GEMEENTERAADS
Het tweede
Vaticaans Concilie
ueikiezinq
Plaatselijke Commissie
voor de ruilverkaveling jioiiCUCCli
Geestelijk artikel
Vrijdag 8 juni 1962 No. 23
Drie en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS^
DRUK EN UITGAVE VAN TEN MUNCKHOF NV. VENRAY AH VHOR VPNR A V RIM HMQTPPITPM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS-
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 VV E#ErIVOJUALi V UUI\ V jZtlXfVA. I UiVlO 1 l\CtlVCtl\ PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bulten Venray 1.75)
In den lande zijn druk de uitsla
gen van de gemeenteraadsverkiezin
gen daags voor Hemelvaartsdag be-
kommentarieerd. De voornaamste
opmerking die men hoort is wel, dat
de VVD, de liberale partij, steeds
verder afbrokkelt en haar positie
van derde grootste partij dreigt te
verliezen.
De andere bevestiging, welke de
gemeenteraadsverkiezingen oplever
den, was de afzwakking van de Par
tij van de Arbeid tengevolge van de
snelle opkomst van de PSP, de Pa
cifistisch Socialistische Partij, de zg.
anti-atoombom socialisten. De Partij
van de Arbeid is haar enkele jaren
lang gehouden plaats van grootste
partij grondig kwijt. Wanneer het
Kamerverkiezingen geweest waren,
dan zou de KVP 50 zetels hebben ge
had, de P.v.d.A. 45. De protestantse
partijen hebben zich vrijwel gehand
haafd.
De politieke betekenis van de ge
meenteraadsverkiezingen voor het
land, schulit voornamelijk hierin,
dat de P.v.d.A. zelfs in haar lucra
tieve positie van oppositie-partij er
niet in geslaagd is de teruggang te
gen te houden. De winst van de PSP
zal voor haar reden kunnen zijn, een
nog linksere koers te gaan varen
dan zij tot dusver gedaan heeft.
Van de ander kant moeten wij ons
afvragen of de Nederlandse socialis
ten „im groszen Ganzen" nog warm
lopen voor de oude socialistische
idealen. Dat de Nederlandse kiezers
met hun zeer menselijke en logische
afkeer van de atoombom de PSP zo
ver zullen steunen, dat Nederland
een anti-atoombom-natie in de
NAVO zou worden, is niet te ver
wachten. De PSP is daarvoor te
links. Deze partij bestaat meer per
gratie van de reactie tegen de ver-
burgelijking van de P.v.d.A. dan
van de actie.
Doch ons zegt dat alles niet veel.
We kijken in „onze" verkiezingen
meer naar de onderlinge verhoudin
gen tussen de verschillende groepe
ringen, die niet zo zeer op politieke
dan wel op stands-organisatorische
grondslag zijn opgebouwd.
Met name op de boerenlijst, lijst 1
en 4, (kerkdorpen) de KAB, lijst 2
en de overige lijsten 3 en 5 (het cen
trum of de kom). Dit verkiezingsjaar
speelde daarbij nog dat onze ge
meenteraad wordt uitgebreid met 2
zetels.
De eerste reactie, bij het bekijken
van de nieuwe uitslagen is intussen
wat voorbij, evenals de eerste schrik.
Want zo op het eerste oog is er im
mers allerhand veranderd. Bekijkt
men echter de zaken nuchter dan
mogen we vaststellen, dat in 1953
de kerkdorpen 40,2 pet. van de stem
men wisten te trekken. In 1958 was
dat 37,8 pet., in 1962 (waarbij we
dan de lijst Rongen-Strijbos ook al
zodanig tellen) 39,5 pet. Het nog al
betrekkelijke verlies van 1958 is nog
niet helemaal goed gemaakt, maar
de vraag is of zulks met een grotere
groei van het centrum nog wel mo
gelijk is. In ieder geval hebben de
kerkdorpen door hun samengaan al
hun krachten gebundeld en het re
sultaat is navenant geweest. Boven
dien hebben ze nog de krachtige
hulp in de zeilen gehad van de over
schotten ,want met een kiesdeler
van 489 hebben zij slechts 432 stem
men behoeven te geven voor ieder
van hun 8 zetels. Telt men de lijst
Rongen er bij dan kost iedere boe-
renzetel 459,5 stem. Deze groepering
mag dus over deze verkiezing hele
maal niet klagen. En zeker Heide
niet dat het oud-raadslid Maas
weer terug ziet keren.
De verschuivingen van deze ver
kiezing hebben zich vooral voorge
daan in het centrum van Venray.
Weliswaar is het totaal percentage
behaalde „kom"-stemmen ten op
zichte van 1953 gestegen van 59,8 tot
60,5 pet., maar ten opzichte van 1958
is er een kleine daling te zien van
0.7 pet. Kennelijk is de eenheid van
de kerkdorpen hier debet aan.
Het grote verschil zit echter in de
stemmen-verdeling van de „Cen
trum-lijsten". In 1953 wisten de ar
beiders 24,5 pet. van alle uitgebrach
te stemmen op zich te verenigen. In
1958 zakte dat percentage tot 21,3 en
was de KAB een der verliezers van
de toenmalige verkiezingsstrijd.
Maar in dit jaar hebben ze zich
grandioos hersteld want men steeg
van 21,3 tot liefst 31,5 pet., een stij
ging, die na de bevrijding nog geen
enkele partij de zijne kon noemen.
Met 488 stemmen per zetel is de
KAB-lijst, de lijst, die praktisch ge
lijkstaat met de kiesdeler (489).
By de KAB-lijst valt vooral op het
aantal voorkeurstemmen dat de
wethouder van Sociale Zaken, de
heer Schols, heeft weten te beha
len. Een betere getuigenis dat een
groot deel van de kiezers zyn werk
o.a. t.b.v. de woningverdeling
deze zware en moeilijke taak
weet te waarderen had de heer
Schols zich moeilijk kunnen wen
sen.
Het is de KAB-lijst, die de grote
overwinnaar is van deze gemeente
raadsverkiezingen, een winst, die
zich manifesteerde in 2 zetels winst.
Lijst 3 met 1832 stemmen daaren
tegen heeft voor een deel het gelag
moeten betalen, ondanks de propa
ganda, die door haar is gevoerd. Van
24,8 pet. in 1958 zakte zij terug op
19.7 pet. en mocht zodoende dank
baar zijn, dat zij haar 4 zetels kon
behouden. Zetels, die hun 458 stem
men per zetel kostte, zodat men
nog iets aan de voordelige kant zat.
Tenslote is er de derde grote ver
liezer van deze verkiezing lijst 5.
Met 862 stemmen moest zij een
zetel kopen, terwijl 3 stemmen meer
voldoende was geweest om een twee
de man van deze lijst in de raad te,i
brengen.
Voor het overige verwijzen we
naar bijgaande tabel, waarin een en
ander nog eens in nuchtere cijfers
te lezen staat.
Van de heden nog zittende raads
leden keren niet terug de heren H.
Janssen (die zich niet meer herkies
baar stelde), E. Bartels en J. Tille-
mans. Nieuwe leden zijn Mevr. Rut-
ten-Tielen, en de heren M. Fleur-
kens Oostrum, H. Maas Heide, H.
Valkengoed en H. J. Jaegers Ven
ray.
En nu maar duimen voor de wet
houdersverkiezing in september a.s.
die misschien ook nog verrassingen
brengen kan.
BESLUIT VASTSTELLING
UITSLAG VERKIEZING VOOR DE
GEMEENTERAAD
De voorzitter van het centraal
stembureau voor de verkiezing van
de leden van de gemeentei-aad van
Venray brengt ter openbare kennis,
dat het besluit van het centraal
stembureau, d.d. 1 juni 1962 tot het
vaststellen van de uitslag der plaats
gehad hebbende verkiezing van de
leden van de gemeenteraad voor 'n
ieder ter secretarie dezer gemeente
ter inzage is nedergelegd.
Venray, 1 juni 1962.
De voorzitter van het centraal
stembureau voor de verkiezing
van de leden van de gemeente
raad van Venray.
M. M. L. G. M. CUSTERS
DE AANLEG
EN REKONSTRUKTIE VAN
DE LANDBOUWWEGEN - A
Bij de aanleg van landbouwwegen
in een blok van ruilverkaveling
maakt men onderscheid in land
bouwwegen A, B en C.
Planwegen zijn verkeerswegen
welke op een Europees en/of Rijks-,
dan toch op een provinciaal of ter
tiair wegenplan voorkomen.
De landbouwwegen hebben in te
genstelling met de planwegen een
veel geringere verkeersintensiteit.
Bij het ontwerpen van de land
bouwwegen wordt uitgegaan van de
volgende normen:
1. Landbouwwegen - A
Onder landbouwwegen-A verstaat
men niet-planwegen welke twee of
meerdere kerkdorpen met elkaar
verbinden. Hiervoor gelden de vol
gende maatstaven:
a. Verhardingsbreedte dek en/of
slijtlaag 5 m.
b. fundering 5V2 m.;
c. zandkip 6 m.;
d. bermbreedte min. aan weerszij
den 2 m. Bij aanwezigheid of
verwachting van drinkwaterlei
ding, boven- of ondergronds ka
belnet voor PTT of PLEM of be
planting wordt naar omstandig
heden deze berm verbreed;
e. bij zichtbare afwatering van de
weg komen aan beide zijden
bermsloten voor. Men moet er bij
verharding van een weg op be
dacht wezen, dat na een regenbui
op het gesloten wegdek het wa
ter direkt naar de bermen af
stroomt en niet voor een deel
door de grond wordt opgenomen
en pas later en geleidelijk aan
het ontwateringsstelsel wordt af
gegeven.
2. Landbouwwegen-B
Dit zijn de wegen waarlangs de
boerderijen zijn gevestigd. Een weg
met een enkele boerderij zal men in
verband met deze kosten niet altijd
als een b-weg realiseren.
Richtlijnen voor deze B-wegen
zijn:
a. Verhardingsbreedte dek/slijtlaag
3 m.
b. Fundering 3V2 m.
c. Zandkip 4 m.
d. en e. Bermen en bermsloten
overeenkomstig hetgeen onder
landbouwwegen-A is vermeld.
3. Landbouwwegen-C
Dit zijn de overige landbouwwe
gen welke voornamelijk dienen om
vanaf een groepje boerderijen bijv.
een complex graslanden of bouw
landen te bereiken.
Deze wegen kunnen naar de te
genwoordige maatstaven al of niet
verhard zijn. In zandgebieden met
bouwland bijv. asperges of rogge-
complex is verharding niet altijd lo
nend. In de beekdalen zal men in
verband met de bodemgesteldheid
iets eerder tot verharding overgaan.
In de ruilverkaveling „Lollebeek"
zijn enkele wegen als landbouwweg-
A geklassificeerd, nl. de Lorbaan
van America naar de Veulenseweg
en de Veulenseweg zelf vanaf boer
derij „Slangen" naar de Midden-
Peelweg over Veulen naar Schoor,
vervolgens over het Hoogriebroek,
Zandhoék en Oirlo in de richting
Wanssum.
Deze laatste weg van Veulen naar
Wanssum is reeds verhard doch ver
keerstechnisch is hij niet al te best,
nl. veel bochten met soms o.a. bij
boerderij van Dijk Overbroek geen
uitzicht. Verwacht wordt dat het
landbouwverkeer langs deze wegen
zal toenemen o.a. in verband met de
haven van Wanssum en de daar aan
wezige accomodatie voor bietenver-
vOer, drogen van granen enz.
Met de verbetering van de „Lor
baan" tot A-landbouwweg wordt
eindelijk een goede verbinding ver-
kr-egen van America met Venray.
In het gebied van de Lollebeek
ontbreken de verharde noord-zuid
verbindingen praktisch geheel. Men
kan over de provinciale van Horst
naar Venray komen maar verder
ontbreekt in westelijke richting el
ke noord-zuidverbin iing. De vol
gende verharde noord-zuid-verbin
ding is pas Zeilberg-Deurne-de Rips
in Brabant.
Deze lacune is ontstaan omdat de
Peelgronden vroeger grotendeels
eigendom waren van de verschillen
de Peelgemeenten. Iedere gemeente
ontwikkelde in de afgelopen 50 jaar
haar eigen vervenings-, ontginnings-
en ontwikkelingsplannen voor haar
Peelgebied. Onderlinge samenwer
king van de gemeentebesturen om
deze plannen op elkaar af te stem
men en te coördineren was er prak
tisch niet. Integendeel de Midden
standers van de verschillende oude
gemeentekernen wensten destijds
dat de bewoners van de nieuwe Peel
kerkdorpen zoals Ysselsteyn, de
Rips, Elzendorp, St. Odiliënpeel zo
veel mogelijk georiënteerd bleven op
de oude kerkdorpen waaruit zij ont
staan waren. Oude raadsverslagen
van Horst, maar vooral van Deurne,
geven deze vroegere mening duide
lijk weer.
Peelplan Zuid en de Moost zijn
nog steeds niet door een harde weg
met Griendtsveen verbonden door
de bijzondere eigendomsverhoudin
gen welke ten noorden van de
spoorlijn VenloEindhoven beston
den.
Al zijn de nieuwe kaarten voor 't
ruilverkavelingsblok nog niet klaar
en evenmin de detailplannen voor
dctailontwatering, kavelrationalisa
tie enz., toch meende de Plaatselijke
Commissie nu reeds de voor de
streek belangrijke werken van de
landbouwwegen-A tot uitvoering
te kunnen brengen. In haar verga
dering van 26 april j.l. besloot zij
aan de Ned. Heidemij opdracht te
verlenen tot het opmaken van een
concept-bestek voor de Lorbaan tot
aan de Veulenseweg en aan de N.V.
Grontmij voor de Veulenseweg en
vervolgens via Schoor-Zandhoek-
Oirlo. In verband met de vele klach
ten over de Heidsepeelweg is ock
in deze laatste opdracht opgenomen
de verharding tot landbouwweg-B
van het gedeelte van de Heidsepeel
weg vanaf de Heidsepeel tot aan de
Rouwkuilenweg. De verharding van
het tweede gedeelte van de Heidse
peelweg vanaf de Rouwkuilenweg
tot aan de Heide kon nog niet in
deze opdracht orden betrokken om
dat de waterloop welke langs dit
tracé zal komen te lopen gelijktijdig
met de weg moet worden aangelegd.
De aanleg van deze waterlossing
geeft belangrijke konsekwenties
voor de nog niet verbeterde bene
denstroomse gedeelten. Bovendien
worden hier de gevolgen voor de
nog niet nader uitgewerkte detail
ontwatering, kavelindeling, duikers
onder andere wegen, grondberging
enz. zo groot, dat deze nog niet te
overzien zijn.
Inmiddels wachten wij dus maar
eerst op de bestekken van de Lor
baan en Veulenseweg en hierbij ge
rangschikte wegen.
KERKDORPEN:
Ysselsteyn
Oirlo - Castenray
Overige kerkdorpen
Aantal
stemmen
591
728
1953
°/o Gekozenen
8.4 Wismans
10.3 (v. d. Sterren
(Steeghs
21.5 Pubben
Houben
v. Dijck
Maas
40.2 7
538
1172
Sub totaal
7.7 Odenhoven
16.8 De Bruyn
Derickx
v. Boven
24.5
Overige:
Sub totaal
20.1 v. Haaren
Fr. Janssen
H. Janssen
15.2 Wintels
Veraart
Verheugen
35.3 6
Aantal
stemmen
576
819
1958
°/o Gekozenen
6.9 Jenniskens
9.8 v. d. Sterren
Steeghs
21.1 v. Dijck
Emonts
Houben
37.8
21.3 De Bruijn
Schols
Derickx
Pon jee
21.3
381
3416
11.5 Wintels
Vermeulen
24.8 F. Janssen
Colsen
Bartels
Berkhout
4.6 v. Haaren
40.9 7
Aantal
stemmen
1962
Gekozenen
/Jenniskens
Iv. Dijck
3456 37.1lEmonts
220 /Fleurkens
Mevr. Rongen 2.4 jv. d. Sterren
I Steeghs
f Houben
^Maas
3676 39.5 8
2929
31.5 De Bruijn
Schols
Pon jee
Peeters
Valkengoed
Jaegers
31.5 6
19.7 F. Janssen
Colsen
Rutten-Tielen
Berkhout
9.3 Vermeulen
2694 29.0 5
7020
9299 1G0.0 19
TOESPRAAK DOOR KARDINAAL
ALFRINK TOT DE PRIESTERS
VAN DE ZEVEN BISDOMMEN
Het Concilie dat januari 1959 is
aangekondigd, komt na meer dan
drie jaar voorbereiding in zicht. Het
begin is aangekondigd voor 11 ok
tober van dit jaar, het feest van Ma
ria's goddelijke Moederschap.
Het zal zijn het 21e Algemeen Con
cilie, het 2e Vaticaans Concilie.
Kardinaal Alfrink heeft in een
toespraak tot de priester van de 7
Bisdommen een en ander verteld
over de voorbereidingen tot deze
kerkvergadering. Hierin zei hij o.a.,
dat de kerkgeschiedenis geen Con
cilie heeft gekend dat zo intens en
zo uitvoerig is voorbereid als dit
tweede Concilium Vaticanum.
Door de moderne techniek is de
wereld zo klein geworden, dat thans
contacten mogelijk zijn, zoals nooit
tevoren. Het is nooit denkbaar en
nooit mogelijk geweest bijv. ciat een
Centrale Commissie, waar geheel de
Kerk in nucleo aanwezig is, vanuit
de verst afgelegen delen der aarde
in de loop van één half jaar vijf
maal in Rome samenkomt. In vroe
gere tijden zou er om éénmaal te
vergaderen een halfjaar nodig zijn
geweest.
Men heeft alle mogelijkheden aan
gegrepen om de stem van geheel de
wereldkerk te vernemen, ook reeds
voordat het Concilie samenkomt.
Men is hierin werkelijk niet eng
hartig geweest, aldus Kardinaal Al
frink, ook al heeft men er niet zo
zeer aan gedacht de stem v.d. leek
direct te laten klinken, veronderstel
lend dat deze evenals trouwens
die van de clerus voldoende zou
doorklinken in het geluid dat de
Concilie-Vaders, de Bisschoppen,
zouden doen horen, ook in de wen
sen die de Bisschoppen naar Rome
hebben gezonden zal waarschijnlijk
geen van die in die kringen levend
verlangen gemist worden. Bovendien
zal de stem van de leek en van de
clerus voldoende tot zijn recht ko
men, omdat men de verschillende in
de wereld verspreide katholieke uni
versiteiten en faculteiten aan het
woord liet komen, de priester- en
leken-hoogleraren beschouwend als
de meest geëigende en vooraanstaan
de vertegenwoordigers van het kerk
volk. De wensen van deze universi
teiten en faculteiten vullen drie lij
vige boekdelen van bijna 2000 blad
zijden, waarvan er 800 afkomstig
zijn van universiteiten, waarin dus
ook de stem van de leek klinkt.
VERSCHILLENDE FASEN
We bevinden ons thans in de der
de pfase van voorbereiding: die van
de Centrale Commissie, die vorig
jaar tweemaal heeft vergaderd en
in het eerste half jaar van dit jaar
vijfmaal samenkomt.
De eerste fase van voorbereiding,
die we al bijna weer zijn vergeten, is
de taak geweest van de z.g. Com-
missio Ante-praeparatoria.
Deze commissie moest de voorbe
reiding van het Concilie mogelijk
maken, prepareren. Haar taak werd
door de H. Vader bij de instelling
op 17 mei 1959 omschreven als:
1. contact nemen met het wereld
episcopaat om wensen en sug
gesties te vernemen;
2. de voorstellen van de Romeinse
Congregaties opvragen;
3. in algemene lijnen de materie
aangeven die op het Concilie be
handeld zou moeten worden, na
ook de theologische faculteiten en
universiteiten te hebben gehoord.
4. de diverse Commissies en orga
nen samenstellen ,die de prepara
tie van het Concilie ter hand zou
den nemen.
Deze Commissie waarvan Kardi
naal Tardini voorzitter was, heeft
zeer voortvarend gewerkt. Zij beeft
alle gegevens verzameld die uit de
gehel wereld binnenkwamen van
alle Bisschoppen, van de katholieke
universiteiten en faculteiten van de
Romeinse congregaties, van de
kloosterorden en Congregaties. Dit
alles is gepubliceerd in een reeks
boeken. Daarna heeft zij ook nog al
deze gegevens geordend, zodat men
in twee dikke banden, samen meer
dan 1500 bladzijden, kan zien wat
door welke Bisschoppen enz. is voor
gesteld. Heel de collectie beslaat 15
delen.
Men heeft zich alle moeite ge
geven en niets achterwege gelaten
om zich zo volledig mogelijk te
oriënteren over alle wensen die er
in de Kerk leven en over alle noden
die de Kerk kent.
Men kan zich bijna geen onder
werp denken, dat er niet in wordt
aangeraakt.
de tweede fase van voorbereiding
van het a.s. Concilie omvat de in
stelling en de arbeid van de ver
schillende Commissies en Secreta
riaten. Naast de Centrale Commissie
zijn er elf Commissies ingesteld voor
de verschillende sectoren van net
kerkelijk leven en daarnaast twee
Secretariaten; een voor de hereni
ging der Christenen en een voor de
publiciteits-media. Deze organen
zijn samengesteld uit deskundigen in
de betreffende sectoren en zijn in
ternationaal uitgezocht.
De werkstukken, die van deze
Commissies de Centrale Commissie
bereiken, getuigen dat zij open oog
hebben gehad voor alles wat er op
het ogenblik in de Kerk leeft Alles
wat thans in re Kerk in discussie
is, vindt men in deze stukken terug.
Als voorbeeld van dergelijke
werkstukken noemde kardinaal Al
frink de instelling van een perma
nent diakonaat, de internationalise
ring van het bestuur van de kerk,
invoering van de volkstaal in de
Liturgie e.d.
Met het werk van de Centrale
Commissie is de dan derde fase van
voorbereiding begonnen. Deze Cen
trale Commissie is een novum in de
geschiedenis van de Kerk.
Alle schema's die de elf Commis
sies en de twee Secretariaten heb
ben opgesteld, passeren deze Cen
trale Commissie en ze worden hier
in alle eerlijkheid, in alle openheid
en vrijmoedigheid bediscussieerd.
Hier ontmoet zich de gehele Kerk
en door de meningsuitingen uit ge
heel de Kerk ervaart men, hoe ver
schillend er in de veelsoortige delen
van de Kerk wordt gedacht ondanks
de fundamentele eenheid van geloof,
die overal wordt erkend. Juist uit
deze confrontatie met de gehele
Kerk ervaart men heel sterk, hoe-
vele punten er zijn waarin het bij
alle fundamentele eenheid uiterst
moeilijk is aan de gehele Kerk een
zelfde visie op te leggen. En het is
tevens verheugend te ervaren, aldus
de Kardinaal, hoe ieder bereid is
met die verschillende omstandighe
den, verschillende visie en verschil
lende behoeften rekennig te houden.
Uit deze misschien ietwat schema
tische beschrijving van dé voorberei
ding van het a.s. Concilie zal duide
lijk zijn geworden, dat deze voorbe
reiding zeer degelijk is opgezet en
uiterst serieus is doorgevoerd. Er is
nooit een Concilie in de Kerk ge
houden, dat zo intensief kon wor
den voorbereid en in feite voorbe
reid is. De mogelijkheden van dc
moderne communicatie-middelen
heeft men zeer zorgvuldig benut.
Dat houdt o.a. het voordeel in, dat
heel veel discussies, die anders op
het Concilie zelf zou moeten ge
schieden, reeds heeft plaats gevon
den, zodat het Concilie voor een
goed deel daarvan kan worden ont
last.
Misschien ligt het aan het Conci
lie, misschien aan andere factoren,
zeker echter lijkt een groter besef
van de betekenis, die de H. Geest in
ons geloofsleven bezit, door te bre
ken. Men kan spreken van een nieu
we dageraad, maar dan moet men er
wel bij overwegen dat deze dageraad
nog maar heel pril is.
Voor de Kerk in haar geheel is de
H. Geest nog maar al te zeer een on
derontwikkeld gebied. Zeker, de tra
ditie wil, dat bij opening van het
nieuwe schooljaar een H. Mis voor
de H. Geest wordt gelezen, dat bij
opening van 't veertigurengebed of
een retraite het Veni Creator wordt
gezongen. Formeel bestaat de H.
Geest wel in onze levenspraktijk.
Ons denken zelf omtrent de H.
Geest gaat niet verder, dan dat wij
als katholieken hem een funktie toe
kennen van „verlichter". Wat ons
aan intelligentie ontbreekt, of wat
we door gebrek aan studie-ijver niet
verstandelijk hebben opgenomen,
moet de H. Geest dan maar aanvul
len.
Deze praktijk van het leven toont
echter hoe verwrongen en onder
ontwikkeld het beeld van de H.
Geest is.
Want wat Hij wél is, dat zouden
we natuurlijk allereerst in de H.
Schriften zelf kunnen vinden. Maar
voor wie nog niet zover is, kan heel
goed de hymne dienen, welke de li
turgie heeft opgenomen in de Pink-
stermis.
Daarin ziet men hoe de H. Geest
eerst en vooral de aanstichter is van
onze liefde tot God. Maar Hij is ook
een vertrooster in onze ellende. Veel
ander schone dingen worden van
Hem gezegd: Hij zou in ons leven
heel wat anders kunnen zijn, vooral
een „lieve Gast".
Als wij de H. Geest toch maar
eindelijk niet meer degraderen tot
een anti-bioticum tegen een tekort
aan verstandelijke ontwikkeling.
Ongetwijfeld is daar iets T;oor no
dig: we moeten over de H. Geest le
ren denken, mét of zonder de zon-
dagspreek. Maar gebeuren moet het.