deladingaangifyti
Baden ty
qtinbtatlmd
Denkt om
LORD
Pastoor Litjens
Politierechter
Centrale
Volksbank
Invalidenbond
Ingezonden
Vrijdag 23 maart 1962 No. 12
Drie en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
DEUK JSN UITGA VB VAN DEN MUNCKHOF N.V. VBNBAT WPPVRI AH VOOR VPTVTR A V FN OMSTRFIfFN ADVERTENTIEPRIJS 8 cl ptr mm. ABONNEMENTS
GROTE STRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 W CdCrlVOL AU V V-lv/lX, V I Efll UiVlO 1 Ivulvuil PRIJS PER KWARTAAL 1.5# (bulten Venray 1.751
Nog een korte tyd scheidt ons van het moment waarop de aangif
te-biljetten voor de inkomstenbelasting weer by de inspecties moe
ten zijn ingezonden, althans het witte A-biljet. Wie belastingplich
tig is voor de vermogensbelasting, heeft nog automatisch uitstel
tot 1 juli 1962 wanneer hij het bijgevoegde biljet Bb inzendt voor
1 april. Op dit Bb-biljet komen cijfers waarop de inspecteur zijn
voorlopige aanslag 1962 baseert. Die gegevens moeten spoedig
in zijn bezit zijn.
U KUNT VEEL NARIGHEID
VOORKOMEN
Wie niet tijdig zijn aangiftebiljet
inzendt, stelt zich bloot aan allerlei
financiële gevaren. Zo dreigt er bij
voorbeeld een ambtshalve aanslag
door de inspecteur. Niet alleen zal
die aanslag hoog ziin, maar men zit
met de moeilijkheid dat het protes
teren zo moeilijk wordt. In geval van
een ambtshalve aanslag zal de be
lastingplichtige moeten aantonen dat
deze niet juist is .De bewijslast rust
dus op hem en niet meer op de in
specteur. Dit is geen eenvoudige
procedure.
Het kan ook zijn dat de inspecteur
u bij te late inzending een boete op
legt van 5 pet. over de aanslag 1961
wegens te late aangifte. Bent u
steeds laat, dan kan dat ook de goe
de betrekkingen tussen belasting
plichtige en de inspectie nadelig be
ïnvloeden en dat is beslist niet wen
selijk.
Het gaat er niet alleen om dat er
op tijd een aangifte in de bus ter
inspectie ligt, maar vooral ook dat
die aangifte goed is. Voor velen is de
hulp van een deskundige nodig om
tot juiste aangifte te komen maar
vele anderen kunnen zelf veel of alle
juiste gegevens verstrekken wan
neer zij voldoende moeite besteden
aan de juiste invulling van het bil
jet. Tallozen voelen zich daartoe uit
weerstand tegen het belastingbetalen
niet geroepen. Een dergelijke hou
ding zal meestal geld kosten. De in
specteur moet weten hoeveel de in
komsten waren over 1961.
WEEST EERLIJK
Hoe denken wij het aangiftebiljet
in te vullen bij de wetenschap dat
de tarieven nog zeer hoog zijn, ook
na de verlaging van 1 juli as..? Een
gehuwde zonder kinderen met 7500
gulden inkomen netto betaalt onder
het tarief 1962 nog 901,Dit is
een inkomen beneden de welstands-
grens. Klimt deze belastingplichtige
tot 10.000,inkomen dan betaalt
hij reeds 1500,—, d.w.z. van de
laatste 2.500,— liefst 593,—. Bij
dergelijke hoge tarieven, die tot de
hoogste ter wereld behoren, komt al
spoedig de begeerte boven om een
deel van het inkomen niet op te
geven.
Met de meeste nadruk moeten wij
dit afraden omdat, als die operatie
een keer slaagt, spoedig de weg op
nieuw openligt naar een omvangrij
ke fraude. Slaat men eenmaal deze
weg in dan is het hek van de dam.
Van het een komt het ander totdat
bij een controle de hele zaak aan het
licht komt. Iemand die in deze fuik
zit, komt er niet zonder grote ellen
de voor zich en zijn gezin weer uit.
De controlemogelijkheden zijn in
ons land zeer geperfectioneerd. Af
gezien hiervan moet men de morele
zijde van het vraagstuk ook eens be
zien.
Er resteert ons naast de fraude
nog twee wegen om de aanslag in de
inkomsten- en vermogensbelasting
laag te houden. De minst sympathie
ke van de twee is die van de gefor
ceerde uitgaven voor de zakenman.
GEVAARLIJKE ONKOSTEN
Wie zijn onkostennota zelf beheert,
kan deze met allerlei middelen op
voeren. De inrichting van de zaak
wordt zo luxueus mogelijk gemaakt.
De zakenrelaties worden meer dan
royaal gefêteerd. De posten voor re
clame en vervoer worden zoveel
mogelijk opgeschroefd en zo kunnen
wij doorgaan.
In talrijke krantenrubrieken is er
op het gevaarlijke van deze gedrags
lijn gewezen en op de ongezonde
glans die hierdoor aan de economie
van het land wordt gegeven. Veel
vertoon zou achterwege blijven wan
neer onze belastingtarieven meer in
overeenstemming waren met het
rechtsgevoel van hen, die ze betalen
moeten. Wij hopen dat er in de ko
mende jaren aan dit probleem iets
zal worden gedaan.
Tenslotte is er de weg, in de dool
hof der wetsartikelen te zoeken
naar zwakke punten en aftrekmoge
lijkheden. Dit is een volkomen ge
oorloofde weg en er moet zeker een
zo ruim mogelijk gebruik van wor
den gemaakt zonder in overdrijving
te vervallen. Wij denken aan de kos
ten van verwerving, aan buitenge
wone lasten en aan de mogelijkheid
om via toegelaten vrije schenkingen
aan kinderen het vermogen te ver
minderen.
BLIJF REDELIJK
De jurisprudentie over al deze af
trekposten bevat een bloemlezing
van pogingen om voor allerlei zaken
aftrek te verkrijgen. Gedeeltelijk is
de staat op dit grensgebied tussen
toelaatbaar en ontoelaatbaar als
overwinnaar uit het strijdperk ge
treden, maar ook meer dan eens
zegevierden de belanghebbenden.
Maatstaf op dit terrein vol voet
angels en klemmen is de gedachte
dat men redelijk moet blijven in
zijn eisen bij de belastinginspectie.
Dan mogen wij ook een redelijke
houding van de belastingdienst ver
wachten. Ook in deze sector is een
terrein waarop gegeven en genomen
moet worden. Wij zijn ons ervan
bewust, dat de fiscus meer dan eens
neemt maar daarvoor is zij ook ge
roepen. De ervaring heeft ook velen
geleerd, dat belastinginspecteurs
meer dan eens oog hebben voor de
moeilijkheden van de contribuanten.
Nimmer behoeven wij te vergeten
dat de bepaling van een juist ver
schuldigd belastingbedrag een zaak
is waarbij twee partijen een stem
in dit kapittel hebben, dus ook de
belanghebbende. Hij hoeft alle op
vattingen van de inspecteur niet
zonder meer aan te nemen en wordt
zeifs niet gebonden door de aangif
te. Die is een hulpmiddel waarmee
inspectie en burger gewapend zijn
om tot een goede aanslag te komen.
In onze vorige aflevering hebt u
kunnen lezen hoe de jeugd van Ba
den Powell verliep en hoe hij in mi-
lilitaire dienst opklom van Luitenant
tot Luitenant-Generaal. We zijn nu
toe aan het ontstaan van het ver
kennen.
Tijdens zijn werk in het leger had
hij veel jonge mannen moeten oefe
nen voor speciale taken en had hier
bij ontdekt dat zijn eigen verken
nersleven hem een ongeëvenaarde
mogelijkheid gaf het beste in ieder
mens naar voren te halen. Talrijke
jongens schreven naar hun held ('n
soort fan-mail dus) om raad en hij
spande zich in om hun brieven zo
veel mogelijk zó te beantwoorden,
dat ze er inderdaad iets aan had
den. Gedurende de oorlog had hij
ondervonden hoe nuttig jongens
konden zijn, als hun maar verant
woordelijkheid gegeven werd. Dat
had toen grote indruk op hem ge
maakt. Het beroep dat door zijn on
bekende briefschrijvers op hem ge
daan werd, beantwoordde hij dan
ook met de grootste sympathie. Een
ander aanleiding was zijn militaire
instructieboekje „Aids to Scouting".
Bij zijn terugkeer in Engeland be
merkte hij tot zijn verrassing, dat
dit boekje op verschillende scholen
gebruikt werd als handleiding bij
het oefenen in observatie en deduc
tie. Op verzoek van de stichter van
een andere jongensorganisatie zette
hij de ideen voor het verkennen op
papier .Zo ontstond de publicatie
van „het verkennen voor jongens"
in veertiendaagse afleveringen.
Nu nog steeds is dit boek de hand
leiding voor de Beweging en tijdens
het leven van Baden-Powell werden
meer als een miljoen exemplaren
hiervan verkocht.
dat het noodzakelijk was de jongen
een positieve en niet een negatieve
gedragslijn voor te houden. Dit be
lichaamde hij in de Wet.
Op de derde plaats greep hij de
jongens aan in de hang naar roman
tiek door de aard van de activitei
ten, die hem in het verkennen wach
ten. Op de vierde plaats maakte hij
gebruik van het „bende instinct"
van de jongen, door de verkenners
in kleine patrouilles bijeen te bren
gen, ieder met zijn eigen leider. Ba
den-Powell was al ouder dan 50 jaar
toen de verkennersbeweging goed en
wel op gang was, en de meeste men
sen toen gedacht hebben dat hij een
verstokt vrijgezel zou blijven. In
1912 trad hij echter in het huwelijk
en vanaf die tijd genoot hij boven
dien van het gezinsleven. Zijn vrouw
bleek alras een waardevolle assis
tente in het padvinders- en padvind-
sterswerk. Niet alleen in Engeland,
maar ook buiten zijn grenzen ont
wikkelde het verkennen zich met
grote snelheid. Baden-Powell zag
hierin, door de verbroedering, een
hechte bijdrage voor de wereldvrede.
Dat lijkt misschien wel een ijdele
droom, maar toch heeft dit tot po
sitieve resultaten geleid. Baden-Po
well heeft nooit het geloof in de toe
komst verloren. De laatste jaren
van zijn leven heeft hij doorge
bracht in Kennya, het land dat hij
lief had. Tot het laatste toe bleef hij
bemoedigende brieven schrijven aan
zijn jongens, leidsters en leiders.
Iets hiervan moet aangehaald wor
den:
„Eén ding is essentieel voor een
algemene en blijvende vrede en dat
is een volkomen verandering van de
geestesgesteldheid van de volkeren.
Een verandering naar meer onder
ling begrip, naar het doen verdwij
nen van nationale vooroordelen. En
de kunst om de dingen met echte
vriendschappelijke waardering met
de ogen van de ander te bekijken".
Dat was de boodschap die hij in
het verkennen predikte, de waar
heid ervan valt niet in twijfel te
trekken. Aan dat werk van weder
zijds begrip heeft de verkennersbe
weging haar deel bijgedragen, mis
schien niet zo'n groot deel, want
zelfs een dergelijke wereldwijde be
weging omvat maar een klein per
centage van de hele mensheid, maar
toch wel een waardevolle bijdrage.
I I
De stichter stierf on 8 januari
1941, oud van jaren en met eerbe
wijzen overladen, maar zijn werk
zal banden van onderling begrip
tussen jongens over de gehele we
reld blijven smeden. Onder de vele
miljoenen, die naar Baden-Powell
als hun leider opzagen, heerste veel
rouw over zijn heengaan, maar ook
veel hoop op dat wat hij zo eerlijk
heeft opgebouwd.
Laat ons hopen dat de ideeën de
stormen der tijden zal weerstaan, de
ideeën en de idealen van Lord Ro
bert Baden-Powell off Gilwell.
Castenray heeft zondag zijn nieuwe pastoor op de meest harte
lijke wijze gehuldigd by zyn installatie als parochieherder. Fees
telijk waren kerk en pastorie versierd en honderden trokken mee
in de stoet, die de nieuwe pastoor ter kerke geleidde. Aan de deur
van de pastorie boden twee kleinen hem de herdersstaf aan,
waarna de stoet zich in beweging zette en langs de stram sa
luerende ruiters naar de kerk trok.
Maar vóór hij dit boek
probeerde hij met een twintig tal
jongens uit verschillende milieu's 'n
kamp op Brownsea Island. Dit ge
beurde in 1907. Hij was zeer tevre
den over het resultaat en de jongens
waren dit zeker. Maar hij had meer
in zijn hoofd dan alleen maar wat
practische hulpmiddelen. Hij wilde
iets doen om de jongens naar een
hoger ideaal te laten streven. Al in
1901 had hij in een brief aan een
van zijn bewonderaars voorgesteld,
om iedere dag een goede daad te
doen, opdat men daardoor een ge
woonte zou gaan vormen om aan
anderen te denken.
Hij stelde een gedragscode op
waarvoor hij verschillende erecodes
bestudeerde o.a. de riddercode. Hier
uit ontstond later de Verkennerswet.
De veertiendaagse afleveringen van
„Verkennen voor jongens" was nog
niet afgelopen, of de jongens begon
nen zelf al verkenners patrouilles te
vormen, met of zonder hulp van
volwassenen. Het werd spoedig dui
delijk dat, wilde men uitwassen
vermijden, men een of andere vorm
van organisatie zou moeten vinden.
De beweging breidde zich snel uit en
Baden-Powell kwam vanzelf voor
de keus te staan óf zijn militaire
loopbaan voortzetten óf de leiding
van de verkenners op zich nemen.
Het moet een grote opoffering voor
hem geweest zijn om het leger te
verlaten en de leiding te gaan ne
men van een jongensbeweging waar
een zekere toekomst inzat. Toch
heeft hij heel wat kritiek te verdu
ren gehad want de verkenners wer
den door heel wat mensen belache
lijk gemaakt. De korte broek, want
in die tijd waren deze zelfs voor
jongens ongebruikelijk, en de goede
daad werden al gauw het onderwerp
voor allerlei mopjes. Ook omdat
men er iets militairs inzag was men
nogal huiverig en nu zelfs nog is de
ze kritiek nog niet uitgestorven.
Maar wat men dan in de eerste tijd
ook gedacht had, opvoeders waren
al spoedig ontvankelijk voor de or
ganisatie en methodes. Tegenwoor
dig lijkt deze methode niets bijzon
ders, maar in 1908 was hij bijna re
volutionair. Allereerst legde hij de
nadruk op het vertrouwen in de jon
gen, ook al zou het van tijd tot tijd
mis gaan, want hij heeft nooit be
weerd dat het vertrouwen niet eens
beschaamd zou worden.
Vervolgens maakte hij duidelijk,
Daar heette burgemeester Custers
hem hartelijk welkom in onze ge
meente waarbij hij wees op de goe
de samenwerking, die er is tussen
de wereldlijke en geestelijke over
schreef 4 heid in onze gemeente. Hij ver
trouwde dat ook pastoor Litjens voor
Castenray veel goeds zou kunnen
verrichten en bood hem de samen
werking aan met Venrays gemeente
bestuur.
Het oudste lid van het kerkbe
stuur, de heer Steeghs sprak ook 'n
woord van welkom en wees er op
dat ondanks het feit dat Castenray
nog grotendeels een agrarische
plaats is ,toch niet onberoerd wordt
gelaten door de groote veranderin
gen, die zich allerwege voltrekken.
Maar onder leiding van de parochie
herder, zo vertrouwde hij, zal ook de
nieuwe tijd veel goeds voor het
geestelijk en lichamelijk heil van de
parochianen kunnen brengen. Dan
bood hij hem de sleutels aan van
Castenrays kerk, die feestelijk ver
sierd zijn nieuwe herder wachtende
was
GOEDE HERDER
Nadat het zangkoor het Veni
Creator gezongen had, las Deken
Loonen de benoemingsbrief voor. In
een kort woord dankte hij Pastoor
Geurts voor zijn werk. allereerst in
Castenray, maar ook voor het gehele
dekenaat. Dit laatste o.a. als kring
adviseur van de LLTB en de koren-
bond. Steeds had de scheidende pas
toor in liefde met anderen samen
gewerkt en zijn heengaan uit het
dekenaat werd allerwege betreurd.
Pastoor Litjens, zo vervolgde Deken
Loonen, is in het Noord Limburgse
land geen onbekende. Hij heette hem
hartelijk welkom en vertrouwde op
een nauwe samenwerking. „Hij
vindt in Castenray, aldus Deken
Loonen, „een prachtige parochie, die
nog te overzien is, maar waar voor
al de samenwerking zo echt en innig
is." Hij vertrouwde dat deze samen
werking ook tussen pastoor en paro
chianen zou mogen groeien en vroeg
de laatste toch hun herder te willen
zien als een andere Christus,
dienst van Christus om Hem en de
mensen te dienen, als middelaar tus
sen God en de mensen. Hij vroeg
hen veel te bidden voor hun herder,
als voor alle priesters. Men vraagt
van hen geestelijke bijstand, maar
laten we hen helpen door ons ge
bed. Hij vroeg verder om een har
telijke samenwerking in eerlijkheid
en liefde. Er is veel opgebouwd in
al die jaren, zo vertelde Deken Loo
nen, maar dat werk moet in stand
worden gehouden en
worden.
vervolmaakt
Na deze toespraak van de H.E.
Heer Deken legde pastoor Litjens de
ambtseed af, waarna de installatie
plechtigheden begonnen. Hem werd
aangeboden de sleutels van het ta
bernakel, de kelk, het missaal en de
priesterlijke gewaden. De Deken
leidde hem naar biechtstoel en doop
vont en uiteindelijk naar de preek
stoel, waarvan de nieuw benoemde
pastoor het evangelie van de Goede
Herder voorlas. In zijn toespraak
wees pastoor Litjens er uitdrukkelijk
op, dat zijn opdracht te groot is voor
een mens, als hij er niet de genade
krijgt. Om die af te bidden is het ge
bed nodig van de gehele parochie,
evenals de samenwerking, de liefde
en de eerlijkheid nodig zijn voor een
goed onderling contact. Hij vroeg
zijn parochianen om dit alles, opdat
zijn werk gezegend mocht worden
in het belang van de aan hem toe
vertrouwden.
Een plechtig Te Deum besloot deze
plechtigheid, die behalve door de
familie werd bijgewoond door de
geestelijkheid van Sevenum.
Deken Loonen werd bij de installa
tieplechtigheid geassisteerd door
Pastoor Vervoort uit Oirlo en Pas
toor Jonkers uit Leunen.
Omringd door bruidjes en vooraf
gegaan door de hele Castenrayse ge
meenschap werd Pastoor Litjens
naar het parochiehuis geleid, waar
het hoofd der school, de heer Men
nen, zijn gelukwensen aanbood na
mens de Castenrayse parochianen.
Hij wees er op dat ondanks het feit
dat Castenray geroemd werd om
zijn goede hoedanigheden, er toch
nog wel dingen zullen zijn, die weg-
geschaafd moeten worden. Hij wens
te pastoor Litjens alle succes toe
voor zijn toekomstig werk en beloof
de de volgzaamheid van de paro
chianen.
Het gemengd koor Cantabile zorg
de voor een prettige stemming door
enkele liederen.
Een druk bezochte receptie besloot
de installatieplechtigheid en pastoor
Litjens kwam handen te kort
kennis te maken met al zijn nieuwe
parochianen, die hij als slot van die
middag dankte voor de grote belang
stelling en het medeleven bij zijn
benoeming en installatie betoond.
,Er gaan meer mensen verloren
door geen goede boeken te lezen
dan door het lezen van slechte boe
ken". Deze ervaringswijsheid hebben
al heel wat opvoeders bewaarheid
gezien wanneer zij in contact kwa
men met mensen wier leven vastge
lopen was.
Dezelfde wijsheid geldt ook van de
film. Juist als het boek is de film
een onmisbaar onderdeel geworden
van de moderne opvoeding. Boven
dien bereikt de film een bredere
schare dan het boek, dat maar al te
vaak tot meer intellectueel gevorm
de mensen beperkt blijft. In feite
is de invloed van de film dan ook
groter dan die van het boek. Niet
alleen dat de film in groter kring
een rol speelt, maar hij werkt ook
vaak dieper door dan het boek. De
film als kijkspel vraagt minder in
spanning van de mens. Hij wordt
agresiever ondergaan. Wat de film
zegt wordt daarom eerder als „uit
gemaakte zaak" aanvaard. Het leven
is of hoort te zijn als de film.
Als vast element in de moderne
opvoeding hebben wij allen met de
film te maken, zijn wij ook allen
voor de film verantwoordelijk. Wel
nu, meer dan het wordt de film me-
debepaald door de vraag van het
publiek. Wij krijgen de film waar
wij om vragen.
In dit verband is bioscoopbezoek
dat met overleg gebeurt, een mid
del om onze verantwoordelijkheid
voor de film op de juiste wijze tot
uitdrukking te brengen. Wij schep
pen zo ruimte voor de goede film.
Vandaar dat in Frankrijk iedere
zondag de films van de week in het
kerkportaal worden geafficheerd en
besproken. De film van de week is
vaak uitgangspunt om in gespreks
groepen de moderne levensproble
matiek te bespreken. De film staat
daar meer in het katholieke leven
als hier in Nederland het geval is.
Venray is zo gelukkig om in zijn
bioscoop een kuituurcentrum te be
zitten dat jammer genoeg te weinig
benut wordt door zijn bevolking. Dit
wijst misschien niet op een gebrek
aan kulturele interesse, maar wel
is het blindheid voor de unieke
waarde die de film als opvoedkun
dig middel bezit. De directeur van
de bioscoop in Venray brengt een
programma waarin plaats is voor
belangrijke films, de films die men
in een stad als Venray niet voorbij
mag laten gaan. Zowel de film zelf
als de bevolking kunnen alleen
maar baat hebben bij een geregeld
en met zorg gekozen bezoek aan
zijn theater.
D.
„Volgens de inlichtingen bent u 'n
lastige heer", las hij voor.
„Zozo", riep de man, „ben ik dat?
Ben ik een lastig heer? Zozo", en
na deze weinig zeggende woorden
riep hij er achter aan: „Maar dan
toch een héér."
„Dat klopt precies met de inlich
tingen" zei de rechter verheugd.
„Doet zich graag als heer voor",
staat er. Maar dat is u die ene keer
dan toch mislukt."
„Edelachtbare, kijk nou eens naar
die ballen", vroeg de man uitnodi
gend, „nu vraag ik u
Maar hij kwam niet aan vragen
toe, want de officier vroeg iets. Hij
vroeg vijfentwintig gulden boete
ten bate van vadertje Staat, of an
ders vijf dagen de kast in.
,,'t Is bar en bar", vond de heer
met de omgeslagen broekspijp.
De rechter deed er een tientje af.
Vijftien gulden boete zal hij moeten
betalen. „En ik had het nog wel zo
mooi gezegd", zei de verdachte, toen
hij spijtig dc vijf ballen weer in zijn
actetas deed.
De heer met de omgeslagen
broekspijp stapte de rechtszaal bin
nen alsof hij de minister van justitie
zelf was, haalde een actetas voor de
dag en toverde vijf ballen tevoor
schijn. Die legde hij op een rijtje op
de groene tafel en toen zei hij: „Zie
zo, dat zijn ze!" Vervolgens leidde
de parketwachter hem naar het ver
dachtenbankje.
„O", zei de rechter, verbaasd naar
de ballen starend. Want de man
moest terechtstaan wegens beledi
ging en het was niet direct duide
lijk, wat dat speelgoed daarmee te
maken had.
„Edelachtbare", zei de man, „ik
woon in een flat en boven me woont
de familie, waarmede moeilijkheden
zijn ontstaan. De kinderen van deze
familie maken een verschrikkelijke
herrie, met zulk een tumult boven
mijn hoofd kan ik niet leven. De
flat is zeer gehorig en hun kinderen
zijn een en twee en een half jaar.
Daar worden complete voetbalwed
strijden georganiseerd op de boven
verdieping. Nergens heb ik een rus
tig plaatsje meer. Ik ben blij, als ik
de deur kan uitgaan."
„Zozo", zei de rechter. „Juist, ja.
Maar daar gaat het nu direct niet
om. Hebt u de buurvrouw uitge
scholden?"
„Meneer de rechter", zei de man,
„boven mijn hoofd zit de hele ach
tergrond van deze zaak. Dat kind
heeft op zijn verjaardag nog een
trommel gekregen ook."
Nu begon het wat lang te duren.
„Hebt u gescholden of niet?" vroeg
de rechter kort.
„Ik heb alleen gezegd: je bent een
serpenta in optima forma", ant
woordde de man met de omgeslagen
broekspijp plechtig, „en dat, edel
achtbare, is geen belediging."
„Laat dat maar aan ons over",
vond de rechter, „volgens het ver
baal hebt u die dame een serpent
genoemd."
„Dan kent de verbalisant geen La
tijn", zei de verdachte.
„Ik betwijfel of u dat kent", zei
de officier, .maar dat is hier ook
niet terzake."
De rechter haalde de stukken uit
het dossier.
IN 1961
Van de zeven grootste spaarban
ken in Nederland staat De Centrale
Volksbank aan de kop wat de groei
betreft. Het tegoed van De Centrale
Volksbank nam toe met 18'/2°/o of
bijna 20 miljoen. De grote spaar
banken van Den Haag en Amster
dam groeiden tot 15 pet., de Boeren
leenbanken eveneens met 15 pet.,
Rotterdam met 127a pet.
De Spaarbank van Groningen, die
op de 6e plaats stond, groeide met
11 pet en de R.P.S. sluit de rij met
9 Va pet.
Het gemiddelde spaartegoed per
boekje steeg van 489,tot 566,
Er werd in totaal 4472 miljoen gul
den terugbetaald. Aan rente werd
op de boekjes bijgeschreven 3,3 mil
joen gulden. Het totale tegoed pas
seerde de 125 miljoen. Het totaal
aantal spaarders passeerde de
220.000. In verhouding tot andere
spaarbanken groeide De Centrale
Volksbank dus het snelst.
Een mooi resultaat over 1961, waar
De Centrale Volksbank dik tevreden
mee is.
AFD. VENRAY
De Ned. Kath. Invalidenbond St.
Liduina, dekenale afd. Venray, hield
op 15 maart j.l. in Café In den Engel
haar alg. jaarvergadering. De jaar
verslagen van secretaresse en pen
ningmeester werden goedgekeurd.
De samenstelling van het bestuur
bleef ongewijzigd, daar penning
meester Flinsenberg, die aftredend
was, bij acclamatie werd herkozen.
Door de voorzitter, dhr. Bartels,
werden diverse aktiepunten voor
1962 bekendgemaakt.
Sinds januari heeft de afd. een
eigen contactblad, hetgeen een grote
vooruitgang genoemd kan worden.
Ook heeft de afd. Venray al
hoewel nog klein een sportafde-
ling en is reeds aangesloten bij de
N.I.S., de Nederlandse Invaliden
Sportbond. In samenwerking met de
andere Limb, afdelingen zal men dit
jaar reeds intensief aan sportbeoefe
ning gaan doen, o.a. zal men in sep
tember gaan starten met zwemles
sen in het sportfondsenbad te Ven-
lo.
Dit jaar zullen er weer vakantie
werken georganiseerd worden in
Overloon en Ugchelen, terwijl inva
lide kinderen zich kunnen opgeven
voor een vakantiewerk op Kasteel
Well.
De voorzitter deed een beroep op
de leden in verband met de leden
werving, nog teveel invaliden in
Venray zijn geen lid van onze bond
en spreker dacht vooral aan de jeug
dige invaliden. In samenwerking
met het hoofdbestuur wil men door
middel van jeugd- en kaderbijeen
komsten ook de jongeren bijeen
brengen om hen het grote nut van
onze organisatie te doen inzien en
mogelijk leden op te leiden om
straks het bestuursbeleid in handen
van de gehandicapten zelf te kun
nen geven.
Ook de Rijnbootreis en Lourdes-
reis werd onder de aandacht van de
leden gebracht.
Ook zal men wederom een zomer-
uitstapje maken.
Nadat de vergadering gesloten
was, werd er nog een gezellige kien-
avond gehouden.