bijstandswet Loonspiegel vanEuropa 3* lyacantie HUWELIJKS VOORLICHTING Veilig Verkeer JUL1ANA5INGEL41 -tekf. 1061 (K4780) Vierdaagse te paard Uit Peel en Maas DE NIEUWE ALGEMENE VRIJDAG 16 AUGUSTUS 1963 No. 33 VIER EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WPPIfUT A H VOOR VFNRAY FN OM^TRPPCRN ADVERTENTIEPRIJS 8 ei per mm. ABONNEMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 W LtCtIaDLAU V UUI\ VE»ilI\A I E#Iv UIYIO 1 ixEjIVuil PRIJS PER KWARTAAL 1 1.50 (bulten Venray 1.75) Men pleit voortdurend voor een relatief laag loonpeil. Men heeft daarvoor twee argumenten. Wij moeten deeis leven van onze ex port, die de helft omvat van onze nationale produktie en vervol gens moeten wij rekening houden met de bevolkingsaanwas, die hier groter is dan in andere landen en dus in dit land hogere in vesteringen nodig maakt. Voorlopig kan men tevreden zijn want de ten behoeve van de EEG geproduceerde statistieken leren ons dat het loonpeil in Nederland, rekening houdend met de koop kracht, zo ongeveer het laagste is van Europa. Alleen de Italianen werken nog goedkoper. HOE VERHOUDEN ZICH DE LONEN? De afstand tussen onze lonen en die in België, Frankrijk en West- Duitsland bedraagt altijd nog zo'n 12 tot 20 pet. We kunnen dus voor lopig nog concurreren. Daarmee zul len niet alle ondernemers het eens kunnen zijn, want er worden alleen gemiddelde cijfers gegeven, maar de lonen in met name de cacao-, sui ker- en conservenindustrie zijn nog lager dan in Italië. Daarnaast zijn onze kantoorbe dienden in doorsnee er slecht afge komen. Het laatste vinden wij geen wonder. In Nederland hebben dui zenden nog een uitgesproken voor keur voor de witte boord en men meent in sociale status een voor sprong te hebben, wanneer men achter een bureau zit. Dit leidt tot voorkeur voor administratieve be roepen en dit ruime aanbod heeft de lonen gedrukt. In breder verband valt er trou wens ook nog wel iets te vertellen van welvaartsverschillen op dit oude continent, al moeten wij steeds be denken dat ook statistische cijfers slechts betrekkelijk vergelijkbaar zijn omdat men in verschillende lan den andere uitgangspunten kiest. DE LAAGSTE KINDERBIJSLAG Toch is het zeker dat Nederland en West-Duitsland de laagste kin derbijslag verstrekken. Geen won der dat er pleidooien verschijnen voor verstrekking van een kinder bijslag ,voor alle kinderen, ook voor de eerste twee van zelfstandigen. Wij eten in Nederland per hoofd ook minder vlees dan andere Euro peanen. Geen wonder, zullen wij ge neigd zijn te zeggen, want lage lo nen leiden naar vleesloze maaltijden maar het heeft een andere oorzaak. Ons voedselpakket is anders samen gesteld. Velen zullen echter hun vleespotten een meer Frans karak ter willen geven want De Gaulle's volgelingen eten in doorsnee ander half maal zoveel vlees als wij. Er is na de werktijdverkorting en de nogal ferme loonsverhogingen van de laatste paar jaren geweldig geklaagd over de snelle stijging van onze loonkosten. Zij waren beslist ook niet gering. Vergelijken wij ons echter met andere Europese landen dan zijn wij niet slecht af. DE LOONSTIJGING In Nederlnad is in 1962 het uur loon met 9 pet. gestegen, maar onze kosten van levensonderhoud gingen maar 3 pet. omhoog. Dit is vermoe delijk te danken aan de prijspolitiek van oud-minister De Pous, want wij mogen ons gerust spiegelen aan Frankrijk, West-Duitsland en Italië. In deze landen stegen de lonen met 9, 12 en 14 pet., terwijl hun kosten van levensonderhoud een stijging te zien gaven van respectievelijk 4,4 en 5 pet. Dat lijkt geruststellend, maar de dure Amerikanen met hun legers werklozen lieten de uurlonen met slechts 3 pet. omhoog gaan. terwijl hun kosten van levensonderhoud maar met 1 pet. stegen. Dit is een duidelijke aanwijzing dat de V.S. hun hoge kostenpeil t.o.v. Europa willen doen verdwijnen. De gemiddelde Europeaan mag Nederland nog met recht een goed- koopte-eiland noemen, want nog al tijd werken wij onder de gemiddel de prijs. Een Nederlander verdient in 1960 per hoofd 3.055,en een Westduitser nam per hoofd 3.675, mee naar huis. De loonstijging over het voorgaande jaar, die hierboven werd vermeld laat zien dat aan deze onderlinge verhouding nog niet veel is veranderd. ONGUNSTIGE FACTOREN Van grote invloed op ons kosten peil bij de produktie is dat wij bijna alle grondstoffen moeten invoeren en dat wij een brede marge landge noten hebben die niet meeverdient. Wij denken aan de kinderen en be jaarden. De Italianen verdienden in 1960 per hoofd gemiddeld 1.934,en zij werken dus nog een stuk goed koper. Toch spelen noch zij, noch wij de „Chinezen" of „Japanners" van Europa. In laatstgenoemd land verdiende men per hoofd in 1960 nog slechts 1.269, De Amerikanen halen bij ons ver geleken nog altijd meer dan het dubbele. In 1960 verdienden zij ge middeld 8.964,Lange tijd had de nieuwe wereld het modernste produktie-apparaat. BETERE PRODUKTIE NODIG In de praktijk blijkt dat het in komen per hoofd in die landen het snelst kan groeien waar men met 'n zeer moderne industrie werkt. Om deze reden is Zweden de Europese landen, die in oorlog geweest zijn, vooruit en pm dezelfde reden lopen landen als West-Duitsland en Ne derland nu snel hun achterstand in, omdat hun produktie-apparaat stéeds efficiënter wordt. Als wij gaan rekenen blijkt voorts Nederland nog een der landen te zijn met grote inkomens-mogelijkheid, al begint op dit punt meer nivellering te komen. Aan deze statistische cij fers ontlenen vele politici hun wen sen voor de toekomst. Wij mogen verwachten dat vooral het Europese vergelijkingsmateriaal in de naaste toekomst bij de formatie van een aantal politieke wensen een grote rol zal spelen. Spiegelen wij onze lonen en prij zen voorlopig nog aan een ander, dan spiegelen wij ons zacht. Wel moeten wij bedenken dat niet elk spiègelbeeld zuiver is vooral wan neer het om een niet-Europese kwa liteit gaat. PAS OP, 'N BUITENLANDER! Neft zoals Nederlandse toeristen in het buitenland soms moeilijkhe den hebben met de daar gelden de verkeersregels die van de onze afwijken, worstelen buitenlanders ook wel eens met de in óns land geldende, van de in hun land af wijkende bepalingen. Zonder nu te willen bevorderen, dat Nederlandse moeders tegen hun kroost roepen: „Pas op, 'n buiten lander!", vraagt het Verbond voor Veilig Verkeer wel extra-oplettend heid ten aanzien van buitenlandse toeristen. De volgende verkeerde manoeuvres kunnen worden ver wacht: DUITSE toeristen nemen op de zgn. verkeerspleinen sems voor rang .als zij rondrijden en voor rang zouden moeten verlenen aan verkeer van rechts. BELGEN halen wel eens in, waar dat verboden is omdat bij ons niet geldt dat het inhaalverbod ten einde is als het binnen hon derd meter niet wordt herhaald. FRANSEN kunnen in de be bouwde kom op een voorrangs- weg ineens steppen om voorrang te verlenen: zij zijn gewend dat voorrangswegen binnen de be bouwde kom ophouden voor- rangsweg te zijn. Een uitstekende linker richting aanwijzer van een ITALIAAN, ZWITSER of BELG hoeft niet te betekenen dat hij linksaf gaat; het kan even goed zijn dat hij wil inhalen. In Italië, Zwitserland en sedert 13 mei j.l. België is „knipperen" bij het inhalen verplicht. Het kan gebeuren dat DUITSERS een op een zebra overstekende voetganger geen ongehinderde oversteek gunt, want in zijn land geldt voor bepaalde zebra's nog steeds de regeling, zoals die bij ons vóór 1 november 1961 gold (knipperbollen). Bij vrijwel alle buitenlanders moet men erop bedacht zijn, dat zij fietsers en bromfietsers plotse ling voorrang gaan verlenen. De regel „snelverkeer gaat voor langzaam verkeer" geldt namelijk alleen in ons land en in Luxem burg. Wees vooral bedacht op aarze lende buitenlanders, die in onze steden niet zo goed de weg weten en dan soms plompverloren mid den op straat een kaart gaan na kijken of onverwachts stoppen om naar de weg te vragen. Voor al deze gevallen dus: extra op lettendheid enclementie. Wij vragen nog steeos PERSONEEL geschoold en ongeschoold Aanmelden dagelijks - ook na werktijd - aan de fabriek, bij de portiei N.V. INALFA VENRAY Venrayse kermis is achter de rug en dat betekende vroeger dat de va kantie (al noemde men ze zo niet) achter de rug was. Men had enkele dagen vrij gehad, kermis gevierd en dan kon men er weer tegen voor een jaar. Dat is nu allemaal anders ge worden. Volgens de verschillende CAO's heeft iedere werknemer op zoveel dagen per jaar aangesloten vakantie recht en nu is 't in juli en augustus voortdurend één getrek. Bedrijven zijn gesloten, bestellin gen blijven liggen en gedurende een maand is feitelijk alles ontwricht. Van onze lieve vakantiespreiding komt weinig terecht, al moet men Venrays scholen een pluim op hun hoed steken dat ze dit jaar rekening hebben gehouden met de bouwvak vakantie. Dat intussen andere vak ken weer kankeren, wier vakantie later valt, is iets dat fietelijk van zelfsprekend is. Het valt allemaal ook niet mee, ook het weer niet, want de bouwvakkers hadden dit jaar prachtig weer ,maar andere be drijfstakken, die later op vakantie gingen, heeft men deze week uit de klei moeten trekken, waarin ze met hun tentje verdronken. Het zal al tijd een moeilijk oplosbare puzzel blijven. Maar feit is dat het samen vallen van Venrayse kermis met de bouwvakvakantie voor vele partijen (en niet alleen de bouwvakkers) heel wat meer voordelen zou brengen dan de regeling die thans gegolden heeft en ook volgend jaar geldt Gedurende vier heel zonnige dagen en uit dat „zonnig" valt op te maken, dat we hiervoor niet ver in het verleden hoeven te duiken heeft manege „De Kluis" te Hel mond een heuse vierdaagse gehou den. Zeven dames en een instruc teur hebben hoog te paard (letter lijk) Oisterwijk, Oirschot, Diessen en omgeving verkend. De eerste dag ging de tocht via Breugel en Best langs het Wilhel- minakanaal naar Oirschot. Hier wachtte de edele dieren een nacht verblijf, hun waardig. Een gedeelte van het gezelschap koos hetzelfde onderdak als de „vervoermiddelen"; een stal naast die van de paarden. De andere helft van de vierdaag- se-rijders prefereerde een hotel. Ook de tocht van de volgende dag kon „prachtig" genoemd worden. Nadat alle leden van het gezelschap hun eigen rijdier hadden verzorgd werd koers gezet naar Oisterwijk. Onvoorziene omstandigheden zoals doodlopende paden leverden weinig problemen op: dank zij de instruc ties van de enige heer die de meis jes begeleidde konden ze gemakke lijk worden opgelost. Wel is een stille hoop gevestigd op de Erabant- se gemeentebesturen. Misschien ko men er nog eens betere ruiterpaden? In Oisterwijk ondervond het Hel- mondse gezelschap de gevolgen van de drukte rond het 750-jarig be staan. De in Oisterwijk aanwezige toeristen legden grote belangstelling aan de dag voor het ongewone schouwspel, dat het gezelschap van mensen en dieren opleverde. Er wa ren zelfs vakantiegangers, die zich door collega-toeristen met de paar den lieten fotograferen. Op deze 2e dag smaakte één amazone het twij felachtige genoegen om gelukkig uiterst zachtzinnig tot zandruiter te worden gedegradeerd. Dat ook paardrijders dorst krijgen werd 's avonds overduidelijk bewe zen in een cafeetje, de ideale plaats om zoiets te verhelpen De derde dag ging de rit via Dies sen en Middelbeers door een prach tige omgeving naar landgoed „De Utrecht". De hitte maakte van tijd tot tijd het genot van een glas pils noodzakelijk; de paarden moesten zich met water tevreden stellen, hoogstwaarschijnlijk omdat zij „nog moesten rijden". De terugtocht voerde langs het Beatrixkanaal. Dat de mening, dat de vierdaagse in alle opzichten geslaagd is, ge rechtvaardigd mag heten, blijkt uit het eenstemmige oordeel van de amazones: „We zijn vaak op vakan tie geweest, maar we hebben nog nooit zoveel plezier gehad als tij dens deze tocht te paard!" Wellicht iets ter navolging van zaterdag 2 augustus 1913 In de vergadering van de Ge meenteraad op maandag 18 aug. werd besloten tot verhoging der jaarwedde hoofd der school dorp tot 1550,de huurwaarde zijner dienstwoning op 250, Op zon- en feestdagen bestaat gelegenheid tot het doen van aangif ten voor den Burg. Stand van voor middags 1011 uur, indien kan worden aangetoond, dat daarmee niet tot den volgenden dag kan worden gewacht. De onderwijzer Maas aan de school te Leunen heeft de hoofdacte behaald, zodat zijn salaris vanaf 1 augustus met 100,dient te wor den verhoogd en gebracht op 750,-. Goedgekeurd. Aangezien de heer Jaspars, hoofd der school te Merselo, nu 20 dienstjaren heeft, zal zijn salaris vanaf 1 juli j.l. met 50,worden verhoogd en gebracht op 1100, Goedgekeurd. De heer Geurts vraagt of er geen vergissing heeft plaats gehad met de vaststelling kohier H.O. Hij heeft met verwondering gezien, dat op zijn biljet de aanslag gebracht is van 500,tot 400,en hij heeft nu 1,80 te betalen tegen vroeger 3,-. Wijnhoven: „Ik zeuj lekker niks gezeed hebbe." Bij nader onderzoek bleek, dat 't biljet van Geurts foutief is overge schreven. De jongen op de Secreta rie, die daarmee belast is, heeft zich blijkbaar vergist. De Voorzitter zegt, dat de veld wachters hem er opmerkzaam op hebben gemaakt, dat er biljetten ontbraken. Allemaal slordigheid en onoplettendheid. Hij had gedacht, dat men het tenminste wel zover gebracht zou hebben, om zonder fouten te kunnen overschrijven, maar hij ziet nu dat aan deze amb tenaar dat werk niet meer kan wor den toevertrouwd. De loting voor de Nationale Mi litie voor de ingeschrevenen der lichting 191 zal plaats hebben te Venray in de Muziekzaal op Dins dag 9 September. De heer J. H. Jaspars, hoofd der school te Merselo, slaagde in Den Haag voor de akte Frans l.o. Te Tienray zal binnenkort na bij het station een steenfabriek ge bouwd worden voor rekening van enkele heeren uit Horst. Maandag 1 sept. zal de verjaar dag van H.M. de Koningin feeste lijk herdacht worden met een ma tinee op de Groote Markt, na de middag optocht der schoolkinderen en 's avonds een groote lichtstoet door het dorp. Tot slot een concert op het Henscheniusplein. DESKUNDIGE De huwelijksvoorlichting, zoals deze tot dusver dikwijls aan de ka tholieke paartjes gegeven werd voor hun huwelijk in de kerk, kan be zwaarlijk deskundig genoemd wor den. Zij is eerder vrij eenzijdig, want het huwelijk bestaat niet alleen uit moraal-theologie. De privé-commen- taren van de echtparen naderhand spraken overigens duidelijke taal over het weinig overtuigende der huwelijksvoorlichting door de pas toor der parochie. De bisschop van Den Bosch, Mgr. W. Bekkers, die op huwelijksgebied meer nieuwe wegen heeft geopend, heeft thans weer een verheugend initiatief genomen. Voortaan zal de huwelijksvoorlichting aan de paar tjes, die komen aantekenen, gegeven worden door een arts, een echtpaar, een priester. De pastoor der paro chie rondt die gesprekken dan nog een keer af. Deze huwelijksvoorlich ting is niet verplicht gesteld, maar wordt dringend geadviseerd. Het is te wensen, dat de jongelui allen van deze mogelijkheid tot voorlichting gebruik maken. Dit initiatief biedt niet de garantie voor een gelukkig huwelijk, maar wel een garantie, dat het jonge stel tenminste in grote lijnen op de hoog te is. Een dergelijke voorlichting is ook in staat tal van foute opvattin gen, welke nog steeds leven, te cor rigeren. Voorwaarde is natuurlijk wel, dat die voorlichting niet te tech nisch, niet te glad wordt opgevat en gegeven wordt door de geëigende mensen. Het is in ieder geval wel zeker, dat de praktisch gerichte voorlich ting gecombineerd met de bij ieder jong stel aanwezige goede wil, heel veel onnodige teleurstellingen kan voorkomen en de basis kan leggen voor een harmonisch huwelijksleven. Het initiatief van Mgr. Bekkers is gelukkig in onze parochies reeds lang doorgevoerd in de zgn. verlo vingscursussen, die reeds betrekke lijk gauw na de oorlog ieder jaar op nieuw zijn gegeven. Wat dat betreft mag men Venray rustig een pluim op de hoed steken. De nieuwe Algemene Bijstandswet zal op 1 januari 1965 in werking tre den en de bestaande Armenwet bui ten werking stellen. Daarmee zal 'n aanzienlijke verbetering tot stand komen in de positie van de vele landgenoten, die voor de voorzie ning in het bestaan afhankelijk zijn van de financiële hulp van de over heid of van weldadigheidsinstellin gen. Er zijn in Nederland op dit ogen blik ruim 75.000 gezinnen en alleen staanden, die niet over voldoende in komsten uit bezit of arbeid, dan wel op grond vn een sociale verzekering beschikken, om in de alledaagse noodzakelijke kosten te kunnen voorzien. Daarnaast zijn er nog cir ca 40.000 personen, die in de een of andere inrichting een ziekenhuis, een bejaardentehuis, een verpleeg huis of dergelijke moeten ver blijven, maar die de kosten daarvan niet zelf kunnen betalen. Al die mensen ontvangen op het ogenblik op grond van de Armenwet onder steuning van de gemeenten of van kerkelijke of particuliere instellin gen. Voorts zijn er dan nog enige groepen, zoals bijvoorbeeld de Am bonezen, minder-validen en oor logsslachtoffers, die op grond van 'n zogenaamde rijksgroepsregeling gel delijke hulp van de overheid ont vangen. Voor al deze mensen betekent de Algemene Bijstandswet straks een grote verbetering; een verbetering die, kort gezegd, hierop neerkomt: wat zij in het verleden als gunst bij wijze van liefdadigheid kregen, zal hen in de toekomst als recht worden verleend. De oude Armenwet is namelijk nog gebaseerd op de gedachte, dat de hulp aan armen vooral een vorm is van betoon van barmhartigheid, een aktiviteit die in de eerste plaats een taak was voor kerkelijke en par ticuliere instellingen voor liefdadig heid. De hulp van de overheid had in deze opvatting een plaatsvervan gend karakter, terwijl de arme zelf geen enkel recht op ondersteuning kan doen gelden. Op dit moment moeten de ge meentelijke sociale diensten bij het geven van ondersteuning rekening houden met de bepalingen van de Armenwet, een wet die van vóór de eerste wereldoorlog dateert. Eenieder, die weieens in zijn fa milie of onder zijn kennissen iemand heeft ontmoet die noodgedwongen om ondersteuning bij de gemeente moest aankloppen, weet dat zoiets als zeer onaangenaam werd gevoeld. Het voornaamste bezwaar van de Armenwet is het ontbreken van ze kerheid; de gemeente behoeft pas iets te doen als blijkt dat kerkelijke of particuliere liefdadigheid geen uitkomst bieden; de gemeente is dan vrij te bepalen hoeveel ondersteu ning zal worden verleend, en welke voorwaarden er zullen worden ge steld; heeft de gemeente eenmaal be sloten, dan is er geen mogelijkheid van beroep, wat tot gevolg heeft, dat zich tussen de verschillende ge meenten ook grote verschillen in de praktijk van de armenzorg voordoen. In deze opzichten verandert er na 1965 veel. Volgens de nieuwe wet zijn Burgemeester en Wethouders verplicht financiële bijstand te ge ven aan ieder Nederlander in hun gemeente, die dat nodig heeft. Deze bijstand is niet alleen bedoeld om de mensen de nodige kleding en voe ding en huisvesting te geven, maar ook voor een misschien kostbaar verblijf in een ziekenhuis of revali datiecentrum, ook voor noodzakelij ke huishoudelijke hulp, bijvoorbeeld als de moeder van een gezin niet kan werken, ook als hulp bij het op bouwen van een nieuwe bestaansmo gelijkheid een bedrijfscrediet of een scholing. In al dergelijke geval len kan er een recht zijn op finan ciële bijstand. In de toekomst zal ook de moge lijkheid openstaan om tegen een besluit van Burgemeester en Wet houders in beroep te gaan bij Ge deputeerde Staten en zelfs bij de Kroon. Als iemand vindt dat hij in zijn gemeente van Burgemeester en Wethouders bijvoorbeeld niet vol doende bijstand ontvangt kan hij zijn geval voorleggen aan Gedepu teerde Staten van zijn provincie, die zijn zaak opnieuw bekijken. Op deze wijze kan de bijstandbehoevende tenslotte zonodig zijn recht zoeken tot bij de Kroon. Een belangrijke bepaling van de nieuwe wet is ook die, welke betrek king heeft op de beperknig van het verhaalsrecht. Volgens de Armen wet kunnen de kosten van de on dersteuning die iemand ontvangt, te ruggevraagd worden van diens fa milieleden: zijn ouders, zijn groot ouders of echtgenoot, zijn kinderen of kleinkinderen. Er waren tot voor 1961 veel bejaarden die liever alleen van hun A.O.W. trachtten rond te komen (en dan ook armoe leden), dan dat zij om onderstand bij de gemeente gingen vragen, alleen om te voorkomen dat hun kinderen of kleinkinderen door de gemeente ge dwongen zouden worden daarvoor te betalen. In 1961 is dat zogenaamd verhaalsrecht al een aanzienlijk stuk beperkt en na 1965 zal het verhaal op meerderjarige kinderen en op grootouders geheel worden afge schaft; alleen ten aanzien van de echtgenoot en van de ouders en hun minderjarige kinderen zal verhaal dan nog mogelijk zijn. In de meeste gevallen zal de betrokkene zelf een eenmaal ontvangen bijstand later niet meer behoeven terug te betalen. Het is duidelijk dat men in een wet die bedoeld is voor zeer uiteen lopende gevallen, niet in cijfers kan vastleggen op hoeveel bijstand iemand nu recht heeft. Iedereen heeft recht op zoveel bijstand, dat hij in de noodzakelijke kosten van bestaan kan voorzien; het hangt mede van de persoonlijke omstan digheden en mogelijkheden af, hoe veel dat voor een bepaald persoon zal zijn; elke vaststelling daarvan dienen Burgemeester en Wethouders dan ook van geval tot geval te be oordelen. De ervaring heeft geleerd dat be paalde groepen van personen, die in gelijke omstandigheden verkeren, ongeveer gelijke bijstand nodig heb ben. Voor die groepen zullen in de toekomst, op grond van de nieuwe wet ook weer groepsregelingen ge maakt worden. In deze groepsrege lingen kunnen de bedragen van de bijstand worden genoemd zodat een ieder die onder zo'n rijksgroeps regeling valt, kan weten op hoeveel bijstand hij recht heeft. Het ligt in de bedoeling dat in de toekomst zo veel mogelijk van deze groepsrege lingen worden gemaakt. Er bestaat bij velen de opvatting dat iemand, voordat hij in aanmer king komt voor overheidsondersteu- ning eerst al zijn eigen middelen, zijn laatste spaarduiten moet heb ben opgemaakt. In de praktijk pas sen de meeste gemeenten in dit op zicht al jarenlang een veel soepe ler werkwijze toe. Wanneer de Al gemene Bijstandswet in werking is, zal er ook wat dat betreft een dui delijker regeling zijn; volgens de nieuwe wet moet de gemeente de bijstandaanvrager in het bezit laten van een bescheiden vermogen en ook van dat kapitaaltje dat eventueel bestemd is voor het bedrijf of voor de opleiding van de kinderen. Ver der moet de gemeente, die aan een ouder met minderjarige, verdienen de kinderen bijstand verleent, een redelijk deel van het inkomen van die kinderen buiten beschouwing la ten. Zo mag zij ook geen rekening houden met charitatieve bijdragen, bijvoorbeeld van de kerk of liefda dige verenigingen of met persoon lijke giften. Nog in ander opzichten is er in deze nieuwe wet naar gestreefd dat al de Nederlanders, die door welke omstandigheid ook op overheidsbij stand zijn aangewezen deze bijstand ontvangen zonder dat zij in hun waardigheid en vrijheid als burger worden beknot. Er wordt gewaakt tegen de onnodige bevoogding, die zo kenmerkend was voor de vroege re armenzorg; zo zal bijvoorbeeld ook een man, die financiële hulp van de gemeente nodig heeft om 'n plaats in een bejaardentehuis te vin den, binnen redelijke grenzen vrij zijn in de keuze van het tehuis van zijn voorkeur. Door nieuwe bepalingen wordt voorts ook voorkomen, dat een bij standontvanger feitelijk gedwongen wordt te blijven wonen in de ge meente waarin hij eenmaal bijstand ontvangt. De nieuwe wet zal er ten slotte ook toe bijdragen dat over het gehele land gezien een grotere ge lijkheid in de bijstand zal ontstaan. De feitelijke verlening van de bij stand is een taak van Burgemeester en Wethouders. Over de mogelijk heden die deze wet biedt, kunnen nadere informaties straks dan ook bij de gemeente sociale diensten of op het gemeentehuis worden verkre gen. Ook het Ministerie van Maat schappelijk Werk verstrekt U graag de nodige voorlichting.

Peel en Maas | 1963 | | pagina 1