deladingaangifyti Baden ty qtinbtatlmd Denkt om LORD Pastoor Litjens Politierechter Centrale Volksbank Invalidenbond Ingezonden Vrijdag 23 maart 1962 No. 12 Drie en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DEUK JSN UITGA VB VAN DEN MUNCKHOF N.V. VBNBAT WPPVRI AH VOOR VPTVTR A V FN OMSTRFIfFN ADVERTENTIEPRIJS 8 cl ptr mm. ABONNEMENTS GROTE STRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 W CdCrlVOL AU V V-lv/lX, V I Efll UiVlO 1 Ivulvuil PRIJS PER KWARTAAL 1.5# (bulten Venray 1.751 Nog een korte tyd scheidt ons van het moment waarop de aangif te-biljetten voor de inkomstenbelasting weer by de inspecties moe ten zijn ingezonden, althans het witte A-biljet. Wie belastingplich tig is voor de vermogensbelasting, heeft nog automatisch uitstel tot 1 juli 1962 wanneer hij het bijgevoegde biljet Bb inzendt voor 1 april. Op dit Bb-biljet komen cijfers waarop de inspecteur zijn voorlopige aanslag 1962 baseert. Die gegevens moeten spoedig in zijn bezit zijn. U KUNT VEEL NARIGHEID VOORKOMEN Wie niet tijdig zijn aangiftebiljet inzendt, stelt zich bloot aan allerlei financiële gevaren. Zo dreigt er bij voorbeeld een ambtshalve aanslag door de inspecteur. Niet alleen zal die aanslag hoog ziin, maar men zit met de moeilijkheid dat het protes teren zo moeilijk wordt. In geval van een ambtshalve aanslag zal de be lastingplichtige moeten aantonen dat deze niet juist is .De bewijslast rust dus op hem en niet meer op de in specteur. Dit is geen eenvoudige procedure. Het kan ook zijn dat de inspecteur u bij te late inzending een boete op legt van 5 pet. over de aanslag 1961 wegens te late aangifte. Bent u steeds laat, dan kan dat ook de goe de betrekkingen tussen belasting plichtige en de inspectie nadelig be ïnvloeden en dat is beslist niet wen selijk. Het gaat er niet alleen om dat er op tijd een aangifte in de bus ter inspectie ligt, maar vooral ook dat die aangifte goed is. Voor velen is de hulp van een deskundige nodig om tot juiste aangifte te komen maar vele anderen kunnen zelf veel of alle juiste gegevens verstrekken wan neer zij voldoende moeite besteden aan de juiste invulling van het bil jet. Tallozen voelen zich daartoe uit weerstand tegen het belastingbetalen niet geroepen. Een dergelijke hou ding zal meestal geld kosten. De in specteur moet weten hoeveel de in komsten waren over 1961. WEEST EERLIJK Hoe denken wij het aangiftebiljet in te vullen bij de wetenschap dat de tarieven nog zeer hoog zijn, ook na de verlaging van 1 juli as..? Een gehuwde zonder kinderen met 7500 gulden inkomen netto betaalt onder het tarief 1962 nog 901,Dit is een inkomen beneden de welstands- grens. Klimt deze belastingplichtige tot 10.000,inkomen dan betaalt hij reeds 1500,—, d.w.z. van de laatste 2.500,— liefst 593,—. Bij dergelijke hoge tarieven, die tot de hoogste ter wereld behoren, komt al spoedig de begeerte boven om een deel van het inkomen niet op te geven. Met de meeste nadruk moeten wij dit afraden omdat, als die operatie een keer slaagt, spoedig de weg op nieuw openligt naar een omvangrij ke fraude. Slaat men eenmaal deze weg in dan is het hek van de dam. Van het een komt het ander totdat bij een controle de hele zaak aan het licht komt. Iemand die in deze fuik zit, komt er niet zonder grote ellen de voor zich en zijn gezin weer uit. De controlemogelijkheden zijn in ons land zeer geperfectioneerd. Af gezien hiervan moet men de morele zijde van het vraagstuk ook eens be zien. Er resteert ons naast de fraude nog twee wegen om de aanslag in de inkomsten- en vermogensbelasting laag te houden. De minst sympathie ke van de twee is die van de gefor ceerde uitgaven voor de zakenman. GEVAARLIJKE ONKOSTEN Wie zijn onkostennota zelf beheert, kan deze met allerlei middelen op voeren. De inrichting van de zaak wordt zo luxueus mogelijk gemaakt. De zakenrelaties worden meer dan royaal gefêteerd. De posten voor re clame en vervoer worden zoveel mogelijk opgeschroefd en zo kunnen wij doorgaan. In talrijke krantenrubrieken is er op het gevaarlijke van deze gedrags lijn gewezen en op de ongezonde glans die hierdoor aan de economie van het land wordt gegeven. Veel vertoon zou achterwege blijven wan neer onze belastingtarieven meer in overeenstemming waren met het rechtsgevoel van hen, die ze betalen moeten. Wij hopen dat er in de ko mende jaren aan dit probleem iets zal worden gedaan. Tenslotte is er de weg, in de dool hof der wetsartikelen te zoeken naar zwakke punten en aftrekmoge lijkheden. Dit is een volkomen ge oorloofde weg en er moet zeker een zo ruim mogelijk gebruik van wor den gemaakt zonder in overdrijving te vervallen. Wij denken aan de kos ten van verwerving, aan buitenge wone lasten en aan de mogelijkheid om via toegelaten vrije schenkingen aan kinderen het vermogen te ver minderen. BLIJF REDELIJK De jurisprudentie over al deze af trekposten bevat een bloemlezing van pogingen om voor allerlei zaken aftrek te verkrijgen. Gedeeltelijk is de staat op dit grensgebied tussen toelaatbaar en ontoelaatbaar als overwinnaar uit het strijdperk ge treden, maar ook meer dan eens zegevierden de belanghebbenden. Maatstaf op dit terrein vol voet angels en klemmen is de gedachte dat men redelijk moet blijven in zijn eisen bij de belastinginspectie. Dan mogen wij ook een redelijke houding van de belastingdienst ver wachten. Ook in deze sector is een terrein waarop gegeven en genomen moet worden. Wij zijn ons ervan bewust, dat de fiscus meer dan eens neemt maar daarvoor is zij ook ge roepen. De ervaring heeft ook velen geleerd, dat belastinginspecteurs meer dan eens oog hebben voor de moeilijkheden van de contribuanten. Nimmer behoeven wij te vergeten dat de bepaling van een juist ver schuldigd belastingbedrag een zaak is waarbij twee partijen een stem in dit kapittel hebben, dus ook de belanghebbende. Hij hoeft alle op vattingen van de inspecteur niet zonder meer aan te nemen en wordt zeifs niet gebonden door de aangif te. Die is een hulpmiddel waarmee inspectie en burger gewapend zijn om tot een goede aanslag te komen. In onze vorige aflevering hebt u kunnen lezen hoe de jeugd van Ba den Powell verliep en hoe hij in mi- lilitaire dienst opklom van Luitenant tot Luitenant-Generaal. We zijn nu toe aan het ontstaan van het ver kennen. Tijdens zijn werk in het leger had hij veel jonge mannen moeten oefe nen voor speciale taken en had hier bij ontdekt dat zijn eigen verken nersleven hem een ongeëvenaarde mogelijkheid gaf het beste in ieder mens naar voren te halen. Talrijke jongens schreven naar hun held ('n soort fan-mail dus) om raad en hij spande zich in om hun brieven zo veel mogelijk zó te beantwoorden, dat ze er inderdaad iets aan had den. Gedurende de oorlog had hij ondervonden hoe nuttig jongens konden zijn, als hun maar verant woordelijkheid gegeven werd. Dat had toen grote indruk op hem ge maakt. Het beroep dat door zijn on bekende briefschrijvers op hem ge daan werd, beantwoordde hij dan ook met de grootste sympathie. Een ander aanleiding was zijn militaire instructieboekje „Aids to Scouting". Bij zijn terugkeer in Engeland be merkte hij tot zijn verrassing, dat dit boekje op verschillende scholen gebruikt werd als handleiding bij het oefenen in observatie en deduc tie. Op verzoek van de stichter van een andere jongensorganisatie zette hij de ideen voor het verkennen op papier .Zo ontstond de publicatie van „het verkennen voor jongens" in veertiendaagse afleveringen. Nu nog steeds is dit boek de hand leiding voor de Beweging en tijdens het leven van Baden-Powell werden meer als een miljoen exemplaren hiervan verkocht. dat het noodzakelijk was de jongen een positieve en niet een negatieve gedragslijn voor te houden. Dit be lichaamde hij in de Wet. Op de derde plaats greep hij de jongens aan in de hang naar roman tiek door de aard van de activitei ten, die hem in het verkennen wach ten. Op de vierde plaats maakte hij gebruik van het „bende instinct" van de jongen, door de verkenners in kleine patrouilles bijeen te bren gen, ieder met zijn eigen leider. Ba den-Powell was al ouder dan 50 jaar toen de verkennersbeweging goed en wel op gang was, en de meeste men sen toen gedacht hebben dat hij een verstokt vrijgezel zou blijven. In 1912 trad hij echter in het huwelijk en vanaf die tijd genoot hij boven dien van het gezinsleven. Zijn vrouw bleek alras een waardevolle assis tente in het padvinders- en padvind- sterswerk. Niet alleen in Engeland, maar ook buiten zijn grenzen ont wikkelde het verkennen zich met grote snelheid. Baden-Powell zag hierin, door de verbroedering, een hechte bijdrage voor de wereldvrede. Dat lijkt misschien wel een ijdele droom, maar toch heeft dit tot po sitieve resultaten geleid. Baden-Po well heeft nooit het geloof in de toe komst verloren. De laatste jaren van zijn leven heeft hij doorge bracht in Kennya, het land dat hij lief had. Tot het laatste toe bleef hij bemoedigende brieven schrijven aan zijn jongens, leidsters en leiders. Iets hiervan moet aangehaald wor den: „Eén ding is essentieel voor een algemene en blijvende vrede en dat is een volkomen verandering van de geestesgesteldheid van de volkeren. Een verandering naar meer onder ling begrip, naar het doen verdwij nen van nationale vooroordelen. En de kunst om de dingen met echte vriendschappelijke waardering met de ogen van de ander te bekijken". Dat was de boodschap die hij in het verkennen predikte, de waar heid ervan valt niet in twijfel te trekken. Aan dat werk van weder zijds begrip heeft de verkennersbe weging haar deel bijgedragen, mis schien niet zo'n groot deel, want zelfs een dergelijke wereldwijde be weging omvat maar een klein per centage van de hele mensheid, maar toch wel een waardevolle bijdrage. I I De stichter stierf on 8 januari 1941, oud van jaren en met eerbe wijzen overladen, maar zijn werk zal banden van onderling begrip tussen jongens over de gehele we reld blijven smeden. Onder de vele miljoenen, die naar Baden-Powell als hun leider opzagen, heerste veel rouw over zijn heengaan, maar ook veel hoop op dat wat hij zo eerlijk heeft opgebouwd. Laat ons hopen dat de ideeën de stormen der tijden zal weerstaan, de ideeën en de idealen van Lord Ro bert Baden-Powell off Gilwell. Castenray heeft zondag zijn nieuwe pastoor op de meest harte lijke wijze gehuldigd by zyn installatie als parochieherder. Fees telijk waren kerk en pastorie versierd en honderden trokken mee in de stoet, die de nieuwe pastoor ter kerke geleidde. Aan de deur van de pastorie boden twee kleinen hem de herdersstaf aan, waarna de stoet zich in beweging zette en langs de stram sa luerende ruiters naar de kerk trok. Maar vóór hij dit boek probeerde hij met een twintig tal jongens uit verschillende milieu's 'n kamp op Brownsea Island. Dit ge beurde in 1907. Hij was zeer tevre den over het resultaat en de jongens waren dit zeker. Maar hij had meer in zijn hoofd dan alleen maar wat practische hulpmiddelen. Hij wilde iets doen om de jongens naar een hoger ideaal te laten streven. Al in 1901 had hij in een brief aan een van zijn bewonderaars voorgesteld, om iedere dag een goede daad te doen, opdat men daardoor een ge woonte zou gaan vormen om aan anderen te denken. Hij stelde een gedragscode op waarvoor hij verschillende erecodes bestudeerde o.a. de riddercode. Hier uit ontstond later de Verkennerswet. De veertiendaagse afleveringen van „Verkennen voor jongens" was nog niet afgelopen, of de jongens begon nen zelf al verkenners patrouilles te vormen, met of zonder hulp van volwassenen. Het werd spoedig dui delijk dat, wilde men uitwassen vermijden, men een of andere vorm van organisatie zou moeten vinden. De beweging breidde zich snel uit en Baden-Powell kwam vanzelf voor de keus te staan óf zijn militaire loopbaan voortzetten óf de leiding van de verkenners op zich nemen. Het moet een grote opoffering voor hem geweest zijn om het leger te verlaten en de leiding te gaan ne men van een jongensbeweging waar een zekere toekomst inzat. Toch heeft hij heel wat kritiek te verdu ren gehad want de verkenners wer den door heel wat mensen belache lijk gemaakt. De korte broek, want in die tijd waren deze zelfs voor jongens ongebruikelijk, en de goede daad werden al gauw het onderwerp voor allerlei mopjes. Ook omdat men er iets militairs inzag was men nogal huiverig en nu zelfs nog is de ze kritiek nog niet uitgestorven. Maar wat men dan in de eerste tijd ook gedacht had, opvoeders waren al spoedig ontvankelijk voor de or ganisatie en methodes. Tegenwoor dig lijkt deze methode niets bijzon ders, maar in 1908 was hij bijna re volutionair. Allereerst legde hij de nadruk op het vertrouwen in de jon gen, ook al zou het van tijd tot tijd mis gaan, want hij heeft nooit be weerd dat het vertrouwen niet eens beschaamd zou worden. Vervolgens maakte hij duidelijk, Daar heette burgemeester Custers hem hartelijk welkom in onze ge meente waarbij hij wees op de goe de samenwerking, die er is tussen de wereldlijke en geestelijke over schreef 4 heid in onze gemeente. Hij ver trouwde dat ook pastoor Litjens voor Castenray veel goeds zou kunnen verrichten en bood hem de samen werking aan met Venrays gemeente bestuur. Het oudste lid van het kerkbe stuur, de heer Steeghs sprak ook 'n woord van welkom en wees er op dat ondanks het feit dat Castenray nog grotendeels een agrarische plaats is ,toch niet onberoerd wordt gelaten door de groote veranderin gen, die zich allerwege voltrekken. Maar onder leiding van de parochie herder, zo vertrouwde hij, zal ook de nieuwe tijd veel goeds voor het geestelijk en lichamelijk heil van de parochianen kunnen brengen. Dan bood hij hem de sleutels aan van Castenrays kerk, die feestelijk ver sierd zijn nieuwe herder wachtende was GOEDE HERDER Nadat het zangkoor het Veni Creator gezongen had, las Deken Loonen de benoemingsbrief voor. In een kort woord dankte hij Pastoor Geurts voor zijn werk. allereerst in Castenray, maar ook voor het gehele dekenaat. Dit laatste o.a. als kring adviseur van de LLTB en de koren- bond. Steeds had de scheidende pas toor in liefde met anderen samen gewerkt en zijn heengaan uit het dekenaat werd allerwege betreurd. Pastoor Litjens, zo vervolgde Deken Loonen, is in het Noord Limburgse land geen onbekende. Hij heette hem hartelijk welkom en vertrouwde op een nauwe samenwerking. „Hij vindt in Castenray, aldus Deken Loonen, „een prachtige parochie, die nog te overzien is, maar waar voor al de samenwerking zo echt en innig is." Hij vertrouwde dat deze samen werking ook tussen pastoor en paro chianen zou mogen groeien en vroeg de laatste toch hun herder te willen zien als een andere Christus, dienst van Christus om Hem en de mensen te dienen, als middelaar tus sen God en de mensen. Hij vroeg hen veel te bidden voor hun herder, als voor alle priesters. Men vraagt van hen geestelijke bijstand, maar laten we hen helpen door ons ge bed. Hij vroeg verder om een har telijke samenwerking in eerlijkheid en liefde. Er is veel opgebouwd in al die jaren, zo vertelde Deken Loo nen, maar dat werk moet in stand worden gehouden en worden. vervolmaakt Na deze toespraak van de H.E. Heer Deken legde pastoor Litjens de ambtseed af, waarna de installatie plechtigheden begonnen. Hem werd aangeboden de sleutels van het ta bernakel, de kelk, het missaal en de priesterlijke gewaden. De Deken leidde hem naar biechtstoel en doop vont en uiteindelijk naar de preek stoel, waarvan de nieuw benoemde pastoor het evangelie van de Goede Herder voorlas. In zijn toespraak wees pastoor Litjens er uitdrukkelijk op, dat zijn opdracht te groot is voor een mens, als hij er niet de genade krijgt. Om die af te bidden is het ge bed nodig van de gehele parochie, evenals de samenwerking, de liefde en de eerlijkheid nodig zijn voor een goed onderling contact. Hij vroeg zijn parochianen om dit alles, opdat zijn werk gezegend mocht worden in het belang van de aan hem toe vertrouwden. Een plechtig Te Deum besloot deze plechtigheid, die behalve door de familie werd bijgewoond door de geestelijkheid van Sevenum. Deken Loonen werd bij de installa tieplechtigheid geassisteerd door Pastoor Vervoort uit Oirlo en Pas toor Jonkers uit Leunen. Omringd door bruidjes en vooraf gegaan door de hele Castenrayse ge meenschap werd Pastoor Litjens naar het parochiehuis geleid, waar het hoofd der school, de heer Men nen, zijn gelukwensen aanbood na mens de Castenrayse parochianen. Hij wees er op dat ondanks het feit dat Castenray geroemd werd om zijn goede hoedanigheden, er toch nog wel dingen zullen zijn, die weg- geschaafd moeten worden. Hij wens te pastoor Litjens alle succes toe voor zijn toekomstig werk en beloof de de volgzaamheid van de paro chianen. Het gemengd koor Cantabile zorg de voor een prettige stemming door enkele liederen. Een druk bezochte receptie besloot de installatieplechtigheid en pastoor Litjens kwam handen te kort kennis te maken met al zijn nieuwe parochianen, die hij als slot van die middag dankte voor de grote belang stelling en het medeleven bij zijn benoeming en installatie betoond. ,Er gaan meer mensen verloren door geen goede boeken te lezen dan door het lezen van slechte boe ken". Deze ervaringswijsheid hebben al heel wat opvoeders bewaarheid gezien wanneer zij in contact kwa men met mensen wier leven vastge lopen was. Dezelfde wijsheid geldt ook van de film. Juist als het boek is de film een onmisbaar onderdeel geworden van de moderne opvoeding. Boven dien bereikt de film een bredere schare dan het boek, dat maar al te vaak tot meer intellectueel gevorm de mensen beperkt blijft. In feite is de invloed van de film dan ook groter dan die van het boek. Niet alleen dat de film in groter kring een rol speelt, maar hij werkt ook vaak dieper door dan het boek. De film als kijkspel vraagt minder in spanning van de mens. Hij wordt agresiever ondergaan. Wat de film zegt wordt daarom eerder als „uit gemaakte zaak" aanvaard. Het leven is of hoort te zijn als de film. Als vast element in de moderne opvoeding hebben wij allen met de film te maken, zijn wij ook allen voor de film verantwoordelijk. Wel nu, meer dan het wordt de film me- debepaald door de vraag van het publiek. Wij krijgen de film waar wij om vragen. In dit verband is bioscoopbezoek dat met overleg gebeurt, een mid del om onze verantwoordelijkheid voor de film op de juiste wijze tot uitdrukking te brengen. Wij schep pen zo ruimte voor de goede film. Vandaar dat in Frankrijk iedere zondag de films van de week in het kerkportaal worden geafficheerd en besproken. De film van de week is vaak uitgangspunt om in gespreks groepen de moderne levensproble matiek te bespreken. De film staat daar meer in het katholieke leven als hier in Nederland het geval is. Venray is zo gelukkig om in zijn bioscoop een kuituurcentrum te be zitten dat jammer genoeg te weinig benut wordt door zijn bevolking. Dit wijst misschien niet op een gebrek aan kulturele interesse, maar wel is het blindheid voor de unieke waarde die de film als opvoedkun dig middel bezit. De directeur van de bioscoop in Venray brengt een programma waarin plaats is voor belangrijke films, de films die men in een stad als Venray niet voorbij mag laten gaan. Zowel de film zelf als de bevolking kunnen alleen maar baat hebben bij een geregeld en met zorg gekozen bezoek aan zijn theater. D. „Volgens de inlichtingen bent u 'n lastige heer", las hij voor. „Zozo", riep de man, „ben ik dat? Ben ik een lastig heer? Zozo", en na deze weinig zeggende woorden riep hij er achter aan: „Maar dan toch een héér." „Dat klopt precies met de inlich tingen" zei de rechter verheugd. „Doet zich graag als heer voor", staat er. Maar dat is u die ene keer dan toch mislukt." „Edelachtbare, kijk nou eens naar die ballen", vroeg de man uitnodi gend, „nu vraag ik u Maar hij kwam niet aan vragen toe, want de officier vroeg iets. Hij vroeg vijfentwintig gulden boete ten bate van vadertje Staat, of an ders vijf dagen de kast in. ,,'t Is bar en bar", vond de heer met de omgeslagen broekspijp. De rechter deed er een tientje af. Vijftien gulden boete zal hij moeten betalen. „En ik had het nog wel zo mooi gezegd", zei de verdachte, toen hij spijtig dc vijf ballen weer in zijn actetas deed. De heer met de omgeslagen broekspijp stapte de rechtszaal bin nen alsof hij de minister van justitie zelf was, haalde een actetas voor de dag en toverde vijf ballen tevoor schijn. Die legde hij op een rijtje op de groene tafel en toen zei hij: „Zie zo, dat zijn ze!" Vervolgens leidde de parketwachter hem naar het ver dachtenbankje. „O", zei de rechter, verbaasd naar de ballen starend. Want de man moest terechtstaan wegens beledi ging en het was niet direct duide lijk, wat dat speelgoed daarmee te maken had. „Edelachtbare", zei de man, „ik woon in een flat en boven me woont de familie, waarmede moeilijkheden zijn ontstaan. De kinderen van deze familie maken een verschrikkelijke herrie, met zulk een tumult boven mijn hoofd kan ik niet leven. De flat is zeer gehorig en hun kinderen zijn een en twee en een half jaar. Daar worden complete voetbalwed strijden georganiseerd op de boven verdieping. Nergens heb ik een rus tig plaatsje meer. Ik ben blij, als ik de deur kan uitgaan." „Zozo", zei de rechter. „Juist, ja. Maar daar gaat het nu direct niet om. Hebt u de buurvrouw uitge scholden?" „Meneer de rechter", zei de man, „boven mijn hoofd zit de hele ach tergrond van deze zaak. Dat kind heeft op zijn verjaardag nog een trommel gekregen ook." Nu begon het wat lang te duren. „Hebt u gescholden of niet?" vroeg de rechter kort. „Ik heb alleen gezegd: je bent een serpenta in optima forma", ant woordde de man met de omgeslagen broekspijp plechtig, „en dat, edel achtbare, is geen belediging." „Laat dat maar aan ons over", vond de rechter, „volgens het ver baal hebt u die dame een serpent genoemd." „Dan kent de verbalisant geen La tijn", zei de verdachte. „Ik betwijfel of u dat kent", zei de officier, .maar dat is hier ook niet terzake." De rechter haalde de stukken uit het dossier. IN 1961 Van de zeven grootste spaarban ken in Nederland staat De Centrale Volksbank aan de kop wat de groei betreft. Het tegoed van De Centrale Volksbank nam toe met 18'/2°/o of bijna 20 miljoen. De grote spaar banken van Den Haag en Amster dam groeiden tot 15 pet., de Boeren leenbanken eveneens met 15 pet., Rotterdam met 127a pet. De Spaarbank van Groningen, die op de 6e plaats stond, groeide met 11 pet en de R.P.S. sluit de rij met 9 Va pet. Het gemiddelde spaartegoed per boekje steeg van 489,tot 566, Er werd in totaal 4472 miljoen gul den terugbetaald. Aan rente werd op de boekjes bijgeschreven 3,3 mil joen gulden. Het totale tegoed pas seerde de 125 miljoen. Het totaal aantal spaarders passeerde de 220.000. In verhouding tot andere spaarbanken groeide De Centrale Volksbank dus het snelst. Een mooi resultaat over 1961, waar De Centrale Volksbank dik tevreden mee is. AFD. VENRAY De Ned. Kath. Invalidenbond St. Liduina, dekenale afd. Venray, hield op 15 maart j.l. in Café In den Engel haar alg. jaarvergadering. De jaar verslagen van secretaresse en pen ningmeester werden goedgekeurd. De samenstelling van het bestuur bleef ongewijzigd, daar penning meester Flinsenberg, die aftredend was, bij acclamatie werd herkozen. Door de voorzitter, dhr. Bartels, werden diverse aktiepunten voor 1962 bekendgemaakt. Sinds januari heeft de afd. een eigen contactblad, hetgeen een grote vooruitgang genoemd kan worden. Ook heeft de afd. Venray al hoewel nog klein een sportafde- ling en is reeds aangesloten bij de N.I.S., de Nederlandse Invaliden Sportbond. In samenwerking met de andere Limb, afdelingen zal men dit jaar reeds intensief aan sportbeoefe ning gaan doen, o.a. zal men in sep tember gaan starten met zwemles sen in het sportfondsenbad te Ven- lo. Dit jaar zullen er weer vakantie werken georganiseerd worden in Overloon en Ugchelen, terwijl inva lide kinderen zich kunnen opgeven voor een vakantiewerk op Kasteel Well. De voorzitter deed een beroep op de leden in verband met de leden werving, nog teveel invaliden in Venray zijn geen lid van onze bond en spreker dacht vooral aan de jeug dige invaliden. In samenwerking met het hoofdbestuur wil men door middel van jeugd- en kaderbijeen komsten ook de jongeren bijeen brengen om hen het grote nut van onze organisatie te doen inzien en mogelijk leden op te leiden om straks het bestuursbeleid in handen van de gehandicapten zelf te kun nen geven. Ook de Rijnbootreis en Lourdes- reis werd onder de aandacht van de leden gebracht. Ook zal men wederom een zomer- uitstapje maken. Nadat de vergadering gesloten was, werd er nog een gezellige kien- avond gehouden.

Peel en Maas | 1962 | | pagina 5