JEZUS IN DE KERSTKRIB
Kerstmis en eten
Fantasie speelt met
Kerstmis
OO
k tussen familiele ti
en...
Het Joodse volk
in liet jaar één
de armoe van de Heer
fa. MARTENS
DONDERDAG 24 DECEMBER 1964 No. 52
VIJF EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WFPffRT A H VOHP VRNRAY FN ADVERTENTIEPRIJS 81/» ct p. mm ABONNEMENTS-
OROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 CdADLHU V vUIV V LfiliVÜ I Crll V-J1VAO 1 iXUlxull PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bulten Venray 1.75
MAAR KERN
BLIJFT ONAANGETAST
De vernieuwing binnen de Kerk
heeft haar hand nog niet gelegd op
Kerstmis. Het kerstgebeuren blijft
ongerept, onaangetast als een
sneeuwlandschap in de vroege och
tendzon. Bij het kerstfeest kunnen
we onze eeuwenoude tradities on
verkort handhaven: engelenhaar in
het sparretje op het dressoir. Daar
onder een liefdelijk kerststalletje
met wat kunstnseeuw: het Kindje
in een kribbe, een mooie Maria er
naast plus een wat bezorgd kijkende
St. Joseph, die maar moet zorgen
van zijn armoedje, dat dat Kind
groot wordt.
In het kerstfeest komt de roman
tiek niets tekort: klokgelui over
goedwillende mensen, een nachtelij
ke tocht naar de kerk en daarna
ontbijt bij kaarslicht. De kerst
vreugde wordt alleen wat getem
perd, wanneer Kerstmis op zaterdag
of zondag valt zodat er een paar ex
tra vrije dagen bij inschieten.
Het is allemaal zo gegroeid in de
loop der eeuwen, met hun vele de
voties en hun vindingrijkheid om
feest te maken. Of alles wel klopte
en of alles wel in overeenstemming
was met hetgeen de Bijbel vertelt
over het Kerstfeest, och dat was
vers twee.
De Bijbel is nogal sober in zijn
geschiedschrijving, welke ruimte
laat voor vrome fantasieën. Er kon
den in het rijke roomse leven, dat
meer devotioneel dan bijbels ge
ïnspireerd was in de loop der tijden
veel opvattingen groeien, die decon-
frontatie met de bijbel en de resul
taten van de wetenschap maar moei
lijk kunnen doorstaan.
Heel aandoenlijk krijgen de kin
deren op de kleuterschool te horen
en zij brengen hijgend van emo
tie en medelijden verslag uit dat
Maria en Joseph zo arm waren, dat
zij niet eens kleertjes voor Jezus
hadden, maar dat zij hem in een
-paiir doeken moesten wikkelen.
St. Joseph komt er volgens die
oude opvattingen ook niet zo best af.
Hij komt meestal uit de verhalen te
voorschijn als een sullige, oude man,
die niet goed weet wat hij er mee
aan moet. Het feit dat hij zo uit
drukkelijk heilig is verklaard, be
hoedt hem voor algehele uitschake
ling. De kerstverhalen zijn zo ont
roerend, zo romantisch, dat men
door al die notroerende, romanti
sche glimlachjes de werkelijke
vreugde van het Kerstfeest niet
meer kan ontdekken. Het mysterie
van Christus' geboorte is bedolven
onder naamloos veel fantasie. Dat is
helemaal niet erg, want God heeft
er allerminst bezwaar tegen, dat
wij zijn grote daden op onze eigen
manier voorstellen. Tenslotte zijn
Gods geheimen zo groot, dat wij wel
allerlei onzuivere en aardse beelden
moeten gebruiken. De Hemel b.v.
stellen wij ons op een zeer aparte
manier voor, evenals God zelf, com
pleet als een oude heer met baard.
Engelen geven wij vleugels en dui
vels geven wij horens. Christus
zelf steeg op ten Hemel en werd
door een wolk onttroken aan ons
oog om te beduiden dat hij in de
hemel is.
Is dit erg? Geen kwestie van. Als
ge niet als kinderen wordt zult ge
het hemelrijk niet binnentreden.
En zo hebben we Kerstmis om
ringd met veel bijzonderheden, die
waarschijnlijk niet echt zijn of zelfs
zeker niet echt. Andere dingen zijn
wel echt.
Een geliefkoosde gedachte is, dat
Christus midden in de winternacht
werd geboren. Dit is eindeloos en
vaak heel teder bezongen.
Het is echter niet waar. Christus
is praktisch zeker midden in de zo
mer geboren. De juiste datum is
echter niet bekend. Sommige bijbel
kenners zeggen, dat de geboorte ge
steld moet worden op 7 jaar voor
onze tijdrekening. Wat is bovendien
dramatischer dan midden in de win
ter de deur gewezen te worden en
onderdak te moeten zoeken in een
grot in het open veld?
Veel waarschijnlijker is, dat Chris
tus geboren werd in de khan, dat
wil zeggen in de ruimte, die nu nog
's winters gebruikt wordt voor stal
ling van het vee, maar 's zomers
voor bewoning. Het was daar over
het algemeen beter" dan in de her
bergruimtes zelf, omdat het er koe
ler was. Er zijn nog talrijke andere
voorbeelden aan te voeren voor de
wijze waarop vrome fantasie met
het Kerstgebieden op de loop is
gegaan. Maar nimmer heeft fanta
sie of devotie de kern van Kerst
mis aangetast: de wonderbare ge
boorte van Gods Woord, dat zich
openbaarde aan wie Hij wilde: hei
dense geleerden, chaldeeuwse ster-
rekijkers .aanhangers van Zoroaster,
en aan de herders.
VREDE OP AARDE
O, wat zijn we allemaal voor de
lieve vrede. Dat zijn we het hele
jaar door, maar in de kersttijd ge
tuigen we daar nog eens extra van.
En als we het daar zo druk over
hebben zijn we tegen het gebruik
van atoombommen en kernvloten,
tegen gevechten in Korea, Kongo,
Vietnam, Zuid-Tirol en op Cyprus.
Omdat we keurige en nette men
sen zijn verafschuwen we rassen-
onlusten, moordaaanslagen, nozem
relletjes en vechtpartijen op school.
We begrijpen niet waarom de men
sen het elkaar toch altijd zo las
tig moeten maken, waarom ze elkan
der toch zo slecht Verdragen!
EERSTE BESTE BOOM
Soms hebben we het zelf wel eens
over die rotjood of over die vuile
nikker ,maar dan bedoelen we daar
toch niets verkeerds mee. We vin
den ook wel eens dat een bepaalde
verkeersdelinkwent aan de eerste de
beste boom moet worden opge
knoopt, maar dat is alleen bij wijze
van spreken.
Ook zijn er allerlei staatshoofden,
die nodig een kopje kleiner gemaakt
moeten worden, maar dat zullen wij
persoonlijk heus niet doen. Eigen
lijk is er alle reden voor om ons af
te vragen of we eigenlijk wel zo net
jes en zo keurig en zo vredelievend
zijn als we zelf wel denken.
ELLENDIGE GULDENS
Mensen, mensen, wat ontbreekt er
veel aan ons. W ehebben al die
eeuwen beschaving eigenlijk weinig
invloed op ons gehad.
Groet u de buren nog nadat ze.
Schrijft u Greetje nog terwijl ze..?
Wilt u nog iets met Karei te maken
hebben sedert..?
En dat allemaal om een paar el
lendige guldens ,om een ander ge
loof, om de lagere stand, om een
misselijke prestigekwestie.
Wie van ons mag zoals hij nu,
op dit ogenblik, is de woorden
„vrede-op-aarde" eigenlijk met
enig recht in de mond nemen?
RUZIE MAKEN
Het zou werkelijk niet overdreven
zijn als we deze kersttijd gebruikten
om met deze dnigen in het reine te
komen. Natuurlijk, er is wel iets ge
beurd, de andere partij heeft zelfs
grote fouten gemaakt, maar waarom
moeten wij elkaar zo slecht verdra
gen? Ruzie maken is een bijzonder
primitieve bezigheid, maar om daar
na blijvend kwaad op elkaar te zijn
is nog veel kinderachtiger.
Dat zijn situaties die lichamelijk
en geestelijk volwassenen beslist on
waardig zijn, waarin dragers van
een zo oude cultuur toch eigenlijk
niet terecht mogen komen.
Kwaad zijn met zoon of dochter,
met vader of moeder, met broer of
zuster, het is zo vreselijk onbe
schaafd.
Vooral dat „gebroken hebben" met
degenen die je het naaste moesten
staan .getuigt van zo'n in-en-in-zie-
lige levenshouding.
En dan moet je eens nagaan waar
om dat nu allemaal feitelijk is.
Trouwens, al was het iets belang
rijks, wat dan nog? Het getuigt van
geestelijke rijpheid als we over be
paalde dingen heen kunnen stappen,
als we werkelijk vredelievend zijn.
Zonder ons nu direct met uw
particuliere zaken te bemoeien: mo
gen wij het begrip „familieband"
eens bescheiden onder uw aandacht
brengen? Wat denkt u van een fa
miliereünie, d.w.z. van de hele fami
lie en niet van die gedeelten die
„goed met elkaar" zijn?
Dan is er nog het kerststukje met
een aadrgi briefje voor buren van
boven, beneden, van links of van
rechts.
Kerstmis is daarvoor de aangewe
zen tijd, ook „de anderen" zijn op
die dagen iets vreedzamer ingesteld
dan anders.
ANDERS WORDEN
Want hoe moet de wereld nu
beter worden als we niet in onze
'k Hoor het Kindje zachtjes schreien
van de kilte en de kou.
Koud z'n handjes, kil z'n voetjes
en 't borstje amper lauw.
't Stalke staat ook heel wijd open,
en 't is winter, o zo guur!
Warme dekens hier ontbreken,
want die zijn zo schrik'lijk duur.
Lievevrouwke glimlacht teder
op haar Schat, haar God'liik Kind.
Zoetjes koestert zij het Wicntje,
dat ze allerinnigst mint.
Ook Sint Jozef, Voedstervader,
slaat dit schouwspel minzaam ga,
't voorhoofd vol van diepe groeven
door de zorgen, vroeg en spa.
Toch zijn beiden zielsgelukkig,
ondanks armoe, sneeuw en wind,
want de Liefde bindt er samen
Jozef, Moeder en haar Kind.
flict dat men later enigermate te-
rugvindt in de strijd tusen de Re
monstranten en de Contra-Remon
stranten in ons land. Zij zijn daar
bij te verlicht en te vrijzinnig om
den en zich daartoe heeft laten be-
staoding uit de doden en in hun hart
twijfelen ze aan de komst van de
Messias. Ze zijn eerder geneigd rich
te wenden naar de Griekse wijs
geren en de Romeinse machthebbers,
die het „leven en laten leven" tot
hun devies hebben gemaakt.
Toch zitten er ook aristocraten in
het ander kamp, zoals Annas, die in
Jezus' jeugd hogepriester zal wor-
nog te gelov enin engelen en op
noemen door Valerius Gratus, die
hem ook wee zal afzetten. Annas is
rijk en machtig en zijn bezittingen
hebben een rol gespeeld bij rijn be
noeming. Een rijk man is weinig ge
neigd tot oproer, hij kan er meer bij
verliezen dan winnen!
Maar als puntje bij paaltje komt
zullen al deze mensen, als er maar
een mogelijkheid schijnt te zijn om
zich van het juk vrij te maken, zich
tegen de Romeinen keren. De een
zonder bedenken, fanatiek in een
stemming van „God wil het", de an
der wanneer hij merkt, dat het de
tijd is om zijn jasje te keren.
Schroomvol komen wij aanbidden
't allerschoonst' en liefste Wicht,
dat gebracht heeft op de aarde:
Vrede, goedheid, stralend Licht.
J. N.
Het jaar één van de christelijke
jaartelling mocht voor het Joodse
volk wel gelden als het jaar nul. Het
was op een dieptepunt in zijn na
tionaal bestaan aangeland, van
waaruit geen opkomst meer moge
lijk scheen. Toch bleven de
nationale trots samenesmolten toe
komstverwachtingen van het volk
Israel bestaan. Maar men verwacht
te geen Verlosser in een kribbe
Israel als natie heeft maar een
betrekkelijk kort bestaan. Door Da
vid gesticht en bevestigd, ging het
onder zijn kleinzoon Rehabeam al
weer teniet, werd het gesplitst in
twee delen, waarvan Judea, be
woond door de nakomelingen van
Juda en Benjamin, niet alleen het
religieus centrum bleef maar zich
ook het langst wist te handhaven.
De religie hield de Joden tijdens de
Babylonische ballingschap bij el
kaar en toen zij terugkeerden was
in zoverree de oude toestand weer
hersteld, dat zij weer één gemeen
schap vormden met de tempel te
Jeruzalem als middelpunt. Een en
clave vormden ,de Samaritanen,
trots hun afstamming bewijzend van
aartsvader Jakob, trots op de Ja-
kobsbron bij Sichem, en in doods
vijandschap levend met de Joden,
die hun religieuze aanspraken, hun
priesters en hun tempel niet erken
den.
Even schijnt de oude glorie op te
vlammen, als de Makkabeeën Israel
weten te ontworstelen aan de greep
der Syrische koningen en de onthei
ligde tempel in Jeruzalem weer in
dienst wordt gesteld van de ware
religie. Maar om zich te handhaven
zoeken ze steun bij de Romeinse
veldheer Pompejus en daarmee is
het koekoeksei gelegd in het Joodse
nest. Weldra zijn de Romeinen de
baas, leggen hun garnizoenen in het
Heilige Land, bezetten de oude
burcht Baris, vlak bij de Jeruza-
lemse tempel en noemen die Anto-
nia.
DE GROTE HERODES
Als stroman van de Romeinen re
geert Herodes, door huwelijk ver
want aan de Makkabeeën maar zelf
een Edomiet ,een door de echte Jo
den gehaat en veracht volk. Hij is
een groot bouwheer, hij schenkt de
Joden een tempel die wereldwijde
vermaardheid geniet. Maar ook al
sturen de Romeinen een jaarlijks
offer voor de God der Joden, ook al
staat daar op grote feestdagen nog
eigen kleine kring beginnen, hoe
zou die vrede er ooit moeten ko
men?
Dan zullen we ook heus op moe
ten houden met discriminerende uit
latingen over mensen van ander
ras, ander geloof of andere politie
ke overtuiging.
Dan zullen we allerlei onheuse en
mensonterende verwensingen niet
alleen in moeten slikken, maar uit
onze gedachten moeten bannen.
Dan zullen we moeten proberen
familetwisten bij te leggen, onenig
heden met collega's, kennissen en
buren uit de weg te ruimen.
de Hogepriester in kleurrijk gewaad,
al vergadert het Sanhedrin, de Raad
der Een en Zeventig in de tempel
gebouwen ,het gebeurt alles bij de
gratie van de Keizer in Rome.
Daar zit Augustus, die als Gajus
Julius Caesar Octavianus de eretitel
„Vermeerdenaar" (Augustus) kreeg,
in wie het Romeinse keizerrijk ge
stalte krijgt wanneer de republiek
door onderlinge twisten dreigt ten
onder te gaa.
Augustus is ,veel meer dan veld
heer, administrateur. Hij acht amb
tenaren even noodzakelijk als sol
daten. De door Rome gewonnen ge
bieden, het wereldrijk, dat zich uit
strekt van de kusten der Noordzee
tot de grenzen van Perrië, waarin
Judea slechts een onbelangrijke pro
vincie is, moeten goed worden be
heerd. De volkstelling, die augustus
in het jaar 1 uitschrijft, is een rou
tine-aangelegenheid. Het was zeker
niet de eerste. Maar ze bewijst, dat
het land geacht werd zodanig tot
rust te zijn gekomen, dat de balans
kon worden opgemaakt. Het is de
Pax Romana, de Romeinse vrede,
die over heel de dan bekende wereld
heerst. Herodes kon zijn bouwplan
nen botvieren, geen oorlogsgeweld
zou hen storen.
DE AFGEZONDERDEN
Maar toch bleef bij wet wetsge-
trouwe Joden de verwachting leven,
dat dit juk zou worden afgeschud,
en die verachting werd met name
levendig gehouden door de Fari-
zeeëers of afgezonderden. De schijn
heiligheid, die hun later door Jezus
zal worden verweten, is geen opzet
telijke huichelarij. Zij zien in het
getrouw opvolgen van alle gebdoen,
het „hek om de wet", de enige
overlevingsmogelijkheid van het
Joodse volk als natie ,als volk Gods,
dat straks gereed moet staan als de
•juioJi seissa^M ap 'jassopaA
Streng orthodox meten ze als met
de ellemaat uit hoeveel geboden en
verboden er zijn en trachten rich
daaraan te houden. De gewone man,
die hard moet werken voor zijn
brood én voor de belasting van ro
meinen en tempelgaarders beide,
kan aan die eisen lang niet altijd
voldoen.
Toch genieten de Farizeeërs en
hun rabijnen groot aanzien bij het
volk; immers, zij zijn de dragers van
de toekomstverwachting. Later zul
len zij de haat tegen Jezus aansto
ken omdat hij niet alleen hun reli-
gieuse opvattingen verwerpt, maar
de messiasverwachting, zoals zij die
aan hun volk voorhouden, onder
graaft. En de door deze zelfde ver
wachting naar Jezus toegedreven
Judas Iskariot zal Hem in rijn te
leurstelling aan zijn vroegere leer
meesters verraden
DE ARISTOCRATEN
Hooghartig zien op dit alles neer
de aristocraten. Zij behoren tot de
partij der Saddusceeërs. Zij ver
achten het gewone volk en staan
uitermate scpetishc tegenover de Fa
rizeeërs. Terwijl deze laatsten de
„uitverkiezing" leren, geloven de
Sadduceeërs in de vrije wil des
mensen, hetgeen leidt tot een con
Allen wacht enop de man, die als
tweede David alle heidenen het land
zal uitslaan en zal ritten op de rech
terstoel die thans door een „onreine"
door de Romeinse procurator in Je
ruzalem wordt bezet. Verschijningen
als die van Johannes de Doper, die
de komst van de Messias aankon
digde, wekte onrust, Maar zo ver
is het nog niet in het jaar één.
De spijkerlaarzen van de Romei
nen hoort men in de straten van Je
ruzalem. Het Sanhedrin vergadert
en twist over de leer maar zijn
macht over leven en dood is ver
dwenen. Zonder goedkeuring van de
Romeinen kan de wet Gods, die eist
dat voor bepaalde zonden de dood
straf wordt toegepast, niet worden
uitgevoerd.
De verhalen over de heldenstrijd
der Makkabeeën worden nog altijd
verteld en de kinderen luisteren er
met glinsterende ogen naar.
Maar een kind in een kribbe kan
de Messias niet zijn.
Het is vredig in de velden van
Efratha, want de Romeinen waken.
Zonder moeite kan men het land
doortrekken voor de volkstelling,
want overal heerst rust.
De verlossing lijkt verder dan ooit.
En als het er is, dan verdraagt deze
diep duisternis het Licht niet.
EEN STAP DICHTER BIJ S
Deze Kerstmis, deze van 1964, kan
niet worden gelijk gesteld met de
Kerstvieringen van de voorgaande
jaren. Want sinds vel tientallen ja
ren heeft de gemeenschap van Chris
tus' Kerk niet voor een zo ernstige
en zo klemmende vraag gestaan als
dit jaar: hoe moet de Kerk weer
het gericht krijgen, dat haar Heer
wilde, dat zij had? Hoe kan met na
me de Kerk weer de afbeelding
worden van de Christus, die arm
werd geboren?
Moderne exegeten proberen ons
te doen geloven, dat het met de ge
boorte van Christus allemaal erg
meegevallen is, dat zij een geboorte
is geweest als die in een net mid
denstandsgezin. Maar daartegen ver
zet zich de traditie van de Kerk,
die door alle eeuwen heen heeft
aangenomen, dat de zoon van God
niet alleen de nederige figuur van
een mens heeft aangenomen, maar
ook nog buitenshuis, onder onge
makkelijke omstandigheden en zelfs
door de mensen verstoten, ter wereld
gekomen is.
We weten allemaal, zoals zijn ge
boorte geweest is, is ook zijn leven
verlopen. Hij kon terecht van zich
zelf zeggen, dat hij geen steen had
om zijn hoofd op neer te leggen. En
zijn dood is geweest: zonder kleren.
Zijn laatste kleed hebben ze onder
zijn stervende ogen vergokt. En toen
hij dood was moesten ze hem in een
geleend graf bijzetten. En dit alles
om te bewijzen wat hij leerde: „Za
lig de armen van geest".
De herdenking van Christus' ge
boorte, de 1964ste in de geschiede
nis, confronteert de Kerk, dus ons
allemaal met het probleem zoals wij
met onze pastoors en medeparochia
nen en met de bisschop de plaatse
lijke Kerk vormen: wij worden ge
confronteerd met onze Heer, zoals
hij daar arm ter wereld gekomen is.
In hoeverre lijken we nog op hem?
In hoeverre wordt deze vrijwillige
keuze van Hemzelf door ons ge
ëerbiedigd? In hoeverre zijn we
eigenlijk van plan ons aan hem ge
lijk te maken?
Het zijn harde vragen, welke
Kerstmsi 1964 ons stelt We vinden
ze niet leuk juist ia deze tijd, dat
onze vakbonden weer vechten óm
drie of vier-tienden meer aan loons
verhoging. Niet leuk in een tijd, dat
de produktie van welvaartsmachines
niet snel genoeg opgevoerd kan wor
den. Met Kerstmis 1964 zullen we
de kachel een beetje opporren, we
zullen nog een opkikkertje extra ne
men, en we smullen er eens lekker
van: kalkoen, reerug of eend. Liefst
vers, anders desnoods maar diep
vries. En de rest van de wereld maar
lekker laten kreperen. En wij maar
vroom versjes ringen of ons lekker
vroom voelen bij de radio, die van
„Stille nacht, heilige nacht" zevert.
Mij dunkt, een ontwakend schuld
gevoel in de Kerk begint met Kerst
mis 1964 zijn romantiek te ontne
men en ons katholieken dichter bij
de Heer te brengen.
Een feest vindt steeds rijn hoogte
punt aan tafel, het middelpunt van
het gezinsleven. Het is de moeite
waard om er veel werk van te ma
ken. Kerstmis maakt daarop geen
uitzondering. Integendeel. Wat is er
een groter verrassing, dan na de
nachtmis thuis te komen en van de
donkere koude straat binnen te
stappen in een feestelijke warme
kamer, waar een versierde tafel no
digend te wachten staat. Feest en
eten horen bij elkaar. De prettige
herinnering aan het feest wordt gro
tendeels bepaald door het gezellig
samenzijn rond "de tafel.
Onze kerstversiering heeft haar
stempel gelegd op de tafelversiering.
Rood de kleur van de warme
liefde (en wat is Kerstmis anders
dan een feest van liefde van God
voor de mensen!) kunnen wij
voor die versiering op alle moge
lijke manieren gebruiken. Een rood
lint kruiselings over de tafel of hoe
u dat maar wilt. Kaarsen in kande
labers midden op voor de hoofdver
lichting. Kleine kaarsjes bij elk
bord. (Wat instructies voor de klein
tjes vooraf kan natuurlijk geen
kwaad. Overigens is één keer een
vinger branden aan heet kaarsvet
al voldoende). Het beste servies uit
de kast. De thee of koffie extra pit
tig gezet. Broodjes of keurige sneed-
jes in de broodmandjes, enz. enz.
En wat is mooier dan wanneer de
kinderen onder het feestelijke ont
bijt even mogen opstaan om hetgeen
ze op school of in het kleuterklasje
geleerd hebben voor te dragen of
te ringen. Ze zijn dan meteen even
„in de benen" en worden minder
gauw zittensmoe.
Voor het grote kerstdiner geldt
eigenlijk hetzelfde, maar dan alles
nog iets grootser, iets uitgebreider.
Het kan zo gezellig zijn, ook voor
de kleineren, die met een druppel
tje zoete wijn in het taf el water zich
de koning te rijk voelen en „echt
mee dineren". Ze voelen zich dan
groot en handelen daarnaar. Betrek
ze in de voorbereidingen en laat ze
b.v. in de lange kerstdag de menu's
voor het diner klaar maken.
Wat u eet, is niet van belang. Niet
iedereen eet kalkoen, eend of ree
rug. Ook het runderlapje smaakt
twee keer zo lekker op Kerstmis,
wanneer het kaarsschijnsel in de
ogen van de aanrittenden wedijvert
met de vreugdelichtjes om het sa
menzijn. En dat moeder ook fris
aan tafel moet zitten, niet te moe
mag zijn van de voorbereidnigen, om
van het eten te genieten, spreekt
vanzelf. Wanneer het kerstdiner een
„één-vrouws-werk" is, dan kan 'tal
niet meer geslaagd heten. Laat va
der helpen ,al was het maar, dat hij
de jongste een luier aandoet en let
op de anderen. Trouwens de grote
kinderen, van 10 en hoger, kennen
geen groter feest dan mee te mogen
helpen.
Des avonds, wanneer de kleinen
op bed liggen en de groten nagenie
ten, dan kan een goede wijn, een li
keur of waar de voorkeur ook naar
uit moge gaan een prachtig besluit
van de dag vormen. Iets hartigs
daarbij wil er altijd in.
Voor alle reparaties
Schoolstraat 30 Tel. 2389