De nieuwe kinderbijslag regeling Uit Peel en Maas Centen halen... Arbeiders... Bekendmaking Veehouders...1 Branche vervaging Vrijdag 30 november 1962 No. 48 Drie en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN GROTESTRAAT 28 POSTBUS MUNCKHOF NV. VENRAY WFFIfRT AH VOHP VFMP A V PW HM^TPPPPN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS- 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 II CtLtlVDLiiU VUUlX V LtlllXH I UIYIO 1 IVUIlCtil PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (buiten Venray 1 75) UITTREKSEL VAN DE VOORNAAMSTE BEPALINGEN Nog maar een goed maand heb ben we voor de boeg en dan treden in werking de Algemene kinderbij slagwet (A.K.W.), de (gewijzigde) kinderbijslagwet voor loontrekken- den (K.W.L.), alsmede de kinderbij slagwet voor kleine zelfstandigen (A.K.Z.). De Algemene Kinderbijslagwet (A.K.W.) is een volksverzekering en derhalve is in het algemeen ieder die in Nederland woont en de leef tijd van 15 jaar heeft bereikt ver zekerd. Ingevolge de A.K.W. kan een ver zekerde recht doen gelden op kin derbijslag vanaf het derde kind. Zij die vallen onder de K.W.L., (de kin derbijslagwet voor loontrekenden) dat zijn dus in het algemeen de werknemers, behouden, zoals thans, ook 't geval is, recht ook voor het eerste en tweede kind. Dat wil dus zeggen, dat voor deze groep landgenoten zowel de K.W.L. als de A.K.W., van toepassing zijn| nl. voor de eerste twee kinderen de K.W.L. en voor de overige A.K.W. EN DE ZELFSTANDIGEN? Voor hen die niet onder deze groep vallen, dat zijn dus in het algemeen de zelfstandigen, bestaat het recht op kinderbijslag voor het derde kind alleen als het (netto) in komen in het voorafgaande jaar niet meer dan 14.000,heeft bedragen. Voor het recht op kinderbijslag voor het vierde kind, vallende onder deze groep, mag het netto-inkomen niet hoger liggen dan f 14.000, plus de kinderbijslag voor het. der de kind. Voor het recht op bijslag voor het vijfde kind, geldt een (netto; inko men van 14.000,plus de bijlagen voor het derde en het vierde kind. Voor bijslagen voor de volgende kinderen wordt de grens op de aan gewezen wijze verhoogd. De kinderbijslagen bedragen per kwartaal 63,96 voor 't derde kind; 86,56 voor het vierde en vijfde kind en 97,50 per kind voor de volgende kinderen. DUBBELE KINDERBIJSLAG Voor studerende en invalide kin deren (16 t.m. 26 jaar), die groten deels, dat wil zeggen voor meer dan de helft, op kosten van de verzeker de worden onderhouden, ontvangt men dubbele kinderbijslag. Zelfstandigen hebben recht op bijslag voor de eerste twee kinderen indien het inkomen beneden de 4.000,— blijft. Mocht dit inkomen de 4.000, overschrijden en niet hoger komen dan de som van 4.000,— plus de kin derbijslag voor een eerste kind. dan heeft hij ook recht op kinderbijslag voor het tweede kind. De hierbedoelde bijslagen bedra gen per kwartaal 58,50 voor het le en 63,96 voor het 2e kind. De werkgevers betalen de pre mie voor deze A.K.W., en de zelf standigen krijgen een aanslag zoals ook gebruikelijk is bij A.O.W. en A.W.W. Ongehuwde zelfstandig werkende vrouwen van 45 jaar en ouder zijn in principe van de, verplichting tot premiebetaling vrijgesteld. Kleine zelfstandigen betalen geen premie. van 7 december 1912. In de maand november werden: door de keuring van vee en vleesch. goedgekeurd: 4 paarden, 28 runderen, 23 kalve ren, 3 schapen, 6 geiten, 84 varkens en 56 varkens voor export, benevens 115 kg vlees. Uit nood geslacht: 4 runderen, waarvan afgekeurd 3 stuks; 1 vaars goedgekeurd. Verder werden afgekeurd: 1 varken en 1 kalf. Afgekeurde organen: 2 stel longen, 5 levers en 2 nieren. Zaterdag had in de Muziekzaal de verpachting plaats van woeste, gronden, geschikt voor ontginning, eigendom van de gemeente. De per- ceelen werden verpacht voor 40 ja ren. De massa bracht ongeveer 600 gulden per jaar op. De Staatscourant bevatte de; statuten van het ziekenfonds „St Ludovicus" te Venray. De leden van de melkfabriek St. Jan te Merselo besloten met al gemene stemmen om aan „draaien" te blijven. Tengevolge van het hoge water zijn de weilanden langs de Maas onder gelopen. Alleen de schippers profiteren van het hoge water. Kwade voortekens Uit Winterswijk schrijft men aan de A Ct.: De vraag of Duitschland mobili-. seert, houdt de bevolking, doch voor al de Duitschers hier ter plaatse ook bezig. En nu moge de Rijkskanselier omtrent de mobilisatieplannen de meest geruststellende verklaringen afgelegd hebben, maar dat is cns toch van nabij bekend, dat Duitsche miliciens der lichtingen van de paar laatste jaren aanschrijving hebben gekregen, naar hunne garnizoenen terug te keeren. Opmerkelijk is het bovendien, dat de goederenwagens, die geregeld voor de verzending van stroo ge bruikt worden, doch tevens dienst doen voor de artillerie, hier op 't ogenblik ale verdwenen zijn en deze week naar garnizoensplaatsen als Wesel, Crefeld, Dusseldorf e.a. op gezonden zijn. Vrijdagavond passeerden het sta tion Arnhem zes Oostenrijkers uit Amerika, die opgeroepen waren voor de mobilisatie. Volgens de Msb. is te Helmond een uitgestrekt terrein aangekocht tus- schen den Steenweg en de Wilhel- minalaan waarop eerlang een nieu we parochiekerk zal verrijzen. Duurte in Duitschland De Duitsche steden zijn, met het oog op de sterk stijgende vleesch- prijzen, druk bezig zelf slachtvee in het buitenland te kopen om er markt mee te voorzien. Ook de ge meentelijke vischverkoop wordt weer op tal van plaatsen ingericht. Een bijzondere maatregel nam het bestuur der groote Berlijnsche voor stad Schöneberg. Behalve een var- kensmesterij, zal op een der boer derijen der gemeenten ook een groote konijnenfokkerij ingericht worden, terwijl 12 hectaren grond kosteloos, met 3000 mark voor in richting van hokken, aan een ver- eeniging van konijnentelers worden afgestaan, onder voorwaarde dat de vereeniging jaarlijks 20.000 konijnen tot een overeen te komen billijken prijs aan de gemeente levert. De vereeniging zal ook door voordrach ten pogen de konijnenteelt onder de arbeiders te bevorderen. Bij de be sprekingen, die aan dit besluit voor af gingen, werd medegedeeld, dat in Parijs dagelijks 200.000 pond ko- nijnenvleesch in consumptie komt en in Londen wekelijks 500.000 ko nijnen geslacht worden. Te Barmen hebben 44 slagers ge weigerd het van gemeentewege aan gevoerd versch Hollandsch vleesch te verkoopen; daarop is besloten, drie gemeentelijke vleeschmarlcten in werking te stelen. Eenzelfde wei gering van de slagers te Frankfurt a. d. Main om Deensch vleesch, dat de stad aanvoerde, te verkoopen, heeft ertoe geleid, dat daar nu een particuliere vereeniging van socia len aard, de „Gesellschaft für Wohl- fahrtseinrichtungen", dat vleesch verkoopen zal tegen den lagen prijs van 43 en 48 ct. per pond. AANVRAAGFORMULIEREN VERKRIJGBAAR NA 25 NOVEMBER 1962 Voor de aanvragen van voor schotten die de minster van land bouw en visserij, onder voorbehoud van goedkeuring door de Staten- Generaal, heeft toegezegd te zullen verlenen aan gemengde agrarische bedrijven op de zandgronden die in directe financiële nood verkeren, kunnen betrokkenen van maandag 26 november 1962 af bij de plaatse lijke bureauhouders formulieren verkrijgen. Deze formulieren dienen zo snel mogelijk, doch uiterlijk op 3 december 1962, ingevuld te worden ingeleverd. Aan het verkrijgen van een voor schot, dat 1000,per bedrijf be draagt, zijn de volgende voorwaar den verbonden: -$■ het betrokken bedrijf moet zijn gelegen op de zandgronden, met als uiterste begrenzing 't graan- toeslaggebied lichte gronden. de oppervlakte cultuurgrond van het bedrijf moet tenminste 1 ha en mag ten hoogste 15 ha be dragen. de exploitant van het bedrijf moet zijn hoofdberoep in de landbouw (akkerbouw of vee houderij) hebben. Tuinders (fruit kwekers inbegrepen) vallen in beginsel buiten de regeling. De kleine gemengde bedrijven met enige groente- en/of fruitteelt worden echter niet bij voorbaat uitgesloten. -g- het zuiver inkomen van de aan vrager mag over de belastingja ren 1958, 1959 en 1960 gemiddeld niet meer hebben bedragen dan 6.000,tenzij zijn aanslag in de inkomstenbelasting over ge noemde jaren gemiddeld minder is geweest dan 300,in welk val hij wel voor een voorschot in aanmerking kan komen. Ter nadere omschrijving van de norm „hoofdberoep" wordt gesteld, dat de boer op zijn bedrijf tenmin ste 1250 uren d.i. de helft van 'n normaal aantal arbeidsuren pro- duktieve arbeid verricht. Voor de be rekening van deze arbeidsbehoefte zal een eenvoudig puntensysteem worden gehanteerd, waarvoor de gegevens oppervlakte en aard cultuurgrond, veebezetting op het aanvraagformulier moeten worden ingevuld. De voorschotten zullen worden verleend voor ten hoogste drie jaar. Gedurende deze tijd zal hierover geen rente verschuldigd zijn. Na afloop van die drie jaar zal het geleende geld moeten worden terugbetaald, tenzij in overleg met betrokkene alsdan een andere rege ling is overeengekomen. AGENDA CENTRALE KAB VENRAY Op veelvuldig verzoek plaatsen wij nogmaals het KAB-winterpro- gramma. Wij verzoeken de belang hebbenden dit uit te knippen en te bewaren. 1 december half 2 en half 4 in zaal Wilhelmina kinder St. Nicolaas feest. 22 en 23 december Kerstspel Mar- jatta's Kerst door de KAB Toneel club. 3 21 januari 1963 Werkvergadering spreker Aalmoezenier Heijmans met het onderwerp: Onze kansen en moeilijkheden als arbeider. 16 februari: Jongeren-avond in zaal Wilhelmina. 18 februari: Werkvergadering spreker Dr. Thewissen met het on derwérp „Hebben wij Limburgers een minderwaardigheidsgevoel. 18 maart: Passie-avond. 22 april: Werkvergadering. Spre ker de heer Coopmans met het on derwerp: De plaats van de werk nemer in de EEG. 20 mei: Werkvergadering, spreker Dr. Gerats. 17 juni: Werkvergadering, spre ker Aalmoezenier Theunissen. 15 juli: Sluiting met een fietstocht naar Ysselsteyn. Burgemeester en wethouders van Venray maken bekend, dat door de Hoofdingenieur-Directeur van de Provinciale Waterstaat van Noord- Brabant, met ingang van 30 oktober 1962 tot 1 mei 1963, of zoveel langer als nodig of zoveel korter als moge lijk zal blijken, is gesloten verklaard voor het verkeer met voertuigen, rij- en trekdieren en vee in beide richtingen, het gedeelte van de pro vinciale weg DeumeRipsOploo tussen km 0.000 en km 0.040. Het doorgaand verkeer zal moeten omrijden als volgt: het verkeer van Deurne naar RipsOploo via een aan te leg gen hulpweg aan de oostzijde van het te maken viaduct; b. het verkeer van Rips- Oploo naar Deurne vanaf km 0.100 naar km 0.000 via de Wasbergseweg. Venray, 20 november 1962. Burgemeester en wethouders voor noemd, Mr. M. M. L. G. M. CUSTERS, burgemeester. H. P. L. VORST, secretaris. DE MOEILIJKE STALPERIODE Het ziet er naar uit, dat deze stal- periode voor onze veehouders de moeilijkste sinds de oorlog gaat worden. Ziehier enkele oorzaken: 1. De ruwvoedervoorraad is in vele gevallen krap: 2. De prijzen, zowel van ruw- voeder als van krachtvoeder, zün hoog; 3. De veeprijzen blijven laag, zo dat de uitstoot weinig aanlokt; 4. Op de gemengde bedrijven be- bestaan veelal grote voerschul den. Wij moeten ons dus goed reken schap geven van wat wij gaan doen, deze winter. Er zijn maar weinig lichtpunten, maar volledigheidshal ve zullen wij ze noemen. Het hooi en de vroeg gewonen kuilvoeders zijn doorgaans van goede kwaliteit. Hier en daar is ook veel en goed /oerstro gewonnen. Van enkele voeders zijn de prijzen laag en tenslotte geldt de richtprijs voor melk voor de hele plas en kunnen de gemengde be drijven op de zandgronden straks 1.000,aan renteloos voorschot op nemen als het bedrijf tussen 1 en 15 ha. groot is en als het zuiver in komen in 1958, 1959 en 1960 gemid deld niet hoger geweest is dan zes duizend gulden. Pas over drie jaar moet men gaan terugbetalen. Deze .droppel op een gloeiende plaat" kan een kleine hulp betekenen. DIT ZIJN ACTUELE VRAAGSTUKKEN Moeten wij vee uitstoten? Moeten wij ruwvoeder aankopen? Zijn er goedkope krachtvoeders verkrijg baar? Welke voederrantsoenen moe ten wij opstellen? Om maar met het laatste te be ginnen: wie tot dusver planloos of „op gevoel", voederde moet daar nu mee ophouden. Wij moeten eerst in ventariseren. Hoeveel hooi, stro, kuilvoer enz. is er? Hoeveel stuks vee denken wij aan te houden? Dat moet eerst vast staan en dan moe ten wij rekenen op een staltijd tot eind april. Wij weten dan, wat er< voor elke diersoort beschikbaar is. Vervolgens moeten wij, mét behulp van deskundigen rantsoenen opstel len en daaraan strikt de hand hou den. Een rantsoen gaat uit van wat op het bedrijf aanwezig is, doch ook van wat met voordeel bij gekocht kan worden bij een bepaalde pro- duktie en is aangepast aan de dier soort, het levend gewicht en de hoe veelheid melk. Een rantsoen dient dus ter plaatse opgesteld te worden tjf in elk geval aangepast ve zijn aan wat de boer heeft. De stal- en voe deradviseur of de voorlichtingsassi- sient die deze winter zijn taak ver staat is zijn gewicht in goud waard. Momenteel zijn verse bietenkoppen en -blad, aardapelen, aardappelwe zels e.d. zeer goedkoop als wij op het gehalte letten. Maar er wordt ook graszaadstro (verwar dit pro- dukt nimmer met hooi!) en erwten stro verkocht voor 180,en dat is te duur. Ook goed weidehooi is voor die prijs al duur genoeg. Gras zaadstro houdt het midden tussen graanstro en hooi en dus moet de prijs daar ook tussen liggen anders is het te duur. ALS ER HOOI TE KORT IS Komen wij hooi tekort, dan moe ten wij bedenken, dat een rantsoen voor melkvee zonder als minimum 3tot 4 kg hooi praktisch onmoge lijk is. Gelukkig zijn er ook bedrij ven met een zeer redelijke hooi- voorraad, doch met betrekelij k wei nig kuilvoeder. Ook het omgekeerde komt voor. In zulke gevallen moet men terdege nagaan wat de voor deligste oplossing is. Soms zal men zelfs hooi met voordeel kunnen ver kopen, al zal dit wel tot de de uit zonderingen behoren. Wat de uitstoot betreft moeten wij evenzeer goed leren rekenen. Slechte produktiedieren opruimen bij lage prijs is altijd nog voordeli ger dan ze aan te houden, duur voer te geven enz. in de vage hoop, dat de prijs in het voorjaar beter zal zijn. Dat zal wel, maar intussen hebben wij al meer opgevoerd dan het prijsverschil bedraagt. Maar 'n goede melkkoe, die eigenlijk te veel is? Daar kunen wij wat op toegeven, dat wil zeggen: daarop mogen wij enig verlies nemen, omdat zo'n dier fokwaarde bezit èn toekomstige pro- duktiewaarde. En in elk geval: maak een voe derplan, voer niet lukraak© maak gebruik van de voorlichting die u krijgen kunt. Zij die hooi in balen hebben, kunnen al heel gemakkelijk de ruwvoedervoorraad nagaan. De anderen moeten het leren. En om een paar cijfers te geven: een koe die nog 10 kg melk geeft, betaalt in de regel nog juist haar kost. Daarboven begint de winst, daar beneden het verlies. REDDERS IN DE NOOD Nu het de veehouders niet naar den vleze gaat, verschijnen er steeds weer wonderprodukten op de markt. Daar zijn allereerst allerlei prepa raten en koekjes van twijfelachtige herkomst, die de melkgift zeer zou den stimuleren of de conditie der dieren sterk zouden bevorderen. Zij duiken telkens weer op en ver dwijnen ook telkens weer. Sommige verkopers zijn te goeder trouw en laten hun spullen onder zoeken door de provinciale veevoe derbureaus. Nooit echter wordt oen bijzonder gunstige werking gevon den, zodat het geldelijk niet verant woord is zulke preparaten te voeren. De kwestie is, dat onze mengvoe ders praktisch altijd de juiste hoe veelheden mineralen en vitaminen bevatten, zodat er absoluut geen behoefte bestaat aan tovermiddelen. In geval van mineralentekort (en ook omdat de vulstof enige voe dingswaarde bevat) zijn ze niet al tijd waardeloos ,maar wel te duur. Raadpleeg in twijfelgevallen de des kundigen (assistent voorlichtings dienst), Veevoederbureau, stal- en voederadviseur, adviseur van de voederleverancier enz.) U zult dan zien, dat in die gevallen, waarin een of ander wondcrmidel wèl goed uitkomsten gaf, hetzelfde of een beter resultaat bereikt had kunnen worden door het betrokken tekort in de voeding op te heffen met de daartoe geëigende middelen. Bijzonder verdrietig is het, als nieuwlichters met wondermiddelen of wondermachines de huidige nood situatie als argument gebruiken. Dit geschiedt vaak op de wijze van: „Als men onze middelen of onze machine maar had willen gebruiken, dan was het wel beter gegaan." Wij weten, dat onze economische moeilijkheden zeer zeker ten dele terug te voeren zijn op structuurfouten. Er zijn in derdaad bedrijven met verouderde produktie-omstandigheden en onver antwoord hoge kostprijzen en te ho ge arbeidsbezetting. Mr. Biesheuvel van de C.B.T.B. gaf zelfs toe, dat er hier en daar .verborgen werk loosheid" is, d.w.z. dat de aanwezige mankracht door te geringe bedrijfs omvang niet volledig benut wordt. Dat alles is waar. Maar wonder middelen en wondermachine hebben daar niets mee te maken. Al onze hulpmidelen en machines worden kundig en onbevooroordeeld be proefd. Er worden nieuwe ontdek kingen gedaan, maar als zij wer kelijk waardevol zijn, dan wordt dat door de voorlichting volmondig toe gegeven. Arbeidsbesparende tech nieken worden steeds grondig on derzocht. Nu het geld schaarser is dan ooit (althans op de boerenbe drijven) moeten wij geen extra las ten op ons nemen door het kopen van wondermiddelen of wonderma chines. Dat brengt alleen teleurstel ling. VERBETERDE WERKWIJZE Er zijn wel enkele kleinigheden, die wij, nu het zo spant, niet verge ten moeten. Wij weten, dat men de arbeidstijd sterk verkorten kan door de melktijden te verschuiven en de arbeid grondig te organiseren. Maar produktief melkvee moeten wij op tijd melken om geen pro- dutkieverlies te krijgen. Hebben wij bij zulk vee voldoende tijd voor na- melken met de hand, dan moeten wij dat doen. Machinaal namelken kan uitstekende resultaten geven, dat is bewezen, maar tevens is be wezen, dat velen deze kunst niet verstaan of door tijdnood (bijv. bij gebruik van twee melkapparaten per man) haar niet goed kunnen toepassen. Een goed gebruik van onze melkmachine komt de produk- tie zeer beslist ten goede. Wij kun nen wel een hogere produktie ver krijgen als wij een nieuwe machine kopen, maar dan alleen doordat te gelijk met de nieuwe machine onze werkwijze grondig verbeterd wordt! Hebben wij dus klachten, dan moe ten wij niet wat nieuws gaan kopen, maar gaan leren onze aanwezige machine goed te gebruiken. Ook hiervoor kan men alle hulp en voor lichting krijgen. In het algemeen zullen wij thans voorzichtig zijn met het doen van nieuwe investeringen. Pas dan moe ten wij iete nieuws erbij kopen, wanneer vast staat, dat de te ver krijgen tijdwinst elders in het be drijf rendabel aangewend kan wor den. Is dat niet het geval, dan past de investering op dit ogenblik zeer beslist niet. Arbeidstechnisch is dat te betreuren, maar de geldelijke toe stand van vele bedrijven dwingt ons tot deze houding. Want er zal heel wat moeten veranderen en verbete ren, willen wij ons de weelde kun nen veroorloven iets te kopen al leen omdat het mooi is of de arbeid wat verlicht. Gaarne geven wij toe, dat al deze hulpmiddelen de eigenlijke bedrijfs structuur gemoeid raken en dus geen grote oplossingen zijn. Maar omdat die structuur niet in een handomdraai gewijzigd kan worden, menen wij toch de kleinigheden niet te mogen vergeten. De stalperiode is vanouds niet het tijdperk van grote winsten voor de veehouder. Vandaar dat wij nu, meer dan ooit, de puntjes op de i moeten zetten. Z'i oil* «mfimng» AKM <r» JUllANA$INGEL41-fe/£/jQ61(M780) EEN BLIJVEND EUVEL IN HET LEVENSMIDDELENBEDRIJF Wij zouden in ons land hogelijk verbaasd zijn, wanneer de universi teitsbibliotheken plotseling brom fietsen zouden gaan verhuren. Aan het idee, dat wij bij de kapper een elektrische koffiemolen zouden kun nen kopen, zouden we ook moeite hebben te wennen. Doch in de le vensmiddelenbranche is de laatste tijd alles mogelijk gebleken. Dezelf de chaotische aanblik, welke de dis tributie in de jaren dertig kenmerk te (en waartegen destijds prof. Sj. Gerbrandy zo fel heeft gestreden), tekent zich in de huidige distribu tie af. De grootwinkelbedrijven trachten klanten te lokken met koel kasten, mixers, haardrogers, horlo ges en dit heeft uiteraard weer tot gevolg dat de „specialisten" met 'n verminderde omzet kunnen komen te zitten. Dit leidde weer tot een vaak ongebreidelde prijsconcurren tie en tot formele prijzenoorlog en het resultaat van dit alles zal op de duur een chaotische distributie zijn. De branchevervaging neemt zo hand over hand toe, dat op het ogenblik noch de fabrikant, noch de grossier, noch de detailhandelaar meer weten welke kant het uitgaat en waar zij aan toe zijn. Want niet alleen worden tal van levensmidde len, die voorheen in afzonderlijke winkels werden verkocht, thans in eenzelfde verkooplaats aangeboden, doch men kan daar nu ook een groeiend aantal duurzame gebruiks artikelen verkrijgen en niemand weet waarheen deze ontwikkeling verder zal leiden. WAT IS VERWANT? Nu is „branchevervaging" een woord, dat voor velerlei uitleg vat baar is. Van verschillende zijden is betoogd, dat bijvoorbeeld koelkas ten geen deel moeten uitmaken van het asortiment van een grootwinkel bedrijf, dat zich toelegt op het le veren van levensmiddelen zo'n bedrijf kan dat echter altijd aan voeren, dat koelkasten juist in hoge mate verwant zijn aan het eigen as sortiment, omdat.men er levens middelen in bewaart. Volgens deze redenering kan men dan nog veel verder gaan. Immers, ook eetserviezen, tafelgerei en tafel linnen, bordenwasmachines, e.d. kan men dan onder de verwante artike len gaan rekenen. Een der groot winkelbedrijven offreerde haar cliëntele weegschalen tegen 'n sterk gereduceerde prijs en ook dit kan men ook met enige goed wil in ver band brengen met levensmiddelen. Wat kan men trouwens al niet in verband brengen met levensmidde len! Een kruidenier kan ook zwem pakken gaan verkopen en dit recht vaardigen door te zeggen dat je van zwemmen zo'n honger krijgt Op deze wijze vallen straks, mede door een steeds soepeler vestigings beleid van de wetgever, alle gren zen weg en is het hek volkomen van de dam. De goed bedoelde raad om de „non-foods" in het levensmidde- lenbedrijf te beperken tot verwante artikelen is dus niet zonder gevaar. Men zal het er moeilijk over eens worden, hoever deze verwantschap mag gaan. WELKE NORM? Ook het verkopen tegen sterk ge reduceerde prijzen roept grote moei lijkheden op, wanneer men maatre gelen overweegt. Het is niet eenvou dig vast te stellen welke norm zou moeten worden gehanteerd om een onordelijk economisch verkeer te constateren. Dat verkocht wordt tegen een lagere prijs of met een lagere marge is geen voldoende re den om van onordelijk economisch verkeer te spreken. Het zal dan ook niet eenvoudig zijn zodanige voor stellen op dit stuk uit te werken, dat die genade kunnen vinden in de ogen van de overheid, gevoelig als die nu eenmaal voor lage prij zen is in verband met de internatio nale handelspositie van ons land. Ook een strakker vestigingsbeleid dat hier misschien heil zou kunnen brengen, schijnt op dit moment geenszins een streven van de over heid te zijn. Ondertussen zal de verregaande branchevervaging, waaraan ons dis tributieapparaat weer is gaan lijden, de overheid bepaald niet onverschil lig kunnen laten. Doch met' wette lijke maatregelen alleen komt men toch niet uit de impasse, hoezeer deze gedachte ook bij vele kleine middenstanders leeft. Wat ook nodig is, is een goede organisatie van de kleine winkeliers. Een krachtige groep groot- en kleinhandelaren is zeker in staat soortgelijke acties te ontwikkelen als thans door de grootwinkelbedrijven worden onder nomen, waarbij het moderne mid denstands bankwezen stellig effec tieve steun zou kunnen verlenen. Een streven naar een dergelijke bundeling van krachten zou stellig meer effekt sorteren dan de protest brieven waarmee men thans' Den Haag overstroomt.

Peel en Maas | 1962 | | pagina 5