GÉÉN STUDIEBEURS... GÉÉN PRIESTERS PAUSELIJKE MISSIE-ACTIE Is de toenemende vraag om meer priesters te beantwoorden U HELPT TOCH OOK MEDE HULDE EN DANKBAARHEID I'» «l«fcll^lI^H^H „Al hetgeen ge niet zult verdeeld hebben vóór uw dood, zal dóór uw dood verdeeld worden." Baganda-spreekwoord Wij vertellen niets nieuws als wij sclirijven dat in zeer snel tempo in Azië en Afrika de normale kerkelijke hiërarchie is opgericht: de „missie-hisschoppen", die werkten en lei ding gaven namens en in directe opdracht van de Paus, werden tot „gewone" bisschop pen, d.w.z. wij werken en geven leiding in eigen persoonlijke verantwoordelijkheid en zelfstandigheid, uiteraard in medeverantwoordelijkheid met heel het wereldepiscopaat in eenheid met de Paus. Snel ook is toegenomen het aantal bisschoppen uit deze werelddelen zelf. De discussies in de Concilie-aula hebben ons doen zien hoe zij zich op deskundige wijze mee hebben ingezet voor de Wereldkerk. Met name de bisschoppen van Afrika hebben vaker ver rast om hun open blik voor het wel en wee va.n héél de Kerk. Heeft dit alles eigenlijk veel veranderd in de gewone dage lijkse gang van zaken van het missioneringswerk? Het ant woord op deze vraag is: „nee". Met name de zorg om en de handicap door de nood aan mensen en middelen'zijn geble ven. Voor d'ie eerste nood, de nood aan mensen, willen wij u daadwerkelijke belangstel ling vragen. Wij kunnen ons niet aan de in druk onttrekken dat met name de bisschoppen uit Azië en Afrika zelf met grote bewogen heid en vasthoudendheid om priesters vragen. Een hunner, mgr B. Gantin, de Afrikaanse aartsbisschop van Catonau in" Dahomey vertolkt de gevoelens van vele collega's als hij in een brief schrijft: „Afrika zal nog lang zijn Europese en Ameri kaanse broers nodig hebben. Dit geldt op het zuiver mense lijke, maar nog meer op het christelijke vlak. Onze behoef ten kunnen niet verminderd zijn van vandaag op morgen. Integendeel! Een talrijke, des kundige en edelmoedige clerus is nodig voor onze kerkgemeen schappen, die voor de opgave staan zich te meten met alle problemen, die voortvloeien uit de aanpassing aan een we reld, die zich in snel tempo moderniseert Hiervoor en voor nog veel meer behoeven wij de edelmoe dige en belangeloze assisten tie van onze christelijke broe ders uit de gehele wereld". Wordt hun bewogen vraag om priesters bevredigend beant woord Het aantal uitzen dingen van nieuwe priesters yanuit onze landen naar de ge bieden die vallen onder de Pro paganda Fide, loopt terug, ge tuige het volgende overzichtje Ij; Van 1949 tot 1951 686 1951 1953 850 1953 1955 645 1955 1957 733 1957 1959 556 jij 1959 1961 331 (ontleend aan Eerum Ecclesiae, aug. 1964J; Met de oprichting van de .ge wone kerkelijke hiërarchie is beslist niet afgelopen de periode van het oprichten van nieuwe missie-gebieden, gebieden waar nog bijna alles moet gebeuren. Een enkel voorbeeld uit véle is de pas opgerichte apostoli sche prefectuur van Same in Tanganjika: een gebied onge veer 1/3 van ons land, bewoond door rond 130.000 mensen, Waaronder 9.400 katholieken. Als eerste apostolisch prefect werd benoemd onze landgenoot mgr H. J. Winkelmolen, die voor het pionierswerk dat hem werd opgedragen, de hulp heeft van.slechts 10 priesters Is het te verwonderen dat de apostolische prefecten van pas opgerichte gebieden ook met de grootste nadruk om priesters vragen. Het teruglopen van de roepingen in onze landen lijkt niet binnen afzienbare tijd om te keren in een toenemen. Laat 't waar. zijn, dat onze landen nog meer priesters kunnen vrijmaken voor andere delen van de Wereldkerk, hèt antwoord dat de nood aan mensen beëindigen zal, zal vanuit de jonge kerken zelf moeten komen. De 38 groot-seminaries in Afrika, voorzover afhankelijk van de Propaganda Fide, telden in het schooljaar 19631964 samen 1877 leerlingen; het aantal "wijdelingen bedroeg 178, terwijl 444 nieuwe candidaten binnenkwa men. Voor de 29 groot-seminaries in Azië waren deze cijfers resp. 2.812; 230 en 615. Wellicht dat deze cijfers tegenvallen.Eerlijkheidshalve moeten wij schrij ven, dat de toename van het aantal priesters in een aantal gebieden minder wordt, in enige gebieden zelfs tot stilstand is gekomen. Zoekend naar de factoren, die samen een verklaring hiervoor kunnen geven, vinden wij er één, die wij hier kunnen wegnemen nl. het gebrek aan financiële middelen om geschikte candidaten, die vragen om priester te mogen worden, te kunnen opleiden. Terwijl de zorg in onze landen geldt; tekort aan roepingen, geldt in vele landen in Azië en Afrika de zorg: waar de middelen vandaan te halen om de jongens die zich geroepen voelen, te kunnen opleiden. Hier ligt onze mogelijkheid, onze persoonlijke mogelijkheid mee te helpen aan de oplossing van do nood 'aan mensen. Het is het Pauselijk Missiewerk voor eigen priesters (P.M.P.), hetwelk jaar lijks grote subsidies geeft voor het levensonderhoud der seminaristen, voor de instandhouding van de seminaries. Het is zo gemakkelijk een priester student in de missie te helpen: met een jaarlijkse bijdrage van 500,aan het P.MJP. Dan krijgt u naam en foto van de student, die elk jaar een brief aan zijn weldoener schrijft. Laat men zijn bijdrage voor tenminste drie jaar vastleggen in een notariële schenkingsakte, dan mag het gehele jaarlijkse bedrag voor het inkomen wor den afgetrokken. Wilt u ookten adoptief priesterzoon? Een van de studenten, wiens foto Eeronder staat? Schrijf dan s.v.p. aan het Nationaal Bureau P.M.P., Laan Copes van Catten- burch 127, Den Haag (giro 8725, telefoon 1123 43). IRUMPANATH THEOPHILU5 seminarist van het Bisdom Bhagalpur in India en student op het groot-seminarie van Mangalore. EDAVAKANDOM THEOPHILUS seminarist van het Bisdom Patna in India en student op 'het groot-seminarie van Mangalore. AMAKATH JAMES seminarist van het Bisdom Potna In India en student op het groot-seminarie van Mangalore. PUDYAMADOM MATHEW seminarist van het Bisdom Patna in India en student op het groot-seminarie van Mangalore, KUZHUPPIL GEORGE seminarist van het Bisdom Visakhapafnöm in India en student op hef groot-seminarie van Mangalore. De opbrengst van de kollekte op de Wereldmissiedag heeft het prachtige resultaat van vorig jaar nog overtroffen. Betekende de opbrengst in 1963 van i 1.690.000,— reeds een .Ongekend hoogtepunt, een voor- Uitgang nl. van een H miljoen gulden, met Wereldmissiedag van 1964 heeft katholiek Ne derland opnieuw getoond dat het voor zijn missionarissen graag offert: een Opbrengst van méér dan f 1.700.000,was het resultaat. Dank aan allen die geholpen hebben om dit resultaat te be reiken. Dank aan allen die zo royaal hebben gegeven. En bij dit woord van dank de stellige zekerheid dat met dit bedrag veel, zeer veel goeds tot stand gaat komenl aan de opleiding van priester studenten in de missiegebieden door uw gezinsbijdrage aan de Pauselijke Missiewerken, waar door U lid bent van het P.M.P. EUSEB1ÜS KOMBA seminarist van het Bisdom Peramihö in Tanganjika en student op het groot-seminarie van Peramihö. EDMUNDIIS MP ANGARA seminarist van het Bisdom Peramihö. in Tanganjika en student op het groot-seminarie van Peramihö. i W V"^ Wy' JOHNSÖN-R. seminarist van het Bisdom Trivandruni in India en student op hef groot-seminarie' van Alwaye. JOSEPH JOHN seminarist van het Bisdom TriYandrvm in India en student op hel groot-seminarie van Alwaye. door het schenken van een bij zondere gift voor de bouw van seminaries; door met een jaar lijkse bijdrage van tenminste 500,een bepaalde student te steunen; door een blijvende studiebeurs te stichten, waar van de jaarlijkse rente gebruikt wordt voor steun aan een be paalde student; door het schen ken van minstens ƒ25,per jaar en dan tezamen met an deren een bepaalde student te steunen; door het schenken van een bedrag onder voorwaarde van een jaarlijkse uitkering tij dens het leven; door het P.M.P. per testament ais erfgenaam van uw nalatenschap te benoe men, of met een legaat te ge denken (s.v.p. vermelden: Priesteropleiding). NATIONAAL BUREAU JÖHN BOSCO D. seminarist van het Bisdom Trivandrum In India en student op het groot-seminarie van Alwaye. SÓPHRONIUS SSAJJABI seminarist van het Bisdom Kampala in Tanganjika en student op het groot-seminarie van Ggaba. Brief van een 87-jarige aan zijn „nieuwe" student; nadat zijn vorige gewijd was. Eerwaarde Frater, De heer S. is gaarne bereid U in de laatste jaren van voorbereiding voor het H. Priesterschap met zijri dagelijks gebed te vergezellen en te steunen. S. is nu 87 jaar oud, wat doof en ziet weinig meer, maar bidt veel voor de uitbreiding van het Rijk Gods. Daar hif in een bejaardentehuis woont met kapel gaat hij meerdere keren per dag een poosje bidden bij het tabernakel en het is voor U misschien een steun te weten dat er aan U en Uw ideaal gedacht wordt, ook in het verre Holland. Graag zal hij ook, voor zover het mogelijk is, U financieel blijven helpen door bemiddeling van het Pauselijk Missiewerk voor eigen Priesters. Ook hartelijk dank voor de joto. Met vriendelijke groet van de heer S. Deze brief publiceren wij, denkend aan het vaderlandse spreekwoord: „Woorden wekken Voorbeelden trekken". LAAN COPES VAN CATTENBURCH 127, DEN HAAG GIRO 8725 TELEFOON 070-1123 43

Peel en Maas | 1964 | | pagina 14