voorwaardelijk, met een proeftijd
van een jaar. Als je zorgt dat er
het eerste jaar niets gebeurt, gaat
er een streep door. „En het volgend
jaar in de vakantie alleen maar
melk drinken", adviseerde de offi
cier.
Als gevolg van mond- en klauw
zeer in Limburg en Overijssel heb
ben de EEGlanden de invoer van
vlees uit ons land stop gezet. Dit be
tekent een belangrijke strop voor de
Nederlandse veehouders, die per
jaar voor een half miljard naar de
landen van de EEG uitvoeren.
Het resultaat voor ons land zal
zijn, dat de prijs voor het varkens
vlees flink moet dalen voor de
consument een ogenblikkelijke aan
gename bijkomstigheid maar on
danks de grotere afname in eigen
land toch een aanzienlijk overschot.
Veel hangt af of de epidemie van
de gevreesde veeziekte snel inge
perkt kan worden en overwonnen.
Mocht de strijd lang duren, dan be
tekent dit dat de produktie snel zal
afnemen en dat als resultaat daar
van volgend jaar de prijzen scherp
zullen stijgen.
Een uitweg zou het zijn, wanneer
de regering besluit grote partijen op
te kopen. Hiermee zou zij het prijs-
inzakken min of meer voorkomen,
maar straks ook de scherpe prijs
stijgingen door het opgekochte vlees
op de markt te brengen.