Overpeinzingen C PETROLEU De boerderij als bijverdienste Militaire oorlogsslachtoffers BEHAAGLIJKE WARMTE Politierechter mi/IH! !/M([! JULIANA5INGEL41 1061CK4780) voor moderne mensen natuurlijk een oliehaard gestookimet OLIESIRVICE K. VAN ELSEN kankerbestrijding Vrijdag 5 oktober 1962 No. 40 Orie en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF NV. VENRAY WFRK"RT AD VOOR VFNRAY FN OMSTRFKEN ADVERTENTOPRUS 8ct. ptt ABONNEMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 VV EtEtlVOL/iU VUUI\ V EtlllvA I HgIV VJIVIO I PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bulten Venray 1.75) KONTAKTBIJEENKOMST TE VENRAY Vanuit het gehele Noord- en Midden-Limburgse gebied waren de militaire oorlogsslachtoffers naar Venray gekomen voor hun jaarlijk se kontaktbij eenkomst. Deze kon- taktbij eenkomst zal met gouden let ters geschreven worden in de an nalen der Bond, want met name het Venrayse gemeentebestuur had hier getoond deze vaderlanders waar voor de oorlog nog steeds voort duurt vorstelijk te zullen ont halen. Het medeleven van de Venrayse overheid aldus de voorzitter van de afdeling zuid, de heer Nanninck, doet ons zo goed. 25.000 oorlogs invaliden en weduwen verheffen wel hun stem, maar de overheid hoort niet. Men hoort niet onze re delijke verlangens. Nog altijd heb ben zij een minimum pensioen. Nog altijd worden er kortingen toegepast voor hen, welke de mentale kracht hebben weten op te brengen, om zelfs geheel invalide zijnde, nog te gaan werken en dikwijls op de plaats waar zij staan voor 100 pro cent werkkracht geven, een presta tie derhalve van 200 pet. te leveren. De voorzitter van de afd. Noord en Midden-Limburg, de heer Seelen uit Maasbree was het Venrayse ge meentebestuur ten zeerste erkente lijk voor de spontaniteit waarmee zij de Bond was tegemoet getre den en voor de verzorging. Wij, oor logsslachtoffers, aldus de heer See len, wij hebben onze. plicht gedaan voor het vaderland, wij zijn dit niet vergeten en wij dragen ons offer mee tot in ons graf. Wij wensen geen medelijden, maar wel begrip en zeker van de overheid. Burgemeester mr. Custers sprak tijdens de ontvangst ten gemeente huize. Hij zei dat het in de week dat Venray zijn wederopbouw viert zeer passend was de militaire oor logsslachtoffers van Noord- en Mid den-Limburg te ontvangen in Venray omdat er een zekere band zal blij ven bestaan tussen Venray en de slachtoffers, meer dan welke plaats ook, gezien de offers welke er voor de bevrijding van Venray zijn ge bracht. Wij gezonden, moeten met bijzonder veel erkentelijkheid, met vriendschap en belangstelling zon der medelijden U tegemoet tre den als erkenning voor het offer door U gebracht. Venray, zeer zwaar getroffen door de oorlog, ontvangt U echter met hart en ziel. H.E.H. Deken Loonen sprak dat het goed is van tijd tot tijd herin nerd te worden aan de offers welke door velen zijn gebracht. Vóór de ontvangst ten gemeentehuize door het college van burgemeester en wethouders werden door de voor zitters van de afdelingen Noord- en Midden- en Zuid-Limburg kransen gelegd bij het oorlogsmonument. Deken Loonen ging hier voor in gebed en een hoornblazer van Ven- rays Koninklijke Harmonie Euterpe gaf het signaal The Last Post Door het gemeentebestuur werd aan alle deelnemers een koffietafel aangeboden in 't romantische Prin senhof, een koffietafel waaraan het aan niets ontbrak. Goede sfeer, pas sende muziek en wij zagen zelfs dat de nodige paren het waagde op de spiegelgladde dansvloer. Ook tijdens de maaltijd werd er veel gesproken, o.a. door de heer E, Bartels, voorzitter van de Katholie ke Invalidenbond St. Liduina, wel ke eveneens gewaagde van dat voor de invaldien nog steeds de oorlog blijft voortduren, maar dat er een kentering te bespeuren viel ten op zichte van het helpen door de over heid. Aan mevr. Custers, de echtgenote van Venrays burgemeester, viel de eer te beurt aan de heren Martens, Leunen; Verwey, Mook; Bongaerts, Venlo; Koenen, Roermond; Verhaeg, Horst en Backus, Blerick de onder scheiding voor het 10-jarig lidmaat schap van de N.B.M.O. uit te rei ken, terwijl een deputatie de onder scheiding ging uitreiken aan de heer Vullings uit Sevenum, 'welke die dag in het huwelijk trad. Venray wordt de parel der Peel genoemd, maar in de harten van de militaire oorlogsslachtoffers en we duwen, welke zaterdag gastvrijheid hebben genoten, is Venray de parel aan de kroon der gemeenten van dit gewest geworden en wij zijn over tuigd dat het geen jaren gaat duren eer dat Venray weer gastvrouwe zal worden voor deze Bond. MISDADIGHEID ONDER DE JEUGD STIJGT NOG STEEDS Volgens een mededeling van het Ministerie van Justitie stijgt de mis dadigheid onder de jeugd nog steeds. Een berekening van het Centraal Bureau voor de Statstiek toont in derdaad aan, dat in 1960 het permil- le misdadige jeugd is gestegen van 44 tot 47. Het terrein waarop deze jonge mensen zich bewogen betrof voor namelijk verkeersmisdrijven, dief stal, verduistering, mishandeling en vernieling. De jeugdige misdadigers hebben daarvoor hun straf gekregen, vaak gevangenisstraf. Maar wij vragen ons toch wel af of in vele gevallen de ouders niet schuldiger zijn. Na tuurlijk de ouders zullen vaak ge schrokken zijn en gezegd hebben: hoe kan dat nou? Hoe kan hij nou zo iets doen? We hebben hem toch steeds een goed voorbeeld gegeven! En de politie zal inderdaad beamen kunnen, dat de jonge misdadiger uit een net milieu komt. -•STEEgjjgqflF Toch is het z.g. nette milieu geen garantie. De beste garantie biedt nog steeds een stevige gezonde op voeding, welke aan een kind ook iets durft te weigeren. Dagelijks zien wij om ons heen hoe in de gezinnen de ouders aan de kinderen toegeven, hoe zij hen verwennen en opvoeden tot nare egoïstjes. Gemakzucht van de ouders be zorgt de kinderen de snoep, het uit gaan, de vrijheid. Een paard went men aan het bit, de. hond aan de band, de poes aan haar bak, maar de kinderen went men niet aan de tucht, vooral niet aan de zelftucht, voorwaarde voor een werkelijke vol wassenheid. Veel ouders zullen in hun hart moeten bekennen, dat hun kind een egoïst is, maar dat zij het zelf zo hebben gemaakt .Van egoïsme naar midsdaad is maar 'n kleine stap. TE GROTE AFSTAND Wij hebben weer een Universi teitszondag gehad. Op duizend en een manieren is de aandacht van de katholieken op de Universiteit ge richt, ten minste wanneer zij hun krant niet dichtvouwden, toen zij daarover iets geschreven zagen of de knop van de radio omdraaiden, wanneer een spreker achter de mi crofoon erover begon. En wanneer men luisterde of las, dan was het om te horen, dat de universiteit mil joenen tekort komt. Grote bedragen maken op de mensen geen indruk meer. Zelfs de miljardendan6 van de minister van Financiën gaat langs de kleren van de mensen heen. De bedragen zijn zo groot, dat men zich eenvoudigweg niet realiseert hoe groot ze wel zijn. Toch verdient de Katholieke Universiteit en ande re inrichtingen voor universitair on derwijs zoals de Tilburgse Hoge school een daadwerkelijke belang stelling der katholieken, want het zijn hun instellingen. Zij zijn moge lijk geworden door de giften en ga ven van heel het katholieke volk. De instellingen zijn er ook voor de ka tholieken. Toch is de afstand tussen de ge wone katholiek en de hoge weten schapsbeoefening te groot. De uni versiteit is in de ogen van velen een onbereikbare hoogte, waarvan zij niets begrijpen kunnen. Maar wil de universiteit in de harten der gewone mensen blijven dan moet zij hen aanspreken in een taal ,die de gewone mensen ver staan. De betekenis van de Univer siteit voor de wetenschapsbeóefe ning, voor het geloofsleven en voor de maatschappelijke verheffing van de katholieken kan en moet katho liek gemeengoed zijn. Maar deze taak van de public re lations wordt van de zijde der Uni versiteitsbestuurderen nog te weinig beoefend. Wordt het geen tijd, dat dit gaat gebeuren. Het zou in het belang van de universiteit en hoge school zelf zijn, vooral ook met het oog op bovengenoemde tekorten. Daarnaast zouden vele afgestu deerden aan deze universiteit wiens studie mede mogelijk is ge worden „door het penningske van de weduwe" ook t.a.v. de „reclame" voor deze universiteit iets meer kunnen doen, dan in het betrekke lijk kleine kringetje intellectuelen te blijven _.=bjT rarnnfnirsitifrfraï Q> In ons land komen rond 70.000 be drijven voor met agrarische pro duktie, zonder dat de eigenaars daarvan hun hoofdberoep maken. Onder „bedrijf" verstaan wij hierbij een produktie-eenheid, die meer voortbrengt dan de eigenaar met zijn gezin opeet. Hij levert dus wel degelijk aan het economische ver keer en produceert niet uitsluitend voor eigen gebruik. Om de zaak meteen duidelijk te maken, zullen wij een aantal kategorieën opsom men: 1. fabrieksarbeiders e.d. mensen in dorpen met industrievestigingen; 2. landarbeiders met „eigen hoekje grond" of kleine veestapel; 3. renteniers of gepensioneerden, die „nog wat om handen willen hebben"; 4. handelaren, vooral in vee of paarden, met wat weiland en stallen; 5. buitenplaatsen, landgoederen enz. met boomgaard, tuin, soms zelfs weiland met vee en paarden; 6. instituten, ziekenhuizen, stichtin gen enz. met eigen boerderij of tuinderij 7. kerkgenootschappen die soms grond bezitten en fondsen vor men via het weiden van vee, bijv. kerkschapen; volkstuinders e.a. amateurs, die soms ook derden van groenten, fruit of bloemen voorzien. Soms kan zo'n kategorie door haar totale produktie grote econo mische betekenis krijgen. Zo neemt men b.v. aan, dat volkstuinders, an dere amateurs en „zelfvoorzie tiers" in ons land 1015 pet. van de totale Nederlandse produktie groenten voor hun rekening nemen. Uiteraard gunt iedereen dat hun van ganser harte, maar het betekent toch 10-15 pet. minder afzet op de binnenland se markt voor onze tuinbouw. Nu is geen andere tak van bodemprc- duktie zo sterk op de uitvoer gericht als de tuinbouw en daarom maakt onze tuinbouw er zich niet druk over. Evenmin hoorden wij ooit van bezwaren tegen de produktie van de kategorieën 2 t.m. 7. Trouwens, als grote inrichtingen een eigen boerderij of tuinderij heb ben, dan wil dat toch al zeggen, dat er een of meer „beroepsboeren" of tuinders bij betrokken zijn. Want zonder vakkundige leiding kost de produktie meer dan zij waard is. Daarom ontbreken in ons lijstje nog twee andere categorieën, die tot 12 jaar geleden nog wel betekenis hadden. Dat waren de welgestelde stedelingen, die een rustig leven op het platteland verkozen en dus er gens een „hoenderpark" begonnen en dat waren de burgers, die zich lieten beetnemen en zonder vakken nis de champignonteelt in kelders, schuren of bouwvallen begonnen. Nadat zij hun geld verspeeld had den, verdwenen zij weer uit het nieuws Het gaat hier tegen de eerstge noemde kategorie. VERZET IN DE ZANDSTREKEN De zandstreken van het oosten, zuiden en midden van ons land ken nen vanouds het gemengde bedrijf met varkens en kippen. Dat is in grote trekken nog zo, zij het dat de „ontmenging" of specialisatie thans grote vorderingen maakt. Speciali seert men zich op kippen (leghen nen of slachtkuikens), dan houdt men het bouwland wel aan omdat graan en stro beide benut kunnen worden en in de weiden loopt dan naast wat vetweiders nog wel een melkkoetje, maar tijd en geld spen deert men in hoofdzaak aan één be- drijfsdeel: de kippen. In mindere mate gaat dat ook op bij de var kenshouderij, zij het dat die relatief minder tijd vraagt. Nu weet men, dat de resultaten van beide, de varkenshouderij en de pluimveeteelt, al sinds een jaar eigenlijk bedroevend zijn. Slechts bij veel geluk en zeer grote deskundig heid is daarin nog een redelijke be loning te vinden. Er is af en toe een aarzelende tendens naar markther- stel, maar als men bv. weet, dat in het afgelopen broedseizoen 20 pet. minder eieren zijn ingelegd dan in het seizoen daarvoor en dat deson danks de eierprijs te laag blijft, dan is men weinig optimistisch. Het her stel gaat in ieder geval zeer, zeer langzaam. /Onder deze omstandigheden rijst verzet tegen de agrarische produk tie door hen, die overdag fabrieks arbeid verrichten. Van hon bestaat geen nauwkeurige statistiek maar men mag aannemen, dat het om ze ker 5.000 bedrijfjes gaat. Zij kunnen tot enige hectaren groot zijn on men vindt er dan zelfs melkkoeien, jongvee of vetweiders. En soms ook stalletjes, zij het gebrekkige. KIND KAN WAS DOEN Sociaal gezien is dat al geen voor deel, want bij een negenurige werk dag op fabriek of in garage of werkplaats is het niet aan te beve len 's morgens voor dag en dauw een paar koeien te melken en dat s avonds weer te doen. Het land zou uitstekend kunnen dienen om ande re bedrijven te vergroten. Maar ook zonder grond doch met een ruim erf kan men al vrij wat produceren, als men stalruimte heeft. Pluimvee en varkens vragen wei nig grond. Vaak heeft men wat ka pitaal door grondverkoop, maar ook zonder dat speelt men in gebrekkige hokken nog wel wat klaar. Overdag kan moeder de vrouw wel een oogje in het zeil houden als dat nodig is. Dus zaterdags kan uitgemest en schoongemaakt worden. Wat is daar nu tegen? Dit, zeggen de boeren: om bakker, slager, kapper, smid en vele andere beroepen uit te oefenen moet men een vergunning hebben krachtens de Vestigingswet Bedrijven plus een vakdiploma, maar de markt beder ven met agrarische produktie, dat mag blijkbaar iedereen zonder di ploma of vergunning! Men voegt er aantoe, dat deze mensen vaak niet goed rekenen kunnen en geen belo ning voor hun extra arbeid ontvan gen, maar desondanks doorgaan, want het is vaak liefhebberij. Er zijn er echter, die deze liefhebberij uitbreiden tot tientallen, soms 100 mestvarkens. De veevoederhandel levert wel op krediet en soms de varkens erbij! Ook de coöperaties zijn reeds coulant bij hun leverin gen, want men zoekt afzet. EEN UITERMATE MOEILIJK VRAAGSTUK Men kan opmerken, dat de totale produktie van deze „outsiders" mis schien nauwelijks 10 pet. bedraagt van de totale produktie in een ge bied. Maar dat helpt niet, want juist zo'n 10 pet. extra kan de markt ver storen en de prijzen bederven. Bo vendien kan een beroepsboer, die loon voor zijn arbeid moet hebben omdat hij van zijn produktie leeft, nooit op tegen hen, die met geringe beloning tevreden zijn omdat de liefhebberij er een rol bij speelt. En wat de gebrekkige stallen betreft: het moet al erg zijn wil een varken er minder snel door groeien of een koe er minder melk door gaan geven. De moeizame arbeid neemt men toch voor lief Men kan ook antwoorden, dat de georganiseerde landbouw dan maar degelijk voor vestigingsvergunnin gen, eisen van vakbekwaamheid en kredietwaardigheid volgens model van de Vestigingswet Bedrijven en de daarop gegronde uitvoeringsbe sluiten (volgens welke deze wet ach tereenvolgens voor tal van bedrijfs takken toepasselijk werd verklaard) hadden moeten zorgen. Dat argu ment snijdt hout, want enig diploma bezitten deze mensen vaak niet. Maar daarvoor is het nu te laat. Wat dan? Verbieden tenzij het alleen voor eigen gebruik gaat? Ja, dat was wel aan te bevelen, want het gaat niet aan andere bedrijvig heden zwaar te beschermen en de minstens even belangrijke landbouw niet. HET IS NU TE LAAT De eisen aan de middenstanders gesteld gaan vaak zo ver, dat som mige dorpen hun ambachtslieden verliezen, maar de wet wordt ge handhaafd. Maar de agrarische pro duktie verstoren mag iedereen. So ciale belangen? Die spelen hier niet mee. Het heeft geen cent recreatieve waarde, dat 'n monteur of fabrieks arbeider na zijn dagtaak 100 mest varkens of 400 legkippen of 1000 slachtkuikens gaat verzorgen: dat is nauwelijks ontspanning te noemen. Laat de man, die niet kan ophou den met werken, dan aardappelen, groenten, bloemen en fruit voor zijn gezin gaan kweken, gaan knutselen of aan sport doen, dat is allemaal gezonder dan uren te verblijven in veestallen. Doch wat de klagers ver geten is, dat het voor ingrijpen al te laat is. De E.E.G. is in aantocht en de Duitsers zijn geweldig voor zulke uitslovers, de Belgen en Fran sen houden niet van al te diep in grijpen in persoonlijke zaken. Daar komt nog bij, dat onze uit slovers eigenlijk.bijzonder goed koop produceren. Ze zijn immers met weinig winst tevreden en ar beidsloon rekenen ze niet. Ofschoon wij voorstanders mogen zijn van het zoeken naar de goedkoopste produk- tiewijze ligt hier echter toch een grens. De goedkope produktie (be ter: de marktverstoring) moet niet verkregen zijn op zo'n manier. Voedsel is onmisbaar, daarom dient het produceren daarvan ook een redelijk bestaan te geven. Wil men dus dit kwaad aanpakken, dan zal dat georganiseerd moeten ge schieden en men zal het meteen in ternationaal onder de loep moeten nemen. Want men zal in Nederland niet meer een regeling aanvaarden die straks in EEG-verband weer losgelaten moet worden. Als men dit beseft, kan het kwaad bestreden worden. Kleinzieligheid zij ons vreemd, maar belangrijke agrarische produktie voorbehouden aan boeren lijkt ons redelijk. SCHOON ZUINIG WARM Prins Hendrikstraat 18 - VENRAY - Tel. 1834 Hij had het rood-gestreepte jas je niet aan, maar verder was dit de huisknecht die men in kluchtspelen steeds op het toneel ziet verschijnen. Hij snoof luidruchtig door een neus, die aangeraakt scheen door de roze- vingerige Eos, de godin van de mor genstond, en aan zijn oogjes te zien had hij pas de ingrediënten schoon gemaakt voor het uiengerecht, dat sommige mensen stomp-stamp noe men. „Dat is mijn geboorteplaats, edel achtbare", zei hij. „O, dacht je dat je je in je ge boorteplaats wel te buiten mocht gaan!" riep de rechter. Geenszins, edelachtbare geens zins. Maar ik dacht, kom, laat ik eens kermis gaan vieren in mijn ge boorteplaats, edelachtbare. Dat doe ik elk jaar, edelachtbare." Daarbij bewijzend de trekkracht van de ge boortegrond Aan beleefdheid schortte het deze verdachte niet en het zou niemand hebben verbaasd als hij tegelijk met zijn vonnis een flinke fooi van de rechter had gekregen. Doch in feite hadden wij hier te doen met een wolf in huisknechtkleren. Want als goed begin was hij alle café's van zijn geboortedorp afgegaan. Daar trof hij oude schoolmakkers aan, wier haren en streken met de jaren minder werden. Maar jeugdherinne ringen en jenever deden het hunne om deze kermis een drama te ma ken. Want wat deed onze heer Hij stapte na vele omzwervingen bij zijn vroegere buurman naar binnen, zonder eerst de deur open te doen. Dit gaf heel wat splinters en daar om was er een civiele vordering van 37,50 wegens reparatie van de ver nielde deur. „Je was dronken, hè?" begon de rechter. „Nou, dronken is het woord niet, edelachtbare". „Nou, laveloos dan." „Ik had wel een glaasje op", gaf de verdachte toe. „Een fles bedoel je zeker!" dacht de officier. Na het opwekkend genot van deze lafenis viel het onze huisknecht op, dat Trui, de echtgenote van een van die vrienden, er niet meer bij was. Truis was het huis van de vroegere buurman binnengegaan en het ge zelschap besloot haar te gaan halen. Haar heer gemaal ging daar op de stoep staan en smeekte haar naar buiten te komen. Maar Trui riep van binnen, dat ze niets met zo'n dron kemansbende te maken wilde heb ben. De heer gemaal gebruikte toen steeds krachtiger termen, verwenste zijn vrouw in plastische uitdrukkin gen, riep, dat ze voor zijn part naar de weerlicht kon lopen, en ging toen op de stoep zitten huilen. De huisknecht, die vroeger bij Trui in de klas had gezeten, zei dat hij haar wel even naar buiten zou halen. Hij drong door de voordeur als een bazooka door een bordpapie ren tank. „En toen was 't in orde, edelachtbare", vertelde hij niet zon der trots. In hoeverre het in orde was herinnerde hij zich niet precies, want toen Trui goed en wel buiten was, lag de huisknecht al op de brits onder het gemeentehuis van deze vermoeienissen te bekomen. Op school was 't al een klik spaan", riep de gewezen buurman als getuige, terwijl hij met de kwi tantie van 37,50 zwaaide, „en la ter bij 't voetballen lichtte hij ieder een zijn pootje". De rechter kwam van deze gru welijke bijzonderheden hoegenaamd niet onder de indruk. Vijf en veer tig gulden boete kreeg de huis knecht en binnen een half jaar moet hij de schade aan de deur vergoe den. ,,'t Was toch in mijn geboorte dorp!" sputterde de verdachte nog. Hoe verder men van zijn geboor teplaats woont, hoe schoner die wordt. Het beeld van geboortehuis, van de straat waarin men woonde, van de plaatsen waar men gespeeld heeft, krijgt gouden randjes en wordt soms onwerkelijk. Dat geeft teleurstellingen bij wederkomst, maar van de ander kant blijft het beeld trekken. Dat ondervond ook de hoofdpersoon van deze politie- rechter-geschiedenis. OPBRENGST KOLLEKTE De onlangs gehouden jaarlijkse kollekte voor de kankerbestrijding in de gemeente Venray heeft de mooie som opgebracht van 1519,12, gespecificeerd als volgt: Venray-kom f 554,01 Ysselsteyn 202,30 Oostrum 187,40 Oirlo 119,20 Leunen 117,31 Castenray 90, Merselo 87,50 Veulen 51,89 Heide 44, Smakt 35,51 Vredepeel 30, Totaal f 1519,12 (Opbrengst kollekte 1961 1428,17) Het bestuur der Ned. Ver. tot steun aan het Koningin Wilhelmina- Fonds voor de Kankerbestrijding, afd. Venray, betuigt allen hierbij gaarne zijn dank voor deze op brengst, speciaal aan de ijverige col- lectrices. Namens het bestuur voornoemd: Th. van Thiel, voorzitter P. van Lieshout, secretaris.

Peel en Maas | 1962 | | pagina 5