heit h nóq Mói de iceq!
Overpeinzingen
Veilig Verkeer...
De eerste bommen vallen
HOEVEEL JAREN
Politierechter
TAXIBEDRIJF P. ST0KS
KEMPWEG 9 TEL. 1233
MEISJES...
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1964 No. 39
VIJF EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO S WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ÏSZÏÏgZZg&ÏÏ
ABONNEMENTS-
(bnlten Venray 1.T5
VOOR TWINTIG JAREN:
Gewerkt werd er b\jna niet, in die septemberdagen van 1944, De
bevrijding van Venray zou immers gauw komen, zoals die van
Breda, Maastricht, Eindhoven, Grave en Nijmegen al gekomen was.
Gekomen met feesten, gekomen met de afrekening voor al dege
nen, die 4-5 jaren lang met de Duitsers geheuld hadden. En die
eigen volk verraden en vernederd haddenWaar bleven ze nu
onze geallieerde vrienden, die we in Grave reeds opgezocht had
den en die daar ons verteld hadden: on a few days.een paar
dagen nog
Maar_ Montgommery's drieste plan
om in één grote klap boven de gro
te rivieren te komen ,die Nederland
doormidden snijden .faalde. Faalde
niet omdat zijn mannen bij Arnhem
niet vechten wilde, maar omdat in
de grote corridor van de Belgische
grens via Eindhoven, Grave en Nij
megen de tanks niet snel genoeg
konden oprukken om de zo nood
zakelijke hulp te brengen. Hulp, die
dubbel nodig was omdat op de Ve-
luwe en in de Achterhoek de Duit
sers juist hun weliswaar gedeci
meerde maar nog sterke pantser
troepen opnieuw hadden hergegroe-
peerd en toevalligerwijze direct in
de buurt hadden van de luchtlan
dingstroepen.
Faalde ook, omdat de Duitsers, die
aanvankelijk deze coupe van de En
gelse operbevelhebber niet ver
wacht hadden en daardoor dus in
verwarring waren gebracht, zich van
deze verwarring vrij snel herstelden
en zowel van de oostkant vanuit
Limburg, als het westen, uit Bra
bant, de vrij smalle corridor bleven
bestoken.
Maar wat wisten wij daarvan?
Kranten verschenen niet meer, ra
dio's waren weg en' het optimisme
van Radio Oranje mocht dan groot
zijn, overtuigen deed het op het
laatst niet meerWant waar ble
ven ze dan de geallieerden. We wis
ten het net zo min als de Engelse
radio.
Het enige antwoord wat we kre
gen waren vliegtuigen. Zware bom
menwerpers die hun dodelijke last
naar Duitslnad droegen. Jachtvlieg
tuigen ,die op zwerftocht boven
Limburg naar militaire doelen, ver
rassend neer konden duiken en met
hun krachtige boordkanonnen en
mitrailleurs het de Duitsers bijzon
der moeilijk maakten. Verkennings
vliegtuigen, die akelig langzaam
hun rondjes draaiden .ondanks het
doffe geplok van het afweergeschut,
dat links en rechts rond onze plaats
door de Duitsers was opgesteld.
Want het vreemde was, dat on
danks het feit. dat men hen op Dol
le Dinsdag als dwazen terug had
zien hollen, ze er weer opeens wa
ren. Harder, bitser dan ooit te vo
ren.
Er was onzekerheid over het uit
blijven van de Engelsen. Men begon
zich bang te maken als men nieuwe
grote tanks door het centrum zag
rijden, kanonnen aan zag voeren,
wat allemaal de kanten van Over-
loon op ging. We hadden er geen
benul van dat onze plaats en deze
hele streek op de Engelse stafkaar
ten rood omlijnd was, als een van
de sterkste bruggenhoofden aan de
ze zijde van de Maas stond aange
geven. Zo wisten we niet, wat we er
van moesten denken, als we heel in
de verte het doffe gebrom hoorden
van geschut .begrepen niet dat de
Engelsen taai bevochten om de
smalle corridor breder te maken en
steviger
En we wisten nog minder dat in
het Engelse hoofdkwartier Generaal
Wisthler opdracht had gekregen
plannen uit te werken voor de ver
overing van Venray.
ZATERDAG 30 SEPT. 1944
Ons geduld werd op lange proef
gesteld. Het antwoord op ons wach
ten kwam onverwacht. Letterlijk en
figuurlijk. Het loopt al tegen de
avond als we op de 30e september
weer vliegtuigen horen. En in een
keer is er dan dat akelige ramme
lige geluid ,of men met de bommen
kettingen naar beneden gooit, klin
ken harde slagen, rammelen de rui
ten, dreunt het door de huizen
Mijn Gor, er vallen bommen. En
aan de noordkant van het dorp ziet
men de stofwolken omhoog trekken,
langzaam met de kleur van bloed.
Een van de paviljoens van St.
Anna blijkt getroffen en wie even
kan rent er heen. Rent uit nieuws-
giergiheid, rent om te helpen
Men staart elkaar onbegrijpend
aan, als men daar onder het puin
de stoffelijke resten haalt, besmeurd
en vuil .vervormd en verminkt, van
verpleegsters en verpleegden, als
men de puin en de rommel ziet van
wat eens een paviljoen van die psy
chiatrisch ziekenhuis was. „Zijn ze
nu gek geworden? Dat is toch te erg.
Wie gooit er bommen op een zie
kenhuis, op deze mensen?
Het antwoord gaven bars de Duit
sers, die niet wilden dat de nieuws
gierigen verder op gingen kijken
naar de boerderij, waar ook bommen
gevallen waren en de nodige Duit
sers de dood vonden.
De verkenningsvluchten hadden
uitgewezen dat de Duitsers de bos
sen langs de Overloonseweg ge
bruikten voor opstelling van hun
geschut en de boerderij als onder
komen. Dat ze daarmede de oorlog
brachten midden in een ziekenhuis,
interresseerden deze Duitsers niet,
evenmin als het hen interesseerde,
dat weerloze mensen hiervoor de tol
moesten betalen. Maar Venray werd
daar ineens rauw en hard met de
oorlog in kennis gebracht. Met de
oorlog ,die we van plaatjes kenden,
van filmen. En wie zich niet reali
seerde dat hiermede de verovering
van Venray werd ignezet en dat dit
nog maar slechts een begin was,
die werd er later op de avond nog
een duidelijk mee geconfronteerd.
DE EERSTE GRANATEN
vliegen dan Venray binnen. Een gie
ren gaat door de lucht, dat een
mens koud maakt van angst.Dan
is het heel even doodstil, of ieder
een wacht op de daverende klap,
die dan onherroepelijk komt, dood
en verderf zond zich spreidend, ver
nieling en leed.
Men vluchtte de kelders in, ter
wijl buiten het gieren doorging en
doffe klappen ook de kelderbewo
ners telkens opnieuw in spanning
hielden. Als dan de stilte valt en
de eerste moedigen naar boven ko
men, uit de kelders, dan is het Ven
ray duidelijk dat de bevrijding, die
men zich gedroomd had, misschien
wel eens heel anders zou komen. En
in vele gezinnen pakt men de bed
den op om in de kelder de nacht
door te brengen. Men kan immers
niet weten
De Pauselijke maandintentie voor
oktober van het Apostolaat van het
Gebed vraagt dat het vraagstuk van
de overbevolking volgens de godde
lijke normen van rechtvaardigheid
en liefde wordt opgelost.
In wezen heeft geen der grote
godsdiensten een principieel be
zwaar tegen redelijke gezinsrege
ling. Geen tak der christenheid ook
eist onbeperkte voortplanting. Allen
erkennen in principe ,dat economi
sche en sociale druk op de gezinnen
een begrenzing van de goddelijke
gave van ouderschap rechtvaardi
gen. De Kerk erkent volledig de
eigen verantwoordelijkheid van de
ouders in hun huwelijk. Wel komt
zij op tegen bepaalde ingrepen in
het menselijk leven, hetzij als een
verminking van het menselijk li
chaam (sterilisatie), hetzij als een
machanisatie van een menselijke
handeling. Ook waakt de Kerk
over het ongeboren leven. Reeds in
1951 sprak Pius Xn met waardering
over de periodieke onthouding tus
sen echtgenoten en sprak hij de hoop
uit dat een methode zou worden
ontdekt die in alle gevallen met een
voudige middelen de vruchtbaar
heidsperiode van de vrouw zou
kunnen vaststellen. Op dit punt zijn
de laatste jaren dan ook grote vor
deringen gemaakt. De zorg van ons
allen moet er naar uitgaan dat er
een echt menselijke en christelijke
beleving mogelijk is van de op
dracht tot vruchtbaarheid die de
Schepper ons gegeven heeft.
Ook hierin zou men de vrees
kunnen lezen voor overbevolking
van werelddelen, landen en steden,
de vrees voor epidemieën, hongers
nood en chaos, de vrees voor oorlog
en massa-destructie ,de vrees voor
desatruze gevlogen van mechanisa
tie en automatisering.
Nu is het merkwaardig, dat hier
door te weinig aandacht kan wor
den besteed aan de zonzijde van
deze bevolkingsexplosie en men zich
zo weinig verdiept in de oorzaken
ervan. Want uit de statistieken
blijkt, dat het wereldgeboortecijfer
de laatste eeuw niet of nauwelijks
is veranderd zodat er andere fac
toren moeten zijn, die voor deze
snelle bevolkingstoeneming verant
woordelijk moeten worden geacht.
Tussen 1800 en 1900 werd de we
reldbevolking verdubbeld en kwam
van 900 op 1800 miljoen. Maar
thans bedraagt de wereldbevolking
naar schatting 2900 miljoen, hetgeen
een ruime verdubbeling betekent in
ruim zestig jaren. Men schat dat de
wereldbevolking in het jaar 2000 tot
500 miljoen zal zijn gegroeid en de
ze schatting betekent, dat voor een
verdere verdubbeling van de we
reldbevolking minder dan veertig
jaren nodig zullen zijn. j
Geef de statistici dan eens onge
lijk als ze vrezen, dat er een ogen-
blik zal komen, waarop het hier op
aarde zó druk is geworden, dat we
letterlijk mannetje aan mannetje
staan.
MEDISCHE ZORG
De oorzaak van deze verbijsteren
de groei is het gevolg van de ver
anderde en verbeterde levensom
standigheden; de verbeterde voe
ding vooral de verbeterde hygiëni
sche omstandigheden.
De sinds 1800 gevoerde strijd te
gen wereldkwalen als malaria en
tuberculose, rachitis en suikerziekte
is met succes bekroond. Ziekten die
in onderontwikkelde gebieden jaar
lijks vele duizenden slachtoffers
eisten: gele koorts, malaria en fram-
boesia .slaapziekte en beri-beri be
strijdt en voortkomt men thans, me
de dank zij de bemoeienissen van
de Wereldgezondheidsorganisatie.
Gevaarlijke besmettelijke ziekten
als pokken, typhus, cholera en dy
senterie worden zeldzaam als ge
volg van verbeterde hygiëne en als
ze uitbreken, weet men door snelle
maatregelen uitbreiding te voorko
men, De zuigelingensterfte is vrij
wel overal ter wereld lager gewor
den en in vele landen tot een te
verwaarlozen percentage terugge
bracht. Het zijn al deze factoren,
die tot de bevolkingsexplosie hebben
geleid, want als gevolg van deze
factoren daalde het wereldsterfte
cijfer met sprongen en steeg in vrij
wel alle landen de gemiddelde leef
tijd.
En dat is toch wel een verheu
gend verschijnsel, dat méér aan
dacht verdient, dan het bij alle be
zorgdheid over de bevolkingsgroei,
doorgaans krijgt.
VEROUDERING
Statistisch had een kind dat in
1940 in Nederland geboren werd
een leven van ruim 66Va jaar voor
de boeg, maar een kind dat thans
geboren wordt, kan aanspraak ma
ken op een leven dat statistisch 72,6
jaar duurt. Voor twaalf miljoen Ne
derlanders betekent dat, dat ze
twaalf miljoen maal 6 jaar ofwel
72 miljoen jaar méér te leven heb
ben.
Die twaalf miljoen Nederlanders
mogen zich gelukkig prijzen, dat ze
in Nederland wonen. Want volgens
de statistieken is Nederland het land
met de hoogste gemiddelde leeftijd
ter wereld. Degenen die wel eens
klagen over de bekrompenheid en
het slechte klimaat van ons landje,
mogen wel eens bedenken, dat het
leven er toch blijkbaar zo slecht nog
niet is.
Die hoge statistische leeftijd
brengt natuurlijk een veroudering
van de bevolking met zich en ook
daarover maken de statistici zich
zorgen. Ze vrezen namelijk, dat
daardoor het werkende gedeelte
van de bevolking een steeds groter
aantal kinderen en ouden van dagen
„tot zijn last zal krijgen", waarbij
natuurlijk dient te worden opge
merkt, dat deze kwestie niet alleen
in Nederland speelt, maar eveneens
elders in de wereld.
ALLE LANDEN
De statische toeneming van de
gemiddelde leeftijd kan immers in
alle landen worden geconstateerd,
Zo stegen de gemiddelde leeftijden
in de landen van Zuid-Amerika in
de periode van 19491960 met ruim
tien jaren. In Japan bedroeg in deze
periode de stijging vijftien jaren.
De gemiddelde leeftijd bedroeg om
streeks 1900 in de Verenigde Staten
vijftig jaren en thans zeventig. In
andere landen zijn de statistische
cijfers van de gemiddelde leeftijd
soms nog frappanter gestegen. De
laagste gemiddelde leeftijden wor
den thans nog aangetroffen in Con
go (33), India (39) en Groenland (35).
Van landen met nog lagere gemid
delden o.a. Nieuw Guinea zijn
geen statistieken beschikbaar. Na
tuurlijk is vooral de hoge zuigelin
gensterfte debet aan deze lage ge
middelde leeftijden.
Ook in de Zuid-Amerikaanse lan
den zijn de gemiddelde leeftijden
nog laag. Ze luiden voor Brazilië
53 jaar, Chili 52, Costa Rica 58 en
Argentinië 60. Men moet bij deze
cijfers bedenken, dat ze worden ge
drukt door de vaak abominabele
toestanden in het binnenland.
De statistische leeftijd in de Sov
jet Unie bedraagt volgens de meest
recente cijfers (van 1955) 64 jaar.
DE KROON
Boven de 70 jaar komen de V.S.
en Canada, Noorwegen en Zweden,
Israël en Nieuw-Zeeeland en dan
tenslotte Nederland, dat de kroon
spant met een statistische leeftijd
van 72,6 jaar. Voor mannen geldt
daarbij een wat lager gemiddelde
namelijk van 71 jaar ,voor vrouwen
een hoger namelijk van 73,5 jaar.
Iedere Nederlander kan dus pre
cies uitrekenen, hoeveel „statisti
sche" jaren hij nog voor de boeg
heeft. Hij moge daarbij bedenken,
dat hij enkel door het feit dat hij
Nederlands onderdaan is, enkele
statistische jaren méér te leven
heeft dan alle andere wereldbur
gers.
Kettingbotsingen komen sinds een
aantal jaren veelvuldig op de auto
snelwegen voor. Vrijwel altijd kun
nen zij ontstaan, doordat er te dicht
op elkaar wordt gereden. Van kleu
rige plakplaatjes met opschriften
als „Boem is ho!" op achterruit of
bumper, schijnen weinig automobi
listen zich iets aan te trekken. Ook
bij het inhalen op de autosnelwegen
ziet men soms plukjes auto's, die
met snelheden van over de honderd
kilometer per uur en tussenruimten
van nog geen tien meter voortjagen.
De voorwaarden voor een ketting
botsing zijn daarmee dan al aan
wezig.
Door het bewaren van voldoende
onderlinge afstand kunnen ongeluk
ken worden voorkomen. Die afstand
is afhankelijk van de snelheid,
waarmee wordt gereden. In het al
gemeen kan men stellen, dat de
veilige afstand .uitgedrukt in me
ters, tenminste gelijk moet zijn aan
de helft van de snelheid in kilome
ters. Bij een snelheid van honderd
kilometer per uur is dus een tussen
ruimte van minstens 50 meter nood
zakelijk.
Bij slecht weer (regen ,mits, enz.)
zullen deze afstanden groter moeten
zijn. Aldus propageren Verbond voor
veiHg Verkeer en Korps Rijkspolitie
in hun Actie Zwarte Zes.
PUBLIC RELATIONS
Dat men in de Maasgouw, het of
ficieel blad van het Limburgse Ge
schied- en Oudheidkundig Genoot
schap de Vredepeel als een onder
deel van de gemeente Overloon be
schouwt, is erg. Het toont aan dat
ook de leden van dit genootschap
ondanks de werkelijk interessante
historie van juist dit stuk peel
niet weten waar Limburg begint en
Brabant ophoudt.We praten dan
nog maar niet over de niet-bestaan-
de gemeente Overloon.
Erg is ook wat we lazen in de
Auto- en Transportwereld van 18
september 1964 ,waar we een ver
slag aantroffen van een bezoek bij
de N.V. Inalfa alhier, dat met de
volgende inleiding o.m. begint:
Kent U misschien toevallig het
Brabantse plaatsje Venray?
Wij kenden het tot voor kort
niet, behalve dan dat we onge
veer wisten waar we het op de
kaart moesten zoeken.
De verslaggever vertelt dan ver
der hoe hij op het landelijk aan
doende stationnetje van dit stadje
arriveerde en moest wandelen „om
dat er geen taxi's gereed stonden
om de enkele uitgestapte reizigers
verder te vervoeren.
De chauvenist zal deze verslag
gever een verslaggevertje noemen
om in zijn eigen trant te blijven,
een stommerik dat hij niet weet
waar Venray ligt en een ezel dat hij
de stationsbus niet pikte, maar „er
gens" toont het weer eens aan, dat
voorlichting zelfs over het feit dat
er een bus loopt van het station
naar het centrum dringend nodig is.
ALS HET DONKER WORDT
Als binnenkort de donkere dagen
komen, wordt het tijd om extra te
letten op de verlichting van de fiets.
Het is al enkele jaren e engebruik,
dat de politie in de herfstmaanden
extra aandacht schenkt aan de ver
lichting van de fiets. Controleer dus
zelf de verlichting; of laat dat doen
in uw rijwielstalling of bij een rij
wielhersteller. Het kan een boete
besparen.
De fiets moet aan de voorzijde
voorzien zijn van een lantaarn die
voor het tegemoetkomend verkeer
duidelijk zichtbaar blijvend helder
wit of helder geel licht straalt. Voor
een tweewielig rijwiel en daar
over gaat het hier alleen mag
slechts één koplicht worden ge
bruikt; het is verboden naast die
ene lamp nog een tweede te gebrui
ken.
Aan het achterwiel van het rij
wiel moet een achterspatbord zijn
aangebracht; het moet duidelijk
zichtbaar voor het achteropkomen
de verkeer, over een lengte van ten
minste dertig centimeter, gemeten
vanaf het ondereinde, helder wit
zijn.
Aan de achterzijde moet de fiets
een achterlicht hebben, dat achter
waarts duidelijk zichtbaar voor het
achteropkomende verkeer helder
rood licht straalt. Het achterlicht
moet worden uitgestraald door een
lantaarn, aangebracht op het witte
gedeelte van het achterspatbord en
niet hoger dan zestig centimeter bo
ven het wegdek. Geen van de voor
geschreven lichten mag verblindend
zijn. De betreffende wettelijke be
palingen delen verder mee, dat het
lachterlicht moet behoren tot een
door of vanwege de minister goed
gekeurd soort en voorzien zijn van
een vastgesteld kenmerk. De ver
lichting moet gebruikt worden tus
sen een kwartier na zonsondergang
tot een kwartier voor zonsopgang.
Een goede: raad: laat uw licht ook
branden bij mist of zware regen.
THANS GEVESTIGD:
Er was even een wat geharrewar
met de eed, want de gewezen aan
staande schoonmoeder wist het ver
schil niet tussen links en rechts.
,,'t Mooie handje maar", wees de of
ficier .En toen rolde het „Zo waar
lijker vlot uit. „Deze persoon
is een valserik", begon de getuige.
„Zo", zei de rechter. „Deze persoon,
meneer de edelwaardige, heeft ge-
vreje met mijn dochter Sjaan hè.
En die Sjaan .meneer de edelwaar
dige, is een beste meid, daar valt
niks van te zeggen. Niet dat op aan
te merken. Maar hoe zal ik zeggen,
veels te goeiig hè. Veels te goed
voor zo'n niksnut. En nou zou d'r
niks gebeurd wezen, as ze maar geen
ruzie hadden gekregen vanwege dat
pakje shag."
„Shag?" vroeg de rechter ver
baasd. Want omtrent deze aanlei
ding stond niets in het proces-ver
baal.
„Jazeker, shag!" herhaalde ze met
nadruk. „En hier heb ik nou om zo
te zeggen de onweerlegbare bewij
zen!" En meteen haalde ze een
kunstgebit uit haar tasje en legde
dat op de groene tafel. „En laat-ie
nou maar is zeggen dat 't nie waar
is."
„Bergt u dat gebit maar zo lang
op", verzocht de rechter. Maar de
getuige vond het stilleven van wet
boek, glaasje water en gebit blijk
baar wel aardig. Ze ging onverdro
ten voort en de rechter begreep er
zichtbaar hoe langer hoe minder
van. „Ach, dat was maar een gein
tje", riep de verdachte, die al zo
veel met dat mens had meegemaakt.
„Wat geintjes! Niks geintjes!" re
pliceerde de getuige. „Meneer de
edelwaardige, nou zal ik je de ma
nieren van die persoon is precies uit
de doeken doen. Mijn dochter had
een pakje shag in d'r handtasje hè.
Dat was zoveel bestemd as een ver
jaardagscadeautje voor mijn man.
Want 't is zo'n aanhankelijke meid
hè. En deze persoon wist dat. Sjaan-
tje, zegt-ie, geef mijn dat pakje
shag, want ik hou zo veuls van je.
Nee, zegt Sjaan, dat ken ik nie doen,
da's voor me vader z'n verjaardag.
Hij nergens meer over smoezen hè.
En toen zegt-ie ineens, Sjaan, zegt-
ie, meid, jij hebt 'n kunstgebit hè.
Ja, zegt Sjaan, ik zal 't maar eerlijk
zeggen, ik heb 'n kunstgebit, maar
dat vind je toch niet erg. Erg? zegt-
ie ,niks erg ,al had je duizend valse
kunstgebitten ,as we toch maar van
mekaar houwen, dan is toch alles
goed! Ja, zegt Sjaan, da's de hoofd
zaak. Want ze hiew eerlijk van 'm.
En toen zegt die valserik, Sjaan,
zegt-ie, 't is misschien een rare
vraag, maar la me nou is proeven
hoe een zoen smaakt zonder tanden.
Ga weg, malle jongen, zegt Sjaan.
Toe nou, zegt-ie, la me nou is pro
beren, één keertje maar, want dat
heb ik nog nooit gehad. Nou voor
uit, zegt Sjaan, een keertje dan.
Want 't is zo'n beste meid, edel
waardige, maar veels te goeiig hè.
Nou ,en toen haalt ze d'r valse ge
bit uit de mond en toen geeft ze 'm
'n zoen. Ben je nou tevreje, zegt ze.
Nee, zegt-ie, la me nou dat gebit
eens goed bekijken. En met dat
Sjaan d'r tanden geeft, stopt hij ze
in z'n zak. Zo zegt-ie, die krijg je
niet weer ,of ik moet eerst dat pak
je shag van je hebben. Zo'n afper
ser is 't meneer de edelwaardige.
Later heb Sjaan 't me allemaal te
rug verteld. Ik zeg kind, zeg ik,
blijf jij maar gerust een dag thuis
hoor ,want ik neem dat gebit mee
naar de rechtbank. Neem d'r maar
een dag vrij vöor uit je dienst, zeg
ik, want ik zal die heren rechters
het bewijs eens goed laten bekijken.
Dan weten ze meteen wat ze an 'm
hebben ,an die Kloris van jou."
„Juist", prees de rechter ernstig,
„en hoe staat 't nu met die beledi
ging?" „Nou, meneer de edelwaardi
ge, ik denk ,ik zal 'm dat kunstge
bit 's even goed onder z'n neus
wrijven. En toen zegt-ie tegen me,
bemoei je eigen d'r nie mee, ouwe
bok zegt-ie. En ik ben niet jong
meer meneer de edelwaardige, de
sjeu is d'r wel een beetje vanaf,
maar ouwe bok hoef ik me toch nie
te laten zeggen!"
Dat vond de rechter ook. De ver
dachte kreeg dertig gulden boete.
Met het „valse kunstgebit" in haar
tasje ging moe tevreden naar huis
om Sjaan uit haar huisarrest te ver
lossen.
die informaties wensen over een be
trekking of in moeilijkheden zijn,
kunnen zich wenden tot de R.K.
Verenigng Meisjesbelangen en wel
bij de volgende adressen:
Mevr. van den Munckhof-Sangers,
Leeuwstraat 1, tel. 1581.
Mevr. M. v. d. Hombergh-Bot,
Oostsingel 6, tel. 1393.
Mevr. A. Pijls-Drenth, Grotestraat
14, teL 1500.
Mevr. Baronesse de Weichs-de
Wenne, Geysteren, tel. 04784-340.
Mevr. van Haar, Blitterswijck, tel.
04784-263.
De adressen van de dames corres
pondenten op de kerkdorpen vindt
U in de portalen der kerken.