itóói
teken
%ateldag blijft koopdag
'n Venrayse auto voort'
THEOLOGISCHE CURSUS
BLOED GEVEH:
een menselijk voorrecht
Vrijdag 18 Mei 1962 No. 20
Drie en tachtig s u jaargang
^PEEL EN MAASH
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MtINCKHOF N.V. VENRAY WTTPlfRT AH VOOR VPNRAY RM OM^TRPICPN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNBMENTS-
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 YV EtEtiVOLAU V UUlV V I 12* II UiViO 1 IxuilEtll PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bulten Venray f 1.75)
Over het al dan niet sluiten van winkels is in de jaren na de
oorlog heel wat gezegd en geschreven. Moest voorheen om sociale
redenen ervoor gewaakt worden dat de winkels niet te lang open
waren, de discussies der laatste jaren hebben meer de vraag be
licht of de zaken niet te korte tyd geopend zouden blüven. De
wettelijke regeling, die er is waakt immers alleen tegen te lange
werktijden.
VERSCHILLENDE ANTWOORDEN
De werktijdverkorting voor win
kels is een vraagstuk, dat door het
personeel aan de orde werd gesteld.
Men constateerde na de oorlog al
om een ontwikkeling in de richting
van vermindering van het aantal ar
beidsuren. Dit leidde er toe dat vele
werknemers in het winkelbedrijf
van betrekking gingen veranderen.
Het vraagstuk van de arbeids-
schaarste maakt het probleem nog
erger en daaruit is de maatregel ge
volgd dat vele winkels een halve
dag per week gesloten zijn.
De oplossing is in Venray zo ge
regeld dat het gemeentebestuur op
aandrang van de meerderheid der
bedrijf sgenoten dinsdagmiddag de
sluiting bindend heeft verklaard
voor zaken in textiel, huishoudelijke
artikelen en schoenen, waarbij vele
anderen zich hebben aangesloten.
DE KLUTS KWIJT
Voor mensen van buitenaf wordt
het sluiten van verschillende soorten
winkels in verschillende plaatsen
onaangenaam gevonden. De kopers
weten door de grote verschillen niet
meer op welke dag men hier een
halve dag sluit en wanneer elders
gesloten is. Men vraagt zich af in
hoeverre het kopen door vreemden
geschaad wordt door de verschillen
de openstelling van winkels in ver
schillende plaatsen.
In de meeste plaatsen is dat op
maandagmorgen. Hier zijn er ge
gronde bezwaren van zakenmensen
om op maandagmorgen te sluiten,
omdat het dan marktdag is. In de
praktijk is gebleken dat bijvoorbeeld
de textielverkoop op maandagmor
gen vrij groot is en daarom zijn de
ze zaken, in tegenstelling tot andere
plaatsen, op die morgen open.
VERSCHIL IN BRANCHE
Na de snelle invoering van de
vrije zaterdag is de vraag aan de
orde gekomen of nu de zaterdagmid
dag voor alle branches niet als een
verplichte sluitingsmiddag moet
worden gekozen. Dan kan immers
vrijwel iedereen van een langer
weekeinde genieten. Ten dele bleek
deze gedachte wel juist te zijn, want
in den brede gezien heeft zich een
deel van de kooplust verplaatst van
de zaterdagmiddag naar de zaterdag
morgen en ook en vooral naar de
vrijdagavond.
Dat geldt echter niet voor alle
goederen. Voor tal van duurzame
gebruiksgoederen prefereren klanten
op de zaterdagmiddag te komen om
dat ze dan in alle rust kunnen uit
zoeken. Bij de verdediging van de
zaterdagmiddag-sluiting moet er niet
alleen worden uitgegaan van het
personeelsbelang. Ook de klanten
wensen mee te spreken in het kie
zen van het koopmoment en het be
lang van de klant loopt hier paral
lel met dat van de ondernemer.
Wanneer voor bepaalde branches
zaterdag- of zaterdagmiddagsluiting
wordt bevolen, zal dit branchever
vaging in de hand werken voor de
artikelen die het publiek op zater
dag wil kopen. Bovendien staan hier
de postorderbedrijven klaar om een
deel van de omzet bij de winkeliers
weg te nemen.
VOORLOPIG NOG KOOPDAG
De komst van de vrije zaterdag
deed de vraag rijzen of de drang
naar een vrij lang weekeinde bij de
winkelier en vooral bij de winkelbe
dienden zo groot zou zijn, dat hier
uit vanzelfsprekend een algemeen
vrije zaterdag zou voortspruiten. Uit
onderzoekingen is gebleken dat dit
niet 't geval is geweest. Wel wensen
velen een vrije zaterdagmiddag maar
anderen willen op die middag wel
werken om op een andere dag vrij
te krijgen of om het inkomen aan
te vullen. Het ziet er dus voorlopig
naar uit dat de zaterdag als koop
dag voor een groot aantal branches
behouden blijft.
Een groot aantal Kamers van
Koophandel in Nederland heeft de
staatssecretaris van economische za
ken geadviseerd om de betrokken
groeperingen vrij te laten in hun be
slissing over het al dan met toepas
sen van sluiting tijdens de zaterdag.
Wij achten dit advies van beslissen
de betekenis omdat het uit het be
drijfsleven zelf komt. Lr wordt aan
gedrongen op vrijheid van hruve-
dag-sluiting, zoals deze thans reeds
gemeentelijk is geregeld met aan
vaarding van de daaraan verbonden
bezwaren.
Wij juichen dit advies toe omdat
de zaterdag daarmee niet tot dode
dag is veroordeeld, omdat duizenden
winkeliers op ie dag nog een zeer
goede omzet boeken en omdat hier
mee een eigen Nederlands stand
punt wordt gekozen. In een tijd van
overgang moet men niet drillen en
bevelen maar het initiatief laten
aan de maatschappelijke ontwikke
ling. De keuze van dit ontwikkeling
blijkt meestal de wijste te zijn.
m, ...r y litmUy
Het medium film heeft in de laat
ste tientallen jaren een grote ont
wikkeling meegemaakt. Het is in die
tijd het eerste ontspanningsmedium
geworden. Het kon niet anders of
ook de kerk moest haar standpunt
hierover vormen. Vooral in de .ia-
ren 1920 en '30 stond ze afwijzend
tegenover de film en zag daarin een
gevaar voor de christelijke denk
beelden. Gaandeweg veranderde dit
denkbeeld in zulk een positieve zin,
dat de kerk thans officieel de film
als de belangrijkste cultuur uitdra
ger beschouwt. Als zodanig wordt
de film van een niet te onderschat
ten waarde geacht. Vanzelfsprekend
keurt de kerk niet alles goed wat de
film voortbrengt, integendeel, ze
oordeelt en veroordeelt fel waar dat
nodig geacht wordt. Voor zover de
film echter van een positieve waar
de is, al is het alleen maar in de
vorm van amusement ,maar vooral
waar het filmcultuur betreft wordt
de waarde van de film in ere gehou
den.
GOEDKEURING
Nederland heeft op filmgebied niet
zulke grote problemen als de om
liggende landen, eenvoudig omdat
films die niet goed zijn, geweerd
worden door een strenge en prin
cipiële keuring. Daarnaast is er bo
vendien nog een katholieke nakeu
ring, die nog eens extra selecteert,
waardoor ruime zekerheid verkre
gen wordt, dat de films, die ver
toond worden voor het katholieke
publiek aceptabel zijn.
Niettemin is er onder de katho
lieke exploitanten een groep met
een ideële katholieke instelling, die
wil bevorderen dat er nog meer po
sitieve films gemaakt worden als
thans reeds het geval is.
Deze groep, het zgn. Bezinnings
centrum, waarvan ook de directie
van Luxor Theater Venray deel uit
maakt, streeft naar morele en cul
turele verheffing van de film en
schaart zich achter de katholieke
nakeuring, die door bepaalde poli
tieke groepen ten val gebracht kan
worden.
Het K.B.C., Katholiek Bezinnings
centrum, is een groep waarvan het
streven en werk over de gehele we
reld met belangstelling gevolgd
wordt. Naar voorbeeld van dit cen
trum worden thans in Duitsland,
Ierland en diverse andere landen
zusterverenigingen opgericht. Het
Nederlandse K.B.C. werd enkele ja
ren geleden in particuliere audiën
tie bij Z.H. de Paus ontvangen. Vele
congressen werden bijgewoond door
kerkelijke prelaten.
Bij het laatste internationale con
gres te Utrecht gehouden, werd een
pauselijk telegram voorgelezen,
waarin de Heilige Vader aan het
congres zijn pauselijke zegen gaf.
BEOORDELINGSPROBLEEM
Op deze laatste vergadering vroeg
de heer Cattoir directie van o.a.
Luxor Theater alhier of nu niet eens
duidelijk gesteld kon worden wat nu
feitelijk wel cultuur is, vooral op
filmgebied.
Het antwoord luidde als volgt:
Cultuur, dus ook filmcultuur of
liever gezegd zeker filmcultuur is
datgene wat bijdraagt om het men
selijk streven en denken te verhef
fen, het is een verrijking van be
schaving en geestesleven. Hieraan
bestaat grote behoefte.
Vooral in de kleinere plaatsen is
er voor de bioscoopexploitant een
belangrijke taak weggelegd. Film is
een medium van de 20e eeuw en
voor mensen van de 20e eeuw. Vele
mensen hebben de geestesontwikke
ling ,die in snel tempo verloopt, r.iet
kunnen volgen en leven als het ware
nog in de 19e eeuw. Het zijn deze
mensen, waartoe helaas, ook nog dat
onderwijzend personeel behoort dat
de film niet kan aanvoelen
Het is dan ook niet ondenkbaar
dat op een beslist positieve film ten
onrechte kritiek wordt uitgeoefend
om de eenvoudige rede, dat men niet
kan denken naar de begrippen van
de 20e eeuw. Men is vastgeroest aan
verouderde denkbeelden. Men wil bij
een film niet denken omdat men dat
niet geleerd heeft. Positieve flims,
die op het eerste gezicht negatief
zijn door bepaalde scènes, worden
door hen gekraakt. Een kleine bij
zaak wordt opgeblazen en men blijft
vasthouden zozeer zelfs, dat men
niet meer in staat is de absoluut po
sitieve waarde te ontdekken. Dit is
geen kwestie van modern zijn of
niet, maar een kwestie van leren
filmzien.
BELANGRIJK
Nadat er door de heer Cattoir op
gewezen werd dat het financieel on
verantwoord is met zulke program
ma's verder te gaan, terwijl de
waardering gering en de kritiek
soms ontmoedigend is stelde men
van de zijde van het KBC dat de
bioscoopeigenaar moet doorgaan
zolang dit maar even kan met de
culturele film te pousseren. En met
name zal men de ontwikkeling van
het Luxor-programma met belang
stelling volgen omdat niet ieder ex
ploitant het aandurft zulke ver
plichtingen op zich te nemen in
zulk een kleine plaats. Wel sprak
de KBC de verwachting uit dat de
belangstelling van de geestelijkheid
niet alleen beperkt zou blijven tot
passieve belangstelling maar ook
aktief aan de ontwikkeling zal deel
nemen door o.a. scholen aan t.e spo
ren in samenwerking met de plaat
selijke exploitanten de filmvorming
ter hand te nemen. Dit is reeds het
geval op gymnasia etc., doch op ve
le ander scholen wordt hieraan nog
te weinig gedaan.
FILM, T.V.
EN VERMAKELIJHEIDS-
BELASTING
Film in Nederland neemt niet al
leen een belangrijke plaats in. Te
genover de T.V. staat ten hare gun
ste de goede en strenge keuring, iets
waaraan T.V. in Nederland nog niet
toe is. Trouwens wat vindt men
dikwijls in geïllustreerde bladen,
pockeboeken e.d. die de lieve jeugd
in handen krijgt.
Op dit congres kwam verder de
vermakelijkheidsbelasting ter spra
ke.
Het KBC sprak als zijn overtui
ging uit dat het belang van de film
als cultuur uitdrager voor ieder ge
meentebestuur reden moet zijn om
de onredelijke vermakelijkheidsbe
lasting radicaal af te schaffen zo
dat de film die van wezenlijk belang
is voor de ontwikkeling der gemeen
ten en bevolking kan bloeien en ver
der ontplooien. Het is niet meer dan
reëel, dat de film evenals de T.V.
vrij van belasting wordt. Belasting
op film kan niet anders dan rem
mend werken op de filmprogramme
ring. Het is dan ook verheugend, dat
in het officiële programma van de
KVP bij de komende gemeente
raadsverkiezingen de belasting op
filmvoorstellingen is opgenomen. Het
is te hopen, dat plaatsen waar een
verantwoord en doordacht filmpro
gramma geboden wordt voor ieder
publiek van hoog tot laag, waar
ieder op zijn tijd krijgt wat hij
vraagt zoals dat ook hier gebeurt,
dat de gemeentebesturen begrip to
nen voor de bioscoopexploitatie die
in de voor haar bijzonder revolutio
naire tijd voor grote moeilijkheden
staat. Om het tempo bij te houden
vraagt het van de biscoopexploitant
grote offers en vele investeringen
om het publiek in zijn grootste om
vang te geven waar het recht op
heeft nl. een programma dat afge
stemd is op een verwend steds-
publiek. Reeds daardoor loopt de
film vooruit op de ontwikkeling van
de opkomende kleinstad en dient
derhalve gestimuleerd te werden,
niet belast, zoals thans het geval is.
i all* «m&«nngn J
•t AKM foMfwtm (-4
UQXIUW L_ f»nane!«W«ya j
JULIANASINGtL41*^/e/r 1061 (K4780)
ADVERTEERT IN UW WEEKBLAD
PEELENMAAS
nönqo
In Leunen spraken we met Zuster
Gervasia, zo pas uit Afrika terug.
De Zuster van Barmhartigheid ken
nen de meesten beter als Betsie
Reintjes, geboortig uit Leunen, die,
na enkele jaren in de verpleging
werkzaam geweest te zijn, intrad bij
de Zusters van Barmhartigheid. En
als Zuster van die congregatie werd
zij 5 jaren geleden uitgezonden naar
de Kongo, waar ze werkzaam was
en ook in de toekomst nog hoopt te
werken in de provincie Kasai.
We hebben haar naar haar be
vindingen gevraagd en kregen te
horen dat zij niet verdreven is of
„is gaan lopen", maar even op adem
wil komen van de moeilijke tijd
die zij en haar medezusters daar
hebben ondervonden. Maar laten we
haar zelf aan het woord:
Ofschoon onze missiepost Kasan-
sa, die ligt in de provincie Kasai,
tot nu toe gespaard is gebleven van
oorlogsgeweld, hebben we toch ban
ge dagen gekend.
De plaats Kasansa behoort name
lijk tot het Balubagebied en we wer
den dan ook overstroomd door Ba-
luba's, die uit andere delen van
Kongo verdreven waren. Deze dui
zenden vluchtelingen brachten na
tuurlijk veel moeilijkheden met zich
mee, vooral ook in verband met de
voedselvoorziening. Het dreigde ech
ter helemaal een ramp te worden,
toen er bovendien nog een pokken
epidemie uitbrak en we daar zon
der dokter en zonder voldoende me
dicamenten zaten. Dagelijks waren er
sterfgevallen. Als U weet dat we op
onze post met slechts enkele zusters
zijn, dan zult U begrijpen, wat deze
tijd voor ons betekende. Gelukkig
echter behoort ook deze periode
weer tot het verleden.
AUTODIEFSTAL
Verder hebben we nogal veel last
gehad van soldaten, die plunderend
door het land trokken. Deze troepen
hebben ook onze auto het enige
vervoermiddel dat we bezaten
meegenomen. Als U nu weet, dat de
dichtsbijzijnde dokter 100 km ver
woont en dat we dagelijks ca. 300
zieken moeten helpen, terwijl er bo
vendien 60 a 70 bevallingen per
maand zijn, dan begrijpt U wel dat
(nu we geen vervoermiddel meer ter
beschikking hebben) de zo noodza
kelijke medische hulp wel eens te
laat komt.
AUTO-SCHENKING
Toen ik nu dan verlof kreeg om
op vakantie te gaan, is 't plan bij me
opgekomen om te proberen hier een
auto of bijv. een Volkswagenbusje
bij elkaar te krijgen, om zo weer
in staat te zijn de zieken, welke ge
opereerd moeten worden, naar de
dokter te brengen. Ik weet wel, dat
er al veel wordt gevraagd, maar toch
durf ook ik nog bij U aankloppen
om te vragen mijn hartelijke wens
„weer een vervoermiddel voor onze
missiepost" te vervullen.
HULP ZO NODIG
Enkele jaren geleden mocht ik een
zending kleren ontvangen, door de
mensen uit Leunen bij elkaar ge
bracht. De moeders zijn er in onze
missiepost toch zo blij mee! Als ze
met hun baby of kleuter op de mis
sie komen en ze krijgen een jurkje
of broekje, straalt de vreugde van
hun zwarte gezichten. Ook heb ik
van de Memisa, waar U toch ook al
len aan bijdraagt, een zending me
dicamenten ontvangen, die ontzet
tend goed van pas kwamen. Als U
wist hoe een zending van de Memi
sa een missiepost uit de nood kan
helpen, zult U in de toekomst met
nog meer liefde dit prachtige werk
steunen.
DRINGEND VERZOEK
Over enkele maanden ga ik al
weer terug naar mijn missie in de
Kongo en ik hoop van harte dat ik
dank zij Uw hulp de missie
van Kasansa kan verrijken met een
auto, om zodoende beter in staat te
zijn het leed van onze mensen te
verzachten. Giften hiervoor kunnen
overgemaakt worden aan de boeren
leenbank te Leunen, gironummer
1040142 onder vermelding „auto Zr.
Reintjes".
Tot zover Zuster Gervasia, die bij
voorbaat U allen hartelijk dankt
voor Uw medewerking. Van het re
sultaat van deze actie zal zij voor
haar terugkeer via Peel en Maas de
milde gevers op de hoogte brengen.
Laten wij, die hier een betrekke
lijke welstand kennen en zoveel
ook ons geloof als het ware gra
tis gekregen hebben, hen helpen, die
ook namens ons ,daar in de verre en
soms gevaarlijke missiegebieden
werken.
Overal in ons land blijkt er be
hoefte te bestaan aan bezinning op
de geloofsinhoud. Vele vragen drin
gen zich aan de katholiek op, waar
mede hij dagelijks geconfronteerd
wordt of waarvoor hij zelf een ant
woord zoekt. Er zijn ïiog meer nooit
uitgesproken onzekerheden, twijfels
en moeilijkheden.
Om slechts enkele voorbeelden te
noemen, die nog met vele andere
kunnen worden uitgebreid: Is er
nog een norm voor een goed huwe
lijksleven? Waarom benadrukt men
nu opeens dat in deze kwestie het
eigen geweten doorslaggevend is?
Wat is de feitelüke zin en opgave
van het huwelijk? Hoe is het met
ons geloof? Past dat nog in onze mo
derne technische wereld? Wat is
trouwens geloven? In hoeverre kan
men verplicht worden iets te gelo
ven? Wat is de zin van godsdienst
onderwijs aan kinderen, die vragen
van buiten leren en volgepropt wor
den met woorden, die ze niet be-
grijpën? Hebben we niet te kinder
lijke ideeën over de Eucharistie?
Kan een gezond mens hier iets van
begrijpen? Geldt hetzelfde ook niet
voor de biecht?
Moet liturgie en sakramentenprak-
tijk niet grondig omgevormd wor
den, wil het tot ons, moderne, men
sen weer iets gaan zeggen. Maar
hoe moet dit dan gebeuren? Is ons
gebed niet vaak alleen maar het uit
spreken van een formule, waarvan
de betekenis en de zin ons voorbij
gaat? Er wordt veel gesproken over
de verhouding priester-leek. Waar
in moet de samenwerking tussen
beiden bestaan?
Waarom ziet men in de Kerk al
lerlei zaken veranderen en andere
niet?
Nogmaals, dit zijn slechts enkele
vragen en we kunnen zo nog een
hele poos doorgaan. Allemaal vra
gen, die steeds aangesneden wor
den, maar die feitelijk nooit een
duidelijk antwoord krijgen, omdat
de noodzakelijke achtergrond ont
breekt. Ze maken alleen maar dui-
delk dat men zo weinig afweet van
zijn eigen geloofsbezit.
Van de andere kant is het een ge
lukkig verschijnsel, dat uit deze vra
gen ook een behoefte opbloeit naar
geloofsbezinning. Vele katholieken
worden zich bewust dat zij een ver-
antwoordelijkhaid dragen voor Gods
Kerk en dat zij deze slechts goed
kunnen dragen, wanneer zij zich
werkelijk gaan bezinnen op hun ge
loof. Ze voelen dat zij de vragen,
die bij hen opkomen en die hun
gesteld worden, niet uit de weg mo
gen gaan. Het is daarom een goed
teken dat overal in ons land ge
spreksgroepen, bijbelclubs en cur
sussen worden gegeven. Ook in onze
plaats kennen we daar enige voor
beelden van, terwijl een nieuw ini
tiatief in deze thans wordt aange
kondigd: nl. een theologische cur
sus voor leken.
THEOLOGISCHE LEERGANG
Met deze theologische leergang
zullen enkele deskundigen een hulp
middel bieden voor deze bezinning
naar een verantwoorde levenswijze.
Op wetenschappelijk verantwoorde
wijze zullen in deze leergang exegese
van de H. Schrift, dogmatische theo
logie, moraaltheologie en kerkge
schiedenis gedoceerd worden, door
specialisten, die op de hoogte zijn
van de moderne problematiek.
Voor het eerste jaar zullen de col
leges gegeven worden door de pa
ters minderbroeders professoren aan
het Studium Franciscanum alhier: C.
Bak drs. hist., D. Braun, S. Th. drs.,
Cl. Epping S. Th. dr. en de pater
Carmeliet Joh. Peeters, S. Th. dr.
Zij hebben reeds ervaring in der
gelijke leergangen o.a. te Haarlem en
Weert.
De eerste college-avond is op vrij
dag 28 september a.s. De leergang
wordt gegeven in het minderbroe
dersklooster alhier en loopt t.m. 29
maart. Om de veertien dagen wordt
op vrijdagavond twee uren college
gegeven. Voor de omliggende plaat
sen wordt met aanvangsuren en
sluitingstijd rekening gehouden met
bus- en treinverbindingen.
Van idere avond wordt een uitge
breid resumé aan de cursisten ver
strekt.
Het college-geld bedraagt 25,
waarvan de betaling eventueel in
overleg kan worden geregeld.
Correspondentie over deze leer
gang kan gevoerd worden via Dr.
van Munster O.F.M., Studium Fran
ciscanum, Leunseweg 1, Venray.
Geen bloed, geen leven. Als de
mens van zijn vijf liter bloed een
min of meer groot gedeelte verliest,
is hij ten dode opgeschreventen
zij dit tekort zeer snel kan worden
aangevuld. Dit is de grondslag van
de door het Nederlandsche Roode
Kruis in het leven geroepen Bloed
transfusiedienst.
Anders gezegd: de overheveling
van bloed van de ene mens naar de
andere. De eerste pogingen daartoe
werden reeds eeuwen geleden onder
nomen, ook wel eens met het doel
mensen „wier bloed te oud was ge
worden of ziek was" nieuwe levens
kracht of gezondheid te schenken.
In bijna alle gevallen hebben deze
ingrepen toentertijd de dood ten ge
volge gehad. Het is de medische we
tenschap eerst sedert enige decennia
bekend waardóór. Dank zij deze
kennis is het nu mogelijk het leven
van een zieke, bij te groot bloedver
lies, te behouden. Sinds men wist,
dat het menselijk bloed in enige
groepen kan worden ondergebracht
en nadat gebleken was dat sommige
groepen wel, doch de meeste niet
met elkaar kunnen samengaan, was
in beginsel de weg geopend.
Oorspronkelijk werd de overbren
ging rechtstreeks van bloedgever of
patiënt tot stand gebracht; thans
geschiedt deze indirect: de donor
laat zich een kleine halve liter af
nemen en de fles met bloed gaat
naar de zieke, die het zo hard nodig
heeft. Het is de taak van de Bloed
transfusiedienst ervoor te zorgen
dat er voldoende donors zijn gere
gistreerd, dat zij medisch worden
gekeurd, dat hun bloedgroep wordt
bepaald en dat zij in noodzakelijke
gevallen zo spoedig mogelijk ter
plaatse zijn.
Het is duidelijk dat hiervoor een
organisatie nodig is waaraan, wat
accuratesse en snelheid van hande
len betreft, grote eisen worden ge
steld. Die organisatie is er en ook
in Venrav en evenals elders danken
honderden daaraan hun leven en ge
zondheid.
Gezondheid, zeker: want dank zij
de mogelijkheid van bloedtransfusie
is de chirurg in staat operaties te
verrichten bijvoorbeeld in de
borstholte die tot voor enkele ja
ren niet uitvoerbaar werden geacht.
Het is voor een donor een buiten
gewoon voorrecht door zijn bloed -
gift mede te mogen werken aan het
behoud van het leven van een me
demens. Maar voor een bepaalde
groep heeft de natuur nog een extra
beloning tot haar beschikking: het
redden van het leven van pasgebo
renen. Behalve de bloedgroepen O,
A, B en AB is er nóg een onder
scheid: dat tussen rhesus-positief en
rhesus-negatief. Ieder mens behoort
tot een van deze categorieën. Voor
dat de wetenschap tot deze ontdek
king was gekomen, kwam het vaak
voor dat bepaalde vrouwen kinde
ren ter wereld brachten die geringe
of in het geheel geen levenskansen
hadden. De ontdekking van de rhe-
sus-factor heeft deze kwade kans
tot op een minimum teruggebracht.
In dit korte bestek kunnen wij
uiteraard niet precies op het hoe en
waarom hiervan ingaan; wij vol
staan er derhalve mede te zeggen
dat in een huwelijk van een rhesus-
positieve man met een rhesus-nega-
tieve vrouw het kind een zogenaam
de rhesus-baby kan zijn.
De samenhang werd eerst in 1940
als juist geaccepteerd en sedert die
tijd kan het grote leed wetenschap
pelijk worden bestreden. Het middel
is, het bloed van een dergelijke pas
geboren baby te vervangen door dat
van een rhesus-negatieve donor;
door toepasing van een z.g. wissel
transfusie.
In tegenstelling tot hetgeen in
sommige landen gebruikelijk is,
stelt de donor in Nederland zijn
bloed geheel gratis ter beschikking.
Hij (of zij) weet daarbij nooit voor
wie hij het geeft evenmin als de ont
vanger hém kent. Door dit principe
blijft de daad van naastenliefde zijn
waarde volledig behouden.