itóói teken %ateldag blijft koopdag 'n Venrayse auto voort' THEOLOGISCHE CURSUS BLOED GEVEH: een menselijk voorrecht Vrijdag 18 Mei 1962 No. 20 Drie en tachtig s u jaargang ^PEEL EN MAASH DRUK EN UITGAVE VAN DEN MtINCKHOF N.V. VENRAY WTTPlfRT AH VOOR VPNRAY RM OM^TRPICPN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNBMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 YV EtEtiVOLAU V UUlV V I 12* II UiViO 1 IxuilEtll PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bulten Venray f 1.75) Over het al dan niet sluiten van winkels is in de jaren na de oorlog heel wat gezegd en geschreven. Moest voorheen om sociale redenen ervoor gewaakt worden dat de winkels niet te lang open waren, de discussies der laatste jaren hebben meer de vraag be licht of de zaken niet te korte tyd geopend zouden blüven. De wettelijke regeling, die er is waakt immers alleen tegen te lange werktijden. VERSCHILLENDE ANTWOORDEN De werktijdverkorting voor win kels is een vraagstuk, dat door het personeel aan de orde werd gesteld. Men constateerde na de oorlog al om een ontwikkeling in de richting van vermindering van het aantal ar beidsuren. Dit leidde er toe dat vele werknemers in het winkelbedrijf van betrekking gingen veranderen. Het vraagstuk van de arbeids- schaarste maakt het probleem nog erger en daaruit is de maatregel ge volgd dat vele winkels een halve dag per week gesloten zijn. De oplossing is in Venray zo ge regeld dat het gemeentebestuur op aandrang van de meerderheid der bedrijf sgenoten dinsdagmiddag de sluiting bindend heeft verklaard voor zaken in textiel, huishoudelijke artikelen en schoenen, waarbij vele anderen zich hebben aangesloten. DE KLUTS KWIJT Voor mensen van buitenaf wordt het sluiten van verschillende soorten winkels in verschillende plaatsen onaangenaam gevonden. De kopers weten door de grote verschillen niet meer op welke dag men hier een halve dag sluit en wanneer elders gesloten is. Men vraagt zich af in hoeverre het kopen door vreemden geschaad wordt door de verschillen de openstelling van winkels in ver schillende plaatsen. In de meeste plaatsen is dat op maandagmorgen. Hier zijn er ge gronde bezwaren van zakenmensen om op maandagmorgen te sluiten, omdat het dan marktdag is. In de praktijk is gebleken dat bijvoorbeeld de textielverkoop op maandagmor gen vrij groot is en daarom zijn de ze zaken, in tegenstelling tot andere plaatsen, op die morgen open. VERSCHIL IN BRANCHE Na de snelle invoering van de vrije zaterdag is de vraag aan de orde gekomen of nu de zaterdagmid dag voor alle branches niet als een verplichte sluitingsmiddag moet worden gekozen. Dan kan immers vrijwel iedereen van een langer weekeinde genieten. Ten dele bleek deze gedachte wel juist te zijn, want in den brede gezien heeft zich een deel van de kooplust verplaatst van de zaterdagmiddag naar de zaterdag morgen en ook en vooral naar de vrijdagavond. Dat geldt echter niet voor alle goederen. Voor tal van duurzame gebruiksgoederen prefereren klanten op de zaterdagmiddag te komen om dat ze dan in alle rust kunnen uit zoeken. Bij de verdediging van de zaterdagmiddag-sluiting moet er niet alleen worden uitgegaan van het personeelsbelang. Ook de klanten wensen mee te spreken in het kie zen van het koopmoment en het be lang van de klant loopt hier paral lel met dat van de ondernemer. Wanneer voor bepaalde branches zaterdag- of zaterdagmiddagsluiting wordt bevolen, zal dit branchever vaging in de hand werken voor de artikelen die het publiek op zater dag wil kopen. Bovendien staan hier de postorderbedrijven klaar om een deel van de omzet bij de winkeliers weg te nemen. VOORLOPIG NOG KOOPDAG De komst van de vrije zaterdag deed de vraag rijzen of de drang naar een vrij lang weekeinde bij de winkelier en vooral bij de winkelbe dienden zo groot zou zijn, dat hier uit vanzelfsprekend een algemeen vrije zaterdag zou voortspruiten. Uit onderzoekingen is gebleken dat dit niet 't geval is geweest. Wel wensen velen een vrije zaterdagmiddag maar anderen willen op die middag wel werken om op een andere dag vrij te krijgen of om het inkomen aan te vullen. Het ziet er dus voorlopig naar uit dat de zaterdag als koop dag voor een groot aantal branches behouden blijft. Een groot aantal Kamers van Koophandel in Nederland heeft de staatssecretaris van economische za ken geadviseerd om de betrokken groeperingen vrij te laten in hun be slissing over het al dan met toepas sen van sluiting tijdens de zaterdag. Wij achten dit advies van beslissen de betekenis omdat het uit het be drijfsleven zelf komt. Lr wordt aan gedrongen op vrijheid van hruve- dag-sluiting, zoals deze thans reeds gemeentelijk is geregeld met aan vaarding van de daaraan verbonden bezwaren. Wij juichen dit advies toe omdat de zaterdag daarmee niet tot dode dag is veroordeeld, omdat duizenden winkeliers op ie dag nog een zeer goede omzet boeken en omdat hier mee een eigen Nederlands stand punt wordt gekozen. In een tijd van overgang moet men niet drillen en bevelen maar het initiatief laten aan de maatschappelijke ontwikke ling. De keuze van dit ontwikkeling blijkt meestal de wijste te zijn. m, ...r y litmUy Het medium film heeft in de laat ste tientallen jaren een grote ont wikkeling meegemaakt. Het is in die tijd het eerste ontspanningsmedium geworden. Het kon niet anders of ook de kerk moest haar standpunt hierover vormen. Vooral in de .ia- ren 1920 en '30 stond ze afwijzend tegenover de film en zag daarin een gevaar voor de christelijke denk beelden. Gaandeweg veranderde dit denkbeeld in zulk een positieve zin, dat de kerk thans officieel de film als de belangrijkste cultuur uitdra ger beschouwt. Als zodanig wordt de film van een niet te onderschat ten waarde geacht. Vanzelfsprekend keurt de kerk niet alles goed wat de film voortbrengt, integendeel, ze oordeelt en veroordeelt fel waar dat nodig geacht wordt. Voor zover de film echter van een positieve waar de is, al is het alleen maar in de vorm van amusement ,maar vooral waar het filmcultuur betreft wordt de waarde van de film in ere gehou den. GOEDKEURING Nederland heeft op filmgebied niet zulke grote problemen als de om liggende landen, eenvoudig omdat films die niet goed zijn, geweerd worden door een strenge en prin cipiële keuring. Daarnaast is er bo vendien nog een katholieke nakeu ring, die nog eens extra selecteert, waardoor ruime zekerheid verkre gen wordt, dat de films, die ver toond worden voor het katholieke publiek aceptabel zijn. Niettemin is er onder de katho lieke exploitanten een groep met een ideële katholieke instelling, die wil bevorderen dat er nog meer po sitieve films gemaakt worden als thans reeds het geval is. Deze groep, het zgn. Bezinnings centrum, waarvan ook de directie van Luxor Theater Venray deel uit maakt, streeft naar morele en cul turele verheffing van de film en schaart zich achter de katholieke nakeuring, die door bepaalde poli tieke groepen ten val gebracht kan worden. Het K.B.C., Katholiek Bezinnings centrum, is een groep waarvan het streven en werk over de gehele we reld met belangstelling gevolgd wordt. Naar voorbeeld van dit cen trum worden thans in Duitsland, Ierland en diverse andere landen zusterverenigingen opgericht. Het Nederlandse K.B.C. werd enkele ja ren geleden in particuliere audiën tie bij Z.H. de Paus ontvangen. Vele congressen werden bijgewoond door kerkelijke prelaten. Bij het laatste internationale con gres te Utrecht gehouden, werd een pauselijk telegram voorgelezen, waarin de Heilige Vader aan het congres zijn pauselijke zegen gaf. BEOORDELINGSPROBLEEM Op deze laatste vergadering vroeg de heer Cattoir directie van o.a. Luxor Theater alhier of nu niet eens duidelijk gesteld kon worden wat nu feitelijk wel cultuur is, vooral op filmgebied. Het antwoord luidde als volgt: Cultuur, dus ook filmcultuur of liever gezegd zeker filmcultuur is datgene wat bijdraagt om het men selijk streven en denken te verhef fen, het is een verrijking van be schaving en geestesleven. Hieraan bestaat grote behoefte. Vooral in de kleinere plaatsen is er voor de bioscoopexploitant een belangrijke taak weggelegd. Film is een medium van de 20e eeuw en voor mensen van de 20e eeuw. Vele mensen hebben de geestesontwikke ling ,die in snel tempo verloopt, r.iet kunnen volgen en leven als het ware nog in de 19e eeuw. Het zijn deze mensen, waartoe helaas, ook nog dat onderwijzend personeel behoort dat de film niet kan aanvoelen Het is dan ook niet ondenkbaar dat op een beslist positieve film ten onrechte kritiek wordt uitgeoefend om de eenvoudige rede, dat men niet kan denken naar de begrippen van de 20e eeuw. Men is vastgeroest aan verouderde denkbeelden. Men wil bij een film niet denken omdat men dat niet geleerd heeft. Positieve flims, die op het eerste gezicht negatief zijn door bepaalde scènes, worden door hen gekraakt. Een kleine bij zaak wordt opgeblazen en men blijft vasthouden zozeer zelfs, dat men niet meer in staat is de absoluut po sitieve waarde te ontdekken. Dit is geen kwestie van modern zijn of niet, maar een kwestie van leren filmzien. BELANGRIJK Nadat er door de heer Cattoir op gewezen werd dat het financieel on verantwoord is met zulke program ma's verder te gaan, terwijl de waardering gering en de kritiek soms ontmoedigend is stelde men van de zijde van het KBC dat de bioscoopeigenaar moet doorgaan zolang dit maar even kan met de culturele film te pousseren. En met name zal men de ontwikkeling van het Luxor-programma met belang stelling volgen omdat niet ieder ex ploitant het aandurft zulke ver plichtingen op zich te nemen in zulk een kleine plaats. Wel sprak de KBC de verwachting uit dat de belangstelling van de geestelijkheid niet alleen beperkt zou blijven tot passieve belangstelling maar ook aktief aan de ontwikkeling zal deel nemen door o.a. scholen aan t.e spo ren in samenwerking met de plaat selijke exploitanten de filmvorming ter hand te nemen. Dit is reeds het geval op gymnasia etc., doch op ve le ander scholen wordt hieraan nog te weinig gedaan. FILM, T.V. EN VERMAKELIJHEIDS- BELASTING Film in Nederland neemt niet al leen een belangrijke plaats in. Te genover de T.V. staat ten hare gun ste de goede en strenge keuring, iets waaraan T.V. in Nederland nog niet toe is. Trouwens wat vindt men dikwijls in geïllustreerde bladen, pockeboeken e.d. die de lieve jeugd in handen krijgt. Op dit congres kwam verder de vermakelijkheidsbelasting ter spra ke. Het KBC sprak als zijn overtui ging uit dat het belang van de film als cultuur uitdrager voor ieder ge meentebestuur reden moet zijn om de onredelijke vermakelijkheidsbe lasting radicaal af te schaffen zo dat de film die van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling der gemeen ten en bevolking kan bloeien en ver der ontplooien. Het is niet meer dan reëel, dat de film evenals de T.V. vrij van belasting wordt. Belasting op film kan niet anders dan rem mend werken op de filmprogramme ring. Het is dan ook verheugend, dat in het officiële programma van de KVP bij de komende gemeente raadsverkiezingen de belasting op filmvoorstellingen is opgenomen. Het is te hopen, dat plaatsen waar een verantwoord en doordacht filmpro gramma geboden wordt voor ieder publiek van hoog tot laag, waar ieder op zijn tijd krijgt wat hij vraagt zoals dat ook hier gebeurt, dat de gemeentebesturen begrip to nen voor de bioscoopexploitatie die in de voor haar bijzonder revolutio naire tijd voor grote moeilijkheden staat. Om het tempo bij te houden vraagt het van de biscoopexploitant grote offers en vele investeringen om het publiek in zijn grootste om vang te geven waar het recht op heeft nl. een programma dat afge stemd is op een verwend steds- publiek. Reeds daardoor loopt de film vooruit op de ontwikkeling van de opkomende kleinstad en dient derhalve gestimuleerd te werden, niet belast, zoals thans het geval is. i all* «m&«nngn J •t AKM foMfwtm (-4 UQXIUW L_ f»nane!«W«ya j JULIANASINGtL41*^/e/r 1061 (K4780) ADVERTEERT IN UW WEEKBLAD PEELENMAAS nönqo In Leunen spraken we met Zuster Gervasia, zo pas uit Afrika terug. De Zuster van Barmhartigheid ken nen de meesten beter als Betsie Reintjes, geboortig uit Leunen, die, na enkele jaren in de verpleging werkzaam geweest te zijn, intrad bij de Zusters van Barmhartigheid. En als Zuster van die congregatie werd zij 5 jaren geleden uitgezonden naar de Kongo, waar ze werkzaam was en ook in de toekomst nog hoopt te werken in de provincie Kasai. We hebben haar naar haar be vindingen gevraagd en kregen te horen dat zij niet verdreven is of „is gaan lopen", maar even op adem wil komen van de moeilijke tijd die zij en haar medezusters daar hebben ondervonden. Maar laten we haar zelf aan het woord: Ofschoon onze missiepost Kasan- sa, die ligt in de provincie Kasai, tot nu toe gespaard is gebleven van oorlogsgeweld, hebben we toch ban ge dagen gekend. De plaats Kasansa behoort name lijk tot het Balubagebied en we wer den dan ook overstroomd door Ba- luba's, die uit andere delen van Kongo verdreven waren. Deze dui zenden vluchtelingen brachten na tuurlijk veel moeilijkheden met zich mee, vooral ook in verband met de voedselvoorziening. Het dreigde ech ter helemaal een ramp te worden, toen er bovendien nog een pokken epidemie uitbrak en we daar zon der dokter en zonder voldoende me dicamenten zaten. Dagelijks waren er sterfgevallen. Als U weet dat we op onze post met slechts enkele zusters zijn, dan zult U begrijpen, wat deze tijd voor ons betekende. Gelukkig echter behoort ook deze periode weer tot het verleden. AUTODIEFSTAL Verder hebben we nogal veel last gehad van soldaten, die plunderend door het land trokken. Deze troepen hebben ook onze auto het enige vervoermiddel dat we bezaten meegenomen. Als U nu weet, dat de dichtsbijzijnde dokter 100 km ver woont en dat we dagelijks ca. 300 zieken moeten helpen, terwijl er bo vendien 60 a 70 bevallingen per maand zijn, dan begrijpt U wel dat (nu we geen vervoermiddel meer ter beschikking hebben) de zo noodza kelijke medische hulp wel eens te laat komt. AUTO-SCHENKING Toen ik nu dan verlof kreeg om op vakantie te gaan, is 't plan bij me opgekomen om te proberen hier een auto of bijv. een Volkswagenbusje bij elkaar te krijgen, om zo weer in staat te zijn de zieken, welke ge opereerd moeten worden, naar de dokter te brengen. Ik weet wel, dat er al veel wordt gevraagd, maar toch durf ook ik nog bij U aankloppen om te vragen mijn hartelijke wens „weer een vervoermiddel voor onze missiepost" te vervullen. HULP ZO NODIG Enkele jaren geleden mocht ik een zending kleren ontvangen, door de mensen uit Leunen bij elkaar ge bracht. De moeders zijn er in onze missiepost toch zo blij mee! Als ze met hun baby of kleuter op de mis sie komen en ze krijgen een jurkje of broekje, straalt de vreugde van hun zwarte gezichten. Ook heb ik van de Memisa, waar U toch ook al len aan bijdraagt, een zending me dicamenten ontvangen, die ontzet tend goed van pas kwamen. Als U wist hoe een zending van de Memi sa een missiepost uit de nood kan helpen, zult U in de toekomst met nog meer liefde dit prachtige werk steunen. DRINGEND VERZOEK Over enkele maanden ga ik al weer terug naar mijn missie in de Kongo en ik hoop van harte dat ik dank zij Uw hulp de missie van Kasansa kan verrijken met een auto, om zodoende beter in staat te zijn het leed van onze mensen te verzachten. Giften hiervoor kunnen overgemaakt worden aan de boeren leenbank te Leunen, gironummer 1040142 onder vermelding „auto Zr. Reintjes". Tot zover Zuster Gervasia, die bij voorbaat U allen hartelijk dankt voor Uw medewerking. Van het re sultaat van deze actie zal zij voor haar terugkeer via Peel en Maas de milde gevers op de hoogte brengen. Laten wij, die hier een betrekke lijke welstand kennen en zoveel ook ons geloof als het ware gra tis gekregen hebben, hen helpen, die ook namens ons ,daar in de verre en soms gevaarlijke missiegebieden werken. Overal in ons land blijkt er be hoefte te bestaan aan bezinning op de geloofsinhoud. Vele vragen drin gen zich aan de katholiek op, waar mede hij dagelijks geconfronteerd wordt of waarvoor hij zelf een ant woord zoekt. Er zijn ïiog meer nooit uitgesproken onzekerheden, twijfels en moeilijkheden. Om slechts enkele voorbeelden te noemen, die nog met vele andere kunnen worden uitgebreid: Is er nog een norm voor een goed huwe lijksleven? Waarom benadrukt men nu opeens dat in deze kwestie het eigen geweten doorslaggevend is? Wat is de feitelüke zin en opgave van het huwelijk? Hoe is het met ons geloof? Past dat nog in onze mo derne technische wereld? Wat is trouwens geloven? In hoeverre kan men verplicht worden iets te gelo ven? Wat is de zin van godsdienst onderwijs aan kinderen, die vragen van buiten leren en volgepropt wor den met woorden, die ze niet be- grijpën? Hebben we niet te kinder lijke ideeën over de Eucharistie? Kan een gezond mens hier iets van begrijpen? Geldt hetzelfde ook niet voor de biecht? Moet liturgie en sakramentenprak- tijk niet grondig omgevormd wor den, wil het tot ons, moderne, men sen weer iets gaan zeggen. Maar hoe moet dit dan gebeuren? Is ons gebed niet vaak alleen maar het uit spreken van een formule, waarvan de betekenis en de zin ons voorbij gaat? Er wordt veel gesproken over de verhouding priester-leek. Waar in moet de samenwerking tussen beiden bestaan? Waarom ziet men in de Kerk al lerlei zaken veranderen en andere niet? Nogmaals, dit zijn slechts enkele vragen en we kunnen zo nog een hele poos doorgaan. Allemaal vra gen, die steeds aangesneden wor den, maar die feitelijk nooit een duidelijk antwoord krijgen, omdat de noodzakelijke achtergrond ont breekt. Ze maken alleen maar dui- delk dat men zo weinig afweet van zijn eigen geloofsbezit. Van de andere kant is het een ge lukkig verschijnsel, dat uit deze vra gen ook een behoefte opbloeit naar geloofsbezinning. Vele katholieken worden zich bewust dat zij een ver- antwoordelijkhaid dragen voor Gods Kerk en dat zij deze slechts goed kunnen dragen, wanneer zij zich werkelijk gaan bezinnen op hun ge loof. Ze voelen dat zij de vragen, die bij hen opkomen en die hun gesteld worden, niet uit de weg mo gen gaan. Het is daarom een goed teken dat overal in ons land ge spreksgroepen, bijbelclubs en cur sussen worden gegeven. Ook in onze plaats kennen we daar enige voor beelden van, terwijl een nieuw ini tiatief in deze thans wordt aange kondigd: nl. een theologische cur sus voor leken. THEOLOGISCHE LEERGANG Met deze theologische leergang zullen enkele deskundigen een hulp middel bieden voor deze bezinning naar een verantwoorde levenswijze. Op wetenschappelijk verantwoorde wijze zullen in deze leergang exegese van de H. Schrift, dogmatische theo logie, moraaltheologie en kerkge schiedenis gedoceerd worden, door specialisten, die op de hoogte zijn van de moderne problematiek. Voor het eerste jaar zullen de col leges gegeven worden door de pa ters minderbroeders professoren aan het Studium Franciscanum alhier: C. Bak drs. hist., D. Braun, S. Th. drs., Cl. Epping S. Th. dr. en de pater Carmeliet Joh. Peeters, S. Th. dr. Zij hebben reeds ervaring in der gelijke leergangen o.a. te Haarlem en Weert. De eerste college-avond is op vrij dag 28 september a.s. De leergang wordt gegeven in het minderbroe dersklooster alhier en loopt t.m. 29 maart. Om de veertien dagen wordt op vrijdagavond twee uren college gegeven. Voor de omliggende plaat sen wordt met aanvangsuren en sluitingstijd rekening gehouden met bus- en treinverbindingen. Van idere avond wordt een uitge breid resumé aan de cursisten ver strekt. Het college-geld bedraagt 25, waarvan de betaling eventueel in overleg kan worden geregeld. Correspondentie over deze leer gang kan gevoerd worden via Dr. van Munster O.F.M., Studium Fran ciscanum, Leunseweg 1, Venray. Geen bloed, geen leven. Als de mens van zijn vijf liter bloed een min of meer groot gedeelte verliest, is hij ten dode opgeschreventen zij dit tekort zeer snel kan worden aangevuld. Dit is de grondslag van de door het Nederlandsche Roode Kruis in het leven geroepen Bloed transfusiedienst. Anders gezegd: de overheveling van bloed van de ene mens naar de andere. De eerste pogingen daartoe werden reeds eeuwen geleden onder nomen, ook wel eens met het doel mensen „wier bloed te oud was ge worden of ziek was" nieuwe levens kracht of gezondheid te schenken. In bijna alle gevallen hebben deze ingrepen toentertijd de dood ten ge volge gehad. Het is de medische we tenschap eerst sedert enige decennia bekend waardóór. Dank zij deze kennis is het nu mogelijk het leven van een zieke, bij te groot bloedver lies, te behouden. Sinds men wist, dat het menselijk bloed in enige groepen kan worden ondergebracht en nadat gebleken was dat sommige groepen wel, doch de meeste niet met elkaar kunnen samengaan, was in beginsel de weg geopend. Oorspronkelijk werd de overbren ging rechtstreeks van bloedgever of patiënt tot stand gebracht; thans geschiedt deze indirect: de donor laat zich een kleine halve liter af nemen en de fles met bloed gaat naar de zieke, die het zo hard nodig heeft. Het is de taak van de Bloed transfusiedienst ervoor te zorgen dat er voldoende donors zijn gere gistreerd, dat zij medisch worden gekeurd, dat hun bloedgroep wordt bepaald en dat zij in noodzakelijke gevallen zo spoedig mogelijk ter plaatse zijn. Het is duidelijk dat hiervoor een organisatie nodig is waaraan, wat accuratesse en snelheid van hande len betreft, grote eisen worden ge steld. Die organisatie is er en ook in Venrav en evenals elders danken honderden daaraan hun leven en ge zondheid. Gezondheid, zeker: want dank zij de mogelijkheid van bloedtransfusie is de chirurg in staat operaties te verrichten bijvoorbeeld in de borstholte die tot voor enkele ja ren niet uitvoerbaar werden geacht. Het is voor een donor een buiten gewoon voorrecht door zijn bloed - gift mede te mogen werken aan het behoud van het leven van een me demens. Maar voor een bepaalde groep heeft de natuur nog een extra beloning tot haar beschikking: het redden van het leven van pasgebo renen. Behalve de bloedgroepen O, A, B en AB is er nóg een onder scheid: dat tussen rhesus-positief en rhesus-negatief. Ieder mens behoort tot een van deze categorieën. Voor dat de wetenschap tot deze ontdek king was gekomen, kwam het vaak voor dat bepaalde vrouwen kinde ren ter wereld brachten die geringe of in het geheel geen levenskansen hadden. De ontdekking van de rhe- sus-factor heeft deze kwade kans tot op een minimum teruggebracht. In dit korte bestek kunnen wij uiteraard niet precies op het hoe en waarom hiervan ingaan; wij vol staan er derhalve mede te zeggen dat in een huwelijk van een rhesus- positieve man met een rhesus-nega- tieve vrouw het kind een zogenaam de rhesus-baby kan zijn. De samenhang werd eerst in 1940 als juist geaccepteerd en sedert die tijd kan het grote leed wetenschap pelijk worden bestreden. Het middel is, het bloed van een dergelijke pas geboren baby te vervangen door dat van een rhesus-negatieve donor; door toepasing van een z.g. wissel transfusie. In tegenstelling tot hetgeen in sommige landen gebruikelijk is, stelt de donor in Nederland zijn bloed geheel gratis ter beschikking. Hij (of zij) weet daarbij nooit voor wie hij het geeft evenmin als de ont vanger hém kent. Door dit principe blijft de daad van naastenliefde zijn waarde volledig behouden.

Peel en Maas | 1962 | | pagina 9