De nieuwe kinderbijslag
regeling
Uit Peel en Maas
Centen halen...
Arbeiders...
Bekendmaking
Veehouders...1
Branche
vervaging
Vrijdag 30 november 1962 No. 48
Drie en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN
GROTESTRAAT 28 POSTBUS
MUNCKHOF NV. VENRAY WFFIfRT AH VOHP VFMP A V PW HM^TPPPPN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS-
1 TEL. 1512 GIRO 1050652 II CtLtlVDLiiU VUUlX V LtlllXH I UIYIO 1 IVUIlCtil PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (buiten
Venray 1 75)
UITTREKSEL VAN DE
VOORNAAMSTE BEPALINGEN
Nog maar een goed maand heb
ben we voor de boeg en dan treden
in werking de Algemene kinderbij
slagwet (A.K.W.), de (gewijzigde)
kinderbijslagwet voor loontrekken-
den (K.W.L.), alsmede de kinderbij
slagwet voor kleine zelfstandigen
(A.K.Z.).
De Algemene Kinderbijslagwet
(A.K.W.) is een volksverzekering en
derhalve is in het algemeen ieder
die in Nederland woont en de leef
tijd van 15 jaar heeft bereikt ver
zekerd.
Ingevolge de A.K.W. kan een ver
zekerde recht doen gelden op kin
derbijslag vanaf het derde kind. Zij
die vallen onder de K.W.L., (de kin
derbijslagwet voor loontrekenden)
dat zijn dus in het algemeen de
werknemers, behouden, zoals thans,
ook 't geval is, recht ook voor het
eerste en tweede kind.
Dat wil dus zeggen, dat voor deze
groep landgenoten zowel de K.W.L.
als de A.K.W., van toepassing zijn|
nl. voor de eerste twee kinderen de
K.W.L. en voor de overige A.K.W.
EN DE ZELFSTANDIGEN?
Voor hen die niet onder deze
groep vallen, dat zijn dus in het
algemeen de zelfstandigen, bestaat
het recht op kinderbijslag voor het
derde kind alleen als het (netto) in
komen in het voorafgaande jaar niet
meer dan 14.000,heeft bedragen.
Voor het recht op kinderbijslag
voor het vierde kind, vallende onder
deze groep, mag het netto-inkomen
niet hoger liggen dan f 14.000,
plus de kinderbijslag voor het. der
de kind.
Voor het recht op bijslag voor het
vijfde kind, geldt een (netto; inko
men van 14.000,plus de bijlagen
voor het derde en het vierde kind.
Voor bijslagen voor de volgende
kinderen wordt de grens op de aan
gewezen wijze verhoogd.
De kinderbijslagen bedragen per
kwartaal 63,96 voor 't derde kind;
86,56 voor het vierde en vijfde
kind en 97,50 per kind voor de
volgende kinderen.
DUBBELE KINDERBIJSLAG
Voor studerende en invalide kin
deren (16 t.m. 26 jaar), die groten
deels, dat wil zeggen voor meer dan
de helft, op kosten van de verzeker
de worden onderhouden, ontvangt
men dubbele kinderbijslag.
Zelfstandigen hebben recht op
bijslag voor de eerste twee kinderen
indien het inkomen beneden de
4.000,— blijft.
Mocht dit inkomen de 4.000,
overschrijden en niet hoger komen
dan de som van 4.000,— plus de kin
derbijslag voor een eerste kind. dan
heeft hij ook recht op kinderbijslag
voor het tweede kind.
De hierbedoelde bijslagen bedra
gen per kwartaal 58,50 voor het le
en 63,96 voor het 2e kind.
De werkgevers betalen de pre
mie voor deze A.K.W., en de zelf
standigen krijgen een aanslag zoals
ook gebruikelijk is bij A.O.W. en
A.W.W.
Ongehuwde zelfstandig werkende
vrouwen van 45 jaar en ouder zijn
in principe van de, verplichting tot
premiebetaling vrijgesteld.
Kleine zelfstandigen betalen geen
premie.
van 7 december 1912.
In de maand november werden:
door de keuring van vee en vleesch.
goedgekeurd:
4 paarden, 28 runderen, 23 kalve
ren, 3 schapen, 6 geiten, 84 varkens
en 56 varkens voor export, benevens
115 kg vlees.
Uit nood geslacht:
4 runderen, waarvan afgekeurd 3
stuks; 1 vaars goedgekeurd. Verder
werden afgekeurd: 1 varken en 1
kalf. Afgekeurde organen: 2 stel
longen, 5 levers en 2 nieren.
Zaterdag had in de Muziekzaal
de verpachting plaats van woeste,
gronden, geschikt voor ontginning,
eigendom van de gemeente. De per-
ceelen werden verpacht voor 40 ja
ren. De massa bracht ongeveer 600
gulden per jaar op.
De Staatscourant bevatte de;
statuten van het ziekenfonds „St
Ludovicus" te Venray.
De leden van de melkfabriek
St. Jan te Merselo besloten met al
gemene stemmen om aan „draaien"
te blijven.
Tengevolge van het hoge water
zijn de weilanden langs de Maas
onder gelopen. Alleen de schippers
profiteren van het hoge water.
Kwade voortekens
Uit Winterswijk schrijft men aan
de A Ct.:
De vraag of Duitschland mobili-.
seert, houdt de bevolking, doch voor
al de Duitschers hier ter plaatse ook
bezig. En nu moge de Rijkskanselier
omtrent de mobilisatieplannen de
meest geruststellende verklaringen
afgelegd hebben, maar dat is cns
toch van nabij bekend, dat Duitsche
miliciens der lichtingen van de paar
laatste jaren aanschrijving hebben
gekregen, naar hunne garnizoenen
terug te keeren.
Opmerkelijk is het bovendien, dat
de goederenwagens, die geregeld
voor de verzending van stroo ge
bruikt worden, doch tevens dienst
doen voor de artillerie, hier op 't
ogenblik ale verdwenen zijn en deze
week naar garnizoensplaatsen als
Wesel, Crefeld, Dusseldorf e.a. op
gezonden zijn.
Vrijdagavond passeerden het sta
tion Arnhem zes Oostenrijkers uit
Amerika, die opgeroepen waren voor
de mobilisatie.
Volgens de Msb. is te Helmond een
uitgestrekt terrein aangekocht tus-
schen den Steenweg en de Wilhel-
minalaan waarop eerlang een nieu
we parochiekerk zal verrijzen.
Duurte in Duitschland
De Duitsche steden zijn, met het
oog op de sterk stijgende vleesch-
prijzen, druk bezig zelf slachtvee in
het buitenland te kopen om er
markt mee te voorzien. Ook de ge
meentelijke vischverkoop wordt
weer op tal van plaatsen ingericht.
Een bijzondere maatregel nam het
bestuur der groote Berlijnsche voor
stad Schöneberg. Behalve een var-
kensmesterij, zal op een der boer
derijen der gemeenten ook een
groote konijnenfokkerij ingericht
worden, terwijl 12 hectaren grond
kosteloos, met 3000 mark voor in
richting van hokken, aan een ver-
eeniging van konijnentelers worden
afgestaan, onder voorwaarde dat de
vereeniging jaarlijks 20.000 konijnen
tot een overeen te komen billijken
prijs aan de gemeente levert. De
vereeniging zal ook door voordrach
ten pogen de konijnenteelt onder de
arbeiders te bevorderen. Bij de be
sprekingen, die aan dit besluit voor
af gingen, werd medegedeeld, dat
in Parijs dagelijks 200.000 pond ko-
nijnenvleesch in consumptie komt
en in Londen wekelijks 500.000 ko
nijnen geslacht worden.
Te Barmen hebben 44 slagers ge
weigerd het van gemeentewege aan
gevoerd versch Hollandsch vleesch
te verkoopen; daarop is besloten,
drie gemeentelijke vleeschmarlcten
in werking te stelen. Eenzelfde wei
gering van de slagers te Frankfurt
a. d. Main om Deensch vleesch, dat
de stad aanvoerde, te verkoopen,
heeft ertoe geleid, dat daar nu een
particuliere vereeniging van socia
len aard, de „Gesellschaft für Wohl-
fahrtseinrichtungen", dat vleesch
verkoopen zal tegen den lagen prijs
van 43 en 48 ct. per pond.
AANVRAAGFORMULIEREN
VERKRIJGBAAR
NA 25 NOVEMBER 1962
Voor de aanvragen van voor
schotten die de minster van land
bouw en visserij, onder voorbehoud
van goedkeuring door de Staten-
Generaal, heeft toegezegd te zullen
verlenen aan gemengde agrarische
bedrijven op de zandgronden die in
directe financiële nood verkeren,
kunnen betrokkenen van maandag
26 november 1962 af bij de plaatse
lijke bureauhouders formulieren
verkrijgen. Deze formulieren dienen
zo snel mogelijk, doch uiterlijk op 3
december 1962, ingevuld te worden
ingeleverd.
Aan het verkrijgen van een voor
schot, dat 1000,per bedrijf be
draagt, zijn de volgende voorwaar
den verbonden:
-$■ het betrokken bedrijf moet zijn
gelegen op de zandgronden, met
als uiterste begrenzing 't graan-
toeslaggebied lichte gronden.
de oppervlakte cultuurgrond van
het bedrijf moet tenminste 1 ha
en mag ten hoogste 15 ha be
dragen.
de exploitant van het bedrijf
moet zijn hoofdberoep in de
landbouw (akkerbouw of vee
houderij) hebben. Tuinders (fruit
kwekers inbegrepen) vallen in
beginsel buiten de regeling. De
kleine gemengde bedrijven met
enige groente- en/of fruitteelt
worden echter niet bij voorbaat
uitgesloten.
-g- het zuiver inkomen van de aan
vrager mag over de belastingja
ren 1958, 1959 en 1960 gemiddeld
niet meer hebben bedragen dan
6.000,tenzij zijn aanslag in
de inkomstenbelasting over ge
noemde jaren gemiddeld minder
is geweest dan 300,in welk
val hij wel voor een voorschot in
aanmerking kan komen.
Ter nadere omschrijving van de
norm „hoofdberoep" wordt gesteld,
dat de boer op zijn bedrijf tenmin
ste 1250 uren d.i. de helft van 'n
normaal aantal arbeidsuren pro-
duktieve arbeid verricht. Voor de be
rekening van deze arbeidsbehoefte
zal een eenvoudig puntensysteem
worden gehanteerd, waarvoor de
gegevens oppervlakte en aard
cultuurgrond, veebezetting op het
aanvraagformulier moeten worden
ingevuld. De voorschotten zullen
worden verleend voor ten hoogste
drie jaar. Gedurende deze tijd zal
hierover geen rente verschuldigd
zijn. Na afloop van die drie jaar zal
het geleende geld moeten worden
terugbetaald, tenzij in overleg met
betrokkene alsdan een andere rege
ling is overeengekomen.
AGENDA CENTRALE KAB
VENRAY
Op veelvuldig verzoek plaatsen
wij nogmaals het KAB-winterpro-
gramma. Wij verzoeken de belang
hebbenden dit uit te knippen en te
bewaren.
1 december half 2 en half 4 in
zaal Wilhelmina kinder St. Nicolaas
feest.
22 en 23 december Kerstspel Mar-
jatta's Kerst door de KAB Toneel
club. 3
21 januari 1963 Werkvergadering
spreker Aalmoezenier Heijmans met
het onderwerp: Onze kansen en
moeilijkheden als arbeider.
16 februari: Jongeren-avond in
zaal Wilhelmina.
18 februari: Werkvergadering
spreker Dr. Thewissen met het on
derwérp „Hebben wij Limburgers
een minderwaardigheidsgevoel.
18 maart: Passie-avond.
22 april: Werkvergadering. Spre
ker de heer Coopmans met het on
derwerp: De plaats van de werk
nemer in de EEG.
20 mei: Werkvergadering, spreker
Dr. Gerats.
17 juni: Werkvergadering, spre
ker Aalmoezenier Theunissen.
15 juli: Sluiting met een fietstocht
naar Ysselsteyn.
Burgemeester en wethouders van
Venray maken bekend, dat door de
Hoofdingenieur-Directeur van de
Provinciale Waterstaat van Noord-
Brabant, met ingang van 30 oktober
1962 tot 1 mei 1963, of zoveel langer
als nodig of zoveel korter als moge
lijk zal blijken, is gesloten verklaard
voor het verkeer met voertuigen,
rij- en trekdieren en vee in beide
richtingen, het gedeelte van de pro
vinciale weg DeumeRipsOploo
tussen km 0.000 en km 0.040.
Het doorgaand verkeer zal moeten
omrijden als volgt:
het verkeer van Deurne naar
RipsOploo via een aan te leg
gen hulpweg aan de oostzijde van
het te maken viaduct;
b. het verkeer van Rips- Oploo
naar Deurne vanaf km 0.100 naar
km 0.000 via de Wasbergseweg.
Venray, 20 november 1962.
Burgemeester en wethouders voor
noemd,
Mr. M. M. L. G. M. CUSTERS,
burgemeester.
H. P. L. VORST, secretaris.
DE MOEILIJKE STALPERIODE
Het ziet er naar uit, dat deze stal-
periode voor onze veehouders de
moeilijkste sinds de oorlog gaat
worden. Ziehier enkele oorzaken:
1. De ruwvoedervoorraad is in
vele gevallen krap:
2. De prijzen, zowel van ruw-
voeder als van krachtvoeder,
zün hoog;
3. De veeprijzen blijven laag, zo
dat de uitstoot weinig aanlokt;
4. Op de gemengde bedrijven be-
bestaan veelal grote voerschul
den.
Wij moeten ons dus goed reken
schap geven van wat wij gaan doen,
deze winter. Er zijn maar weinig
lichtpunten, maar volledigheidshal
ve zullen wij ze noemen. Het hooi en
de vroeg gewonen kuilvoeders zijn
doorgaans van goede kwaliteit. Hier
en daar is ook veel en goed /oerstro
gewonnen. Van enkele voeders zijn
de prijzen laag en tenslotte geldt de
richtprijs voor melk voor de hele
plas en kunnen de gemengde be
drijven op de zandgronden straks
1.000,aan renteloos voorschot op
nemen als het bedrijf tussen 1 en
15 ha. groot is en als het zuiver in
komen in 1958, 1959 en 1960 gemid
deld niet hoger geweest is dan zes
duizend gulden. Pas over drie jaar
moet men gaan terugbetalen. Deze
.droppel op een gloeiende plaat" kan
een kleine hulp betekenen.
DIT ZIJN ACTUELE
VRAAGSTUKKEN
Moeten wij vee uitstoten? Moeten
wij ruwvoeder aankopen? Zijn er
goedkope krachtvoeders verkrijg
baar? Welke voederrantsoenen moe
ten wij opstellen?
Om maar met het laatste te be
ginnen: wie tot dusver planloos of
„op gevoel", voederde moet daar nu
mee ophouden. Wij moeten eerst in
ventariseren. Hoeveel hooi, stro,
kuilvoer enz. is er? Hoeveel stuks
vee denken wij aan te houden? Dat
moet eerst vast staan en dan moe
ten wij rekenen op een staltijd tot
eind april. Wij weten dan, wat er<
voor elke diersoort beschikbaar is.
Vervolgens moeten wij, mét behulp
van deskundigen rantsoenen opstel
len en daaraan strikt de hand hou
den. Een rantsoen gaat uit van wat
op het bedrijf aanwezig is, doch ook
van wat met voordeel bij gekocht
kan worden bij een bepaalde pro-
duktie en is aangepast aan de dier
soort, het levend gewicht en de hoe
veelheid melk. Een rantsoen dient
dus ter plaatse opgesteld te worden
tjf in elk geval aangepast ve zijn aan
wat de boer heeft. De stal- en voe
deradviseur of de voorlichtingsassi-
sient die deze winter zijn taak ver
staat is zijn gewicht in goud waard.
Momenteel zijn verse bietenkoppen
en -blad, aardapelen, aardappelwe
zels e.d. zeer goedkoop als wij op
het gehalte letten. Maar er wordt
ook graszaadstro (verwar dit pro-
dukt nimmer met hooi!) en erwten
stro verkocht voor 180,en dat
is te duur. Ook goed weidehooi is
voor die prijs al duur genoeg. Gras
zaadstro houdt het midden tussen
graanstro en hooi en dus moet de
prijs daar ook tussen liggen anders
is het te duur.
ALS ER HOOI TE KORT IS
Komen wij hooi tekort, dan moe
ten wij bedenken, dat een rantsoen
voor melkvee zonder als minimum
3tot 4 kg hooi praktisch onmoge
lijk is. Gelukkig zijn er ook bedrij
ven met een zeer redelijke hooi-
voorraad, doch met betrekelij k wei
nig kuilvoeder. Ook het omgekeerde
komt voor. In zulke gevallen moet
men terdege nagaan wat de voor
deligste oplossing is. Soms zal men
zelfs hooi met voordeel kunnen ver
kopen, al zal dit wel tot de de uit
zonderingen behoren.
Wat de uitstoot betreft moeten
wij evenzeer goed leren rekenen.
Slechte produktiedieren opruimen
bij lage prijs is altijd nog voordeli
ger dan ze aan te houden, duur voer
te geven enz. in de vage hoop, dat
de prijs in het voorjaar beter zal
zijn. Dat zal wel, maar intussen
hebben wij al meer opgevoerd dan
het prijsverschil bedraagt. Maar 'n
goede melkkoe, die eigenlijk te veel
is? Daar kunen wij wat op toegeven,
dat wil zeggen: daarop mogen wij
enig verlies nemen, omdat zo'n dier
fokwaarde bezit èn toekomstige pro-
duktiewaarde.
En in elk geval: maak een voe
derplan, voer niet lukraak© maak
gebruik van de voorlichting die u
krijgen kunt. Zij die hooi in balen
hebben, kunnen al heel gemakkelijk
de ruwvoedervoorraad nagaan. De
anderen moeten het leren. En om
een paar cijfers te geven: een koe
die nog 10 kg melk geeft, betaalt
in de regel nog juist haar kost.
Daarboven begint de winst, daar
beneden het verlies.
REDDERS IN DE NOOD
Nu het de veehouders niet naar
den vleze gaat, verschijnen er steeds
weer wonderprodukten op de markt.
Daar zijn allereerst allerlei prepa
raten en koekjes van twijfelachtige
herkomst, die de melkgift zeer zou
den stimuleren of de conditie der
dieren sterk zouden bevorderen. Zij
duiken telkens weer op en ver
dwijnen ook telkens weer.
Sommige verkopers zijn te goeder
trouw en laten hun spullen onder
zoeken door de provinciale veevoe
derbureaus. Nooit echter wordt oen
bijzonder gunstige werking gevon
den, zodat het geldelijk niet verant
woord is zulke preparaten te voeren.
De kwestie is, dat onze mengvoe
ders praktisch altijd de juiste hoe
veelheden mineralen en vitaminen
bevatten, zodat er absoluut geen
behoefte bestaat aan tovermiddelen.
In geval van mineralentekort (en
ook omdat de vulstof enige voe
dingswaarde bevat) zijn ze niet al
tijd waardeloos ,maar wel te duur.
Raadpleeg in twijfelgevallen de des
kundigen (assistent voorlichtings
dienst), Veevoederbureau, stal- en
voederadviseur, adviseur van de
voederleverancier enz.) U zult dan
zien, dat in die gevallen, waarin
een of ander wondcrmidel wèl goed
uitkomsten gaf, hetzelfde of een
beter resultaat bereikt had kunnen
worden door het betrokken tekort
in de voeding op te heffen met de
daartoe geëigende middelen.
Bijzonder verdrietig is het, als
nieuwlichters met wondermiddelen
of wondermachines de huidige nood
situatie als argument gebruiken. Dit
geschiedt vaak op de wijze van: „Als
men onze middelen of onze machine
maar had willen gebruiken, dan was
het wel beter gegaan." Wij weten,
dat onze economische moeilijkheden
zeer zeker ten dele terug te voeren
zijn op structuurfouten. Er zijn in
derdaad bedrijven met verouderde
produktie-omstandigheden en onver
antwoord hoge kostprijzen en te ho
ge arbeidsbezetting. Mr. Biesheuvel
van de C.B.T.B. gaf zelfs toe, dat
er hier en daar .verborgen werk
loosheid" is, d.w.z. dat de aanwezige
mankracht door te geringe bedrijfs
omvang niet volledig benut wordt.
Dat alles is waar. Maar wonder
middelen en wondermachine hebben
daar niets mee te maken. Al onze
hulpmidelen en machines worden
kundig en onbevooroordeeld be
proefd. Er worden nieuwe ontdek
kingen gedaan, maar als zij wer
kelijk waardevol zijn, dan wordt dat
door de voorlichting volmondig toe
gegeven. Arbeidsbesparende tech
nieken worden steeds grondig on
derzocht. Nu het geld schaarser is
dan ooit (althans op de boerenbe
drijven) moeten wij geen extra las
ten op ons nemen door het kopen
van wondermiddelen of wonderma
chines. Dat brengt alleen teleurstel
ling.
VERBETERDE WERKWIJZE
Er zijn wel enkele kleinigheden,
die wij, nu het zo spant, niet verge
ten moeten. Wij weten, dat men de
arbeidstijd sterk verkorten kan
door de melktijden te verschuiven
en de arbeid grondig te organiseren.
Maar produktief melkvee moeten
wij op tijd melken om geen pro-
dutkieverlies te krijgen. Hebben wij
bij zulk vee voldoende tijd voor na-
melken met de hand, dan moeten
wij dat doen. Machinaal namelken
kan uitstekende resultaten geven,
dat is bewezen, maar tevens is be
wezen, dat velen deze kunst niet
verstaan of door tijdnood (bijv. bij
gebruik van twee melkapparaten
per man) haar niet goed kunnen
toepassen. Een goed gebruik van
onze melkmachine komt de produk-
tie zeer beslist ten goede. Wij kun
nen wel een hogere produktie ver
krijgen als wij een nieuwe machine
kopen, maar dan alleen doordat te
gelijk met de nieuwe machine onze
werkwijze grondig verbeterd wordt!
Hebben wij dus klachten, dan moe
ten wij niet wat nieuws gaan kopen,
maar gaan leren onze aanwezige
machine goed te gebruiken. Ook
hiervoor kan men alle hulp en voor
lichting krijgen.
In het algemeen zullen wij thans
voorzichtig zijn met het doen van
nieuwe investeringen. Pas dan moe
ten wij iete nieuws erbij kopen,
wanneer vast staat, dat de te ver
krijgen tijdwinst elders in het be
drijf rendabel aangewend kan wor
den. Is dat niet het geval, dan past
de investering op dit ogenblik zeer
beslist niet. Arbeidstechnisch is dat
te betreuren, maar de geldelijke toe
stand van vele bedrijven dwingt ons
tot deze houding. Want er zal heel
wat moeten veranderen en verbete
ren, willen wij ons de weelde kun
nen veroorloven iets te kopen al
leen omdat het mooi is of de arbeid
wat verlicht.
Gaarne geven wij toe, dat al deze
hulpmiddelen de eigenlijke bedrijfs
structuur gemoeid raken en dus
geen grote oplossingen zijn. Maar
omdat die structuur niet in een
handomdraai gewijzigd kan worden,
menen wij toch de kleinigheden niet
te mogen vergeten. De stalperiode
is vanouds niet het tijdperk van
grote winsten voor de veehouder.
Vandaar dat wij nu, meer dan ooit,
de puntjes op de i moeten zetten.
Z'i oil* «mfimng»
AKM <r»
JUllANA$INGEL41-fe/£/jQ61(M780)
EEN BLIJVEND EUVEL IN
HET
LEVENSMIDDELENBEDRIJF
Wij zouden in ons land hogelijk
verbaasd zijn, wanneer de universi
teitsbibliotheken plotseling brom
fietsen zouden gaan verhuren. Aan
het idee, dat wij bij de kapper een
elektrische koffiemolen zouden kun
nen kopen, zouden we ook moeite
hebben te wennen. Doch in de le
vensmiddelenbranche is de laatste
tijd alles mogelijk gebleken. Dezelf
de chaotische aanblik, welke de dis
tributie in de jaren dertig kenmerk
te (en waartegen destijds prof. Sj.
Gerbrandy zo fel heeft gestreden),
tekent zich in de huidige distribu
tie af. De grootwinkelbedrijven
trachten klanten te lokken met koel
kasten, mixers, haardrogers, horlo
ges en dit heeft uiteraard weer tot
gevolg dat de „specialisten" met 'n
verminderde omzet kunnen komen
te zitten. Dit leidde weer tot een
vaak ongebreidelde prijsconcurren
tie en tot formele prijzenoorlog en
het resultaat van dit alles zal op
de duur een chaotische distributie
zijn.
De branchevervaging neemt zo
hand over hand toe, dat op het
ogenblik noch de fabrikant, noch de
grossier, noch de detailhandelaar
meer weten welke kant het uitgaat
en waar zij aan toe zijn. Want niet
alleen worden tal van levensmidde
len, die voorheen in afzonderlijke
winkels werden verkocht, thans in
eenzelfde verkooplaats aangeboden,
doch men kan daar nu ook een
groeiend aantal duurzame gebruiks
artikelen verkrijgen en niemand
weet waarheen deze ontwikkeling
verder zal leiden.
WAT IS VERWANT?
Nu is „branchevervaging" een
woord, dat voor velerlei uitleg vat
baar is. Van verschillende zijden is
betoogd, dat bijvoorbeeld koelkas
ten geen deel moeten uitmaken van
het asortiment van een grootwinkel
bedrijf, dat zich toelegt op het le
veren van levensmiddelen zo'n
bedrijf kan dat echter altijd aan
voeren, dat koelkasten juist in hoge
mate verwant zijn aan het eigen as
sortiment, omdat.men er levens
middelen in bewaart.
Volgens deze redenering kan men
dan nog veel verder gaan. Immers,
ook eetserviezen, tafelgerei en tafel
linnen, bordenwasmachines, e.d. kan
men dan onder de verwante artike
len gaan rekenen. Een der groot
winkelbedrijven offreerde haar
cliëntele weegschalen tegen 'n sterk
gereduceerde prijs en ook dit kan
men ook met enige goed wil in ver
band brengen met levensmiddelen.
Wat kan men trouwens al niet in
verband brengen met levensmidde
len! Een kruidenier kan ook zwem
pakken gaan verkopen en dit recht
vaardigen door te zeggen dat je van
zwemmen zo'n honger krijgt
Op deze wijze vallen straks, mede
door een steeds soepeler vestigings
beleid van de wetgever, alle gren
zen weg en is het hek volkomen van
de dam. De goed bedoelde raad om
de „non-foods" in het levensmidde-
lenbedrijf te beperken tot verwante
artikelen is dus niet zonder gevaar.
Men zal het er moeilijk over eens
worden, hoever deze verwantschap
mag gaan.
WELKE NORM?
Ook het verkopen tegen sterk ge
reduceerde prijzen roept grote moei
lijkheden op, wanneer men maatre
gelen overweegt. Het is niet eenvou
dig vast te stellen welke norm zou
moeten worden gehanteerd om
een onordelijk economisch verkeer
te constateren. Dat verkocht wordt
tegen een lagere prijs of met een
lagere marge is geen voldoende re
den om van onordelijk economisch
verkeer te spreken. Het zal dan ook
niet eenvoudig zijn zodanige voor
stellen op dit stuk uit te werken,
dat die genade kunnen vinden in
de ogen van de overheid, gevoelig
als die nu eenmaal voor lage prij
zen is in verband met de internatio
nale handelspositie van ons land.
Ook een strakker vestigingsbeleid
dat hier misschien heil zou kunnen
brengen, schijnt op dit moment
geenszins een streven van de over
heid te zijn.
Ondertussen zal de verregaande
branchevervaging, waaraan ons dis
tributieapparaat weer is gaan lijden,
de overheid bepaald niet onverschil
lig kunnen laten. Doch met' wette
lijke maatregelen alleen komt men
toch niet uit de impasse, hoezeer
deze gedachte ook bij vele kleine
middenstanders leeft. Wat ook nodig
is, is een goede organisatie van de
kleine winkeliers. Een krachtige
groep groot- en kleinhandelaren is
zeker in staat soortgelijke acties te
ontwikkelen als thans door de
grootwinkelbedrijven worden onder
nomen, waarbij het moderne mid
denstands bankwezen stellig effec
tieve steun zou kunnen verlenen.
Een streven naar een dergelijke
bundeling van krachten zou stellig
meer effekt sorteren dan de protest
brieven waarmee men thans' Den
Haag overstroomt.