JEZUS IN DE KERSTKRIB Kerstmis en eten Fantasie speelt met Kerstmis OO k tussen familiele ti en... Het Joodse volk in liet jaar één de armoe van de Heer fa. MARTENS DONDERDAG 24 DECEMBER 1964 No. 52 VIJF EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WFPffRT A H VOHP VRNRAY FN ADVERTENTIEPRIJS 81/» ct p. mm ABONNEMENTS- OROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 CdADLHU V vUIV V LfiliVÜ I Crll V-J1VAO 1 iXUlxull PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bulten Venray 1.75 MAAR KERN BLIJFT ONAANGETAST De vernieuwing binnen de Kerk heeft haar hand nog niet gelegd op Kerstmis. Het kerstgebeuren blijft ongerept, onaangetast als een sneeuwlandschap in de vroege och tendzon. Bij het kerstfeest kunnen we onze eeuwenoude tradities on verkort handhaven: engelenhaar in het sparretje op het dressoir. Daar onder een liefdelijk kerststalletje met wat kunstnseeuw: het Kindje in een kribbe, een mooie Maria er naast plus een wat bezorgd kijkende St. Joseph, die maar moet zorgen van zijn armoedje, dat dat Kind groot wordt. In het kerstfeest komt de roman tiek niets tekort: klokgelui over goedwillende mensen, een nachtelij ke tocht naar de kerk en daarna ontbijt bij kaarslicht. De kerst vreugde wordt alleen wat getem perd, wanneer Kerstmis op zaterdag of zondag valt zodat er een paar ex tra vrije dagen bij inschieten. Het is allemaal zo gegroeid in de loop der eeuwen, met hun vele de voties en hun vindingrijkheid om feest te maken. Of alles wel klopte en of alles wel in overeenstemming was met hetgeen de Bijbel vertelt over het Kerstfeest, och dat was vers twee. De Bijbel is nogal sober in zijn geschiedschrijving, welke ruimte laat voor vrome fantasieën. Er kon den in het rijke roomse leven, dat meer devotioneel dan bijbels ge ïnspireerd was in de loop der tijden veel opvattingen groeien, die decon- frontatie met de bijbel en de resul taten van de wetenschap maar moei lijk kunnen doorstaan. Heel aandoenlijk krijgen de kin deren op de kleuterschool te horen en zij brengen hijgend van emo tie en medelijden verslag uit dat Maria en Joseph zo arm waren, dat zij niet eens kleertjes voor Jezus hadden, maar dat zij hem in een -paiir doeken moesten wikkelen. St. Joseph komt er volgens die oude opvattingen ook niet zo best af. Hij komt meestal uit de verhalen te voorschijn als een sullige, oude man, die niet goed weet wat hij er mee aan moet. Het feit dat hij zo uit drukkelijk heilig is verklaard, be hoedt hem voor algehele uitschake ling. De kerstverhalen zijn zo ont roerend, zo romantisch, dat men door al die notroerende, romanti sche glimlachjes de werkelijke vreugde van het Kerstfeest niet meer kan ontdekken. Het mysterie van Christus' geboorte is bedolven onder naamloos veel fantasie. Dat is helemaal niet erg, want God heeft er allerminst bezwaar tegen, dat wij zijn grote daden op onze eigen manier voorstellen. Tenslotte zijn Gods geheimen zo groot, dat wij wel allerlei onzuivere en aardse beelden moeten gebruiken. De Hemel b.v. stellen wij ons op een zeer aparte manier voor, evenals God zelf, com pleet als een oude heer met baard. Engelen geven wij vleugels en dui vels geven wij horens. Christus zelf steeg op ten Hemel en werd door een wolk onttroken aan ons oog om te beduiden dat hij in de hemel is. Is dit erg? Geen kwestie van. Als ge niet als kinderen wordt zult ge het hemelrijk niet binnentreden. En zo hebben we Kerstmis om ringd met veel bijzonderheden, die waarschijnlijk niet echt zijn of zelfs zeker niet echt. Andere dingen zijn wel echt. Een geliefkoosde gedachte is, dat Christus midden in de winternacht werd geboren. Dit is eindeloos en vaak heel teder bezongen. Het is echter niet waar. Christus is praktisch zeker midden in de zo mer geboren. De juiste datum is echter niet bekend. Sommige bijbel kenners zeggen, dat de geboorte ge steld moet worden op 7 jaar voor onze tijdrekening. Wat is bovendien dramatischer dan midden in de win ter de deur gewezen te worden en onderdak te moeten zoeken in een grot in het open veld? Veel waarschijnlijker is, dat Chris tus geboren werd in de khan, dat wil zeggen in de ruimte, die nu nog 's winters gebruikt wordt voor stal ling van het vee, maar 's zomers voor bewoning. Het was daar over het algemeen beter" dan in de her bergruimtes zelf, omdat het er koe ler was. Er zijn nog talrijke andere voorbeelden aan te voeren voor de wijze waarop vrome fantasie met het Kerstgebieden op de loop is gegaan. Maar nimmer heeft fanta sie of devotie de kern van Kerst mis aangetast: de wonderbare ge boorte van Gods Woord, dat zich openbaarde aan wie Hij wilde: hei dense geleerden, chaldeeuwse ster- rekijkers .aanhangers van Zoroaster, en aan de herders. VREDE OP AARDE O, wat zijn we allemaal voor de lieve vrede. Dat zijn we het hele jaar door, maar in de kersttijd ge tuigen we daar nog eens extra van. En als we het daar zo druk over hebben zijn we tegen het gebruik van atoombommen en kernvloten, tegen gevechten in Korea, Kongo, Vietnam, Zuid-Tirol en op Cyprus. Omdat we keurige en nette men sen zijn verafschuwen we rassen- onlusten, moordaaanslagen, nozem relletjes en vechtpartijen op school. We begrijpen niet waarom de men sen het elkaar toch altijd zo las tig moeten maken, waarom ze elkan der toch zo slecht Verdragen! EERSTE BESTE BOOM Soms hebben we het zelf wel eens over die rotjood of over die vuile nikker ,maar dan bedoelen we daar toch niets verkeerds mee. We vin den ook wel eens dat een bepaalde verkeersdelinkwent aan de eerste de beste boom moet worden opge knoopt, maar dat is alleen bij wijze van spreken. Ook zijn er allerlei staatshoofden, die nodig een kopje kleiner gemaakt moeten worden, maar dat zullen wij persoonlijk heus niet doen. Eigen lijk is er alle reden voor om ons af te vragen of we eigenlijk wel zo net jes en zo keurig en zo vredelievend zijn als we zelf wel denken. ELLENDIGE GULDENS Mensen, mensen, wat ontbreekt er veel aan ons. W ehebben al die eeuwen beschaving eigenlijk weinig invloed op ons gehad. Groet u de buren nog nadat ze. Schrijft u Greetje nog terwijl ze..? Wilt u nog iets met Karei te maken hebben sedert..? En dat allemaal om een paar el lendige guldens ,om een ander ge loof, om de lagere stand, om een misselijke prestigekwestie. Wie van ons mag zoals hij nu, op dit ogenblik, is de woorden „vrede-op-aarde" eigenlijk met enig recht in de mond nemen? RUZIE MAKEN Het zou werkelijk niet overdreven zijn als we deze kersttijd gebruikten om met deze dnigen in het reine te komen. Natuurlijk, er is wel iets ge beurd, de andere partij heeft zelfs grote fouten gemaakt, maar waarom moeten wij elkaar zo slecht verdra gen? Ruzie maken is een bijzonder primitieve bezigheid, maar om daar na blijvend kwaad op elkaar te zijn is nog veel kinderachtiger. Dat zijn situaties die lichamelijk en geestelijk volwassenen beslist on waardig zijn, waarin dragers van een zo oude cultuur toch eigenlijk niet terecht mogen komen. Kwaad zijn met zoon of dochter, met vader of moeder, met broer of zuster, het is zo vreselijk onbe schaafd. Vooral dat „gebroken hebben" met degenen die je het naaste moesten staan .getuigt van zo'n in-en-in-zie- lige levenshouding. En dan moet je eens nagaan waar om dat nu allemaal feitelijk is. Trouwens, al was het iets belang rijks, wat dan nog? Het getuigt van geestelijke rijpheid als we over be paalde dingen heen kunnen stappen, als we werkelijk vredelievend zijn. Zonder ons nu direct met uw particuliere zaken te bemoeien: mo gen wij het begrip „familieband" eens bescheiden onder uw aandacht brengen? Wat denkt u van een fa miliereünie, d.w.z. van de hele fami lie en niet van die gedeelten die „goed met elkaar" zijn? Dan is er nog het kerststukje met een aadrgi briefje voor buren van boven, beneden, van links of van rechts. Kerstmis is daarvoor de aangewe zen tijd, ook „de anderen" zijn op die dagen iets vreedzamer ingesteld dan anders. ANDERS WORDEN Want hoe moet de wereld nu beter worden als we niet in onze 'k Hoor het Kindje zachtjes schreien van de kilte en de kou. Koud z'n handjes, kil z'n voetjes en 't borstje amper lauw. 't Stalke staat ook heel wijd open, en 't is winter, o zo guur! Warme dekens hier ontbreken, want die zijn zo schrik'lijk duur. Lievevrouwke glimlacht teder op haar Schat, haar God'liik Kind. Zoetjes koestert zij het Wicntje, dat ze allerinnigst mint. Ook Sint Jozef, Voedstervader, slaat dit schouwspel minzaam ga, 't voorhoofd vol van diepe groeven door de zorgen, vroeg en spa. Toch zijn beiden zielsgelukkig, ondanks armoe, sneeuw en wind, want de Liefde bindt er samen Jozef, Moeder en haar Kind. flict dat men later enigermate te- rugvindt in de strijd tusen de Re monstranten en de Contra-Remon stranten in ons land. Zij zijn daar bij te verlicht en te vrijzinnig om den en zich daartoe heeft laten be- staoding uit de doden en in hun hart twijfelen ze aan de komst van de Messias. Ze zijn eerder geneigd rich te wenden naar de Griekse wijs geren en de Romeinse machthebbers, die het „leven en laten leven" tot hun devies hebben gemaakt. Toch zitten er ook aristocraten in het ander kamp, zoals Annas, die in Jezus' jeugd hogepriester zal wor- nog te gelov enin engelen en op noemen door Valerius Gratus, die hem ook wee zal afzetten. Annas is rijk en machtig en zijn bezittingen hebben een rol gespeeld bij rijn be noeming. Een rijk man is weinig ge neigd tot oproer, hij kan er meer bij verliezen dan winnen! Maar als puntje bij paaltje komt zullen al deze mensen, als er maar een mogelijkheid schijnt te zijn om zich van het juk vrij te maken, zich tegen de Romeinen keren. De een zonder bedenken, fanatiek in een stemming van „God wil het", de an der wanneer hij merkt, dat het de tijd is om zijn jasje te keren. Schroomvol komen wij aanbidden 't allerschoonst' en liefste Wicht, dat gebracht heeft op de aarde: Vrede, goedheid, stralend Licht. J. N. Het jaar één van de christelijke jaartelling mocht voor het Joodse volk wel gelden als het jaar nul. Het was op een dieptepunt in zijn na tionaal bestaan aangeland, van waaruit geen opkomst meer moge lijk scheen. Toch bleven de nationale trots samenesmolten toe komstverwachtingen van het volk Israel bestaan. Maar men verwacht te geen Verlosser in een kribbe Israel als natie heeft maar een betrekkelijk kort bestaan. Door Da vid gesticht en bevestigd, ging het onder zijn kleinzoon Rehabeam al weer teniet, werd het gesplitst in twee delen, waarvan Judea, be woond door de nakomelingen van Juda en Benjamin, niet alleen het religieus centrum bleef maar zich ook het langst wist te handhaven. De religie hield de Joden tijdens de Babylonische ballingschap bij el kaar en toen zij terugkeerden was in zoverree de oude toestand weer hersteld, dat zij weer één gemeen schap vormden met de tempel te Jeruzalem als middelpunt. Een en clave vormden ,de Samaritanen, trots hun afstamming bewijzend van aartsvader Jakob, trots op de Ja- kobsbron bij Sichem, en in doods vijandschap levend met de Joden, die hun religieuze aanspraken, hun priesters en hun tempel niet erken den. Even schijnt de oude glorie op te vlammen, als de Makkabeeën Israel weten te ontworstelen aan de greep der Syrische koningen en de onthei ligde tempel in Jeruzalem weer in dienst wordt gesteld van de ware religie. Maar om zich te handhaven zoeken ze steun bij de Romeinse veldheer Pompejus en daarmee is het koekoeksei gelegd in het Joodse nest. Weldra zijn de Romeinen de baas, leggen hun garnizoenen in het Heilige Land, bezetten de oude burcht Baris, vlak bij de Jeruza- lemse tempel en noemen die Anto- nia. DE GROTE HERODES Als stroman van de Romeinen re geert Herodes, door huwelijk ver want aan de Makkabeeën maar zelf een Edomiet ,een door de echte Jo den gehaat en veracht volk. Hij is een groot bouwheer, hij schenkt de Joden een tempel die wereldwijde vermaardheid geniet. Maar ook al sturen de Romeinen een jaarlijks offer voor de God der Joden, ook al staat daar op grote feestdagen nog eigen kleine kring beginnen, hoe zou die vrede er ooit moeten ko men? Dan zullen we ook heus op moe ten houden met discriminerende uit latingen over mensen van ander ras, ander geloof of andere politie ke overtuiging. Dan zullen we allerlei onheuse en mensonterende verwensingen niet alleen in moeten slikken, maar uit onze gedachten moeten bannen. Dan zullen we moeten proberen familetwisten bij te leggen, onenig heden met collega's, kennissen en buren uit de weg te ruimen. de Hogepriester in kleurrijk gewaad, al vergadert het Sanhedrin, de Raad der Een en Zeventig in de tempel gebouwen ,het gebeurt alles bij de gratie van de Keizer in Rome. Daar zit Augustus, die als Gajus Julius Caesar Octavianus de eretitel „Vermeerdenaar" (Augustus) kreeg, in wie het Romeinse keizerrijk ge stalte krijgt wanneer de republiek door onderlinge twisten dreigt ten onder te gaa. Augustus is ,veel meer dan veld heer, administrateur. Hij acht amb tenaren even noodzakelijk als sol daten. De door Rome gewonnen ge bieden, het wereldrijk, dat zich uit strekt van de kusten der Noordzee tot de grenzen van Perrië, waarin Judea slechts een onbelangrijke pro vincie is, moeten goed worden be heerd. De volkstelling, die augustus in het jaar 1 uitschrijft, is een rou tine-aangelegenheid. Het was zeker niet de eerste. Maar ze bewijst, dat het land geacht werd zodanig tot rust te zijn gekomen, dat de balans kon worden opgemaakt. Het is de Pax Romana, de Romeinse vrede, die over heel de dan bekende wereld heerst. Herodes kon zijn bouwplan nen botvieren, geen oorlogsgeweld zou hen storen. DE AFGEZONDERDEN Maar toch bleef bij wet wetsge- trouwe Joden de verwachting leven, dat dit juk zou worden afgeschud, en die verachting werd met name levendig gehouden door de Fari- zeeëers of afgezonderden. De schijn heiligheid, die hun later door Jezus zal worden verweten, is geen opzet telijke huichelarij. Zij zien in het getrouw opvolgen van alle gebdoen, het „hek om de wet", de enige overlevingsmogelijkheid van het Joodse volk als natie ,als volk Gods, dat straks gereed moet staan als de •juioJi seissa^M ap 'jassopaA Streng orthodox meten ze als met de ellemaat uit hoeveel geboden en verboden er zijn en trachten rich daaraan te houden. De gewone man, die hard moet werken voor zijn brood én voor de belasting van ro meinen en tempelgaarders beide, kan aan die eisen lang niet altijd voldoen. Toch genieten de Farizeeërs en hun rabijnen groot aanzien bij het volk; immers, zij zijn de dragers van de toekomstverwachting. Later zul len zij de haat tegen Jezus aansto ken omdat hij niet alleen hun reli- gieuse opvattingen verwerpt, maar de messiasverwachting, zoals zij die aan hun volk voorhouden, onder graaft. En de door deze zelfde ver wachting naar Jezus toegedreven Judas Iskariot zal Hem in rijn te leurstelling aan zijn vroegere leer meesters verraden DE ARISTOCRATEN Hooghartig zien op dit alles neer de aristocraten. Zij behoren tot de partij der Saddusceeërs. Zij ver achten het gewone volk en staan uitermate scpetishc tegenover de Fa rizeeërs. Terwijl deze laatsten de „uitverkiezing" leren, geloven de Sadduceeërs in de vrije wil des mensen, hetgeen leidt tot een con Allen wacht enop de man, die als tweede David alle heidenen het land zal uitslaan en zal ritten op de rech terstoel die thans door een „onreine" door de Romeinse procurator in Je ruzalem wordt bezet. Verschijningen als die van Johannes de Doper, die de komst van de Messias aankon digde, wekte onrust, Maar zo ver is het nog niet in het jaar één. De spijkerlaarzen van de Romei nen hoort men in de straten van Je ruzalem. Het Sanhedrin vergadert en twist over de leer maar zijn macht over leven en dood is ver dwenen. Zonder goedkeuring van de Romeinen kan de wet Gods, die eist dat voor bepaalde zonden de dood straf wordt toegepast, niet worden uitgevoerd. De verhalen over de heldenstrijd der Makkabeeën worden nog altijd verteld en de kinderen luisteren er met glinsterende ogen naar. Maar een kind in een kribbe kan de Messias niet zijn. Het is vredig in de velden van Efratha, want de Romeinen waken. Zonder moeite kan men het land doortrekken voor de volkstelling, want overal heerst rust. De verlossing lijkt verder dan ooit. En als het er is, dan verdraagt deze diep duisternis het Licht niet. EEN STAP DICHTER BIJ S Deze Kerstmis, deze van 1964, kan niet worden gelijk gesteld met de Kerstvieringen van de voorgaande jaren. Want sinds vel tientallen ja ren heeft de gemeenschap van Chris tus' Kerk niet voor een zo ernstige en zo klemmende vraag gestaan als dit jaar: hoe moet de Kerk weer het gericht krijgen, dat haar Heer wilde, dat zij had? Hoe kan met na me de Kerk weer de afbeelding worden van de Christus, die arm werd geboren? Moderne exegeten proberen ons te doen geloven, dat het met de ge boorte van Christus allemaal erg meegevallen is, dat zij een geboorte is geweest als die in een net mid denstandsgezin. Maar daartegen ver zet zich de traditie van de Kerk, die door alle eeuwen heen heeft aangenomen, dat de zoon van God niet alleen de nederige figuur van een mens heeft aangenomen, maar ook nog buitenshuis, onder onge makkelijke omstandigheden en zelfs door de mensen verstoten, ter wereld gekomen is. We weten allemaal, zoals zijn ge boorte geweest is, is ook zijn leven verlopen. Hij kon terecht van zich zelf zeggen, dat hij geen steen had om zijn hoofd op neer te leggen. En zijn dood is geweest: zonder kleren. Zijn laatste kleed hebben ze onder zijn stervende ogen vergokt. En toen hij dood was moesten ze hem in een geleend graf bijzetten. En dit alles om te bewijzen wat hij leerde: „Za lig de armen van geest". De herdenking van Christus' ge boorte, de 1964ste in de geschiede nis, confronteert de Kerk, dus ons allemaal met het probleem zoals wij met onze pastoors en medeparochia nen en met de bisschop de plaatse lijke Kerk vormen: wij worden ge confronteerd met onze Heer, zoals hij daar arm ter wereld gekomen is. In hoeverre lijken we nog op hem? In hoeverre wordt deze vrijwillige keuze van Hemzelf door ons ge ëerbiedigd? In hoeverre zijn we eigenlijk van plan ons aan hem ge lijk te maken? Het zijn harde vragen, welke Kerstmsi 1964 ons stelt We vinden ze niet leuk juist ia deze tijd, dat onze vakbonden weer vechten óm drie of vier-tienden meer aan loons verhoging. Niet leuk in een tijd, dat de produktie van welvaartsmachines niet snel genoeg opgevoerd kan wor den. Met Kerstmis 1964 zullen we de kachel een beetje opporren, we zullen nog een opkikkertje extra ne men, en we smullen er eens lekker van: kalkoen, reerug of eend. Liefst vers, anders desnoods maar diep vries. En de rest van de wereld maar lekker laten kreperen. En wij maar vroom versjes ringen of ons lekker vroom voelen bij de radio, die van „Stille nacht, heilige nacht" zevert. Mij dunkt, een ontwakend schuld gevoel in de Kerk begint met Kerst mis 1964 zijn romantiek te ontne men en ons katholieken dichter bij de Heer te brengen. Een feest vindt steeds rijn hoogte punt aan tafel, het middelpunt van het gezinsleven. Het is de moeite waard om er veel werk van te ma ken. Kerstmis maakt daarop geen uitzondering. Integendeel. Wat is er een groter verrassing, dan na de nachtmis thuis te komen en van de donkere koude straat binnen te stappen in een feestelijke warme kamer, waar een versierde tafel no digend te wachten staat. Feest en eten horen bij elkaar. De prettige herinnering aan het feest wordt gro tendeels bepaald door het gezellig samenzijn rond "de tafel. Onze kerstversiering heeft haar stempel gelegd op de tafelversiering. Rood de kleur van de warme liefde (en wat is Kerstmis anders dan een feest van liefde van God voor de mensen!) kunnen wij voor die versiering op alle moge lijke manieren gebruiken. Een rood lint kruiselings over de tafel of hoe u dat maar wilt. Kaarsen in kande labers midden op voor de hoofdver lichting. Kleine kaarsjes bij elk bord. (Wat instructies voor de klein tjes vooraf kan natuurlijk geen kwaad. Overigens is één keer een vinger branden aan heet kaarsvet al voldoende). Het beste servies uit de kast. De thee of koffie extra pit tig gezet. Broodjes of keurige sneed- jes in de broodmandjes, enz. enz. En wat is mooier dan wanneer de kinderen onder het feestelijke ont bijt even mogen opstaan om hetgeen ze op school of in het kleuterklasje geleerd hebben voor te dragen of te ringen. Ze zijn dan meteen even „in de benen" en worden minder gauw zittensmoe. Voor het grote kerstdiner geldt eigenlijk hetzelfde, maar dan alles nog iets grootser, iets uitgebreider. Het kan zo gezellig zijn, ook voor de kleineren, die met een druppel tje zoete wijn in het taf el water zich de koning te rijk voelen en „echt mee dineren". Ze voelen zich dan groot en handelen daarnaar. Betrek ze in de voorbereidingen en laat ze b.v. in de lange kerstdag de menu's voor het diner klaar maken. Wat u eet, is niet van belang. Niet iedereen eet kalkoen, eend of ree rug. Ook het runderlapje smaakt twee keer zo lekker op Kerstmis, wanneer het kaarsschijnsel in de ogen van de aanrittenden wedijvert met de vreugdelichtjes om het sa menzijn. En dat moeder ook fris aan tafel moet zitten, niet te moe mag zijn van de voorbereidnigen, om van het eten te genieten, spreekt vanzelf. Wanneer het kerstdiner een „één-vrouws-werk" is, dan kan 'tal niet meer geslaagd heten. Laat va der helpen ,al was het maar, dat hij de jongste een luier aandoet en let op de anderen. Trouwens de grote kinderen, van 10 en hoger, kennen geen groter feest dan mee te mogen helpen. Des avonds, wanneer de kleinen op bed liggen en de groten nagenie ten, dan kan een goede wijn, een li keur of waar de voorkeur ook naar uit moge gaan een prachtig besluit van de dag vormen. Iets hartigs daarbij wil er altijd in. Voor alle reparaties Schoolstraat 30 Tel. 2389

Peel en Maas | 1964 | | pagina 7