óntqimtinqen 4jet uaeatie-uiaaqstuk DE LAATSTE Politierechter 10 in Stemt lijst 10 in Stemt lijst Luchtverkennen Vrijdag 25 Mei 1962 No. 21 Drie en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN TEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WFFKRTAH VOOR VFNPAV FN OMQTPFK'FN ADVERTENTIEPRIJS 8 Ct. per mm. GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 LtLilYOLÜU V UVJA V EtilAil I UIVIO 1 AEtiVEtll PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bu ABONNEMENTS- (buiten Venray 1.75) In de Ileydse Peel staan de afwateringskanalen vol tot aan het randje. Het pompgemaal, dat al dit water moet overpompen in het Defensiekanaal kan al het water niet baas, dat mede door de overvloedige regen, waarop we getracteerd worden, uit de Heydse Peel loskomt. En terwijl men verder op, in de vieze nattig heid, die men nu Heydse Peel noemt, poogt met bulldozers en ander buitennissig materiaal wat plaats te scheppen en wat af voerkanalen te graven, dreigt boven ons alweer de zoveelste re genbui van dit seizoen. Zuid. 850 ha. werden „op de schop" genomen. In overvolle kampen wa ren de mensen gehuisvest, die hier voor een paar gulden in de week de Peel moesten komen bedwingen. Menig zweetdruppel is ook hier gevallen en menig triest verhaal zou te schrijven zijn over deze „on bekenden" die daar in die vlakten stonden, in voor hen doelloos, een tonig en vervelend werk Maar de jongere boeren kregen weer een kans voor de stichting van een eigen bedrijf, een eigen gezin en zelfs de oorlog kon maar moeilijk dit werk afremmen. Dan is er na de oorlog de eerste bulldozer gekomen, de eerste graaf machine, die het werk van mensen handen kwam verlichten en die sneller dan het vroeger ooit moge lijk was peelgrond omtoverde tot boerengrond, waarop de kippenhok ken en stallen verrezen, die tot woonplaats dienden van mens dier. Een historie apart, zoals trou wens iedere peelontg inning zijn eigen geschiedenis heeft, met ups en downs, met moeilijkheden van aller lei aard. Maar ook hier werd over wonnen en ook hier zijn. nieuwe we gen gebaand, nieuwe boerderijen gebouwd, nieuwe mogelijkheden ge opend. VREDEPEEL Dan is er een einde gekomen aan de Vredepeel. Zo opeens, terwijl nie mand zich bekommerde om dat stuk daarachter de Merselose bos sen. Maar landhonger dwong ei maakte een einde aan alle mogelij ke scherp-splitserijen op juridisch gebied over eigendoms- en gebruiks rechten en ook daar kwamen men sen van her en der om te werken met de schop ,om deze dorre Noord Limburgse hoek vruchtbaar te ma- ken. j En weer gingen jaren voorbij. Er was ruzie om gronden die men af moest staan aan de Minister van Oorlog voor een vliegveld. Men haalde een Minister van Landbouw bij de opening van de nieuw ontgon nen grond en verweet hem later niet voor water en electriciteit gezorgd ;e hebben. Maar het is er, of het komt er, evenals de school er is ge komen, de kerk er komen zal en de eerste winkel. Ook hier voltrok zich het ontginningswonder, waar de je neverbesstruik vervangen werd door ander groen, waar een stil ven nu kavelsloot is geworden, waar hazen en konijnen plaats hebben gemaakt voor k'ppen en vee trotse boerderijen een nieuw land en een nieuwe toekomst aangeven. 850 hektaren grond kon Venray weer men combinaties, van wie Jaeger boerengrond gaan meetellen, vooral zijn stempel heeft gedrukt op het Veulen, waar grote stukken1- MEERSELSE PEEL Peelgrond door hem ontgonnen zijn en later zijn uitgegeven aan de boe ren. YSSELSTEYN Dan is Ysselsteyn gekomen, nu geen grote combinaties meer, met geld achter de hand, maar een soort coöperatie van boeren, die met val len en opstaan in de Stichting Eigen Boer inderdaad van de Peel iets voor hun zelf hebben gemaakt. Een stuk levenswerk, dat nu er een vriendelijk dorp ligt, daar aan de nieuwe Midden Peelweg, dat glimt van welvarendheid, niet doet ver moeden hoe het er ternauwernood 40 jaren geleden, daar wel uitzag. Een paal met de naam Ysselsteyn op een bordje, ergens midden in de uitgestrekte Peelvlakte. Dat niet doet vermoeden, hoe daar gewerkt en geslaafd is en hoe men met een „schele hit" en een enorme ploeg die vlakte is te lijf gegaan. „Hier werd iets groots verricht", staat op de Afsluitdijk. De geschie denis zal hopelijk een keer aanto nen dat zulks ook het geval was. in Ysselsteyn genoemd naar een Mi nister, die dit ontginningswerk steunde, mede op instignatie van de grote Jan Poels, die door zijn kijk op dit werk praktisch het gehele ontginningswerk van onze gemeente ook voor de toekomst heeft be paald. PEELPLAN ZUID Er hebben zich meer ministers met de Peel bezig gehouden. Zo ook de Minister van Sociale Zaken prof. Romme, die in de dertiger jaren te kampen had met een ontzaggelijk aantal werklozen, voor wie werkge legenheid geschapen moest worden. Welnu, die mensen uit alle streken van ons land, hebben werk gevon den bij de ontginning van de peel daar achter Ysselsteyn ,dat de wei nig prozaische naam kreeg: Peelplan Het zal nog even duren, voordat de Heydse Peel is veranderd in boe rengrond waarop zo'n 1820 boer derijen gevestigd kunnen worden. Maar het begin is gemaakt, al is het dan ook nat en begint men onder hand meer dan genoeg te krijgen van de zegen van boven. Maar als men daar zo rond bag gert, realiseert men zich dat dit fei telijk een soort eindpunt is. En als we dan later op onze tocht enkele mensen van de KRO tegenkomen, die een klankbeeld komen maken van de Vredepeel en die ons om na dere inlichtingen vragen over de peelontginningen, dan wordt dit be sef nog duidelijker. Dan realiseert men zich weer dat de gemeente Venray bezig is met de allerlaatste peelontginning, die hier nog moge lijk is. Dat daarmede dan een werk zijn voltooiing nadert, dat, zij het op een andere schaal en plan, Delta werken en inpoldering van de Zui derzee evenaart, zonder dat men om deze vergelijking als chauvenist wordt uitgekreten. 5.000 HA. Want het kcmt er immers op neer dat met ontzaggelijke moeilijkhe den, geleerd door fouten en feilen, we een peelvlakte toegankelijk hebben gemaakt van bijna 5.000 ha. d.w.z. bijna een derde deel van de gehele oppervlakte van onze gemeente. En niet alleen toegan kelijk, maar deze hebben omgeto verd tot kostbare boerengrond die aan velen in deze streek nieu we mogelijkheden hebben geschon ken. Een werk dat miljoenen heeft ge kost, maar dat nooit en te nimmer klaar gekomen zou zijn zonder die duizenden mensen, her en der uit ons land, die deze Peel voor hon derden tot een goede woon- en werkplaats hebben gemaakt VEULEN Och het is feitelijk zo simpel be gonnen, direct na die eerste wereld oorlog, toen we ook in Nederland tot de ontdekking gekomen waren dat voedselvoorzieningen van eigen land een zeer voornaam ding was. En toen al een beginnend grondgebrek vooral de kleinere boertjes feitelijk dwong om de eerste stukjes Peel grond aan te vattenMaar zij hadden er geen verstand van. Dat zouden Hollandse boeren beter doen, die in het Venray's Broek en in het Zwart Water zouden laten zien, hoe men zulke grond te lijf ging. Ze lieten inderdaad andere werkmethoden zien, een grootsere aanpak, maar ook dat men aan dit werk failliet kon gaan. Toen kwa- Neg was de honger niet gestild en het ene was ternauwernood klaar of ontginningsmaatschappijen en ge meente bogen zich alweer over de plannen van andere ontginningen. Nu was het de Meerselese Peel waarin de bulldozers zich brom mend een weg vraten. 330 ha. zo stond er op de kaart ,die langzaam maar zeker ook hier weer ging ver anderen ,waar dunne strepen de kavelsloten aangaven en zwarte blokjes nieuw gebouwde boerderijen. Het verhaal wordt wat eentonig, zo als men ook het gebrom van bull dozers niet meer hoort, als men er een hele middag bij staar. Maar het simpele potloodstreepje waarmede ook hier weer honderden hektaren grond bijgetekend worden in het Venray's landbouwareaal, is telkens opnieuw een klein wonder. Zo lag er uiteindelijk dan nog die lap van ruim 220 ha. daar langs het Defensiekanaal, tussen Venray en Deurne. Een lap grond met wat vennen, met een enkele struik, waar schuwe vogels ver weg al opvlogen als er eens ooit een mens een voet inzette. HEYDSE PEEL.... Maar het grote verkavelingsplan eiste grond om oudere stukken te kunnen saneren. En dat laatste stuk Peel was immers grond. Nu voch ten Ministers om dat laatste stukje Venray se Peel te behouden. Ir. Vis ser had het nodig voor zijn tanks. Mr. Cals als recreatie-oord, Minis ter van Aartsen wou het betrokken hebben in het grote verdelingsplan en Ir. Marijnen wilde het voor land bouw. Toen is op zekere dag dat hoge college een bezoek gaan bren gen aan deze natte terreinen en is uiteindelijk het fiat van Den Haag gekomen om ook dit laatste stuk Peel te laten verdwijnen. Op commando verschenen weer de bulldozers, de graafmachines, de mannen met de lieslaarzen, die precies volgens tekening dit stuk Peel zullen veranderen in kost bare landbouwgrond En zo sluit zich de cirkel De mensen van de KRO komen een kijkje nemen en iets vertellen over dit werk van 40 lange jaren. Over dit werk met zijn vallen en opstaan, over dit werk dat van on vruchtbare peelbarrière een vrucht bare landbouwstreek maakte, tot heil van allen, die er wonen werken. De vraag mag gesteld worden of het gereed komen van deze laat ste hektaren van bijna de 5000, die in de achter ons liggende ja ren zo dikwijls met pün ei moeite ontgonnen zijn, niet de aanleiding moet zijn tot een ge denken van al degenen, die hun arbeid aan gegeven hebben om dit grootse werk te voltooien. Tot een gedenken van alles wat er zich in die jaren in de Peel heeft afgespeeld. Er is feest gevierd om heel wat minder. En misschien dat de excellenties, die we zo dikwijls in het geweer za gen komen voor of tegen deze ont ginningen, dat feest dan ook 'ns in ons midden mee willen vieren, met aan het hoofd de minister-president, die o.a. bij de Vredepeel zulk een grote rol heeft gespeeld Wilt U komende week, in ver band met Hemelvaartsdag, uw advertenties en berichten één dag eerder afzenden of bezor gen aan het bureau van dit blad. „Laat ik meteen maar gaan zit ten", zei de verdachte. „Dan kom ik vanmiddag even terug om het zaak je te fiksen". Want hij moest eerst de bromfiets even thuis neer gaan zetten. De laatste tijd was de man zo on geveer om de zes weken in de rechtszaal geweest telkens voor een soortgelijk feit. Hij placht namelijk te trachten onder invloed van ster ke drank door zijn woonplaats te fietsen en dat mag tegenwoordig niet meer. Aanvankelijk had de politie hem wel eens gewaarschuwd, maar hij bleek zo hardleers ,dat men hem een stevig procesverbaal gaf. Bij de politierechter wist hij aanvankelijk het medelijden van de heren op te wekken zodat hij naar huis ging met een geldboete. Maar langzamerhand werd die boete hoger, en de laatste keer legde men hem een maand voorwaardelijk op. Boordevol goede voornemens ging de man toen huis waarts. Hij volgde een refusalkuur, opdat hij nooit in zijn leven meer 'n druppel alcohol zou lusten ,en hij werd zelfs leider van een geheel onthouders-biljartclub. Doch deze funktie was niet in staat hem op het rechte pad te hou den. Twee dagen na afloop van de alkoholkuur kwam hij zwaaiend en zingend thuis ,zij het nog behoorlijk misselijk. Zo is dat doorgegaan met die al coholistische carrière. Eigenlijk een zielig mannetje ,die verdachte. Zijn vader was indertijd ook vaste klant voor dergelijke feiten ,maar de oude man is naderhand in een gesticht ge bracht, waar hij niets sterker kreeg dan koffie. De officier mopperde dat deze verdachte prachtige kansen heeft gehad. Hij heeft de staat handenvol geld gekost ,en hij heeft het volko men aan zichzelf te wijten dat hij eindelijk definitief de gevangenis in gaat. Al die kansen heeft hij im mers zelf vergooid. De maand voor waardelijk blijkt als steuntje in de rug onvoldoende te zijn. Nu moet het maar uit zijn met het medelijden: Eis: vier weken gevangenisstraf waarvan twee weken voorwaardelijk Vnet drie jaar proeftijd en toezicht. De verdachte ging er van huilen. Dikke tranen biggelden langs het rode neusje ,dat hij een of anderhalf jaar geleden nog niet had, toen hij nog niet zo vaak hier kwam. Hij hoopte op nog eens voorwaardelijk. Maar de rechter was onverbidde lijk. Hij werd conform de eis ver oordeeld: twee weken de gevangenis en dan nog twee weken voor waardelijk als afschrik voor de vol gende borrel. „Als het toch moet gebeuren, laat ik dan maar meteen gaan zitten", zei de verdachte. „Dat kan wel" ,zei de officier gast vrij, „ga maar even in de gang op een bank zitten, dan maken we dat wel even in orde." ,Nee", zei de man, „ik kan niet eerder dan vanmiddag. Ik moet eerst mijn bromfiets nog even naar huis brengen. Die kan hier toch niet veer tien dagen buiten blijven staan." „Da's goed", vond de officier, „maar zorg dat je niet dronken bin nenkomt." „Dat zullen ze wel ruiken", vond de man toen hij wegbromde, „tot straks". Met de maand voorwaardelijk er bij zal die bromfiets wel zes weken thuis blijven. Bij alles wat onze landbouwers in deze dagen bezig houdt, zijn er enkele vraagstukken van werkelijk nationaal en permanent be lang. Sommige daarvan zijn algemeen als zodanig erkend, bijv. die van de afzet, de melkproduktie, de struktuurverbeteringen (ruil- verkavelings- en streekverbeteringswerk), de reclame voor agra rische produkten, de arbeidsproduktiviteit enz. Maar er zijn er ook, die minder de aandacht trekken en die nauwelijks nog tot de boer en tuinder doordrongen zijn. Tot de laatste groep be hoort ook het recreatievraagstuk. Totdat hjj er plotseling, zoals in het Lollebeekplan met name in Ysselsteyn, en vaak op onaan gename wijze, mee geconfronteerd wordt. YSSELSTEYN IN 'T GROEN De Ysselsteynse boeren kwamen namelijk tot de ontdekking dat Staatsbosbeheer de opsteller van het zgn. groen-plan Ysselsteyn en omgeving wel bijzonder bedacht had met bomen en struiken. En wel in die mate dat verschillende kost bare hektaren boerengrond met dit „openbare groen" gemoeid zouden zijn. Er zijn van dë kant der Yssel steynse boeren felle protesten ge richt en men dreigde op een gegeven moment zelfs met „tegen-stemmen" als men niet regoureus de plannen van Staatsbosbeheer inperkte. Staatsbosbeheer heeft echter de naam vasthoudend te zijn als het gaat om bomen en struiken en dat deze instantie het landschap zo veel mogelijk wil sparen, ook en vooral omdat het in het recreatievraagstuk een steeds grotere rol gaat spelen, Toen wij te bevoegder plaatse hierover inlichtingen vroegen, liet men ons foto's zien van oudere „streekverbeteringsgebieden" met ruilverkavelingen. En liet men ons zien wat daarvan was gemaakt: een cultuursteppe ,zo vlak als een blad papier, kaarsrechte wegen, sloten en kavels ,doch geen bosje of boompje. Men vroeg ons, of wij dat mooi von den. Neen, zeiden wij ,wel praktisch, maar niet mooi. En vindt u het nóg praktisch, wan neer over enige tijd de boer ont dekt, dat hij het tóch van de good will van zijn klanten (de niet-agra- riërs) moet hebben? Dat hij hen gunstig voor zich moest stemmen? dat vele landbouwers misschien zélf betrokken moeten worden bij de recreatie?" U gevoelt het wel: wij kozen voor de gulden middenweg; geen cultuur- steppe die aan een toendra doet denken, maar een goed verzorgd landschap en daarin dan toch óók weer behoorlijke percelen en ge bouwen en begaanbare wegen, die dan niet zo recht als een liniaal be hoeven te zijn. NATUURSCHOON Dus zoiets als de peelontginngen nu ,was de wedervraag. En op dat punt gekomen .aarzelden wij. Want alhoewel niemand kan ontkennen, dat in het nieuwe land ook wel iets aan het landschap is gedaan het resultaat is toch niet zodanig, dat men roept: „Komt dat zien!" Het trekt niet. Nu zijn de oorzaken wel bekend ,want de bodem is vlak en de beplanting jong. Alles doet nog zeer kunstmatig aan, ook de gebou wen, want die zijn uiteraard splin ternieuw en modern. Sfeer en ro mantiek ontbreken en de boer heeft daar op dit punt geen behoefte aan. Niettemin moet het toch mo gelijk zijn ook in deze jonge gebie den een verzorgd landschap te krij gen en bij een ruilverkaveling of streekverbetering juist zó veel van het oude intact te laten ,dat het landschap sfeer behoudt en dat een rationale bedrijf suit voering moge lijk wordt. Nu is er een totaal verschillen de opvatting van natuurschoon. Ne men wij als voorbeeld de bomen. Ze zijn in een vlak landschap als het onze overwegend is ,vaak het enige middel om enige vertikale beweging in het landschap te krijgen. Daarom zijn ze uiterst belangrijk en ijvert Staatsbosbeheer rigoureus voor hun behoud. Akkoord binnen redelij ke grenzen! Maar een boer denkt (als hij al aan mooie bomen denkt) óf aan vruchtbomen en populieren, óf aan fraaie, volwassen beuken en eiken in een dito park. De stadsbe woner denkt echter óók nog aan kreupelhout, ruigte, vliegdennen, enz. kortom: óók aan houtgewassen die niet de minste economische be tekenis hebben, ja vaak hinderlijk zijn voor de landbouw. Dat is een mentaliteitsverschil, dat overbrugd zal moeten worden. De noodzaak is gemakkelijk aantoonbaar. DE NIEUWE TAAK VOOR DE LANDBOUW Een stokpaardje in veel rapporten in onze tijd is wel het bevolkings vraagstuk. Inderdaad spreekt het sterk tot de verbeelding, dat ons volk in een mensenleeftijd in aan tal verdubbeld is ,dat de toeneming nog stijgt en dat het landoppervlak niet naar verhouding toeneemt. We hebben daar ook in Venray al mee te maken gehad waar immers de lijst voor ieder 1 de lijst voor ieder 1 Ongetwijfeld heeft ieder van U wel eens kennis gemaakt met het Verkennen. U kent ook de unifor men, de khaki-kleur of het donker blauw van de Zeeverkenners. Dat er nog een derde loot aan de grote ver kenners stamboom is, weten waar schijnlijk slechts weinigen van U. Toch is dit zo. Reeds een tiental ja ren bestaan er namelijk Luchtver- kenners, gekleed in grijze shirts, blauwe broeken en kwieke zwarte baretten. Veel zult U er nog niet van ge zien hebben en dat kan ook moeilijk, want geheel Nederland telt onge veer 20 van deze groepen, of zoals men in Verkennerskringen zegt, es kaders. Het begon allemaal in de donkere dagen van de tweed wereldoorlog, toen de nacht over Nederland lag en de dagen zich zwaar van de ene in de ander sleepten. In die uitzicht loze jaren, toen de jeugdbeweging in Nederland op een dood spoor stond en de Jeugdstorm zich bral lend overgaf aan de gelukzalige droom van een uit Edel Germanen Haag enkele verkenners bijeen om te trachten na de oorlog te komen, tot een geheel nieuwe vorm van het spel van verkennen, namelijk het Luchtverkennen. Wij schreven toen 1941. Toen de zon der bevrijding door brak kwamen in ons land, schuch ter en aarzelend, de groepen Ver kenners weer voor de dag en met hen, de Luchtverkenners. Het begin was zwaar en vele voor oordelen van de zijde der Verken ners Beweging en van de burgerij moesten overwonnen worden, doch het groeide. Voor vele jongens bleek het spel van verkennen nog niets van zijn glans verloren te hebben, maar de nieuwste verpakking, het luchtverkennen, bleek zéér aantrek kelijk. In de naoorlogse jaren werd de omvang van luchtvaart en de ruim tevaart steeds groter en met dit mee groeide ook het luchtverkennen. Nu zult U zich afvragen: „Wat doen die jongens, verkennen in de lucht?" In zekere zin is dit zo. Zij bou wen modelen, hetzij vliegende hetzij schaalmodellen en op oudere leef tijd gaan zij als voortrekker zweef vliegen. Zij doen aan vliegtuig-her- kenning, zij doen geen kaart lezen meer maar navigeren. Ook nog an dere „luchtvaart" benamingen ken nen zij. Een patrouilleleider heet: eertse piloot, hun hopman heet skiper, een patrouille heet beman ning, enz. Het beste bewijs dat het oprichten van LV Eskader een goede greep was, bewijst wel het aantal nieuwe groepen die er de laatste jaren bij zijn gekomen. Het is trouwens ook begrijpelijk, dat in een tijd waarin de techniek en ales wat er mee te maken heeft, hoogtij viert, de jeugjd gegrepen wordt door de fascinerende lucht en ruimtevaart. Mocht U nog nooit geen luchtver kenners gezien hebben dan zult U binnenkort kennis kunnen maken met de leiders en de jongens. Op 16 en 17 juni a.s. komen nl. 2 eskaders uit Uden in V enray demon streren met hun zweef, radio en lijn bestuurde modellen ,ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan de St. Pe trus Groep alhier. Wanneer U omstreeks die tijd er gens in Venray het gillende geluid van miniatuur motoren hoort en hoog in de blauwe lucht, sierlijk als een voegl, een model ziet zwe ven, komt U eens die kant op. Daar ziet U dan het werk van de luchtverkenners. de landbouw uit het centrum „ver dreven" is en waar in centrum en kerkdorpen nog dagelijks voor wo ningbouw e.d. boerengrond „verlo ren" gaat. Daarnaast moet er recreatiemoge lijkheid zijn. De mens van nu en ze ker die van de toekomst .krijgt meer vrije tijd en zal er meer uittrekken. Daar is ruimte voor nodig. Bij vele landbouwers wekken deze beschouwingen nog al eens wrevel, vooral die van de recreatie. Prompt verwijzen ze naar de vele hektaren bossen, die ook en vooral in Ven ray te vinden zijn en waar men nooit geen mens ziet. Zo er dus werkelijk recreatie ruimte nodig is en ook daarvan zijn er velen nog niet overtuigd, om dat zij die behoefte zelf niet hebben moet men ze daar zoeken en niet op boerengrond. Bovendien zijn er uitgestrekte ge bieden in deze streek waar bijna nooit iemand komt, zelfs niet in vakantietijd. Men beseft daar meer dan elders, dat het wel zeer opper vlakkig is, te spreken van een be- volkings- en recreatieprobleem op grond van grote cijfers, zolang wij nog helemaal niet hebben geleerd de recreatiezoekende mens ook maar enigszins te verdelen in de ruimte en over de tijd (nl. de tijd die voor recreatie buiten geschikt is). Nu is dit laatste een onomstotelij ke waarheid. Zouden wij deze ver deling inderdaad leren toepassen, dan zou er niet alleen voor een veel grotere bevolking ruimte genoeg zijn ,maar zelfs ook nog voor de mil joenenbevolking van bijv. het Roer gebied. Het is nl. een wiskundige wet, dat iedere geslaagde verdeling in tijd, direct de beschikbare ruimte ver dubbelt. Wanneer wij met ons 12 mil de Vel uwe doorbrengen, dan zal het daar best een gedrang zijn. Doch „doen" wij de Veluwe in bijv. 12 achtereenvolgende weken, dan is 't gedrang ook 12 maal zo klein. Zoe ken wij er nog 11 andere soortgelijke gebieden bij, dan wordt 't gedrang opeens 144 maal zo gering. Zo een voudig als dit sometje 't voorstelt is 't niet, maar het laat slechts zien wat nagestreefd moet worden. TOCH MEER RUIMTE NODIG In „Economisch-Statistische Be richten" van 28 maart j.l. publiceer de iemand een weinig opwekkende beschouwing onder de dito titel „De Randstad Holland in 1980 een onbewoonbaar verklaarde woning?" Gemakshalve is wederom uitge gaan van een zogenaamd tekort aan recreatieruimte, terwijl ieder wel weet, dat elke groep (strand, water, polders enz.) van ruimte nog voor niet de helft werkelijk wordt be nut, zelfs niet in de drukste weken. Daarbij is ook in dit gebied van eni ge spreiding in de tijd nauwelijks nog sprake. Het gevaar van zulke beschouwing is ,dat gemakkelijk al te lichtvaardig wordt omgesprongen met landbouwgrond. Nu echter ook de keerzijde van de medaille. Wij weten, dat in vele streken, ondanks de vermindering van de landbouwgrond, de totale produktie toch gestegen is, door een meer rationele en intensievere be drijfsvoering. Hieruit vloeit voort, dat bij een overvloed aan agrarische produkten het uit economisch oog punt gezien bepaald geen ramp zou zijn, indien inderdaad enige land bouwgrond voor recreatie werd be stemd. De boer zal er rekening mee moeten houden ,dat men daarvoor steeds zal gaan pleiten, ondanks het feit ,dat onteigening van landbouw grond altijd en direct slachtoffers maakt. Samenvattende zouden wij willen concluderen, dat het recreatievraag stuk de aandacht van de boer en zijn organisaties dubbel waard is. Maar óók .dat zij ervoor moeten op passen, dat dit van boven af gere geld wordt zonder dat zij iets te zeggen hebben. JE BROMMER IS EEW FIETS/ GEEN MOTORFIETS

Peel en Maas | 1962 | | pagina 1