Mei de Rijkspolitie op patrouille ST. NICOLAAS inteinatiónaal ÊL Politierechter Inbraak of baldadigheid? VRIJDAG 27 NOVEMBER 1964 No. 48 VIJF EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N V. VENRAY WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN M-ShZuen V«W GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 ABONNEMENTS- Velen van ons zullen ongetwijfeld de indruk hebben, dat het Sinter klaasfeest een typisch Nederlands feest is. Inderdaad is de wijze waar op wij het gewend zijn te vieren, echt Nederlands. De gehele sfeer van voorpret voor pakjesavond, de intocht van de bisschop, het zetten van de schoentjes, de kenmerkende snoeperijen en vele andere tradi- tionel facetten aan het geheel, dat is alles typisch Nederlands. In geen enkel land wordt het feest zo ge vierd als bij ons. Maar dat is ook begrijpelijk, want elk land heeft uiteraard zijn eigen stijl en opvat tingen die historisch zijn gegroeid. Wij mogen echter niet aannemen, dat het feest van St. Nicolaas alleen maar in ons land wordt gevierd, want dan zijn we abuis. In een groot gebied van midden- en west-Europa viert men het feest van de goed heiligman en wel zo ongeveer in een gebied waarin Tsjecho-Slowakije, Duitsland, Denemarken, Nederland en een deel van België vallen. Al leen viert men het in elk land op zijn eigen manier. Het beeld echter dat men zich van St. Nicolaas vormt is in die landen vrijwel gelijk, namelijk het beeld van de bisschop in vol ornaat met mijter en staf en met een lange wit te baard. Ook de verschillende ver halen die over de kindervriend in omloop zijn, zijn in die landen be kend evenals bij ons. VERDER VERBREID Maar daar houdt het niet mee op. De figuur van de Heilige Nicolaas wordt in een nog veel groter gebied vereerd al of niet met speciale fees ten. In de Angelsaksische landen kennen we hem als Santa Claus, de kerstman. Heilige Klaas ,of Nicolaas heeft ook hier die lange witte baard, maar draagt verder de kleding van noordelijker streken, met bont en laarzen, waarbij we even willen aanstippen dat we ook hier dezelfde elementen terugvinden, zoals de goedheid, de gulheid van geven, speciaal aan kinderen, de lange wit- -te-baard, de ouderdom van de hei lige, de kleuren rood en wit in de kleding, kortom zoveel punten van overeeenkomst, dat het duidelijk is dat het hier om dezelfde persoon gaat. Santa Claus mogen we zien als de verbindingsschakel tussen onze St. Nicolaas en de Scandinavische „Joelman". Deze „Joelman" is een oud dwergachtig mannetje, die we echter dezelfde kwaliteiten als Sint Nicolaas mogen toedichten, zoals goedheid goedgeefsheid, baard, enz. Zoals bekend, is de „Joelman" in wezen een overblijfsel uit de hei dense tijd ,toen hij verscheen rond de midwinterzonnewende, precies op de kortste dag, als een feestelijke gulle figuur, die rijkelijk geschen ken uitdeelde, een soort combinatie dus van Sint Nicolaasfeest en ons germaanse joelfeest. In de Angel saksische landen komt Santa Claus daarom met Kerstmis en is tweede kerstdag, na de devote viering van de eerste, de dag van pret en ca deautjes. ACHTER HET IJZEREN GORDIJN Traditioneel is bij ons het St. Ni colaasfeest op 5 december geschen kenavond, terwijl de jeugd op 6 de cember de. tafels vol vindt met ca deautjes. Kerstmis vieren wij zon der presentjes. Onder invloed van de in ons land sterk penetrerende Amerikaanse cultuur en de wel vaart die wij momenteel beleven gaan velen er toe over (vooral ge stimuleerd door het bedrijfsleven), om ook tweede kerstdag tot ge schenkendag te maken. Uiteraard iets geheel overbodigs, aangezien wij in diezelfde maand reeds ons oude vertrouwde St. Nicolaasfeest met zijn presentjes kennen. Zo gezien zou men dan menen, dat de kindervriend slechts bekend heid en verering geniet in een deel van Europa en in de Verenigde Sta ten, overgebracht door de Europese kolonisten. Maar dat is beslist niet waar. De figuur van de bisschop is in een aanmerkelijk groter gebied bekend en wordt daar ook vereerd. Om te beginnen hebben we niet al leen te maken met midden- en west Europa, maar ook met de ons on bekende wereld achter het ijzeren gordijn kent men de Heilige Nico laas al reeds van ouds en viert men zijn naamdag. Daar in Rusland en omgeving ziet men hem niet als bis schop in vol ornaat met mijter en staf, gezeten op een schimmel en vergezeld van een zwarte knecht. Neen, men kent hem daar als een oude boer, ook met lange witte baard, pofbroek en laarzen, onge veer zoals de „Joelman" van Scan dinavië ,een toonbeeld van goedheid en gulheid ,die iedereen helpt die in nood verkeert en die tevens een groot kindervriend is. NICOLA BLIJFT De verering van de Heilige Nicóla is ook nu nog zeer intensief achter het ijzeren gordijn. Hoe sterk hij daar leeft blijkt wel uit het feit, dat toen tijdens de Russische revolutie de atheïsten overal verklaarden dat er geen God bestond, zij van sommi ge eenvoudige lieden ten antwoord kregen: ,En zelfs als dat waar zou zijn, wat dan nog? Er is dan toch nog altijd Nicóla!" Een ander bewijs hoe sterk men daar in deze heilige gelooft, is wel, dat de Russen de figuur van Nicóla zelfs hebben weten te „exporteren" bij de Mohammedaanse Tartaren. Ook zij roepen vaak de hulp van de ze heilige in en branden kaarsen voor zijn ikoon. Zelfs de heidense Samojeden kennen een zekere Ni cóla als een van hun afgoden en bij de stam der Jakoeten, die in Siberië langs de Noordelijke IJszee wonen, is Nicóla zelfs de naam voor God. En uiteraard wordt Nicóla in al die landen en gebieden vereerd en ge vierd. Zo zien we ,dat we beslist niet de indruk mogen hebben, dat Sint Ni colaas ons Nederlands eigendom is. Ook in andere landen van de we reld kent men hem en wordt zijn feest gevierd en terwijl hij in ons land slechts rond de 6e december een rol van betekenis speelt, is hij voor andere mensen elders in de wereld een veel voornamer figuur waarmee zij elke dag te maken heb ben. Sint Nicolaas is waarlijk een heilige van internationale allure en zeer grote betekenis. EEN AVONDJE UIT MET DE POLITIE „Halt politie. De juffrouw, daar op het fietspad van de Beekweg, springt verschrikt van haar fiets af, als daar plotseling twee politie mannen en uw verslaggever voor haar neus staan. „Juffrouw uw achterlicht brandt niet....". We hadden dat gezien, toen we haar in de patrouille-wagen van de Rijkspolitie achterop reden. De verschrikte juffrouw wordt met een waarschuwing het achterlichtje zo spoedig mogelijk te laten maken doorgestuurd. (Zonder te rijden natuurlijk). Een gewone patrouille-tocht door 't Venrayse land, op een natte en herfstige zondagavond. De blauwe politiewagen doet niet zo stoer aan als de snelle televisie-auto's van Isar Zwölf, maar we zijn per slot van rekening ook niet in München, maar doodgewoon in Venray. Als blijk van de goede verstand houding tussen pers en politie is er nu ook een plaats ingeruimd voor uw verslaggever, die eens een keer mee mag om het Venrayse nacht leven vanuit een politiewagen te be kijken. BALS... Toen we wegreden bij het politie bureau lag daar een lijstje van alle festiviteiten, die er te beleven wa ren. Op de kerkdorpen was bal, in de kom zelf een soort feestavond en een cabaret-voorstelling voor de een of andere vereniging. En met dat lijstje op zak lieten we de zondag avond de zondagavond en stapten we in de kille patrouillewagen. En meteen midden in de problemen GOEDE OUDE TIJD Want adjudant Pijnenburg maak te op deze tocht van zijn hart geen moordkuil. Als men 26 politiemensen moet hebben om in een gemeente als Venray de orde te handhaven en de .dienende taak van de politie goed te vervullen ,maar men heeft er dan maar 16 ter zijner beschikking, dan is het al een hele toer om tot een zodanige taakverdeling te komen, dat er geen overwerkte mensen ko men. Maar dan moeten er ook geen zie ken zijn of mensen, die verlof heb ben, want dan wordt dat praktisch een onmogelijke zaak. Want de goede oude tijd, dat een paar marechausees hoog te paard en een paar veldwachters de zaak wel runnen konden is lang voorbij. Het verkeer groeit iedere dag en stelt iedere dag opnieuw meer en grotere problemen. En dat is nog maar een onderdeel van de vele, die een po litieman op te lossen krijgt. Midden in dat gesprek fluit als het ware een Duitse wagen voorbij. „Die rijdt ook een beetje meer dan de voorgeschreven kilometersis het nuchter commentaar van de be stuurder, maar de adjudant heeft het autonummer als genoteerd, even goed als hij noteerde dat een van de straatlampen het niet meer deed. Dat laatste geeft hij door aan de PLEM, het eerste blijft in het noti tieboekje ,want je kunt nooit weten. Inderdaad treffen we diezelfde wagen later op de avond in een van de zijwegen van de Midden Peelweg. Dan gaat hij op de bon en krijgt het advies op te trommen en dat meisje naar huis te brengen. Een meisje, waarvan de ouders heilig overtuigd zijn, dat ze in de danszaal is, maar nu ergens achteraf met een Duitser zit te scharrelen. VREEMDELINGEN „Wat denk je dat de politie niet al lemaal met die vreemdelingen te doen heeftOok dat is weer werk ,waar men vroeger nooit van gehoord heeft. „Niet dat het alle maal kwaje jongens zijn, maar ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is en vooral de zuiderlingen staan direct klaar het recht in eigen hand te nemen Ook over de bezoekende Duitsers is men bij de politie niet zo heel enthousiast. „Zo lang ze komen om netjes te dansen en zich verder be hoorlijk gedragen, zijn ze welkom", aldus onze zegsman, maar het komt nogal eens een keer voor, dat we ze terugvinden, zoals nu, ergens achter af met een meisje; dat ze met een stuk in hun kraag naar Duitsland terug rijden, dat ze onderlinge ru- zie's hier uit komen vechten, dat het niet bepaald beleefde jongelui zijn en zich weinig storen aan verkeers- en andere voorschriften. Intussen zijn we al in de Vrede- peel geweest, waar in het gemeerr- schapshuis een plezierige stemming heerst onder het dansen. Er hebben een paar meisjes wat schuw geke ken toen de geüniformeerde mensen binnen kwamen en je kon van hun gezichten lezen dat ze nog geen 18 waren. Maar de politiemannen in formeerden niet naar de leeftijd van hen. We dronken een kopje koffie bij de boswachter, die weer stapels strikken gevonden had en klaagde over lichtbak-stropers. Met de belofte om uit te kijken werd afscheid genomen, maar we waren nog niet op de Midden-Peel- weg of de mobilofoon ging in de wagen, die werd opgeroepen zich direct naar de Maasheseweg te be geven, want daar was een ongeluk gebeurd. Nog geen tien minuten daarna waren we op de bewuste plek, waar een bromfietser was aangereden door een personenauto. ONGELUKKEN „Hij zwaaide ineens de weg op en ik had hem er voor zitten, voordat ik het in de gaten had", is het ver haal van de automobilist, wiens wit gezicht nog de onverwachte schrik toont over het gebeurde. Er zijn wat builen op de wagen en de bromfiets is behoorlijk vernield. Tegen een boom leunt het slachtoffer, wiens kleren besmeurd zijn en kapot. Hij geeft over terwijl er een paar men sen nieuwsgierig toekijken. Als hij naar het licht in de patrouille-wagen komt .is het geen fris gezicht. Zelfs een leek kan zien dat hij teveel ge dronken heeft. Er wordt gepast en gemeten, geschreven en genoteerd. Dan gaat het naar het bureau met het slachtoffer, dat intussen wat is bijgekomen en de dienstdoende amb tenaar moet nu de.zaak maar ver der afhandelen: bloedonderzoek, rap porten enz. enz. De adjudant is een tikkeltje nijdig als we weer in de patrouillewagen zitten. „Dat een mens een borrel drinkt moet hij zelf weten en ik gun hem die van harte, maar laat hij a.u.b. van brommer, scooter motor of auto afblijven. Iedere dag op nieuw vallen de slachtoffers, iedere dag opniuw lees je hierover in de kranten, maar je ziet het wel weer. DRANKMISBRUIK Onderweg naar Ysselsteyn krij gen er nog een paar een waarschu wing. Op de toch wel zeer gevaar lijke Deurneseweg fietsten vijf jon gelui rustig naast elkaar, of de weg wel 40 meter breed is. Ze geven vrij lompé antwoorden, als hen er op ge wezen wordt dat twee man naast el kaar het maximum is. „Verrek man" zegt er een „er is hier toch geen dooie kip te bekennenEn dat terwijl ze de patrouilewagen niet eens hebben horen aanrijden. „Wie niet horen wil, moet voelenen het vijftal gaat op de bon. „Ook de ze knapen hadden gedronken ruikt de bestuurder en daarmede ko men we weer op het drankmisbruik. Over het algemeen wordt er nog behoorlijk gedronken ,ook op de bals en dansavonden. Dat schijnt erbij te horen. Dat is allemaal nog niet heel erg ,als ze dan verder rustig naar huis gaan en geen andere mensen of het verkeer lastig vallen. Maar heel dikwijls worden deze mensen lastig, hinderen anderen, kruipen achter een stuur en als er brokken komen of er komt herrie, dan wordt de politie erbij gehaald. UW VRIEND EN HELPER Dan tussen de bedrijven door, controle van de danszalen, een rit door een verder uitgestorven kerk dorp, wordt 'n onderwerp aangesne- •éen ,dat de politiemensen vrij hoog zit „Als ik gekregen had, wat de mensen me soms toewensen, dan was ik nog geen twee uren politie ambtenaar geweest, maar al lang dood en begravenis het bittere commentaar ,als men het over de taak van de politieman heeft. O ze ker, de politieman moet zorgen voor orde en veiligheid, hij moet alleen al door zijn verschijning preventief werken op misdadige elementen, maar hij is ook vriend en helper. Maar de kleintjes probeert men zoet te krijgen met het dreigement „ik zal de politie eens roepen". En als er één 'n bon krijgt, omdat hij zich niet gehouden heeft aan de voorschriften ,de veiligheid van het verkeer in gevaar brengt of om andere reden ,dan kan men van zijn gezicht af lezen, dat de man, die de bon krijgt bij zichzelf denkt: „Man ik wou dat je het heen-en-weer kreeg." Uw vriend en helper ja.maar moet je een dronkelap uit een café gaan halen (op verzoek dikwijls van een kastelein, die hem eerst dronken heeft gevoerd) dan kun je er don der op zeggen, dat men de politie scheel aankijkt. Die man doet toch nietsMaar als hij met zijn dron ken kop later door een auto geschept wordt, krijgt de politieman het op zijn brood, dat ze de man niet vei lig opgeborgen hebben. „Zo iemand I» De zangertjes van St. Frans, het trotse jeugdkoor van het Rectoraat der Paters Minderbroeders, heeft onlangs zqn 5-jarig jubileum gevierd. By deze gelegenheid zijn door Radio Zuid opnamen gemaakt van dit koor welke eerstdaags zullen worden uitgezonden. Zondag a.s. wordt er een avond georganiseerd voor de ouders van deze jongens, in San Damiano. Foto: G. Kruijsen. kun je toch niet laten lopen Uw vriend en helper, waar men op kankert als hij niet in de buurt blijft van de bromnozems. Maar als hij in de buurt is, zijn er geen brom nozems*,want die hebben elkaar al gewaarschuwd en hij kan niet de hele middag op dezelfde plaats blij ven staan. Hij moet psycholoog zijn, soms zelfs psychiater, hy moet met mensen om kunnen gaan, hij moet tact hebben en geduld en een dron ken pummel in een overvolle dans zaal, die zijn bierhanden aan zijn uniform-jasje staat af te vegen, be leefd er op wijzen, dat je jas geen handdoek is en dat hij vochtig spreekt. Als politieman kom je voor zo'n pummel te staan, maar ook voor huwelijksproblemen, voor oplichters en viezerikken. Je komst staat ge woonlijk in verband met leed. Leed om die paar tientjes van de bon, die je geven moest; leed om de man, die je naar Roermond moet brengen. Je wordt gebruikt om de concurrent te bekeuren, die zich niet houdt aan de winkelsluitingswet en je bent de meest vervelende rotvent als je sluitingsuur de leuke club uit het café moet verwijderen. En als je de fiets niet stante pende terug kunt toveren, die weggepikt is, ook al omdat hij onafgesloten neergezet was, dan deug je nergens voor. NACHTLEVEN Onder die soms wat bittere gesprekken door rijden we door het Venrayse land. Het is er niet druk op de wegen en in de donkere boer derijen langs de wegen kun je de mensen vermoeden, die rustig naar de laatste berichten van de televisie zitten te kijken. De adjudant noteert soms wat in zijn boekje. Hier een verkeerspaal, die schuin gereden is. Die moet recht gezet worden. Daar staat een auto, onafgesloten, donker en meters in de omtrek geen mens te zien. Zijn nummer komt in 't boekje, want je kunt nooit weten. Zo nu en dan mel den we ons per mobilofoon, zodat ze op het bureau weten waar de wagen ergens uithangt. We drinken een kop koffie, die een vriendelijk iemand ons aanbiedt. Er loopt een danser door de keuken, op zoek naar de hemel-weet-wie. In de gang horen we hem tegen een ander zeggen, dat de „bietsers" er ook weer zijnDe vrienden, de hel persWe kijken elkaar eens aan, maar de koffie smaakt niet lekker meer ZORG DAT JE ERBIJ KOMT Dan zijn we tegen sluitingstijd in Vènray, waar de komst van de ge- uniformeerde mannen dikwijls het einde betekent van een leuke avond in de een of andere café. Verschil lende café's zijn al dicht, bij andere staan de laatste bezoekers af te re kenen, bij de een heeft men net nog een borreltje getapt, dat wel tergend langzaam leeg gedronken wordt, maar waar dan ook toch ten lange leste de deur op slot gaat. De ver enigingsavond wordt nog bezocht en daar zingt men juist te samen het schone lied: Zorg dat je erbij komt. De politie laat ze rustig schunkelen en rijdt het dorp door, waar nog enkele brommers zelfs in de late avonduren knallend rondstuiven en plotseling brave jongens worden als de politiewagen in zicht komt. Later op kantoor als de wijzers al in de kleine uurtjes draaien praten we onder een sigaret nog na. „We zijn misschien wat bitter ge weest", zegt de adjudant, maar schil der ons nu a.u.b. niet af als een stel kerels, die stiekem zitten te janken omdat een deel van het publiek geen benul opbrengt voor onze taak. Dat nemen we rustig op de koop toe al is het soms bitter te ervaren hoe een mens een ander mens, die ook voor hem zijn soms moeilijke taak zo goed mogelijk denkt te vervullen, kan behandelen. Dit onbegrip, die onwil wordt weer goedgemaakt door het begrip en de goede verstandhou ding van en met vele andere men sen, die weten dat onze taak een dienende taak is. Ook als we ze bekeuren, omdat van hun achterlicht misschien hun leven af kan hangen. En voor de rest zijn en blijvep we mensen, met fouten misschien, maar ook met goede hoedanigheden en achter de politieman staat altijd de mens, die het goed meent, met allen, die zijn taak verlichten. En 's anderdaags vroeg er een, wat we in 's remelsnaam toch wel uitgespookt hadden, want we wa ren immers opgebracht in de po litiewagen en eerst in de nacht weer losgelaten op het politie bureau. Wij vragen nog steeds PERSONEEL l geschoold en yC, i T* ongeschoold 1 Aanmelden dagelijks - j j ook na werktijd - aan i \i de fabriek, bij de portier M N.V. INALFA VENRAY Deze los-werkman is weinig los en weinig werkman, want meestal logeert hij achter de tralies van 's rijks gevangenissen en Huizen van Bewaring. Maar nu en dan is hij weer enige tijd op vrije voeten, om nieuwe strafbare feiten te bedenken. Meestal gaat het dan om een vorm van diefstal, want op het gebied van de eerlijkheid pleegt de los-werk man het niet zo nauw te nemen. Deze keer had hij elektriciteit ge stolen ten nadele van het provin ciale elektriciteitsbedrijf. Hoe nu, zult ge zegen, had hij ingebroken en een zak vol stroom weggehaald? Neen, zo liggen de zaken niet. Hij had een vernuftige aftakking ge maakt, buiten de elektriciteitsmeter om. Dat gebeurde nadat men de stroomtoevoer had afgesloten omdat hij niet bereid bleek de rekening te betalen. De rechter verdeed er niet veel tijd aan. Veertien dagen gevan genisstraf kreeg de verdachte, en zelf vond hij" dat ook niet de moeite waard om veel woorden aan vuil te maken. Maar nu kwam de volgende in het verdachtenbankje, en dat was een elektriciën. Waar halen losse-werk- lieden ,die meestal in het gevang zitten, de deskundigheid vandaan om een vakkundige stroomaftakking te maken ergens voorbij de elektri citeitsmeter? Dat heeft de politie zich ook afgevraagd. En het resul taat was de verschijning van deze electriciën, die nog niet eerder voor de groene tafel was geweest. Hij bleek de buurman van de strafbare los-werkman. De officier had een bijzonder fraaie dagvaarding samengesteld. De elektriciën had, volgens de dagvaar ding, het strafbare feit van de los- werkman opzettelijk uitgelokt, door inlichtingen te verstrekken tot het maken van een clandestiene aanslui ting op het elektrisch licht in diens woning, waarbij elektrische energie buiten de meter om werd verkregen. De deskundige buurman was zich een hoedje geschrokken toen hij dit proza thuis kreeg, want geen haar op zijn hoofd had er aan gedacht de los-werkman te verlokken tot het plegen van een strafbaar feit. „Ik heb hem nog gewaarschuwd het niet te doen", zei hij benepen. „Maar ondertussen", zei de officier, „hebt u hem toch maar verteld hoe het moest." Nu trad de kostganger van de elektriciën naar voren als getuige a décharge. Hij was er bij geweest, zei hij ,toen de los-werkman op bezoek kwam met de achterkant van een shagdoosje in de hand. Op dat shag- doosje^had de los-werkman met pot lood geschetst hoe hij de clandes tiene aansluiting dacht te maken. „Is het goed zo?" vroeg hij. „Ja", heeft de electriciën toen gezegd. De officier vond daarmee de zaak wel rond. Hij eiste 25,boete. Maar de rechter dacht er anders over. „Er is uitlokking ten laste ge legd", zei de hij, „maar er viel niets meer uit te lokken. Want het plan voor het strafbare feit was er al. Dus werd de vakkundige buurman vrijgesproken. „Ik snap er niets van", zei de ver dachte „maar ik ben het er wel mee eens." In vrij kprte tijd zijn er te Ysseh- steyn twee inbraken gepleegd tij dens de afwezigheid van de bewo ners die ter bruiloft waren. Beide keren werd een bepaald bedrag ver mist. Zaterdagavond ging weer een ge zin naar een bruiloftsfeest. De Rijks politie besloot op te letten. Twee Rijkspolitiemannen stelden zich in de woning op en jawel hoor rond een uur zagen de verdekt opgestelde politiemannen enkele bromfietsers naderen welke zich van een ladder meester maakten en zo de woning wisten binnen te dringen. Dat was het moment voor de Rijkspolitie mannen om in te grijpen. Het bleken enkele bruiloftsgasten te zijn welke geen andere be doeling hadden gehad om in de woning van het zilveren bruidspaar want daar waren zij binnenge drongen, na het feest even verlaten te hebben alles over hoop te zetten en o.m. het bed van het zilveren bruidspaar „scherp" te zet ten. De drie, allen in de leeftijd van 17 tot 19 jaar konden aannemelijk maken dat zij geen arfdere bedoeling hadden dan het bruidspaar 'n poets te bakken. Toch was het maar goed dat op deze manier het de Rijkspoli tie gelukte een paar op heterdaad te betrappen. Het komt in de Peelstreek nogal eens voor dat bruiloftsgasten huis houden in de woning of toekomstige woning van een bruidspaar. De drie en later ook degene welke de jon geren had aangezet kregen een pro ces verbaal volgens art. 138 het bin nendringen van de woning op een wijze anders dan de gebruikelijke weg c.q. wegens baldadigheid en zullen zich te zijner tijd voor de politierechter voor hun baldadigheid moeten verantwoorden.

Peel en Maas | 1964 | | pagina 9