Veilig verkeer... £anddouut en induótiie in Yenray Sportraad vergaderde Lord Baden Powell „Camps" BATIFLEX Geestelijk artikel Vrijdag 16 maart 1962 No. 11 Drie en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DRÜK.N HTGA™ VAN DEN ^CKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN gSSZSÏÏSERlffa'r ABONNEMENTS GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 (buiten Venray 1.75) Venray heeft een snelle industriële ontwikkeling achter de rug. In een tiental jaren is een industrieterrein volgebouwd met moderne, zich steeds weer uitbreidende fabriekshallen, waarin honderden Venrayse mensen hun dagelijkse brood al of niet dik belegd, ver dienen. Venray, dat vroeger een agrarische gemeenschap was, groeit uit tot een industriële kern waarin mensen uit de gehele streek ar beid vinden. Een ontwikkeling die pas goed op streek is getuige de vele plannen, die men nog heeft om industrie aan te trekken, zoals blijkt door uitbreiding van de bestaande industrieterreinen en de aanleg van nieuwe rond Oostrum. Is er onder invloed van deze snel- le industriële ontwikkeling nu ver andering gekomen in omvang, sa menstelling en levensstijl van de agrarische bevolking hier in onze gemeente? Een vraag, die men al eens eerder voorgelegd heeft aan de commissie voor agrarische belangen in Limburg en die in het zgn. ont wikkelingsplan feitelijk een progno se op die vraag heeft willen geven. Een vraag echter, die ook nu nog moeilijk op te lossen is, omdat we nog midden in dit proces van indus trialisatie staan en niemand kan zeggen wat de dag van morgen brengen zal. INKRIMPING. Toch is het goed even stil te staan bij deze kwestie, die voor zovelen onder ons van zeer groot belang is. Het aantal landbouwbedrijven in onze gemeente na de oorlog is ver groot. Weliswaar is de landbouw uit het centrum „verdreven" maar daar tegenover staan de ontginningen in Peelplan Zuid, de Vredepeel en de Meerselse Peel. Hier heeft men nieu we, jonge bedrijven kunnen stich ten en heeft men uitvluchtmogelijk- heden gehad, die men elders al ja ren niet meer kent. Toch kende men voor de industrialisatie ondanks deze uitbreidingsmogelijkheden onder de landbouwende bevolking een vrij grote latente werkloosheid, doordat thuis meewerkende zoons op het bedrijf bleven werken en eerst laat soms zelfs te laat" omschakelden naar een ander vak. Door de industrialisatie is het aantal werkzame mannen vermin derd, waardoor ook dikwijls de ar- beidsbezetting op de bedrijven ge heel anders is samengesteld. Men kan stellen dat de sterke uit breiding van de industrie een be langrijk deel van de bevolkings aanwas uit de agrarische sector heeft opgevangen. Daarnaast heeft ze bijgedragen tot een aanzienlijke staging van de produktie per man, tot verbetering van de bedrijfs structuur en tot verlichting van het opvolgingsvraagstuk LOLLEBEEKPLAN Is trouwens het Lollebeekplan ook geen uitvloeisel van de industriali satie? Men heeft immers reeds voor dat men plannen ging maken voor industrie-aantrekking voorop ge steld, dat tegelijkertijd ook voor de bestaande agrarische sector de zgn. optimale mogelijkheden geschapen dienden te worden. Dat betekende dat men door middel van de ruil verkaveling de bestaande landbouw bedrijven de beste kansen voor een zo economisch mogelijke bedrijfs voering wenste te bieden. Die kan sen worden nu geschapen in het Lol lebeekplan. dat evenals de industria lisatie nieuwe mogelijkheden schept, ook voor de bevolkingsaanwas uit de agrarische sector en vooral de be- dx*ijfstructuur zal verbeteren en de produktiestijging per man zal doen toenemen. Het is gelukkig dat dit proces zich vrij langzaam voltrekt en dat met een verder gaande industrialisatie ook voor de land- en tuinbouw nieu we mogelijkheden komen. Een aan passen over en weer heeft slechts voordelen voor alle partijen. NOG ANDERE ASPECTEN Al is het waar dat de landbouw in onze gemeente vrijwel geheel is teruggedrongen naar de kerkdorpen, zeker is dat de daar levende boeren gezinnen o.a. door de sterke toene ming van het aantal buiten het be drijf of gezin werkzame of niet- agrarisch onderwijs volgende kinde ren, in nauwer contact komen met andere levens- en werkomstandig heden, met andere denkbeelden en gewoonten en met een andere le vensstijl. Dit toenemend contact met de niet-agrarische buitenwereld" is een belangrijk aspect van het pro ces van economische en sociale ver andering, dat momenteel ook in het boerenmilieu plaats heeft. Toeneming van de welvaart en verbetering van de werk- en levens omstandigheden buiten de landbouw, zullen hierdoor veel sneller dan in het verleden doorwerken in het landbouwbedrijf. Het is natuurlijk niet mogelijk op alle gevolgen van deze situatie in te gaan. Op een tweetal aspecten kan in dit bestek worden gewezen, nl. de beroepskeuze van de boerenzoon en de structuur en produktierichting van het landbouwbedrijf. Door de veranderingen in de plat- telandssamenwerking is de boex*en- zoon steeds meer en beter in de ge legenheid het agrarisch beroep te vergelijken met een bestaan buiten de landbouw. En deze vergelijking valt niet altijd ten gunste van de landbouw uit. De komende jaren mag dan ook een verdere verminde ring van het aantal in de landbouw werkzame boerenzoons en daarmee van het aantal opvolgers worden verwacht, hetgeen waarschijnlijk binnen niet al te lange tijd zal lei den tot verdwijnen van het zgn. boe renzoons vraags tuk. Sterkere confrontatie met het industriële levenspatroon gepaard aan groter welvaart betekent ver volgens voor veel boeren een stimu lans bij hun streven naar verhoging van hun inkomen. Door verhoging van de produktie tracht de boer zijn deel te krijgen van de stijging van de welvaart in zijn directe omge ving. De tamelijk sterke uitbreiding van de veestapel in de afgelopen jaren, alsmede de grote belangstelling voor nieuwe ontwikkelingen in de agra rische produktietechniek en voor ruilverkaveling vormen dan ook een uiting van dit streven. Men mag ge rust zeggen, dat veel boeren goede vorderingen hebben gemaakt bij de aanpassing aan de nieuwe omstan digheden. De komende jarën zijn nog grote veranderingen in de bedrijfsstruc tuur van het Venrayse landbouwbe drijf te verwachten, zoals een zeke re specialisatie en bedrijfsvereen- voudiging van het gemengde bedrijf, resulterende in een grotere variatie in bedrijfsvormen. Het zal tenslotte duidelijk zijn, dat dit alles hoge eisen zal stellen aan het aanpassingsvermogen van de boeren, temeer daar de boer niet al leen als bedrijfshoofd, maar ook als gezinshoofd veelal voor ernstige moeilijkheden kan komen te staan. de groie leider Naar aanleiding van het 25-jarig jubileum van de St. Petrus Verken- nersgroep in Venray, willen wij in een aantal artikelen deze verken nersbeweging van verschillende zij den beschrijven. Wij openen deze serie met een korte levensbeschrijving van de stichter van deze Organisatie: Ba- den-Powell. Robeilt, Stephenson, Smyth, Ba den-Powell werd in het jaar 1857 in Engeland geboren. Van het grote ge zin. waarvan hij deel uitmaakte, was hij een van de jongste. Zijn vader, die een professor in Oxford was, stierf in 1860 toen Robert nauwe lijks 3 jaar was. Het gezin bleef in een niet te roemen welstand achter, maar moeder Baden-Powell ging niet bij de pakken neerzitten en vol goede moed begon zij aan de zware taak om het jonge gezin groot te brengen. Zij had zelf een opvallend talent voor het schilderen van aquarellen en ook ging haar belangstelling uit naar het werk in ziekenhuizen en naar de opvoeding van vrouwen. Typisch is dat aan echte „opvoe ding" niet veel gedaan werd, zij moedigde haar kinderen aan om in de openlucht hun eigen leven op te bouwen. Hierdoor ontving Baden-Powell de grondslag voor zijn liefde voor het buitenleven. Hij leerde al jong de natuur kennen. Toen hij dertien jaar oud was, kwam hij op een speciale school, Charterhouse geheten. Hier maakte hij kennis met het drukke stads leven. Twee jaar later ging deze school uit Londen weg en verhuis de naar het platte land. Hier maak te Robert kennis met de rust, die zulke omgeving kenmerkt. Baden Powell sprak later nog dikwijls over deze school en vol bewondering ook over de toenmalige directeur, Dr. Haig Brown, die zeer goed met jon gens kon omgaan en echt menselijk was in zijn opvattingen. In de school vakanties trok hij er met zijn broers op uit om te kamperen en boot tochten te maken. Zo kreeg hij een grondige geoefendheid in het bui tenleven. Op 19-jarige leeftijd deed hij examen voor beroepsmilitair en het scheen dat hij op school meer geleerd had dan men aanvankelijk gedacht had, want hij werd tweede voor de cavalerie afdeling en vier de voor de infanterie. Hij werd on middellijk geplaatst in het 13e re giment Huzaren en voegde zich bij zijn regiment in Lucknow. Hij bofte met zijn commandant, de kolonel Sir Baker Russell, die meer waarde hechtte aan een soldaat met initia tief, dan aan een met een grondige kennis van de krijgstucht. Dit kwam voor de jonge officier goed uit want onder een straffer commando zou hij zich niet thuis gevoeld hebben. Baden-Powell vond al gauw twee kanalen waardoor hij zijn energie kon spuien. Hij zette zich er welbe wust toe, methoden te vinden om zijn mannen aan te moedigen hun verstand te gebruiken en verant woordelijkheid te dragen, liever dan dit aan hun officier-en over te laten. Een tweede factor was het ver kennen, een onderdeel van het le ger dat in die tijd vaak verwaar loosd werd. Dit bepaalde zijn latere wijze van werken zowel militair, alsook als leider van de jeugd. Hij gaf zich geheel aan zijn militaire loopbaan, maar toch vond hij nog tijd voor andere activiteiten. Uit de dagen van Charterhouse had hij de naam overgehouden een goed toneel speler te zijn en zijn bijdragen aan concerten, ontspanningsavonden en revues werden altijd met enthousias me begroet. Hij had een fijn gevoel voor humor en als jonge man gaf hij daar in menige grap uiting van. Sport trok hem ook aan en bijzon der als er risico's aan verbonden waren. Zo werd hij al gauw een expert op het gebied van de wilde zwijnen jacht en in 1883 won hij de Kadir- beker. In 1889 verscheen een door hem geschreven boek over de zwij nenjacht en het werd al gauw als toonaangevend voor die sport aan vaard. Dit was niet de eerste maal dat er iets van hem verscheen. Als luitenant verdiende hij niet zoveel en hij had geen privé-inkomen of andere bronnen van inkomsten, zo als zoveel anderen. Hij vergrootte daarom zijn inkomsten door zijn pen als schrijver en als tekenaar te ge bruiken. Zijn bijdragen werden ge bruikt door verschillende bladen. Jarenlang stuurde hij zijn moeder 'n geïllustreerd dagboek in brieven, en daardoor ontwikkelde hij zonder twijfel een persoonlijke stijl van uaua^ai JOOA ga^uee uCtz 'uaACiJips was opvallend en zijn vroege zwart wit schetsen zijn zorgvuldig en met het oog voor details gemaakt. Zijn beste tekeningen zijn misschien wel zijn dierentekeningen, want hij hield ervan om de dieren te bespieden en ook zijn laatste dagen in Kenya besteedde hij aan deze liefhebberij. Van tijd tot tijd voelde hij zich gedrongen om de beschaving te ont vluchten en met een of twee in heemse jongens trok hij dan naar een of ander rustig plekje, waar hij in alle eenzaamheid de dieren kon bespieden of schetsen. Daardoor leg de hij de grondslag voor zijn aan zienlijke kennis, niet alleen van de gewoonten van de dieren, maar ook van de bewoners van het land. In 1884 werd zijn regiment naar Natal gestuurd om deel te nemen aan de expeditie naar Beetsjoeana- land. Dit was het eerste bezoek van B-P aan het land, dat zijn tweede vaderland zou worden. Er werd niet gevochten, maar Baden Powell werd uitgezonden om verkenningen te doen. Zijn acteertalent kwam hem goed van pas, want dan trok hij rond als journalist, dan weer als ja ger of artiest. De inlichtingen die hij zodoende verkreeg waren zeer be langrijk, maar werden in die tijd niet erkend. Toen de boerenoorlog uitbrak, wa ren zijn verbeteringen niet op de kaart aangebracht. Na Natal deed hij drie jaren dienst in Engeland en in 1887 ging hij weer naar Zuid- Afrika. Baden-Powell werd nu hoofd van de inlichtingendienst en kreeg hier door veel gelegenheid om zijn na tuurlijke verkennersaanleg uit te leven. In 1890 ging hij met zijn oom mee naar Malta, die hier gouverneur werd. Het jaar daarop werd Baden- Powell echter hoofd van de inlich tingendienst voor het Middellandse Zeegebied. Een periode van normale dienst in zijn regiment, wex'd in 1895 gevolgd door de Ashanti-expeditie. Het was Baden-Powell's taak, een sectie in- iheemse pioniers jte comxnand^ren. Er moest van de kust naar Kumassie een weg aangelegd worden en dat betekende dat er vei-schillende bruggen gebouwd moesten worden en een weg door het oerwoud ge baand. Er was heel wat vindingrijk heid voor nodig om alle px-oblemen op te lossen, maar dergelijke moei lijkheden riepen altijd de beste eigenschappen in B-P wakker. Al spoedig nadat hij van de As hanti-expeditie was teruggekeerd werd hem opgedx-agen als chef met de Matabele-expeditie mee te gaan. Dit was, om zijn eigen woorden aan te halen: „het mooiste avontuur van mijn leven". De expeditie deed een beroep op alle verkennersvaardig heid, vindingrijkheid en moed waar over B.-P. maar beschikte. Hij had De sportraad, waarin alle sport verenigingen in Venray samenwer ken, heeft in een algemene verga dering, die j.l. maandag in Hotel De Zwaan werd gehouden zich weer eens beraden over de stand van za ken bij de Venrayse sport. Zo kwam daar aan de orde of de bouw van een spox-thal in Venray gewenst of noodzakelijk was. Een ingesteld onder-zoek toonde aan dat de bestaande binnensporten voor het grootste deel terecht kun nen in de nieuwe gymnastieklokalen. De vraag is echter of bij uitgroei van deze binnensporten niet een andere oplossing gezocht zal moeten worden. In overleg met de gemeente zou men proberen via een deskun- kundige commissie van de Vereni ging voor Nederlandse gemeenten een sportnota te doen opstellen, waarin niet alleen een prognose kan voorkomen van wat nog allemaal nodig is maar ook de richtlijnen ge steld worden, waarlangs een en an der te bereiken is. Over de jeugdsubsidie, die via de Jeugdraad ontvangen wordt zijn ook enkele nadere gegevens bekend. Zo ligt het in de bedoeling dat sport verenigingen die zich slechts beper ken tot een avond in de week tech nische oefennig slechts 5,per jeugdlid ontvangen. Organiseren zij nog een andex-e avond, waarin spe ciaal de jeugdvorming in het alge meen de aandacht krijgt, dan wordt die subsidie vexTxoogd. De klacht van verschillende sportverenigen dat zij onvoldoende gevormde jeugdleiders hebben voor een dergelijke jeugd vorming wordt verholpen doordat in Venray gestart wordt met de basis cursus voor jeugdleider-s en lexdsters van de Diocesane Limburgse Sport bond die vooral de nadruk legt op de opvoedkundige waarde van de jeugdbeweging in het algemeen en de sport in het bijzonder. Om voor deze subsidie in aanmer king te komen is verder nog nood zakelijk de aansluiting bij een lan delijke bond en een minimum-con tributie van 0,25 per week. Het bestuur van de snortraad zal zich alsnog over deze voorwaarden héraden, of die op dit moment voor sommige verenigingen niet te zwaar ziin. Van de ander kant benadrukte ook zij de noodzaak aan genoemde leiderscursus deel te nemen. Op verzoek van B. en W. werd onder voorzitterschap van dhr. Keij- zers uit Ysselsteyn een commissie sportterreinen kerkdorpen ingesteld, die vooruit lopend op de sportnoxa, een onderzoek zal instellen of voor zo'n succes, dat de Matabelen hem de naam gaven van „Impeesa" het geen betekent „het dier dat nooit slaapt." Gedxmende het laatste deel van de veldtocht werkte hij samen met kolonel Plumer en deze toekom stige veldmaarschalk gaf alle eer aan B-P's kundig vex'kennen en de bewondex-enswaardige kennis die hij had ver-kregen van de hinderlagen en schuilplaatsen in de heuvels. Op deze veldtocht experimenteerde B.-P. met het uniform. De cowboy hoed bijvoorbeeld, werd uit prac- tische overwegingen aanvaard. Deze gaf een redelijke bescherming tegen de zon en was lichter als de helm. Hij was nuttig als beschermer voor de ogen en oren wanneer men door struikgewas moest sluipen. De „Ver- kennershoed" werd dus niet in ge- bx*uik genomen als een soort versie ring maar juist om zijn bruikbaar heid. De halsdoek diende als zweet doek en de shirt voor de vrjiheid van bewegen evenals de korte broek. De shirt heeft zijn dienst reeds bewezen en doet dat nog steeds, want de hedendaagse strijdmacht heeft ze nog in gebruik. Na de Matabele veldtocht werd hij bevorderd tot t"delijke kolonel en vertrok naar India. Twee jaar later, toen hij met verlof was in Enge land werd hij voor een speciale taak in Zuid Afrika uitgekozen. Tijdens de Boerenoorlog werd hij de held van Mafeking, doordat hij het presteerde om Mafeking niet in handen van de Boeren te laten val len ondanks een enorme overmacht. Na het beleg werd hij aangewezen om een politiemacht op de been te brengen en de plannen van de Zuid- af rikaanse bereden politie waren ook van hem. Tot zes maanden na de oorlog bleef hij nog Comman dant maar werd toen naar Enge land geroepen om Inspecteur Gene raal van de Cavalerie te worden. Na viif jaar werd hm bevorderd tot Lui tenant-Generaal en het zag er nu naar uit dat er een einde zou ko men aan de periode van actieve dienst. Hij wex-d echter overgehaald om chef te worden van het nieuwe territoriale leger en hij wierp zich met zijn bekende energie op zijn nieuwe taak. Intussen was er een nieuwe belangstelling opgekomen, de Verkenners. Dat was niet plotseling gegaan, maar het was gegroeid uit zijn vroegere ervaringen. (wordt vervolgd). FOTO-BIDPRENTJES VAN DEN MUNCKHOF N.V. de kex-kdox-pen geen uniform plan ontworpen kan worden. In dit ver band werd nog gesteld dat Oostrum eindelijk wat de grond betreft een goede oplossing heeft gekregen. Oïr- lo is nog wachtende, maar men hoopt hier binnenkort toch goede resultaten te kunnen behalen. In Ysselsteyn zijn er nog vele moeilijk heden te ovei-winnen, maar men ver trouwt ook hier een oplossing te kunnen vinden maar in Merselo ligt de zaak moeilijker ondanks het feit dat hier al een noodoplossing tot stand gebracht is. KINDERSPEELPLAATSEN Op de vraag of bijv. in het nieuwe plan Desselke geen kinderspeelplaats kon worden gereserveerd, vertelde Wethouder Colsen dat een en ander niet zo eenvoudig is. Men moet hier wezenlijk onderscheid maken tus sen de niet schoolplichtige, de schoolplichtige en de oudere jeugd. Voor de niet-schoolplichtige is het noodzakelijk dicht b;- huis een speelplek te vinden zeker als er geen tuintjes meer bij de huizen ziin. Zowel in Zuid als in West en ook in het nieuwe plan Desselke ko men voor deze peuters ruimten waarin ze spelen kunnen. Voor de schoolplichtige jeugd wordt het al moeilijker. Die willen voetballen en moeten r-uimten hebben. Is voor be paalde sporten een kleine speel plaats voldoende, de ervaring leert dat men daarmee niet kan volstaan. Daax'om wordt zowel op het Dessel ke als in West gezorgd dat aan de rand van deze plannen, dus in de bossen speelterrein komt. Voor de oudere jeugd kan in buurtverband weinig worden gedaan. Die kunnen trouwens via de verschillende sport verenigingen zich uitvieren In deze vergadei-ing was ook nog al wat kritiek op de stand van zaken bij het sportpark. Men klaagde er over dat de half-hax-de velden nog steeds niet in gebruik zijn en dat verschillende verenigingen ook t.a.v. de jeugd daardoor in ern stige moeilijkheden komen. De heer G. Janssen, bestuux-slid van de stichting, beloofde dat nog deze week het uiteindelijke plan zal wor den vrij gegeven. Vex'heugd toonde zich de sportraad dat op 27 maart a.s. de oprichtings vergadering zal ziin van een ge mengde zwemclub, hoewel ze het van de andex*e kant nog steeds be treurt dat de spox-traad geen kennis kan nemen van de plannen voor de bouw van een instructiebad. toont U deze in verschillende mo dellen, maten en prijzen. ZELDEN WACHTEN ZO WEINIGEN OP ZO VELEN Nimmer tevoren hadden zo velen zoveel te danken aaix het wex-k van zo weinigen, heeft Winston Chux-- chill in de oorlog eens gezegd. Met een variant op deze gevleugelde woorden zou men bij de AHOB's (automatische halve-overwegbomen) nu kunnen zeggen: „Zelden wachten zo weinigen zo'n kox-te tijd op het passeren van zo velen". Immers, slechts enkele seconden wachten hooguit enkele tientallen weggebruikers op het passeren van enige honderden treinpassagiers. Het is een onmiskenbaar feit dat aan de ingebruikstelling van de AHOB's voor het wegverkeer talloze voordelen verbonden zijn: namelijk besparing aan tijd en dus aan geld. Deskundigen van de Spoorwegen hebben berekend dat bij een gelijk matige verdeling van het verkeer op een bepaalde weg waax-in een AHOB is geïnstalleerd, een besparing van de wachttijd van 75 pet- optreedt. Hiex-door is het aantal voertuigen dat vroeger voor een ovex-weg werd opgehouden sterk verminderd. Deze besparing voor het wegver keer bx-engt geen verminderde vei ligheid met zich. Integendeel zelfs! Nog tè weinig is bekend dat als net mechanisme van een AHOB weigert of er bijv. een leiding is beschadigd, de halve bomen vanzelf naar bene- den vallen en dus het wegverkeer de spoorwegovergang gesloten vindt. Wanneer er dxxs ongelukken bij een AHOB plaatsvinden, zal de oor zaak daarvan in eerste en meestal ook in laatste instantie bij de weggebruiker zelf moeten worden gezocht. Daarom vestigt het Ver bond voor Veilig Verkeer er deze maand vooral de aandacht op, dat de AHOB van de weggebruiker een veel groter verantwoordelijkheids besef vraagt dan de traditionele ovexrwegbomen. Het lijkt zo gevaar loos om bij een AHOB nog éven om de bomen heen te rijden om nog r.et even door te rijden ook al branden de rode knipperlichten al, en om wat nog vaker voorkomt op te trekken vóórdat de rode knipper lichten zijn gedoofd. Om de als ge volg van deze onachtzaamheid op tredende ongevallen te helpen voor komen, -roept het Verbond de weg gebruikers deze maand toe: „Rood knipperlicht betekent altijd, bij alle overwegen, onverbiddelijk STOP!" was bars MUURVERF in moderne KLEUREN. OOK OVER BEHANG. ALLE KLEUREN ZUN MENGBAAR. J'QgCO-.VBNLO Crooymans. Paterslaan 7 Theuws, Jan Hensenstraat 16 B" het horen van 't woord: vasten je bijna automatisch aan de oude boetepraktijken van uitermate wei nig eten. zeker niet roken of drin ken (alleen maar water en koffie!) De jongens en meisjes mochten al leen half Vasten bij elkaar komen en dan ter bedevaart naar de Smakt. En vroeger kwam daar voor echt strenge vasters nog wel eens de geseling b" of een andere lichame lijke tuchtiging. Die tiid is nu zo langzamerhand wel voorbij en wij menen ook wel terecht. Misschien kwam die praktiik van onze voor ouders wel te veel voort uit een ze kere dualistische mensopvatting, waarin zij leefden. Het lichaam van de mens is nu eenmaal slecht en minderwaardig, een bron van slechte gedachten en bekoringen. En dien tengevolge moet je px-oberen om het zoveel mogelijk eronder te houden, het klein te krijgen zodat het zich niet meer durft te verroeren. Natuurlijk kan het lichaam een bron zijn van slechte dingen voor de mens. Maar ik meen dat de geest dit evenzeer kan ziin. Gedachten en gevoelens van haat, onbeheerste eer zucht en jaloezie ziin minstens even verderfelijk. En als we de komende vastentijd nog blijven beschouwen als een tijd van boete en verstexwing wat onze bisschoppen ons uit drukkelijk hebben gevraagd, toen zij de officiële vastenwet tot een mini mum hebben beperkt dan zal dit dus ook een verster-ving moeten zijn, die heel onze persoon raakt. Mis schien moeten we de versterving meer zoeken in de betere vervulling van onze plichten, in de betere be leving van ons geloof en onze liefde voor elkaar. Als we bereid zijn dit ook met inzet van al onze krachten te doen, dan zullen we onszelf dik wijls veel moeten ontzeggen, dan moeten we vanzelf wel eens een of fer brengen, dan zijn we vanzelf ge noodzaakt om onze zin op te geven of iets van ons bezit af te geven. Ik denk in dit verband speciaal aan het vastenoffer, dat de bisschoppen van ons vragen. Dit is een ware beleving van de naastenliefde tegenover hen, die het in het leven veel minder ge troffen hebben dan wij. NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Van zaterdagmiddag 12 uur tot zon dagnacht 2 uur. Dr. VERCAUTEREN Grotestraat 11 Telefoon 1335 Uitsluitend voor spoedgevallen I ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS Zr. M. JANS Overloon Tel. 04780-1296 GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de Kom. ZIEKENAUTO bel 04780-1592 b.g.g. 2116 ST. ADELBERT Dinsdag 20 maart a.s. vergadert de afdeling Venray van de St. Adel- bertvereniigng. De zeereerw. pater drs. Dionysius Frijns o.c.d., docent philosophie aan het Karmelieten klooster te Smakt, zal dan een in leiding houden over: „Het moderne wijsgerige denken in Frankrijk". FLESSEN-ACTIE Ruim 80,- was de opbrengst van de flessen, jampotten enz. die de gidsen in het Rectoraat ophaalden voor de aktie 10 x 10 t.b.v. de onder voede jeugd in de onderontwikkelde landen. Dank aan allen voor hun gulle ga ven!

Peel en Maas | 1962 | | pagina 1