Gemeenteraadsvergadering.
Europa zonder Engeland
Welstandscommissie
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN SïïraSïïSS&'y'ïï,
VRIJDAG 1 FEBRUARI 1963 No. 5
VIER EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652
mm. ABONNEMENTS-
.50 (buiten Venray 1.75)
Wij leven snel. Nadat op 14 jan.
j.l. 's middags om 3 uur de bespre
kingen in Brussel hervat waren, be
richtten de ochtendbladen de vol
gende dag reeds dat De Gaulle kei
hard „Neen!" gezegd had, zowel te
gen Kennedy en diens Polaris-aan-
bod als tot MacMillan en diens po
gingen om de E.E.G. binnen te drin
gen.
De hervatte besprekingen van j.l.
maandag en dinsdag in Brussel heb
ben hieraan niets veranderd. Enge
land kan niet toetreden tot de Euro-
markt. Frankrijk bleef pertinent te
gen, ondanks de pogingen van de
andere vijf landen om Frankrijk tot
toegeven te brengen.
Bij de hervatte besprekingen wa
ren er, precies zoals in december en
daarvóór, twee grote knelpunten:
Engelands banden met het gemene
best en de Britse landbouwpolitiek.
Engelands landbouw produceert niet
voldoende om het Britse volk te
voeden en bijgevolg is Engeland een
der grootste voedselimporteurs ter
wereld. Bovendien heeft het een
zeer uitgebreide handel in levens
middelen. Zeer veel grondstoffen
worden daar aangevoerd en ver
werkt tot allerlei produkten, die ten
dele weer uitgevoerd worden. In de
E.E.G. daarentegen is een duidelijk
streven naar autarkie (zelfvoorzie
ning) merkbaar.
De gemenebestlanden zijn politiek
nauw verbonden met Engeland.
Maar ook economisch, want zij zijn
de leveranciers van voedsel en
grondstoffen en de afnemers van
tal van produkten. Hoe is nu de
Engelse landbouwpolitiek?
DE ENGELSE BOER
Doordat Engeland, koopmansland
als het is, zeer voordelig op de we
reldmarkt voedsel inslaat, zou de
Engelse boer al lang tot de aller
laatste bankroet zijn, indien er geen
uitgebreide hulp voor hem was.
Want de eigen produktie moet in
stand gehouden worden. Allereerst
voor bederfelijke en volumineuze
produkten (melk, zuivel, aardappe
len, fruit enz.) en ten tweede i.v.m.
noodsituaties zoals tijdens de beide
wereldoorlogen.
Geen enkel land ter wereld geeft
zoveel subsidies aan de boeren als
Engeland. Het streven in de Euro-
markt is er echter op gericht alle
subsidies af te schaffen en te stre
ven naar een behoorlijk prijspeil,
dat voor de beste agrariërs een goed
bestaan oplevert. Daarnaast zal de
E.E.G. zeer stellig met behulp van
uitvoerpremies de afzet in derde
landen mogelijk maken als dat kan-
Indien nu de E.E.G. industrieel ach
terlijk was, dan zou Engeland met
zijn machtige industrie er precies in
passen. Wij zouden Albion van
voedsel voorzien en dit land zou
onze markten overstromen met nut
tige industriële produkten.
rede echter een aaneenrijging van
totaal verouderde gezichtspunten.
Woalley's argumenten komen op
het volgende neer. Indien Engeland
zich aansluit bij de E.E.G., dan zal
de consument het gelag betalen,
want de prijzen van de levensmid
delen zullen aanzienlijk stijgen. Im
mers: de Europa markt streeft naar
een behoorlijk agrarisch prijspeil en
gaat hoge invoerrechten heffen. Hij
vergeet echter, dat het niveau der
levensmiddelenprijzen in Engeland
beslist niet lager is dan op het vas
teland. Hij vergeet de fabelachtige
bedragen, waarmee de Engelse re
gering haar eigen landbouw steunt.
Hij spreekt veel meer voor de En
gelse handel dan voor het publiek
en de landbouw. Hij roemt de wet
ten van 1947 en 1957, waardoor een
redelijk evenwicht werd bereikt tus
sen de Engelse bodemproduktie en
de invoer uit de gemenebestlanden.
Maar hij vergeet dat heel dit stelsel
op zijn minst even kunstmatig en
ongezond is als wat de E.E.G. t.o.v.
derde landen van plan is.
Woalley verzwijgt, dat hij doods
bang is voor de vrije concurrentie
van de continentale landbouw en
weigert zich daar op voor te berei
den.
DE UTOPIE
Hoezeer hij van dè reëele politiek
verwijderd is ,blijkt wel uit deze
fraaie volzin: „Last August the
N.E.U. put forward the proposal that
confrontation of agricultural po-
lioies between the major food tra
ding countries of the world, aimed
to secure International Commodity
Agreements and linked with a World
Food Programma for using increa
sing production of the Western he
misphere as part of the aid for un
der-developed countries, could well
be the alternative if the negotio-
tions with the Six could not be
brought to a satisfactory conclu
sion".
'Dat komt er op neer, dat de han
delsovereenkomsten der voornaam
ste levensmiddelenhandel bedrijven
de volkeren er op gericht zouden
worden, dat via het Wereld Voedsel
Programma de toenemende produk
tie van het westelijk halfrond ge
bruikt zou kunnen worden als on
derdeel van de hulp aan onderont
wikkelde gebieden! Dit alternatief
van mislukte Brusselse besprekin
gen gunnen wij hem van ganser
harte, want hét is een utopie en geen
basis voor economische onderhande
lingen. Trouwens, als deze utopie
ooit werkelijkheid zou worden, dan
kan de EEG daaraan zeer zeker
meedoen.
WAT GEBEURT IN DE
NEDERLANDSE LANDBOUW
Terwijl Frankrijk zich opmaakt
om een zo groot mogelijk aandeel in
de komende, agrarische produktie te
leveren (graanteelt, legkippen en
slachtkuikens, maar ook rundvee,
zuivel enz.) laat de Nederlandse re
gering doorschemeren, dat van haar
geen hulp, althans geen subsidies te
verwachten-zijn in de mate van
vroeger. De afvloeiing van arbeids
krachten uit de landbouw en de ver
mindering van het aantal bedrijven
gaan hier hard, zeer hard.
Dat desondanks de produktie niet
daalt, wijst op de sterk stijgende ar-
beidsproduktiviteit. Op zichzelf is
dat gunstig, mits men bedenkt.,
dat wij nog maar in de overgangs
periode van de EEG leven. Wanneer
wij echter zo doorgaan komt onher
roepelijk het ogenblik, dat ook de
totale produktie gaat teruglopen. In
de zuivelsector kan dat gunstig zijn,
in de andere sectoren niet. Wij ver
liezen er markten mee enwie
waarborgt ons, dat wij in 1970 wer
kelijk de vrije concurrentie (zonder
vervalsingen) krijgen, die men ver
wacht?
Het is goed, dat de agrarische
producenten naar efficiëncy streven,
maar hierbij moet men nauwlettend
in het oog houden wat de andere le
den van de E.E.G. op dit punt be
reiken. En juist op dit punt zijn er
onvoldoende gegevens.
OVERSANERING?
Van ons land zijn ze in overvloed
bekend. Het staat nu reeds vast, dat
wij de anderen ver vooruit zijn op
bepaalde punten. Instandhouding
van een voldoende groot aantal ef
ficiënte landbouwbedrijven is zeer
zeker een volksbelang. Wij zouden
de „kille" sanering bewonderen, in
dien men ons duidelijk kon maken,
dat zij i.v.m. de E.E.G. gewenst is.
Thans dreigt het gevaar van oversa-
nering, d.w.z. dat wij meer weg
snoeien dan voor de gezonde groei
van de boom nodig is.
Het staat wel vast, dat het al of
niet toetreden van Engeland tot de
EEG de landbouw tamelijk onbe
roerd zal laten, omdat die toetreding
als zij komt, toch voorafgegaan zal
worden door een vloed van over
gangsbepalingen en door aanpas
singen in de Engelse landbouw.
Maar onze blik moet voortdurend
gericht zijn op de andere partners en
hun agrarische politiek. Met hen
hebben wij straks in ieder geval te
maken. Wanneer daarnaast nog de
zeer gewenste garanties gegeven
worden over het voorkomen van
concurrentievervalsingen, dan is er
een vaste basis voor ons landbouw
beleid.
INGEZONDEN
Uitbreiding Ziekenhuis eindelijk van stapel
12 km. landwegen worden verbeterd.
Aanschaf straatveegmachine.
Bomen Deurneseweg worden geveld.
De Rijksgoedkeuring voor de bouw van het ziekenhuis is in april
a.s. te verwachten, we schaffen een nieuwe straatveegmachine
aan, we gaan weer 12 kilometer landwegen in orde maken en
de bomen langs de Deurneseweg gaan verdwijnen....
Dat is zo wat de voornaamste inhoud van de laatste raadsverga
dering, die verder gekenmerkt werd door de schriftelijke rond
vraag, waarvan goed gebruik wérd gemaakt.
GRONDVERPACHTING
G. H. Hendrix, Zwartwater 4,
vroeg om de woning die de gemeen
te in 1960 van M. Marcellis gekocht
heeft, te kunnen huren.
Bovendien wilde hij 1,28 ha. ge
meentegrond pachten, daar bij die
woning.
De raad keurde goed dat hij de
woning krijgt voor 410,per jaar.
Voor 3 ha zal hij 213,87 pacht
per jaar moeten betalen, 1 ha krijgt
hij gratis in pacht omdat dit woeste
grond is.
RUILVERKAVELING
De ruilverkaveling Lollebeek zou
graag kavel 12 in de Meerselsepeel
hebben. Hierdoor krijgt deze dienst
meer ruilmogleijkheden voor gron
den, nodig voor de uitbreiding van
verschillende kerkdorpen en voor
die grond welke nodig is voor de
nieuwe provinciale weg Venlo-Ven-
rav.
bovendien krijgt men door deze
ru ling kans op deze kavel een bcer-
df-:ij te stichten met overheidssub
sidie, iets wat nu onmogelijk is.
De bedoelde kavel werd door de
Cultuurtechnische Dienst gewaar
deerd op 1.300,per ha. voor een
gedeelte van 7.52.20 ha en op 1850,-
per ha. voor 8.73.40 ha.
De Stichting voor het Taxatiewe
zen in Limburg stelde de waarde op
2.100,per ha voor de gehele op
pervlakte.
woningwetwoningen aan de van
Montfortweg, staan er 7 woningen
langs die weg terwijl aldaar nog 10
woningen gebouwd kunnen worden.
Langs de van Beurdenweg staan
thans 2 woningen en kunnen er nog
8 gebouwd worden.
EMONTS wilde weten of dit een
onderdeel was van hcf reeds lang
in behandeling zijnde verlichtings
plan kerkdorpen.
Neen antwoordde de VOORZIT
TER. Dit plan is door de uitbrei
ding 'van Ysselsteyn nodig gewor
den.
STEEGHS wilde echter weten
waarom dergelijke plannen wel tot
uitvoering komen, maar het grote
plan maar blijft liggen. Dat duurt
allemaal veel te lang, aldus spreker.
De VOORZITTER wees er op dat1
Ged. Staten eerst de financiële toe
stand van de gemeente bekijkt alvo
rens de nodige toestemming te
geven zal worden, mits dit op het
financiële vlak mogelijk is.
STEEGHS had meer het idee dat
dit lange wachten te wijten was, om
dat het toch maar voor de kerkdor
pen was, maar kreeg van de VOOR
ZITTER te horen dat voor Ged. Sta
ten zoals ook voor B. en W.
de gemeente zowel de kom als de
kerkdorpen zonder onderscheid is en
dat het geheel bekeken wordt.
„Dan maar weer wachten", zei
STEEGHS en dat zou hij deze ver
gadering nog meer moeten zeggen.
Helaas (of gelukkig), wij zijn als
E.E.G. industrieel ten minste even
ver. En zo passen Engeland en de
E.E.G. niet bij elkaar.
DE FRANSE ARGUMENTEN
De Gaulle zag dat wel. Hij zag,
dat aansluiting van Engeland alleen
mogelijk was, indien de E.E.G. ver
waterde tot een reusachtig vrij han
delsgebied. Ongetwijfeld zou in zo'n
gebied de handel bloeien als nooit
tevoren. Maar tevens zouden de le
den de voordelen van hun gecombi
neerde agrarisch-industriële ont
wikkeling ten dele missen.
Bovendien heeft De Gaulle óók
nog politieke en militaire idealen:
Frankrijk zal het nieuwe Europa
leiden en het zal een eigen kern
macht bezitten. De Gaulle heeft
niets liever, dan dat Europa onder:
Frankrijks leiding eenzelfde plaats
gaat innemen als Amerika en Rus
land. Engeland weet, dat dit econo
misch gezien mogelijk is en vreest
buitengesloten te worden. Daarom
was Engeland tot concessies bereid.
Juist toen dat duidelijk werd stak
De Gaulle een spaak in het wiel der
gemeenschap.
Echter, Frankrijk alléén maakt de
dienst in de E.E.G. niet uit. Het
kan een overeenkomst met Enge
land traineren, zelfs onmogelijk ma
ken. Maar als dat definitief ge
schiedt, zal in ieder geval een as
sociatie van Engeland volgen. Dat
wil zeggen, dat voor het handels
verkeer van en naar Engealnd bij
zondere tarieven zullen gelden. Het
ziet er naar uit. dat dit de oplos
sing gaat worden.
HET KAS-PLANTJE
Juist zes dagen vóór de besprekin
gen in Brussel werden hervat, hield
de heer Harold Woalley, voorzitter
van de National Farmer Union, een
rede in Ipswich, waarin hij zich fel
verzette tegen de E.E.G. Dat ver
wondert ons niet, gezien het glazen
kastje, waarin de Engelse boer leeft.
Geen enkele kasplant verlangt er
naar om in de gure concurrentie-
wind gezet te worden. Van conti
nental standpunt bezien was zijn
Geachte Redaktie,
Gevolg gevend aan de raad van de
Heer P. W. Lerou zijn ingezonden
artikel van 25 januari j.l. in dit blad,
aandachtig te lezen, heb ik getracht
zijn opmerkingen goed tot me te la
ten doordringen. Na deze interes
sante en langdurige bezigheid, zijn
me enkele punten toch nog niet ge
heel duidelijk geworden.'
Volgens de geachte polemist is er
in mijn dupliek (zie Peel en Maas
van januari j.l.) sprake van 'n ern
stig wanbegrip inzake 't onderhavi
ge onderwerp. Ik zou direkt bereid
zijn dit volmondig toe te geven, wa
re 't niet dat de Heer Lerou ver
zuimt z'n bewering te staven, door
mijn van wanbegrip en ondeskun
digheid wemelende opmerkingen te
citeren.
Intussen doet 't me genoegen te
konstateren, dat de Heer Lerou er
kent dat ook personen, die geen
bouwkundige bedrijvigheid ten toon
spreiden, toch van inzicht in de ar-
chitektuur blijk kunnen geven.
Zijn cri de coeur over 't gebrek
aan beroeps- en titelbescherming
van de architekt kan ik volkomen
delen. Zeker nu blijkt dat allerlei
beunhazen hun plannen gerealiseerd
zien. 'n Deskundige en goed werken
de Welstandskommissie is dus meer
dan ooit noodzakelijk, dat ik dit
geen ogenblik heb betwijfeld, is de
aandachtig lezende Heer Lerou ho
pelijk niet ontgaan.
Dat de Welstandskommissie veel
al genoegen moet nemen met plan
nen, die nog net niet absoluut en-
aanvaardbaar zijn is volstrekt on
toelaatbaar. 'n Dergelijk standpunt
werkt alleen in 't voordeel van de
door de Heer Lerou terecht zc ge
smade leurders in architektuur. Al
leen een strenge selektie, vooral bij
projekten van enige omvang en be
langrijkheid, kan hierin verbetering
brengen. Nu de Welstandskommis
sie naarstig zoekt naar middelen om
't werk een meer positief karakter
te geven, is rt alleen maar te hopen,
dat zij door een konsekwente hand
having van een afwijzende houding,
ook t.o.v. „nog net niet absoluut on
aanvaardbare plannen", haar werk
inderdaad 'n meer positief karakter
geeft.
Ik kan me voorstellen dat over
minder belangrijke ontwerpen niet
zo streng geoordeeld hoeft te wor
den, gelukkig, maar de Welstands
kommissie werkt toch al onder zo'n
moeilijke omstandigheden. Tenslotte
is een boerderij in de Peel niet. zo
representatief als een openbaar ge
bouw in 't centrum van Venray.
De Heer Lerou geeft in z'n arti
kel de gronden aan waarop in 't
algemeen 'n Welstandskommissie
plannen afwijst of aksepteert. jam
mer is 't echter dat hij hiermee niet
meer dan een gedeelte van m'n
vraag heeft beantwoord. Ik vroeg nl.
op welke gronden de Welstands
kommissie in de door mij gekriti
seerde gevallen gunstig dan wel af
wijzend heeft geadviseerd
Laten we nu de verbouwing aan
het Raadhuis 'ns als voorbeeld ne
men. Wat is er nu gebeurd? Er zijn,
lijkt me, 4 mogelijkheden:
1. De Welstandskommissie heeft
geen mogelijkheid gekregen een
advies uit te brengen.
2. De Welstandskommissie is hier
toe wel in staat gesteld, maar ze
heeft negatief geadviseerd.
3. De Welstandskommissie heeft 'n
gunstig advies uitgebracht.
4. De Welstandskommissie vond 't
plan „nog net niet absoluut on
aanvaardbaar".
Is punt 4 het geval dan wil ik nu
reeds opmerken, dat de Welstands
kommissie in ernstige mate in haar
taak is tekort geschoten, want bij
zo'n belangrijke zaak als de verbou
wing aan het Raadhuis, moet men
zich niet tevreden stellen met" 't
voorkomen van 't „allerergste".
De opmerking van de Heer Lerou
dat de Venrayse gemeenschap ver
antwoordelijk is voor de verschij
ningsvormen van diverse bouwwer
ken in haar midden, is in z'n al
gemeenheid wel waar, maar deze
gemeenschap kiest uit haar midden
mensen, die haar vertegenwoordi
gen. Zij vormen de Gemeenteraad,
die op haar beurt 'n Welstandskom-
Na gevoerde onderhandelingen is
met de Stichting Beheer Landbouw
gronden thans akkoord bereikt op
basis van 1.850,per hectare voor
het ene gedeelte, resp. 2.000,— per
hectare voor het andere gedeelte,
welke prijzen ook de instemming
hebben van de Landbouwcommissie,
die tegen deze prijzen verder geen
bezwaar meer wil maken, omdat de
ruilverkaveling voor de gemeente
van groot belang is en derhalve zo
veel mogelijk medewerking daaraan
dient te worden verleend.
De Raad ging ook hiermede ak
koord mits de overname stoppelbloot
1963 ingaat, waar de grond reeds is
ingezaaid.
De P.L.E.M. wil in Ysselsteyn
langs de van Montfortweg en de van
Beurdenweg laagspanningskabels om
de daar in aanbouw zijnde wonin
gen te kunnen aansluiten op het
electriciteitsnet. Daardoor wordt het
ook mogelijk op genoemde wegen 'n
openbare verlichting aan ie bren
gen.
Een hiervoor opgesteld plan om
vat het plaatsen van 6 stalen licht
masten, hoogte 6Vs meter.
De aan deze uitbreiding verbon
den kosten bedragen f 1.998,Na
de voltooiing van de bouw van 6
sie benoemt, die architektonische
plannen, die de verschillende indi
viduen uit die gemeenschap hebben,
moet beoordelen. Dat is 'n kwestie
van delegeren van verantwoorde
lijkheid, wat in élke gezonde ge
meenschap heel normaal is.
Maar hiermee raken we zodanig
op 't theoretische vlak, dat de zaak
waar 't eigenlijk om gaat uit 't oog
verloren dreigt te worden, met 't
gevolg dat deze kwestie inderdaad in
kompleksiteit gaat toenemen.
Daarom volsta ik met op te mer
ken, dat 't niet aangaat de schuld
vraag bij 'n bepaalde gang van za
ken af te schuiven op zoiets vaags
als de gemeenschap. Als men op de
ze wijze redeneert gaat men altijd
vrijuit.
Samengevat komt mijn kritiek op
't laatste artikel van de Heer Lerou
hierop neer:
1. Hij beschuldigt mij van 'n „ern
stig wanbegrip inzake het onder
havige onderwerp." M'n vraag is
dus: Waaruit blijkt dat?
2. De Heer Lerou geeft wel aan hoe
de Welstandskommissie in 't al
gemeen te werk gaat, maar ver
zuimt erbij op te merken hoe er
t.a.v. de door mij gekritiseerde
bouwwerken is gehandeld.
LUC. POELS
De Raad machtigde verder B. en
W. tot het doen van de gewone ver
kopingen van hak- en dunningshout
e.d. en tot het verpachten of verhu
ren van perceeltjes op perceelsge
deelten grond, tot een oppervlakte
van maximaal 25 aren.
Een traditioneel gebaar dat ieder
jaar terugkomt.
Hoe ingewikkeld het wel allemaal
is bleek toen de Raad de nieuwe
„Bezoldigingsregeling secretarissen
en ontvangers Limburg 1962" goed
keurde.
PETERS vroeg namelijk of er in
1963 weer geen nieuwe rijksregeling
is gekomen.
Dit bleek inderdaad het geval,
maar het zal nog wel even duren
voordat die aan de orde komt. Daar
komen namelijk nog zoveel schijven
aan te pas.
HUISVERKOOP
In 1961 zijn met het Kerkbestuur
Ysselsteyn onderhandelingen ge
voerd over de verkoop van de wo
ning Lovinckplein 7, tot dusverre
steeds bewoond door het hoofd van
de lagere school aldaar. De vraag
prijs was 12.050,
Bedoelde onderhandelingen heb
ben echter niet tot resultaat geleid.
De huidige bewoner van het pand,
de Heer A. J. Steverink, hoofd van
de bijzondere lagere school aldaar,
wil nu de woning voor die prijs zelf
kopen.
Daartegen had de Raad geen be
zwaar.
SCHOLEN
De school in Castenray heeft de
volgende wensen:
a. betegeling van de toegang tot
de speelplaats en tot de rijwielberg
plaats ad 4.717,
b. uitbreiding van de rijwielstal
ling met een capaciteit voor 22 rij
wielen ad 375,21;
c. betegeling van de wanden in de
toiletruimten en w.c.'s tot een hoog
te van 1.75 m., ad 1.319,20;
d. het aanbrengen van naadloze
vloerbedekking in 3 klaslokalen en
in de personeelskamer ad f 2.488,-;
e. het aanbrengen in 3 lokalen van
per lokaal 4 TL-armaturen en 1
bordverlichter ad 719,70.
De Raad had geen bezwaar.
PLAN WEST
De Raad besloot eveneens over te
gaan tot het verbeteren en aanleg
gen van wegen en de aanleg van
riolering in het uitbreidingsplan
„West I".
Nadere mededelingen werden hier
over niet gedaan, ook al omdat de
werken nog moeten worden aanbe
steed.
FR. JANSSEN wilde echter weten
waarom in de begroting rekening
gehouden was met een 5 pet. toe
slag. Is dat de beruchte en beroem
de risicofactor?
WETH. COLSEN vertelde dat hier
in een mogelijke loon- en materiaal
stijging wordt opgevangen met bo
vendien de kans dat bepaalde wer
ken door onteigeningskwesties in
gedeelten uitgevoerd moeten wor
den.
FR. JANSSEN vroeg zich af of er
dan geen moeilijkheden zouden ont
staan omdat Den Haag „incalcule
ring van de zgn. risicofactor immers
verboden heeft, ook al omdat in de
meeste gevallen in de prijzen al
met dit risico rekening is gehouden.
De VOORZITTER beaamde dat 't
ministerie van Economische Zaken
de risicofactor wel verbied, doch het
ministerie van Volkshuisvesting
hem toelaat. Bovendien valt hier
niet zo zeer de nadruk op hogere
lonen en duurdere materialen die
echter ook verrekend moeten wor
den als wel op mogelijke stagna
ties.
JACHTHUT
Janssen-De Wit N.V. te Schijndel
heeft gevraagd om het „Wehr-
machtshuisje" te kunnen huren in
het Zwartwater vcor de tijd van 7
jaren, als jachthut.
De huurprijs is 150,per jaar,
waarbij de huur geacht wordt te
zijn ingegaan op 1 juni 1961.
Ten behoeve van de afrastering
van het terrein waarop het huisje
staat zullen door de gemeente de be
nodigde palen boshout worden
geleverd, terwijl door de huurder
voor het plaatsen van de palen en
het aanbrengen van de nodige dra
den zal worden gezorgd.
De Raad had hiertegen geen enkel
bezwaar.
VERBETERING
LANDBOUWWEGEN
In de afgelopen 2 jaren zijn 12
landbouwwegen met een totale
lengte van 10.108 m verbeterd.
Intussen heeft de N.V. Grontmij
een tweede plan ingediend voor de
verbetering en verharding van 11
landbouwwegen, met een totale
lengte van plm. 14 km.
Het betreft de verbetering van de
weg Rosendaal-Venray's Broek, de
Loobeeksedijk, de Smakterweg
(ged.), de Loobeekseweg, de Rosmo-
lenweg, de Zuiderbergweg, de weg
SpraalandOostrumseheide, de
Oostrumseheiweg, de Kiekweg, de
Handrikweg en de Merselosepasweg.
De Cultuurtechnische Dienst geeft
een subsidie voor dit werk, maar
daarnaast vroeg de commissie van
Openbare Werken zich af of hier
geen baatbelasting ingevoerd mpest
worden. B. en W. hebben dit in be
raad.
JENNISKENS vond de subsidie
van de Cultuur Technische Dienst
zeer laag. Vroeger gaf die toch 65'Vo
van de kosten, terwijl in ruilverka-
velingsverband ook heel andere be
dragen uit de bus komen.
Zowel de VOORZITTER als Weth.
COLSEN betoogden dat spreker zich
moest vergissen. In dergelijke ge
vallen geeft men 20,subsidie
per strekkende meter, dus geen be
paald percentage. Bij de vorige ver
betering kwam dat zo wat uit op
45 pet. Men moet verder geen ver
gelijking trekken met ruilverkave
ling, omdat dit iets anders is. Beide
sprekers meenden dat ei praktisch
geen verschil zal zijn met eerder uit
gevoerde werken.
VALKENGOED kon zich met de
verbetering van deze wegen natuur
lijk wel verenigen, maar zou toch
ook graag zien dat dan berm en slo
ten beter onderhouden zouden wor
den. Nu is het soms een schandaal.
Hij bleek hiermede een nog al nete
lig probleem aangesneden te hebben
omdat dikwijls niet vaststaat, wie
de onderhoudsplicht heeft en zo die
wel vaststaat blijkt personeelstekort
goed onderhoud praktisch onmoge
lijk wordt.
Zowel Waterschap als gemeente
zoeken al lang een oplossing, maar
tot heden vond men ze niet.
Een en ander kon STEEGHS
slechts onderschrijven.
VALKENGOED kwam nog met
een andere opmerking. Hij vond het
onjuist dat men met plannen rond
loopt om hier baatbelasting op te
leggen. Niet alleen de aanwonenden
aan die wegen hebben van deze we
gen profijt, maar de gehele gemeen-
Vervolg: zie elders in dit blad)