SIMT NICOLAAS-GILDE
Van 1 tol
6 december
Prijsstijging
HET OUDE VENRAYSE
Bekendmaking
Vergadering
Gemeenteraad
St. Nicolaas-cadeaux
v. d. Munckhof n.v.
VRIJDAG 22 NOVEMBER 1963 No. 47
VIER EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WCFïfTlT AH UOHD A/PWD A V ITM HMCTD TTVÜIM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm.lten Venray 1.75)
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRÜ 1050652 II CrluIVDLAU V UUi\ V DllUii I ErlY UlVlü 1 PRIJS PER KWARTAAL f 1.50
1.50 <bu ABONNEMENTS-
Iets van het oude gilde-wezen leeft nog heden voort in onze
schutterden en in het St. Nicolaas-gilde. Voor dit laatste wordt
in deze dagen weer de aandacht gevraagd i.v.m. het zgn. gilde-
kwartje, waar voor zondag a.s. gekollekteerd zal worden bij de
Grote Kerk en op zondag 1 december by de Paterskerk.
GILDEN
De gilden zijn ontstaan in de
middeleeuwen en waren gewoonlijk
verenigingen of organisaties van
personen, die hetzelfde beroep uit
oefenden i.e. handelaren en hand
werkers. Het waren gesloten corpo
raties; alleen leden van het gilde
werden tot een bepaald beroep toe
gelaten. Gewoonlijk moest men om
lid of „meester" te worden, een be
paalde leertijd doorlopen en een
proefstuk maken. Men kende naar
rato van bekwaamheid nog de titels
„leerling" en „gezel". De gilde zorg
de door bepaalde verordeningen dat
het ambacht hooggehouden werd en
kwaliteitsprodukten werden afgele
verd. Daarnaast beperkte zij de
concurrentie.
Ook Venray heeft zijn gilden ge
kend. Bewijzen daarvan vinden we
b.v. in Venrays Dekenale Kerk, waar
verschillende heiligenbeeldjes staan,
waarschijnlijk afkomstig van zgn.
gilde altaren, die in de zijbeuken
waren opgesteld. In deze katholieke
streken had namelijk ieder gilde zijn
schutspatroon zoals bv. de schoen
makers St. Crispijn, de hoedenma
kers (die in Venray veelvuldig werk
zaam zijn geweest) de apostel Jaco
bus. Daarnaast zijn er b.v. nog ke
tens, die de voorzitters (dekens) van
gilden droegen in Venray bekend,
zoals dat van de smeden St. Eloy en
het St. Nicolaas-gilde.
WEINIG BEKEND
Het zou interessant zijn over deze
Venrayse gilden meer te weten te
komen, maar dan zullen we waar
schijnlijk moeten wachten tot een
archivaris hierover meer weet te
ontdekken in de nog ter beschikking
staande stukken.
Van het St. Nicolaasgilde is ook
weinig bekend. Er bestaat een ke
ten die de voorzitter van dit gilde
thans nog altijd draagt bij het St.
Nicolaasfeest, die het jaartal 1640
vermeldt, maar het gilde is waar
schijnlijk nog ouder. In dit gilde
waren de kooplieden van Venray
thuis, die hierin hun vak- en zaken-
belangen verdedigden.
Zoals bekend is de verering van
St. Nicolaas feitelijk te wijten aan
de zeelui ,die deze heilige bisschop
van Myra als patroon namen, zijn
verering mee naar Nederland brach
ten (St. Nicolaaskerk Amsterdam) en
hier de patroon der handelsdrijven-
den werd.
In de Petrus' Bandenkerk staat
nabij de biechtstoel van de Deken
een zeer fraai beeld van deze Heili
ge. De jongelui noemden dit beeldje
vroeger: de dikke bisschop, maar
waarschijnlijk heeft aan de voet van
dit beeld het bekende kuipje ge
staan met de drie ingezouten kinde
ren, die door de H. Nicolaas, zoals
de legende zegt, ten leven werden
opgewekt, nadat ze door een wrede
slager om het leven waren gebracht.
De heilige heeft hun naaktheid
willen bedekken, maar nu het kuip
je spoorloos is verdwenen in de loop
der tijden, is er alleen een onna
tuurlijk dik buikje van overgeble
ven. Vandaar de dikke bisschop, die
in werkelijkheid de patroon van het
St. Nicolaas-gilde was.
Er bestaat van dit gilde wel nog
een oud gilde-boek, dat echter eerst
begint in 1761 en dan laconiek opte
kent:
Den 13 December 1761 hebben wy
onderschreven officianten van St.
Nicolaasgildt afgerekent met onsen
hospes Dirk Cremers ende beken-
ne dat de gildt van St. Nicolaas
debet blijft aan onsen hospes een
somma van een hondert achten
twintig gulden, seventhien stuy-
vers en eenen halven.
De vier bestuursleden oftewel de
dekens van het gilde ondertekenen
dit schuldbewijs evenals Martinus
van der Heijden, de vendrik (vaan
deldrager).
Op dat moment heeft dus de gilde
nog al wat schuld, in tegenstelling
tot vroeger tijden, toen het gilde ze
ker tot een van de rijkste van Ven
ray behoort moet hebben. Van de
jaarlijkse teerdag een oud gebruik
bij de gilden vinden we ook in
dat jaar niets. Wel blijkt, dat op
de St. Nicolaasdag nog altijd een H.
Mis wordt gelezen, speciaal voor de
afgestorvenen van het gilde en dat
nog steeds nieuwe leden bij het gil
de zich opgeven of zoals de kroniek
zulks zegt: „de gilde gewonne heb-
be.
Deze leden betaalden een bepaald
bedrag (3 gulden en 15 stuivers) als
contributie en genoten dan de voor
delen van het lidmaatschap. Welke
die nu feitelijk wel waren is ner
gens uit deze overigens goed bijge
houden kroniek te lezen.
KONINGSCHIETEN
In 1769 blijkt uit deze kroniek dat
het St. Nicolaasgilde zich ook nog
bezig houdt met het zgn. koning-
schieten, waarvoor 24,staan ge
boekt als „verteringe".
Ieder gilde had vroeger ook de
taak zijn aandeel bij' te dragen tot
de veiligheid en de bescherming van
de plaats, reden waarom de gilde-
broeders zich oefenden in de krijgs
haftige wapenkunst, waarbij weer
onderlinge wedstrijden werden ge
houden en b.v. ieder jaar het ko-
ningschieten gehouden werd.
Of er in vroeger jaren ofwel geen
koningschieten is geweest, of dat
men de verteringen uit eigen zak
moest betalen, vermeldt deze kro
niek niet. Wel is er in 1770 naast het
koningschieten, dat op de feestdag
van St. Petrus en Paulus (juli) werd
gehouden, nog 15,- vermeld voor
verteringen met St. Nicolaas, waar
uit wel blijkt dat er weer geld in
kas is. In die dagen is de deken
Hoemans, een zeer consencieus pen
ningmeester, die precies noteert dat
den eerwaarden Heeren Pastor 1
gulden en 8 stuivers krijgt voor de
H. Mis op St. Nicolaasdag, de twee
dienders (misdienaars) 19 stuivers,
de organist en blaeser (de man, die
voor lucht in het orgel zorgde) 29
stuivers, den zanger 9 stuivers, de
kerke-meijt (de poetsjuffrouw) 12
stuivers en den custer (koster) 4
stuivers.
Waarom deze beloningen zo uit el
kaar lopen is een onopgeloste vraag.
Maar tenslotte heeft de bode Cre-
mers, die het afsterven van een lid
bij de andere leden moest gaan
„rond-zeggen" ook nog 9 stuivers
gekregen in dat jaar. Toen men de
mis is gaan betalen, op de zgn. re
kendag, heeft men er nog eens 6,-
tegen aan gegooid voor verleringen.
Men heeft dus meer opgemaakt, dan
er te verteren viel.
Overigens blijkt uit de afrekening
ook dat bij het afsterven van de le
den het gilde een bepaald bedrag
kreeg. Zo was dat in 1771 1 gulden
en 4 stuivers. Ook treft men in die
jaren geregeld aan de post: ontvan
gen van de „rontgangers" zoveel of
zoveel gulden. Waarschijnlijk was dit
de contributie, terwijl ook een post:
van den offer a een bepaald bedrag,
de vraag doet rijzen, wanneer en hoe
geofferd werd. De vaandeldrager en
de kroniek moesten ook ieder jaar
een aparte bijdrage storten in de
gilde-kas, waaruit wel blijkt, dat in
die dagen het dragen van het vaen-
del als een hoge erepost werd be
schouwd, waarvoor men zelfs bereid
was te betalen.
Het is een fraaie kroniek, alleen
al om de uitdrukkingen, die men er
in vindt. Zo tekent de penningmees
ter in 1787 aan, dat „de vrou van
Henricus Huysmans afgestorven is
pro deo.
Zowel in 1789 als in 1790 vindt
men bij de ontvangsten een post, de
ene keer van „ene vreemden kleer
maker", de andere keer van eenen
Oirlose kleermaker, wiens werk
stukken door de gezamenlijke dekens
akkoord werden bevonden en die als
kleermaker werd erkend.
Hieruit blijkt dus dat de oude
doelstelling van het gilde ook einde
1700 nog altijd opgang doet.
Zo wordt ook in dit gilde-boek
ieder jaar trouw de ontvangsten en
de uitgaven vermeld. Er blijkt niet
veel winst te zijn. Is er geld in kas
dan gaat het op aan de teer-avond.
In 1835 maakte men daarbij liefst
106,5 liter bier paraat en in dat jaar
komt voor het eerst de naam van
Hotel De Keizer officieel in de boe
ken voor.
In de jaren 1840-1850 vinden de
leden het lidmaatschap te duur. Men
betaalt zijn geld niet meer, zelfs, zo
klaagt de penningmeester, is er geen
geld meer voor de kaars van St. Ni
colaas. Het lidmaatschapsgeld wordt
dan ook goedkoper, maar de teer-
avonden vervallen en St. Nicolaas
moet het op zijn verjaardag zonder
kaars doen. Zelfs het feit dat in 1847
burgemeester J. Esser zich als lid
„voordeed" hielp de geslonken kas
niet voller maken.
Dan worden de notities al langer
hoe kleiner. Rond de eeuwwisseling
boekt men nog wat er in kas was,
wat de H. Mis kost en zien we de
uitdrukking: Deken verdwijnen. Er
komt een commissaris voor in de
plaats (resp. H. Janssen en 1V£. Ver
riet).
In 1908 tekent Th. van Dijck plot
seling als President van het Krui-
deniersgilde en in 1911 zien we dat
verschillende middenstanders zich
weer opgaven bij het gilde, dat in
1920 25 leden telt en dan weer pa
ling weet te eten.
Van alle traditie is alleen overge
bleven de H. Mis op 6 december en
als het er aan zit een souper.
In de jaren van de eerste wereld
oorlog stijgt het aantal leden, en
Visboer Winkens, zoals hij zelf te
kent, komt trouw de 15 centen op
halen voor de H. Mis op Sinter
klaasdag, maar overigens weet de
kroniek niets te vertellen.
ST. NICOLAAS-COMITé
EN -GILDE
In de twintiger jaren besluit een
aantal mensen uit Venray om in na
volging van elders ook St. Nicolaas
naar Venray te noden om hier een
jaarlijkse rondgang te gaan houden.
Zij vormden 't St. Nicolaascomité en
het was tegen dit comité dat de
paar mensen, die 't St. Nicolaasgilde
nog vormden, wel wat vreemd aan
keken. Was dit feitelijk niet de taak
van het gilde? Waarop het comité
dan vroeg, waarom ze dan niet be
gonnen waren.
Burgemeester v. d. Loo wist in
1924 de .koppen bij elkaar te krij
gen". Het St. Nicolaascomité ging
op in het Gilde en voortaan zou het
Gilde als taak krijgen de Goed Hei
lige Man officieel in Venray in te
halen. Hub. Janssen werd voorzitter,
W. Wijnhoven ondervoorzitter, B.
Kruysen secretaris en Vincent Pijls
en Nic. Bekkers leden van het be
stuur. Wie 25 centen betaalde was
lid van het Gilde. Het gilde-zilver
alsmede het vaandel en het gilde-
boek werden op het stadhuis gede
poneerd. En sindsdien heeft het gil
de zijn nieuwe taak naar behoren
volbracht.
In 1928 werd Vincent Pijls voor
zitter, onder wiens leiding het jaar
lijks bezoek werd uitgebouwd. Zo
besloot men al datzelfde jaar clowns
en andere grapjassen uit de optocht
te houden, om deze een meer waar
dig karakter te geven. In 1929 wordt
het gildehuis café van Meyel, terwijl
de Zusters Ursulinen het oude vaan
del zo goed mogelijk gratis op
knappen en in 1930 gaan de
schutterijen voor het eerst aan de
'optocht deelnemen.
In 1933 wordt de Jonge Midden
stand ingeschakeld bij de organisa
tie van de optocht, maar in 1935 liet
de Goede Man verstek gaan, „we
gens omstandigheden" vermeldt de
kroniek. De slechte positie van de
kas doet wel vermoeden, waf de
oorzaak was. Maar in 1936 belooft
de middenstand bij te springen in de
kosten en dan trekt de laatste zon
dag voor zijn feestdag telken jare
opnieuw de Sint door Venray, weer
of geen weer en de kwartjeskollek-
te blijkt telkens net genoeg op te
brengen voor de traditionele H. Mis
en de ander onkosten..
In 1938 wordt St. Nicolaas voor de
eerste maal officieel op het gemeen
tehuis verwelkomt door Venray's
nieuwe burgemeester Mr. A. H. M.
Janssen ,die hiermede een nieuwe
traditiee gaat vormen. De Sint blijft
komen tot 1943 als ook Hij wijken
moet voor de bepalingen van de
Duitse bezetter, die een Sinterklaas
optocht samenscholingen noemt en
derhalve verbiedt.
In 1945 trekt een gehavende Sint
door een gehavend Venray. Het gil
de was in de oorlogsdagen zijn
voorzitter verloren en de Jonge Mid
denstand maakte er van wat er van
te maken was, maar in 1946 was men
het onder elkaar niet eens en er zou
geen Sint gekomen zijn, als op het
laatste ogenblik Venray Vooruit niet
voor een plaatsvervanger had ge
zorgd. In 1947 besloot men een ge
heel nieuw Gildebestuur te kiezen
en de oude taak weer zelf ter hand
te nemen, ditmaal onder leiding van
C. Pijls, die met H .Schaeffers ver
schillende jaren voorde opgave
stond de Goed Heilige. JVIan een
waardige ontvangst tb bereiden.
Dank zij de „kwartjes-aktie" is
men daar gelukkig in geslaagd en is
men er successievelijk toe kunnen
overgaan nieuws costuums, baarden
en wat dies meer zij, ter beschikking
te stellen. In 1960 moest wegens ab
normale weersomstandigheden de
tocht worden afgelast.
1963....
Zo staan we thans voor het be
zoek van '63, dat op 1 december a.s.
plaats zal hebben. Het oude gilde-
boek raakt zoetjes aan vol, maar 't
is de vraag wat over 100 jaren de
verslaggever dan kan vertellen over
deze jaren. Zal dan het gilde nog
bestaan en zijn taak St. Nicolaas
naar Venray te brengen nog immer
doen. Zal men dan in de boeken
kunnen lezen dat de kwartjesaktie
1963 voldoende heeft opgebracht om
dit grote kinderfeest veilig te stel
len.
Het ligt aan U en mij, want zon-
Toe ik en klaen jungske was,
toe zett'ik miene schoen;
dor moog ik dan enne wortel
en ok wat hui ien doen.
En beej de schorstiën zong ik dan
vur den goeje, heilige Man,
mer doocht'er tusse de regels dur
vural an Pieterman.
Went ik wist wel, ik was nie alt
zuut as ik mos zien,
hoe duk deuj ik vader gen verdriet,
hoe duk os moe gén pien?
As ik te laat an toffel kwaam,
de klump gebroke haaj,
mien boks dur al den prikkeldraod
wer winkelhaoke haaj.
As ik wer schöllekes haaj getrapt
terwiel 't ies al smolt
en ien mien neej communiepak
achter d'n voetbal haaj gehold.
Mien gewiëte kriebelde dus bar
en bang zong ik mien lied
vur hum, den alles zaag en wis,
den slimme zwarte Piet.
Den huurde dur de schorstiën dan
mien ozelig gedaas
en vertelde al mien kattekwaod
an ziene heilige baas.
En Den schreef ien zien groët boek
wat ik allemaol haaj gedaon
en zei: dén zien kedoos
motte mer in Spanje laote staoik"*
En bibberend zong ik beej de schouw
wat vuulde ik meej slaecht
och Sinterklaos kom dan toch mer
hierbinne mit owwe knaecht.
Mer niemes wist hoe'k vur d'n
knaecht,
vur Sinterklaos ziene maot,
vur den zwarte kroeskop
mit ziene zak
't maest ien de piepzak zaat.
Zo gaaw 't 1 december wier,
wier ik biëstig braaf en zuut,
haaj boekpiën, was an de loëpereej
n ok nog wintervuut.
Dan restte meej ummers
nog mer zes hiële daag,
um goed te make al 't kwaod
dat de Sint 't jaor dur zaag.
Vief daag vur dat hiële jaor
dat ik meej haaj misdrage
en waorvur de Sint meej straffe zeuj
mit ander stoute blage.
En kwaam dan eind'lik de groëte dag,
d'n dag van elks verlange,
onder en huudje was ik dan
d'n hiële dag te vange.
Mer eind'lik 's mèrges vroeg
haaj Sinterklaos gereje
en was 't liéd van dees 5 daag,
wer vur en jaor gele je.
Dan ging 't laeve ziene gang
360 dage
laefde ik as 'ne Venraodse jong
kos ik 't d'r wer op wage.
Ik zwierde wer dus bos en hei,
gapte paere en viel ien de graaf,
tot 't wer 1 december wier
dan was ik opens wer braaf
In verband met de vaststelling van
een dansrooster voor de periode van
1 januari tot en met dinsdag 11 fe
bruari 1964 (carnavalsdinsdag) wordt
bekend gemaakt, dat de mogelijk
heid bestaat naast de officiële car
navalsbals voor een beperkt aantal
verenigingen om toestemming te ver
krijgen tot het organiseren van een
(besloten) carnavalsbal.
Die verenigingen welke hiervoor
in aanmerking wensen te komen
kunnen daartoe een aanvrage indie
nen, met gebruikmaking van een
daartoe ten gemeentehuize afdeling
I verkrijgbaar formulier, vóór 1 de
cember a.s.
Aanvragen, welke niet voor 1 de
cember a.s. zijn ingediend of niet op
de daartoe bestemde formulieren
worden gedaan, kunnen in geen ge
val voor behandeling in aanmerking
komen.
Venray. 19 november 1963.
De Burgemeester van Venray.
Mr. M. M. L. G. M. CUSTERS
dag rammelen voor dit doel de
kollektebussen bij de grote kerk en
de zondag daarop bij de Paters. Geef
eens met gulle hand, want de kas
heeft weer veel geleden en wil men
de optocht op peil houden en verbe
teren, dan is ieder kwartje welkom.
Laten we even hier aan denken als
de kollektebussen rammelen.
Dinsdag a.s. vergadert de gemeen
teraad. Op de agenda staan o.m. de
volgende punten:
a. herziening van de bezoldiging van
de ambtenaren van de burger
lijke stand;
b. verpachting van 0,7 ha gemeen
tegrond aan P. J. Kusters, Hoop-
weg voor 35,per ha. (De
grond was vroeger verpacht aan
L. J. Poels);
c. 1,95 ha was vroeger verpacht aan
A. H. Jenniskens en W. H. M.
Jenniskens. Eerstgenoemde wil
thans van de pacht ontslagen
worden.
d. verpachting van:
5,36 ha grond in het Zwartwater
aan Th. v. d. Beeten in Over-
loon (oude pachter J. A. v. Bee
ten;
0,75 had in de Oostrumse Hei
aan J. Rongen uit Oirlo (oude
pachter: M. Rongen, Oirlo);
1,68 ha aan de Ossendijk aan M.
Arts, Haag 22 in Merselo (oude
pachter H. Arts, Merselo);
1,5 ha in de Oostrumse Heide aan
D. van Dijck, Wanssumseweg 21
te Oostrum (oude pachter A.
Claessens);
2,13 ha aan de Kempkesberg aan
J. H. Claessens, Kempkesberg 3
(oude pachter H. M. Verstegen,
Merselo) en
4,75 ha (2 percelen) aan Kemp
kesberg aan W. en G. Pluk, Haag
26 in Merselo (oude pachter C.
Pluk);
e. verpachting van 2 ha uit kavel 26
van de Vredepeel, aan H. W.
van Bakel (oude pachter: de va
der van H. W. van Bakel);
f. verpachting van 2,1 ha aan de
Bakelsedijk aan P. G. Jacobs,
Merselo (oude pachter M. Jans
sen, Merselo);
g. verlening van het voorbereidings-
besluit inzake herziening van het
wederopbouwplan Venray-cen-
i trum. Reeds een jaar is dit be
sluit geldig geweest, nu krijgt de
stedebouwkundige zijn laatste
jaar om plannen op te zetten, die
voor eind november 1964 dan ter
inzage moeten liggen;
h. vekoop van terreinen en gebou
wen aan de Blitta N.V., welke
ze tot dusver in huur hadden van
de gemeente voor de prijs van
200.634,41.
i. beëdiging van de heer F. de Vocht
tot waarnemend secretaris als
opvolger van de heer J. v. d.
Boom;
j. vaststelling vergoeding voor de
leerlingen van het lager onder
wijs ad 43,per kind, voor het
vglo ad 50,per kind, voor de
ulo ad 60,per kind en voor
de BLO ad 100,per kind;
k. wijziging van de begroting 1963
doordat de rijksuitkering is ver
hoogd met 1,30 per inwoner,
wat betekent dat er ruim 45.000
extra in de gemeentekas zal
vloeien. Deze verhoging is be
stemd voor de aanleg van het
sportpark, de bouw van het ge
meenschapshuis in Leunen en de
stichting van een cultureel cen
trum.
vindt U voor ieder beurs bij:
BOEKHANDEL
GROTESTRAAT 28 VENRAY
Het Consumenten Contact Orgaan
heeft op zijn verzoek reeds meldin
gen van prijsstijgingen binnen ge
kregen, die betrekking hebben op
20 verschillende artikelen.
Gedeeltelijk betreft het prijsstij
gingen, die het gevolg zijn van het
duurder worden der grondstoffen
(het brood b.v.), gedeeltelijk prijs
verhogingen, die moeilijk anders
verklaard kunnen worden dan uit
de waarschijnlijkheid, dat industrie
en handel vast een voorschotje ne
men op de komende prijs- en loons
verhogingen.
In januari begint de grote prijzen
slag, want de eerste 5 pet. der loons
verhoging mag in de prijzen worden
doorberekend. De tweede mag het
niet.
De minster van Econmische Za
ken heeft enkele maatregelen aan
gekondigd om de zaken soepel te la
ten marcheren. Hij zelf wil ook soe
pelheid betrachten, heeft hij gezegd.
Het is dan ook wel voor iedereen
duidelijk, dat de eerste loonsverho
ging geen reëele verhoging is. Of de
tweede loonsverhoging van 1 april de
financiële situatie der huisvrouwen
verbetert, hangt af van 2 factoren,
nl. 1. of de minister van Economi
sche Zaken de prijsverhogingen in
de hand kan houden en 2. of het
bedrijfs- en zakenleven de nodige
zelfdiscipline kan opbrengen.
Het artikel in uw blad van 8 no
vember j.l. over de bouwmogelijk
heden voor particulieren heeft me,
geachte redactie nog steeds niet los
gelaten.
Iedereen weet natuurlijk dat het
de particuliere bouwer niet voor de
wind gaat. Er is in ons goede Neder
land een hele hoop papier nodig en
een hele hoop tijd voordat men de
vereiste rijksgoedkeuring in handen
heeft en kan beginnen. Trekt men
zich hiervan niets aan, dan komen
er moeilijkheden, zoals een recent
geval nog eens ten overvloede heeft
bewezen.
Als reden van het wel zeer trage
tempo, dat inhaerent schijnbare par
ticulier bouw wordt dan wel opge
geven, dat men de woningbouw voor
de „kleine man" op de eerste plaats
veilig wil stellen, maar als men
soms ziet wie dan allemaal bij de
„kleine man" gerekend wordt, dan
wordt men wel een beetje duizelig,
temeer waar de bedoelde mensen in
salaris, gedrag en uitingen aller
minst klein" te noemen zijn.
Maar ook deze „grotere mensen"
zijn in de woningwetwoningen te
recht gekomen om de doodeenvoudi
ge reden, dat er op ander terrein
voor hen te weinig beschikbaar was
en ook zij niet konden komen tot
particuliere bouw
Men kan hier lang en breed over
vechten ,de mogelijkheden voor par
ticulier bouw zijn uiterst gering en
ik kan slechts onderschrijven wat U
zelf in genoemd artikel zegt: het
is een schandaal dat in een tijd
waarin het woord bezitsvorming met
hoofdletters geschreven wordt, de
mogelijkheid om te komen tot een
eigen huis zo zeer beperkt zijn, wat
daar dan uiteindelijk ook de reden
van moge zijn.
Erger vind ik uw verdere conclu
sies, namelijk dat in Venray-kom op
dit moment feitelijk alleen grond
voor particuliere bouwers beschik
baar is in het uitbreidingsplan West.
Wie stelt dat er toch ook van par
ticuliere grondbezitters nog wel
bouwgrond aan te kopen is, nodig ik
gaarne uit eens mee op „strooptocht"
te gaan. Dit is geen zetfout, maar
barre werkelijkheid, want als er al
een particulier bouwgrond verkoopt
wordt men inderdaad gestroopt,
maar in 99 van de 100 gevallen nog
niet eens te woord gestaan. Voor
degene, die ondanks alles toch par
ticulier wil bouwen komt er prak
tisch alleen als bouwgrondverkoper
de gemeente in aanmerking. Dat is
tot heden uitsluitend in plan West,
waar men en nu citeer ik uw
blad zich zal moeten schikken in
de rijen woningwetwoningen, die
daar gebouwd worden.
Men zal met name moeten vol
doen aan de bouwvoorschriften, die
weinig meer ruimte bieden dan de
gewone woningwetwoning.
O zeker, men kan een prachtige
bungalow bouwen van 500 m3 en
meer in het Biezenvenneke en mis
schien ook nog wel langs de Hoop-
weg, men kan misschien in een Fijn-
aardt-bungalow nabij de Molenklef
eens een keer gaan wonen, maar
waar b.v. een middenstander, die
zich uit zaken terug wil trekken, 'n
gepensioneerd ambtenaar ,die wat
kleiner wil gaan wonen, nu wel bou
wen kan, zonder dat hij enerzijds
niet even goed in een woningwet
woning kan gaan wonen, anderzijds
een dure bungalow moet bouwen, is
een vraag, die met mij verschillen
de anderen stellen.
Er zijn in Venray mensen, die be
slist wel een eigen huis willen bou
wen, ondanks alle moeilijkheden
hieraan verbonden, als ze nu eens
de kans krijgen, hun ideaal te ver
wezenlijken.
De door u als voorbeeld gestelde
Prins Hendrikstraat, zou ergens an
ders b.v. daartoe een goede kans
geven. Die is er echter niet
En heb ik Uw artikel goed gele
zen, dan is die er niet op het Des-
selke, niet in plan West. Dat heeft
tot gevolg dat die mogelijkheden er
eerst komen in plan Veltum (en hoe
ver zit men dan al weg van de
kom) en in het nog altijd vrij zwe
vende Landweertplan.
Als ik het eerlijk moet zeggen, met
alle respect voor de wijze, waarop
hier in Venray gebouwd wordt, dan
geloof ik, dat men een vergeten
groep aan het maken is. Namelijk
van die mensen, die reeds vroeger
het voorbeeld gaven in de bouwerij
door voor zichzelf en de hunnen te
zorgen voor een eigen huis. Deze
mensen krijgen praktisch geen kans.
Geen kans door overheidsmaatrege
len, geen kans omdat geen grond
beschikbaar is.
Ik geloof dat men met alle plan
nen, die men nog in de maak heeft,
toch beslist aan deze nu vergeten
groep eens wat meer mag den
ken in eigen plaats een voorbeeld
moet geven aan de overheid, door
als het ware te zeggen: wat bouw
grond betreft zit het safe, het ligt
alleen aan Uw goedkeuring. Dat
men dat op dit moment jammer ge
noeg niet zeggen kan, spijt mij zeer.
A. M.