Overpeinzingen Veilig Verkeer... Wat verwacht men van de <o. Zingende mensen in koor Jaarvergadering K.A.B.0. Politierechter Filmnieuws WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Montfortaanse Lourdes-bedevaart VRIJDAG 6 MAART 1964 No. 10 VIJF EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 ADVERTENTIEPRIJS 8>/« ct. p. mm ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (buiten Venray 1.75 De droevige taferelen bij eieren en aardappelen gedurende de laatste weken hebben velen de vraag doen stellen of dergelijke rampen in de toekomst in d e E.E.G. vermeden kunnen worden. Aangezien bij bei de produkten de bepalingen van de E.E.G een grote rol spelen, is het van belang, na te gaan wat het di rectoraat-generaal voor de land bouw ervan zegt. Het heeft zojuist een rapport uitgegeven over „De gemeenschappelijke markt voor landbouwprodukten toekomstver wachtingen 1970". Nu is 1970 nog een eind weg, maar het gaat om ontwikkelingen ,die nu reeds aan de gang zijn. Dat geldt voor alle land en tuinbouwprodukten. Laten wij eens zien wat wij, op grond van dit taaie, maar degelijke, rapport zoal kunnen verwachten. Men gaat natuurlijk uit van de bevolking en haar groei. Welnu, in 1970 zullen er zeker 184 miljoen E.E.G.'ers zijn en de bevolking zal elk jaar met 1,25 miljoen zielen toe nemen. Voor boer en tuinder, die het nu eenmaal van veel inwoners moeten hebben, is dat prettig. Trou wens, het huidige Euromarktgebied in zijn geheel kan men echt niet overbevolkt noemen. FRANKRIJK VOERT DE BOVENTOON Wij zullen cijferreeksen zoveel mogelijk vermijden, maar het valt onmiddellijk op, dat Frankrijk in agrarisch opzicht de boventoon voert. Dat komt doordat het land zo groot is en zoveel cultuurgrond be zit of kan ontginnen. Zo verwacht men dan, dat zelfs indien overal de bebouwde oppervlakte gelijk blijft, toch 42 pet. van de tussen 1958 en 1970 verwachte stijging van de graanproduktie uit Frankrijk komt Dat jaar 1958 heeft men als basis jaar gekozen, d.w.z. dat men rekent vanuit de over dat jaar bekende ge gevens. Die zijn al weer ten dele achterhaald, zodat het rapport wel gezien moet worden door de bril van 1964. En dan blijkt, dat Frank rijk wèl van plan is gronden te gaan ontginnen en zijn graanproduktie op te voeren. Maar tevens weten wij, dat het desondanks geen bedreiging behoeft te vormen voor onze eigen bouwboeren. Wat de andere landbouwsectoren betreft: afgezien van vervoerskosten zal er, misschien zelfs wel dit jaar nog, toch één graanprijs voor de ge hele E.E.G. komen. Ook andere pro- duktiekosten zullen gelijk getrokken worden, zodat het velen, met name zij die rundvee, pluimvee of varkens houden weinig zal kunnen schelen waar het voedergraan verbouwd wordt. Voor hen zijn de verwachte consumptiecijfers van belang. MEN GAAT MEER VLEES ETEN Een sterke stijging van het ver bruik verwacht men bijkip (98 pet.), rundvlees (41 pet.), eieren (39 pet.), kaas 26 pet., verse groenten (29 pet.) en vers fruit (37 pet.). Een matige stijging valt te ver wachten bij varkensvlees (22 pet.), boter (17 pet.) en suiker (23 pet.). Een geringe stijging of zelfs een da ling van het verbruik verwacht men bij verse melk, granen, aardappelen en vetten (met uitzondering van bo ter, zoals vanzelf spreekt). Voor alle vleessoorten ligt een stijging van meer dan 40 pet. in de lijn en dan nog het meest in Duits land ,doch gelijkelijk verdeeld over kip, rund- en varkensvlees. Voorts zijn er heel wat cijfers over het komende verbruik in de afzon derlijke lidstaten, doch wat dat be treft zullen wij ons zeer beperken, aangezien men uitgaat van een ge meenschappelijke markt. In Neder land zou het melkverbruik met de helft kunnen toenemen, in Italië met 40 pet., in Duitsland 20 pet. Op dit punt begint men echter wel een paar vraagtekens te plaatsen. DUURDER EN BETER ETEN Men verwacht dus, dat de EEG- ers steeds meer hoogwaardige voe dingsmiddelen zullen gaan kopen (vlees, kip, eieren, melk, kaas, bo ter enz.) evenals groenten en fruit en steeds minder zetmeelrijke, zoals granen en aardappelen. Wij moeten goed bedenken, dat een rapport als dit is opgesteld door statistici mensen die met cijfers kunnen omgaan. Voedingsdeskundi gen zullen onmiddellijk opmerken, dat een mens ,om gezond te blijven, niet onbeperkt eiwitrijk voedsel kan opnemen; daar moet nu eenmaal een portie zetmeelrijke produkten tegenover staan. Ruwvezel leveren de greenten wel. Daarom dient men al deze gegevens met een behoor lijk korreltje zout te nemen. Als wij de bril van 1964 opzetten blijkt dat al nodig, want in tegen stelling tot dit rapport loopt b.v. het verbruik van eieren overal, en dat van melk op vele plaatsen, terug. Niemand gelooft in ernst, dat ons volk in 1970 50 pet. melk méér zal drinken dan in 1958, tenzij men we gen en middelen vindt om melk in andere vormen (milkshakes enz.) aan te bieden. Al te veel eieren eten is niet gezond en wij geloven, dat wij al heel blij moeten zijn, wan neer het verbruik na de opleving van thans die slechts tijdelijk is, niet verder daalt. Men kan nu een maal niet alles eten wat voedzaam en lekker is, zonder zich beperkin gen op te leggen. Er komt nog iets bij. ALS ALLES GOED GAAT Het spreekt vanzelf, dat een ver hoogde consumptie van dure voe dingsmiddelen alleen plaats zal hebben als de welvaart verder stijgt. Zoals men ziin maag maar tot een bepaald volume kan vullen, zo kan men zijn uitgaven ook maar tot een bepaalde hoogte handhaven of uit breiden zonder ernstige gevolgen. Maar komaan, laten wij optimis tisch zijn en aannemen, dat alles goed blijft gaan. Dan komt er inder daad wel iets van het rapport te recht en gaat het om de voortbren ging van hoogwaardige produkten, met name van eiwitrijke. Omdat die eiwitrijke produkten echter slechts voortgebracht kunnen worden op basis van lager staande produkten (voedergranen, aardappelen, gras enz.) komt dat dan tóch weer de ge hele landbouw ten goede. De belangrijke vraag is echter, welk deel de boer en de tuinder zullen ontvangen van de prijs die de consument genegen is voor het voedsel te betalen. Hiermede komen wij op het gebeid van marktbeheer sing en afzetgebied. Op dit terrein zijn de industrieën en de grootwin kelbedrijven echter ook zeer actief. EIGEN PRODUKTIE Zo heeft Albert Heijn, samen met G. Lukken n.v. Oostzaan en Beek- man's Broederij n.v. in Uddel, in laatstgenoemde plaats het Pluimvee- bedrijf Uddel n.v. opgericht met een beginkapitaal van één miljoen. Het bedrijf zal kip en eieren voortbren gen. Een regelmatige aanvoer van constant hoge kwaliteit zou de wens zijn, die hier achter school. Dat zal wel, maar men zal er toch ook nog wel enig voordeel in hebben gezien. Precies zoals Homburg n.v. in Cuyck het voordelige vindt zélf varkens voor zijn vleeswarenfabriek te fok ken en te mesten. Het antwoord op zulke ontwikke lingen kan alleen gelegen zijn in het verder bundelen van eigen krachten, met name waar het de af zet betreft. De E.E.G. kan weldra bijna alles zelf voortbrengen wat zij opeet en van vele produkten zelfs méér dan dat. Dat is geen bezwaar, want tal van landen associëren zich met de E.E.G. en daaruit kunnen weer tal van nieuwe afzetmogelijk heden voortvloeien. Echter, ook in dat geval zal bundeling van krach ten bij de afzet nodig zijn. De boer als eenling is van geen betekenis meer. Men kan het betreuren dat het zo ver komt of reeds gekomen is, maar het feit ligt er. Of Brussel ook nog kans zal zien vóór 1970 prcduktieregelend op te treden is een andere vraag. Velen verwachten echter, dat men in het agrarische vlak bijzonder veel aan de wet van vraag en aanbod zal overlaten. Vandaar de strijd om de markt. Vandaar ook de noodzaak van samenbundeling van krachten bij de afzet. Een der grootste afdelingen van de Venray se KAB ,de georganiseer- den in overheidsdienst, hield in zaal Manders haar jaarvergadering, wel ke door een groot aantal getrouwen ook door wethouder Schols, verte genwoordigers van KAB en Cen trale, door KAV en door vertegen woordigers van Sales Informorum werd bezocht. Voorzitter M. Peeters gaf een resumé van de voornaamste aktivi- teiten in het afgelopen jaar. O.a. memoreerde hij de herziening der salarisregeling en het verlaten der prestatiebeloning. Hij gaf tekst en uitleg hoe met de pensioenregeling een ander koers werd ingeslagen en konstateerde dat er desondanks on rust, onverschilligheid en onbehagen te bespeuren viel. Jammer, aldus de voorzitter, dat men de oorzaken hiervan meende te moeten zoeken bij de organisatie. Hij drong aan dat de leden zich zouden ontwikkelen in de sociale school. Vast staat dat er nog veel werk zal moeten worden verzet, eer ieder Bent U zich bewust, dat wij op weg zijn, dat iedere mens een reizi ger is ,dat U, lezer, eigenlijk maar op doortocht bent. Op weg zijn: op reis naar een doel! Op weg: waar naar toe? Het is de moeite waard om er over na te denken. Vooral als het onszelf betreft, onze persoon, ons leven, ons levensgeluk. Het is een dynamische gedachte die tegenwoor dig de Kerk in al haar geledingen inspireert. Wij, christenen, wij zijn „het Godsvolk op weg". Voor de mens is de aarde maar een door gangsplaats; wij zijn trekkers naar een vaderland, dat buiten de wereld ligt. Dit is ook sinds jaren de inspire rende gedachte geweest van de Pa ters Montfortanen bij hun Bede vaarten naar Lourdes. Vele mensen hebben er dieper soms verrassend scherp, weer hun levensopgave ont dekt: van ons leven een goede reis maken. Dat is een ervaring die ge lukkig maakt. Duizenden oud-bede vaarders kunnen dit U vertellen. Als U graag iets meer weet over onze Lourdesbedevaarten. vraagt U dan eens inlichtingen op prospectus bij de Montfortaanse Werken, Berg en Dal teL 08805-1900 of bij Mej. L. Arts p.a. Fam. Schwachöfer, Pr. Bemhardstraat 35, Venray. We gaan dit jaar van 12 t.m. 20 mei; van 23 t.m. 31 juli en van 2 t.m. 11 september. een menswaardig bestaan zal heb ben. Penningmeester van Kessel tover de als vanouds weer met de vele cijfers, welke een afspiegeling zijn van de vele aktiviteiten. Er was nog een behoorlijk batig saldo van 2113,—. 283 leden hebben zich onder de vaan van de KABO geplaatst. Daad werkelijke medewerking werden verleend aan: Priesterstudiefonds, Herwonnen Levenskracht, aktie Wij en Zij ,aan Sociale School. Charita tief Centrum en aan de St. Nicolaas- aktie. De KABO was de enigste vak bond, welke ook de bejaarden met een gift vereerde. Districtsbestuurder Pouw behan delde nog eens de salarisonderhan delingen voor lagere en middelbare ambtenaren en beantwoordde enige vragenstellers naar genoegen Kapl. Bors gaf de op hem eigen wijze eni ge geestelijke raadgevingen. De tombola gaf voor ieder een prijs, wat wel in de smaak viel. Het was een vruchtbare en dankbare vergadering, waar de aftredende be stuursleden werden herkozen en het bedanken van de heer Teeuwen werd aangevuld door een kracht van het Mobilisatiecomplex, de heer Marcellis. VERLICHTING. Deze week heeft men de Stations weg van Servatius tot aan de over weg in Oostrum voorzien van een pracht stel natrium-lampen, zodat deze entree van Venray beslist een heel stuk verbeterd is. Trouwens zo hard men vroeger geklaagd heeft over Venray's ver lichting, zo hard moet men ze thans prijzen, want overal zijn voldoende lichtpunten, zelfs zo, dat de paartjes die vroeger de omgeving van het St. Oda-kapelletje prefereerden nu klagen over al het licht. Maar we blijven toch de klacht benadrukken van de Schoolstraat- en Emdstraat-bewoners, die de ver lichting in deze straten toch wel „karig" af vinden steken tegen b.v. een verlichting als die in het Bie- zenvenneke. Deze verlichting in de hoofdstra ten van het centrum is minimaal, hoe blij men dan voor 10 jaren was, dat ze er eindelijk kwam. Zingende mensen vindt men over al. Op een pleintje in Rome, in een bootje in Venetië ,op de hoek van de straat in Amsterdam. U vindt ze in de kerken en zalen, U vindt ze voor een venster, bij een piano, op de fiets, op de bouwstelling, in het bad. Maar U vindt ze vooral in zangkoren verenigd: alleen in Ne derland zijn meer dan 3000 koren. OOK NEDERLANDERS ZIJN ZINGENDE MENSEN Er is wel gezegd: de Nederlander zingt niet. Maar dit gaat niet op. Hoogstens zingt de Nederlander minder dan de Wener en Napolitaan. Misschien zingt hij alleen maar an ders, omdat hij minder snel tot zin gen komt. Maar hij bezit vrijwel al tijd een goede stem en een onbe twistbaar muzikaal gevoel. Muziek is de moedertaal van het hart, zei Ernst Hohenemser. Dat betekent, dat de mens met muziek geboren is. En de mens, dat is: iedereen. HET IS GEEN MAN DIE NIET ZINGEN KAN Wat voor iedereen geldt, geldt ook voor mannen. Het mannenkoor is in Nederland een hecht wortelende traditie. Het mag gezegd dat de tra ditie der mannenzangverenigingen tot bewonderenswaardige resultaten heeft geleid. Door her-oriëntatie en verjonging zijn resultaten voor de nabij toekomst bovendien reeds voorbereid en dit is ook nodig in een veranderende wereld. Reeds doet de nieuwe generatie zijn intrede in de talloze koren, die Nederland rijk is. Zo moet het gaan, wanneer een tra ditie jong en lenig wil blijven. Zo moet het gaan, want zonder een grote toeloop van jonge mannen, mannen, van twintig, dertig jaar heeft de toekomst niet dat stralende sukses, waar een uniek verleden recht op heeft. Vandaar deze woor den: Wij zouden graag willen, dat ook U als adspirant-zanger van een mannenkoor eens met aandacht de voordelen van het lid zijn van een mannenkoor bestudeerde. Het stemmenmateriaal is geen punt van al te grote betekenis. Wat U met betrekking tot het gebruik van uw stem moet weten wordt U in het koor bijgebracht. Het noten schrift is zeer snel te leren. Muzi kaal gehoor bij het zingen wat men bij voorbaat moet bezitten. Er is al gezegd, dat de mens van nature ge voel voor muziek heeft. In de ge jaagdheid van deze tijd vergeet hij jammer genoeg te dikwijls zich dit te realiseren. JONGE MENSEN IN EEN VERJONGD KOOR En nu wordt dit artikeltje uiterst plezierig van toon. Want wij willen de voordelen opsommen, die een man in een mannenkoor ten deel vallen. Men vindt er snel vrienden, want de gemeenschappelijke basis is er al: de gezamenlijke beleving van het verrukkelijke ideaal der muziek. Wie lid wordt van een mannenkoor onttrekt zich bovendien aan een fa tum van deze tijd: de ziekte van het niet mede beleven van een bepaalde vorm van culturele zelfontwikkeling. Aktieve beleving schenkt meer vreugde dan elke passieve onthou ding. Wie tot een mannenkoor toe treedt, wordt tevens lid van een uitermate aktieve organisatie, die de koren stimuleert en die met gulle hand de mogelijkheden ter beschik king stelt. Mogelijkheden van uit voeringen, concoursen, zangersda- gen, internationale festivals, koor- cursus etc. Uitwisselingen van ko ren zijn zo langzamerhand aan de orde van de dag. Talrijke koren con certeren jaarlijks in het buitenland en ook b.v. ons Venray's Mannen koor heeft voor het komende seizoen een dergelijk vererende uitnodiging ontvangen. Aan deze uitnodiging kan voldaan worden als vele man nen zich bij dit koor als lid aan melden. Bij al deze genoemde moge lijkheden doet U steeds weer nieu we ervaringen op. Men vernieuwt door een plezierige hobby zichzelf voortdurend, ook en allereerst op 'n doodnormale door-de-weekse repeti tie-avond. Er wordt in de Neder landse koren in twaalf talen gezon gen. Ongemerkt krijgt men enige fee ling van talen, wordt de talenkennis weer levend. De man, die in een koor zingt, werkt aan zichzelf. Mu zikaal in de eerste plaats. Maar be halve de muzikale ontwikkeling is er nog zoveel meer. En dat alles in een gemeenschap van mensen, die elkaar nu ook eens anders ontmoe ten dan in de jachtige wereld van alle dag. Iedereen zingt hier met en naast iedereen, hier is de mens altijd anders en altijd meer. In het koor ontdekt men de oude waarheid. En dit alles door de muziek, de grote vredestichter, die mensen en volke ren tot elkaar brengt. Zo is het ge weest, zo is het nu, zo blijft het in de sfeer van verjonging der Neder landse koorzang. Voor wat het Venray's Mannen koor betreft daar is nog plaats ge noeg. Ook voor U. Iedere woensdag avond repetitie van 810 uur. U kunt zich steeds iedere woensdag- j avond opgeven als lid in Café „In d'n Engel", Grotestraat 33 of bij een der bestuursleden of leden. Gun de Parel der Peel een Man nenkoor van karakter. TUSSEN BORRELEN EN STUREN We mogen aannemen, dat iedereen de betekenis kent van de leuze „geen alcohol gebruiken vóór of tij dens deelneming aan het verkeer". Wat er met „tijdens" wordt be doeld, is wel duidelijk. Het begrip „vóór deelneming aan het verkeer' is echter nogal rekbaar. Hoe lang is „vóór"? Wanneer we een borrel tje hebben gedronken, moeten we dan één uur, twee uur of een halve dag wachten alvorens achter het stuur te gaan zitten? Bij het beantwoorden van deze vraag moeten we uitgaan van de wetenschap, dat alcohol in het men selijk lichaam een constante ver bindingssnelheid heeft. Praktisch gesproken is het verbrandingsproces niet te versnellen. Per uur vermindert het bloed alcolholgehalte met 0,15 promille. Derhalve hangt de hoevéélheid alco hol ,die per tijdseenheid in het li chaam verbrandt, af van het ge wicht aan lichaamsvochten, c.q. van het lichaamsgewicht. Het gewicht van de lichaamsvoch ten bedraagt ongeveer twee derden van het totale lichaamsgewicht. Weegt iemand 75 kilogram, dan be schikt hij dus over 50 kilogram li chaamsvochten. Een dergelijk per soon verbrandt per uur 50 x 0,15 7,5 gram alcohol. Dit komt overeen met ongeveer 9,5 cc. Bij een lichaamsgewicht van 75 kilogram „verwerkt" men per uur dus 9,5 cc van de alcohol, die zich in de bloedstroom bevindt. Weegt men meer, dan verbrandt men meer; weegt men minder dan verbrandt men minder alcohol per uur. Weten we nu, dat een glaasje sherry (gemiddelde inhoud 50 cc) 9 cc alcohol (dus van 100% sterkte) bevat, dan kunnen we aan de hand van het bovenstaande nagaan, dat na ongeveer één uur alle alcohol uit het bloed is verdwenen. Van invloed is natuurlijk, de snel heid waarmee wordt gedronken. Zit ten we een uur lang met één glaas je voor ons en nemen we zo nu en dan een slokje, dan zal de verbran ding de toevoer van alcohol kunnen „bijhouden". Bij een hoog drinktem- po loopt het bloedalcoholgehalte echter snel op. Wanneer we twee glaasjes sherry vlug achter elkaar leegdrinken, zal het ongeveer twee uur duren voor de opgenomen alco hol weer uit ons bloed is verdwenen. Op deze wijze is het dus vrij een voudig om na te gaan hoe lang we na het gebruik van een drankje moeten wachten, om weer op ver antwoorde wijze aan het verkeer te kunnen deelnemen. Alleen bij het gebruik van grotere hoeveelheden alcohol ligt het even anders. Hierbij speelt de „kater" nog een rol. Naar de mening van het Verbond voor Veilig Verkeer doet iemand, die 's ochtends de onaan gename gevolgen ondervindt van de een avond tevoren rijkelijk genoten alcohol, er niet verstandig aan in een dergelijke toestand het stuur in handen te nemen. Aan de hand van het bovenstaan de en met behulp van de volgende gegevens kan men in grote lijnen zelf uitmaken, na hoeveel tijd de opgenomen alcohol uit de bloedbaan is verdwenen. Eén glas extra zwaar bier (6,5 pet.) bevat 16,25 cc absolute alcohol. Cognac/oude jenever 38 pet. 13,3 cc Zwaar bier (pils) 5 pet. 12,5 cc Jenever/brandewijn 35 pet. 12,25 cc Bordeaux 12 pet. 12 cc Champagne 11 pet. 11 cc Likeur/citroenjen. 30 pet. 10,5 cc Rijnwijn 10 pet. 10 cc Portwijn 19 pet. 9,5 cc Madeira/sherry 18 pet. 9 cc Lager bier 3,5 pet. 8,75 cc Vermouth 16 pet. 8 cc Samos 14,5 pet. 7,25 cc Bessenjenever 20 pet. 7 cc Een glas van een bepaalde drank bevat de voor die drank per glas ge bruikelijke hoeveelheid. Wij vragen nog steeds PERSONEEL geschoold en ongeschoold Aanmelden dagelijks - ook na werktijd - aan de fabriek, bij de portier N.V. INALFA VENRAY De aanleg van het elektriciteitsnet ging met een soort van revolutie in de buurt gepaard en daarom mag het geen verwondering baren dat de rechter er aan te pas moest komen. Het was een mishandelingszaak en de man van de elektriciteitsmaat schappij kreeg een rijksdaalder boe te. „Gezien de omstandigheden", zei de rechter. De hele winter was er al over ver gaderd en heel wat commissies wa ren er nodig om alles te regelen: de subsidies, het aandeel dat elke be langhebbende zou moeten betalen, het bepraten van onwilligen wier vader en grootvader het ook zonder stroom hadden gedaan enz. Maar eindelijk kwam het zo ver dat de palen langs de wegen kwamen te liggen en van die dag af maakte zich een soort van zenuwachtigheid van de anders zo rustige buurtbewoners meester. De electriciteitsmannen zijn dat gewend en die maakten zich er niet druk over. Zij liepen rond met map pen vol papier, er werd links en rechts gemeten dat het een aard had en zelfs werd hier en daar een gat gegraven. Op dat tijdstip heeft de botsing plaats gehad die de rechter op een rijksdaalder heeft begroot. De boer, die er toch al zo tegen was, trof op zekere morgen in zijn wei een manspersoon aan, die daar met grote stappen rondwandelde, kennelijk om de zaak op te nemen, zoals dat in vakterm wordt ge noemd. De boer ging ook grote stap pen nemen en begaf zich naar de man om bars te vragen, wat die in zijn weiland moest. De elektriciteits man die de vorige avond ook laat naar bed was geweest, gaf aanvan kelijk hoegenaamd geen antwoord. Maar toen de boer bleef aandringen, beweerde hij recht te hebben om in die wei te stappen. Het werd een hele heibel. „Ik heb toch mijn pa pieren!" riep de man tenslotte, „als ik je die laat zien, heb je me ver der met rust te laten, zonder meer." De boer toonde verder geen be langstelling voor de papieren, maar beende naar huis terug, allerlei on- heilswensen uitend aan het adres van degenen die hem elektriciteit hadden aangepraat. Op de deel ont moette hij zijn knecht. „Maak de stier los en breng hem naar de wei", gelastte hij. Nu dient hier eerlijkheidshalve te worden gezegd dat dit een prima stier was, het sieraad van alle stie renkeuringen in de streek, een toon beeld van primitieve schoonheid en oerkracht. Maar vriendelijk was het beest niet. Het was geen allemans vriend. Toen het dan ook in de wei de man van de elektriciteit ont waarde, stiet het een gorgelend ge luid uit, als iemand die keelpijn met zout water probeert weg te spoelen. Verzonken in zijn wetenschappe lijke arbeid, bemerkte de man het dier aanvankelijk niet. Maar plotse ling hoorde hij achter zich een ge luid als van een aanstormende trein op vierkante wielen. Hij zag om, ontwaarde de kluiten modder en gras, die het dier met de achterpo ten omhoog wierp, zag de dreigen de laag gehouden kop, de loerende ogen en de hoorns van vooroorlogse kwaliteit, bedacht zich verder niet, doch stelde zich in grote haast over de afrastering in veiligheid, waar hij hijgend nevens de boer belandde. ,Wat heb je toch een haast?" in formeerde die met valse vriendelijk heid. Die stier.... die stierstot terde de stroom-man. „Die stier?" deed de boer ver baasd", maar heb je hem dan niet je papieren laten zien? Je hebt toch je papieren? Dan heeft toch ieder een je met rust te laten, zonder meer?" De klap, die voor de stier bestemd was, kwam nu op het hoofd van de boer. „Een rijksdaalder", zei de rechter, gezien de omstandigheden." VOOR ALLE RIJBEWIJZEN NAAR autorijschool. Jansen Langstraat 33 - Overloonseweg 18 Venray - Telefoon 04780-1351 Voor de derde maal kan men deze week in Venray de beroemde film DE KANONNEN VAN NAVARONE zien. Deze film behoeft geen enkele aanbeveling meer, want wie heeft deze film nu nog niet gezien? Deze film kan men meermalen zien en toch blijft men geboeid, daarom gaan de vertoningen in Venray nu weer verder. Een tweede film die de aandacht verdient is DE VOGELS van Alfred Htichcock. Van Hitchcock mag men het ongewone verwachten en dat krijgt U dan ook weer te zien. De film is gebaseerd op een roman van Dauphne du Marier. Filmisch is 't allemaal uiterst knap en verzorgd.

Peel en Maas | 1964 | | pagina 7