Veilig verkeer...
£anddouut en induótiie
in Yenray
Sportraad vergaderde
Lord Baden Powell
„Camps"
BATIFLEX
Geestelijk artikel
Vrijdag 16 maart 1962 No. 11
Drie en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
DRÜK.N HTGA™ VAN DEN ^CKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN gSSZSÏÏSERlffa'r ABONNEMENTS
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512
(buiten Venray 1.75)
Venray heeft een snelle industriële ontwikkeling achter de rug. In
een tiental jaren is een industrieterrein volgebouwd met moderne,
zich steeds weer uitbreidende fabriekshallen, waarin honderden
Venrayse mensen hun dagelijkse brood al of niet dik belegd, ver
dienen.
Venray, dat vroeger een agrarische gemeenschap was, groeit uit
tot een industriële kern waarin mensen uit de gehele streek ar
beid vinden. Een ontwikkeling die pas goed op streek is getuige
de vele plannen, die men nog heeft om industrie aan te trekken,
zoals blijkt door uitbreiding van de bestaande industrieterreinen
en de aanleg van nieuwe rond Oostrum.
Is er onder invloed van deze snel-
le industriële ontwikkeling nu ver
andering gekomen in omvang, sa
menstelling en levensstijl van de
agrarische bevolking hier in onze
gemeente? Een vraag, die men al
eens eerder voorgelegd heeft aan de
commissie voor agrarische belangen
in Limburg en die in het zgn. ont
wikkelingsplan feitelijk een progno
se op die vraag heeft willen geven.
Een vraag echter, die ook nu nog
moeilijk op te lossen is, omdat we
nog midden in dit proces van indus
trialisatie staan en niemand kan
zeggen wat de dag van morgen
brengen zal.
INKRIMPING.
Toch is het goed even stil te staan
bij deze kwestie, die voor zovelen
onder ons van zeer groot belang is.
Het aantal landbouwbedrijven in
onze gemeente na de oorlog is ver
groot. Weliswaar is de landbouw uit
het centrum „verdreven" maar daar
tegenover staan de ontginningen in
Peelplan Zuid, de Vredepeel en de
Meerselse Peel. Hier heeft men nieu
we, jonge bedrijven kunnen stich
ten en heeft men uitvluchtmogelijk-
heden gehad, die men elders al ja
ren niet meer kent. Toch kende men
voor de industrialisatie ondanks
deze uitbreidingsmogelijkheden
onder de landbouwende bevolking
een vrij grote latente werkloosheid,
doordat thuis meewerkende zoons
op het bedrijf bleven werken en
eerst laat soms zelfs te laat"
omschakelden naar een ander vak.
Door de industrialisatie is het
aantal werkzame mannen vermin
derd, waardoor ook dikwijls de ar-
beidsbezetting op de bedrijven ge
heel anders is samengesteld.
Men kan stellen dat de sterke uit
breiding van de industrie een be
langrijk deel van de bevolkings
aanwas uit de agrarische sector
heeft opgevangen. Daarnaast heeft
ze bijgedragen tot een aanzienlijke
staging van de produktie per man,
tot verbetering van de bedrijfs
structuur en tot verlichting van
het opvolgingsvraagstuk
LOLLEBEEKPLAN
Is trouwens het Lollebeekplan ook
geen uitvloeisel van de industriali
satie? Men heeft immers reeds voor
dat men plannen ging maken voor
industrie-aantrekking voorop ge
steld, dat tegelijkertijd ook voor de
bestaande agrarische sector de zgn.
optimale mogelijkheden geschapen
dienden te worden. Dat betekende
dat men door middel van de ruil
verkaveling de bestaande landbouw
bedrijven de beste kansen voor een
zo economisch mogelijke bedrijfs
voering wenste te bieden. Die kan
sen worden nu geschapen in het Lol
lebeekplan. dat evenals de industria
lisatie nieuwe mogelijkheden schept,
ook voor de bevolkingsaanwas uit
de agrarische sector en vooral de be-
dx*ijfstructuur zal verbeteren en de
produktiestijging per man zal doen
toenemen.
Het is gelukkig dat dit proces zich
vrij langzaam voltrekt en dat met
een verder gaande industrialisatie
ook voor de land- en tuinbouw nieu
we mogelijkheden komen. Een aan
passen over en weer heeft slechts
voordelen voor alle partijen.
NOG ANDERE ASPECTEN
Al is het waar dat de landbouw
in onze gemeente vrijwel geheel is
teruggedrongen naar de kerkdorpen,
zeker is dat de daar levende boeren
gezinnen o.a. door de sterke toene
ming van het aantal buiten het be
drijf of gezin werkzame of niet-
agrarisch onderwijs volgende kinde
ren, in nauwer contact komen met
andere levens- en werkomstandig
heden, met andere denkbeelden en
gewoonten en met een andere le
vensstijl. Dit toenemend contact met
de niet-agrarische buitenwereld" is
een belangrijk aspect van het pro
ces van economische en sociale ver
andering, dat momenteel ook in het
boerenmilieu plaats heeft.
Toeneming van de welvaart en
verbetering van de werk- en levens
omstandigheden buiten de landbouw,
zullen hierdoor veel sneller dan in
het verleden doorwerken in het
landbouwbedrijf.
Het is natuurlijk niet mogelijk op
alle gevolgen van deze situatie in te
gaan. Op een tweetal aspecten kan
in dit bestek worden gewezen, nl. de
beroepskeuze van de boerenzoon en
de structuur en produktierichting
van het landbouwbedrijf.
Door de veranderingen in de plat-
telandssamenwerking is de boex*en-
zoon steeds meer en beter in de ge
legenheid het agrarisch beroep te
vergelijken met een bestaan buiten
de landbouw. En deze vergelijking
valt niet altijd ten gunste van de
landbouw uit. De komende jaren
mag dan ook een verdere verminde
ring van het aantal in de landbouw
werkzame boerenzoons en daarmee
van het aantal opvolgers worden
verwacht, hetgeen waarschijnlijk
binnen niet al te lange tijd zal lei
den tot verdwijnen van het zgn. boe
renzoons vraags tuk.
Sterkere confrontatie met het
industriële levenspatroon gepaard
aan groter welvaart betekent ver
volgens voor veel boeren een stimu
lans bij hun streven naar verhoging
van hun inkomen. Door verhoging
van de produktie tracht de boer zijn
deel te krijgen van de stijging van
de welvaart in zijn directe omge
ving.
De tamelijk sterke uitbreiding van
de veestapel in de afgelopen jaren,
alsmede de grote belangstelling voor
nieuwe ontwikkelingen in de agra
rische produktietechniek en voor
ruilverkaveling vormen dan ook een
uiting van dit streven. Men mag ge
rust zeggen, dat veel boeren goede
vorderingen hebben gemaakt bij de
aanpassing aan de nieuwe omstan
digheden.
De komende jarën zijn nog grote
veranderingen in de bedrijfsstruc
tuur van het Venrayse landbouwbe
drijf te verwachten, zoals een zeke
re specialisatie en bedrijfsvereen-
voudiging van het gemengde bedrijf,
resulterende in een grotere variatie
in bedrijfsvormen.
Het zal tenslotte duidelijk zijn, dat
dit alles hoge eisen zal stellen aan
het aanpassingsvermogen van de
boeren, temeer daar de boer niet al
leen als bedrijfshoofd, maar ook als
gezinshoofd veelal voor ernstige
moeilijkheden kan komen te staan.
de groie leider
Naar aanleiding van het 25-jarig
jubileum van de St. Petrus Verken-
nersgroep in Venray, willen wij in
een aantal artikelen deze verken
nersbeweging van verschillende zij
den beschrijven.
Wij openen deze serie met een
korte levensbeschrijving van de
stichter van deze Organisatie: Ba-
den-Powell.
Robeilt, Stephenson, Smyth, Ba
den-Powell werd in het jaar 1857 in
Engeland geboren. Van het grote ge
zin. waarvan hij deel uitmaakte, was
hij een van de jongste. Zijn vader,
die een professor in Oxford was,
stierf in 1860 toen Robert nauwe
lijks 3 jaar was. Het gezin bleef in
een niet te roemen welstand achter,
maar moeder Baden-Powell ging
niet bij de pakken neerzitten en vol
goede moed begon zij aan de zware
taak om het jonge gezin groot te
brengen.
Zij had zelf een opvallend talent
voor het schilderen van aquarellen
en ook ging haar belangstelling uit
naar het werk in ziekenhuizen en
naar de opvoeding van vrouwen.
Typisch is dat aan echte „opvoe
ding" niet veel gedaan werd, zij
moedigde haar kinderen aan om in
de openlucht hun eigen leven op te
bouwen.
Hierdoor ontving Baden-Powell de
grondslag voor zijn liefde voor het
buitenleven. Hij leerde al jong de
natuur kennen.
Toen hij dertien jaar oud was,
kwam hij op een speciale school,
Charterhouse geheten. Hier maakte
hij kennis met het drukke stads
leven. Twee jaar later ging deze
school uit Londen weg en verhuis
de naar het platte land. Hier maak
te Robert kennis met de rust, die
zulke omgeving kenmerkt. Baden
Powell sprak later nog dikwijls over
deze school en vol bewondering ook
over de toenmalige directeur, Dr.
Haig Brown, die zeer goed met jon
gens kon omgaan en echt menselijk
was in zijn opvattingen. In de school
vakanties trok hij er met zijn broers
op uit om te kamperen en boot
tochten te maken. Zo kreeg hij een
grondige geoefendheid in het bui
tenleven. Op 19-jarige leeftijd deed
hij examen voor beroepsmilitair en
het scheen dat hij op school meer
geleerd had dan men aanvankelijk
gedacht had, want hij werd tweede
voor de cavalerie afdeling en vier
de voor de infanterie. Hij werd on
middellijk geplaatst in het 13e re
giment Huzaren en voegde zich bij
zijn regiment in Lucknow. Hij bofte
met zijn commandant, de kolonel Sir
Baker Russell, die meer waarde
hechtte aan een soldaat met initia
tief, dan aan een met een grondige
kennis van de krijgstucht. Dit kwam
voor de jonge officier goed uit want
onder een straffer commando zou
hij zich niet thuis gevoeld hebben.
Baden-Powell vond al gauw twee
kanalen waardoor hij zijn energie
kon spuien. Hij zette zich er welbe
wust toe, methoden te vinden om
zijn mannen aan te moedigen hun
verstand te gebruiken en verant
woordelijkheid te dragen, liever dan
dit aan hun officier-en over te laten.
Een tweede factor was het ver
kennen, een onderdeel van het le
ger dat in die tijd vaak verwaar
loosd werd. Dit bepaalde zijn latere
wijze van werken zowel militair,
alsook als leider van de jeugd. Hij
gaf zich geheel aan zijn militaire
loopbaan, maar toch vond hij nog
tijd voor andere activiteiten. Uit de
dagen van Charterhouse had hij de
naam overgehouden een goed toneel
speler te zijn en zijn bijdragen aan
concerten, ontspanningsavonden en
revues werden altijd met enthousias
me begroet. Hij had een fijn gevoel
voor humor en als jonge man gaf
hij daar in menige grap uiting van.
Sport trok hem ook aan en bijzon
der als er risico's aan verbonden
waren.
Zo werd hij al gauw een expert
op het gebied van de wilde zwijnen
jacht en in 1883 won hij de Kadir-
beker. In 1889 verscheen een door
hem geschreven boek over de zwij
nenjacht en het werd al gauw als
toonaangevend voor die sport aan
vaard. Dit was niet de eerste maal
dat er iets van hem verscheen. Als
luitenant verdiende hij niet zoveel
en hij had geen privé-inkomen of
andere bronnen van inkomsten, zo
als zoveel anderen. Hij vergrootte
daarom zijn inkomsten door zijn pen
als schrijver en als tekenaar te ge
bruiken. Zijn bijdragen werden ge
bruikt door verschillende bladen.
Jarenlang stuurde hij zijn moeder 'n
geïllustreerd dagboek in brieven, en
daardoor ontwikkelde hij zonder
twijfel een persoonlijke stijl van
uaua^ai JOOA ga^uee uCtz 'uaACiJips
was opvallend en zijn vroege zwart
wit schetsen zijn zorgvuldig en met
het oog voor details gemaakt. Zijn
beste tekeningen zijn misschien wel
zijn dierentekeningen, want hij hield
ervan om de dieren te bespieden en
ook zijn laatste dagen in Kenya
besteedde hij aan deze liefhebberij.
Van tijd tot tijd voelde hij zich
gedrongen om de beschaving te ont
vluchten en met een of twee in
heemse jongens trok hij dan naar
een of ander rustig plekje, waar hij
in alle eenzaamheid de dieren kon
bespieden of schetsen. Daardoor leg
de hij de grondslag voor zijn aan
zienlijke kennis, niet alleen van de
gewoonten van de dieren, maar ook
van de bewoners van het land.
In 1884 werd zijn regiment naar
Natal gestuurd om deel te nemen
aan de expeditie naar Beetsjoeana-
land. Dit was het eerste bezoek van
B-P aan het land, dat zijn tweede
vaderland zou worden. Er werd niet
gevochten, maar Baden Powell werd
uitgezonden om verkenningen te
doen. Zijn acteertalent kwam hem
goed van pas, want dan trok hij
rond als journalist, dan weer als ja
ger of artiest. De inlichtingen die hij
zodoende verkreeg waren zeer be
langrijk, maar werden in die tijd
niet erkend.
Toen de boerenoorlog uitbrak, wa
ren zijn verbeteringen niet op de
kaart aangebracht. Na Natal deed
hij drie jaren dienst in Engeland en
in 1887 ging hij weer naar Zuid-
Afrika.
Baden-Powell werd nu hoofd van
de inlichtingendienst en kreeg hier
door veel gelegenheid om zijn na
tuurlijke verkennersaanleg uit te
leven. In 1890 ging hij met zijn oom
mee naar Malta, die hier gouverneur
werd. Het jaar daarop werd Baden-
Powell echter hoofd van de inlich
tingendienst voor het Middellandse
Zeegebied.
Een periode van normale dienst in
zijn regiment, wex'd in 1895 gevolgd
door de Ashanti-expeditie. Het was
Baden-Powell's taak, een sectie in-
iheemse pioniers jte comxnand^ren.
Er moest van de kust naar Kumassie
een weg aangelegd worden en dat
betekende dat er vei-schillende
bruggen gebouwd moesten worden
en een weg door het oerwoud ge
baand. Er was heel wat vindingrijk
heid voor nodig om alle px-oblemen
op te lossen, maar dergelijke moei
lijkheden riepen altijd de beste
eigenschappen in B-P wakker.
Al spoedig nadat hij van de As
hanti-expeditie was teruggekeerd
werd hem opgedx-agen als chef met
de Matabele-expeditie mee te gaan.
Dit was, om zijn eigen woorden aan
te halen: „het mooiste avontuur van
mijn leven". De expeditie deed een
beroep op alle verkennersvaardig
heid, vindingrijkheid en moed waar
over B.-P. maar beschikte. Hij had
De sportraad, waarin alle sport
verenigingen in Venray samenwer
ken, heeft in een algemene verga
dering, die j.l. maandag in Hotel De
Zwaan werd gehouden zich weer
eens beraden over de stand van za
ken bij de Venrayse sport. Zo kwam
daar aan de orde of de bouw van
een spox-thal in Venray gewenst of
noodzakelijk was.
Een ingesteld onder-zoek toonde
aan dat de bestaande binnensporten
voor het grootste deel terecht kun
nen in de nieuwe gymnastieklokalen.
De vraag is echter of bij uitgroei
van deze binnensporten niet een
andere oplossing gezocht zal moeten
worden. In overleg met de gemeente
zou men proberen via een deskun-
kundige commissie van de Vereni
ging voor Nederlandse gemeenten
een sportnota te doen opstellen,
waarin niet alleen een prognose kan
voorkomen van wat nog allemaal
nodig is maar ook de richtlijnen ge
steld worden, waarlangs een en an
der te bereiken is.
Over de jeugdsubsidie, die via de
Jeugdraad ontvangen wordt zijn ook
enkele nadere gegevens bekend. Zo
ligt het in de bedoeling dat sport
verenigingen die zich slechts beper
ken tot een avond in de week tech
nische oefennig slechts 5,per
jeugdlid ontvangen. Organiseren zij
nog een andex-e avond, waarin spe
ciaal de jeugdvorming in het alge
meen de aandacht krijgt, dan wordt
die subsidie vexTxoogd. De klacht van
verschillende sportverenigen dat zij
onvoldoende gevormde jeugdleiders
hebben voor een dergelijke jeugd
vorming wordt verholpen doordat in
Venray gestart wordt met de basis
cursus voor jeugdleider-s en lexdsters
van de Diocesane Limburgse Sport
bond die vooral de nadruk legt op
de opvoedkundige waarde van de
jeugdbeweging in het algemeen en
de sport in het bijzonder.
Om voor deze subsidie in aanmer
king te komen is verder nog nood
zakelijk de aansluiting bij een lan
delijke bond en een minimum-con
tributie van 0,25 per week.
Het bestuur van de snortraad zal
zich alsnog over deze voorwaarden
héraden, of die op dit moment voor
sommige verenigingen niet te zwaar
ziin. Van de ander kant benadrukte
ook zij de noodzaak aan genoemde
leiderscursus deel te nemen.
Op verzoek van B. en W. werd
onder voorzitterschap van dhr. Keij-
zers uit Ysselsteyn een commissie
sportterreinen kerkdorpen ingesteld,
die vooruit lopend op de sportnoxa,
een onderzoek zal instellen of voor
zo'n succes, dat de Matabelen hem
de naam gaven van „Impeesa" het
geen betekent „het dier dat nooit
slaapt." Gedxmende het laatste deel
van de veldtocht werkte hij samen
met kolonel Plumer en deze toekom
stige veldmaarschalk gaf alle eer
aan B-P's kundig vex'kennen en de
bewondex-enswaardige kennis die hij
had ver-kregen van de hinderlagen
en schuilplaatsen in de heuvels. Op
deze veldtocht experimenteerde
B.-P. met het uniform. De cowboy
hoed bijvoorbeeld, werd uit prac-
tische overwegingen aanvaard. Deze
gaf een redelijke bescherming tegen
de zon en was lichter als de helm.
Hij was nuttig als beschermer voor
de ogen en oren wanneer men door
struikgewas moest sluipen. De „Ver-
kennershoed" werd dus niet in ge-
bx*uik genomen als een soort versie
ring maar juist om zijn bruikbaar
heid. De halsdoek diende als zweet
doek en de shirt voor de vrjiheid
van bewegen evenals de korte
broek.
De shirt heeft zijn dienst reeds
bewezen en doet dat nog steeds,
want de hedendaagse strijdmacht
heeft ze nog in gebruik.
Na de Matabele veldtocht werd hij
bevorderd tot t"delijke kolonel en
vertrok naar India. Twee jaar later,
toen hij met verlof was in Enge
land werd hij voor een speciale taak
in Zuid Afrika uitgekozen.
Tijdens de Boerenoorlog werd hij
de held van Mafeking, doordat hij
het presteerde om Mafeking niet in
handen van de Boeren te laten val
len ondanks een enorme overmacht.
Na het beleg werd hij aangewezen
om een politiemacht op de been te
brengen en de plannen van de Zuid-
af rikaanse bereden politie waren
ook van hem. Tot zes maanden na
de oorlog bleef hij nog Comman
dant maar werd toen naar Enge
land geroepen om Inspecteur Gene
raal van de Cavalerie te worden. Na
viif jaar werd hm bevorderd tot Lui
tenant-Generaal en het zag er nu
naar uit dat er een einde zou ko
men aan de periode van actieve
dienst. Hij wex-d echter overgehaald
om chef te worden van het nieuwe
territoriale leger en hij wierp zich
met zijn bekende energie op zijn
nieuwe taak. Intussen was er een
nieuwe belangstelling opgekomen, de
Verkenners. Dat was niet plotseling
gegaan, maar het was gegroeid uit
zijn vroegere ervaringen.
(wordt vervolgd).
FOTO-BIDPRENTJES
VAN DEN MUNCKHOF N.V.
de kex-kdox-pen geen uniform plan
ontworpen kan worden. In dit ver
band werd nog gesteld dat Oostrum
eindelijk wat de grond betreft een
goede oplossing heeft gekregen. Oïr-
lo is nog wachtende, maar men
hoopt hier binnenkort toch goede
resultaten te kunnen behalen. In
Ysselsteyn zijn er nog vele moeilijk
heden te ovei-winnen, maar men ver
trouwt ook hier een oplossing te
kunnen vinden maar in Merselo ligt
de zaak moeilijker ondanks het feit
dat hier al een noodoplossing tot
stand gebracht is.
KINDERSPEELPLAATSEN
Op de vraag of bijv. in het nieuwe
plan Desselke geen kinderspeelplaats
kon worden gereserveerd, vertelde
Wethouder Colsen dat een en ander
niet zo eenvoudig is. Men moet hier
wezenlijk onderscheid maken tus
sen de niet schoolplichtige, de
schoolplichtige en de oudere jeugd.
Voor de niet-schoolplichtige is het
noodzakelijk dicht b;- huis een
speelplek te vinden zeker als er
geen tuintjes meer bij de huizen
ziin. Zowel in Zuid als in West en
ook in het nieuwe plan Desselke ko
men voor deze peuters ruimten
waarin ze spelen kunnen. Voor de
schoolplichtige jeugd wordt het al
moeilijker. Die willen voetballen en
moeten r-uimten hebben. Is voor be
paalde sporten een kleine speel
plaats voldoende, de ervaring leert
dat men daarmee niet kan volstaan.
Daax'om wordt zowel op het Dessel
ke als in West gezorgd dat aan de
rand van deze plannen, dus in de
bossen speelterrein komt. Voor de
oudere jeugd kan in buurtverband
weinig worden gedaan. Die kunnen
trouwens via de verschillende sport
verenigingen zich uitvieren
In deze vergadei-ing was ook nog
al wat kritiek op de stand van zaken
bij het sportpark. Men klaagde er
over dat de half-hax-de velden nog
steeds niet in gebruik zijn en dat
verschillende verenigingen ook
t.a.v. de jeugd daardoor in ern
stige moeilijkheden komen. De heer
G. Janssen, bestuux-slid van de
stichting, beloofde dat nog deze
week het uiteindelijke plan zal wor
den vrij gegeven.
Vex'heugd toonde zich de sportraad
dat op 27 maart a.s. de oprichtings
vergadering zal ziin van een ge
mengde zwemclub, hoewel ze het
van de andex*e kant nog steeds be
treurt dat de spox-traad geen kennis
kan nemen van de plannen voor de
bouw van een instructiebad.
toont U deze in verschillende mo
dellen, maten en prijzen.
ZELDEN WACHTEN
ZO WEINIGEN OP ZO VELEN
Nimmer tevoren hadden zo velen
zoveel te danken aaix het wex-k van
zo weinigen, heeft Winston Chux--
chill in de oorlog eens gezegd. Met
een variant op deze gevleugelde
woorden zou men bij de AHOB's
(automatische halve-overwegbomen)
nu kunnen zeggen: „Zelden wachten
zo weinigen zo'n kox-te tijd op het
passeren van zo velen".
Immers, slechts enkele seconden
wachten hooguit enkele tientallen
weggebruikers op het passeren van
enige honderden treinpassagiers.
Het is een onmiskenbaar feit dat
aan de ingebruikstelling van de
AHOB's voor het wegverkeer talloze
voordelen verbonden zijn: namelijk
besparing aan tijd en dus aan geld.
Deskundigen van de Spoorwegen
hebben berekend dat bij een gelijk
matige verdeling van het verkeer op
een bepaalde weg waax-in een AHOB
is geïnstalleerd, een besparing van
de wachttijd van 75 pet- optreedt.
Hiex-door is het aantal voertuigen
dat vroeger voor een ovex-weg werd
opgehouden sterk verminderd.
Deze besparing voor het wegver
keer bx-engt geen verminderde vei
ligheid met zich. Integendeel zelfs!
Nog tè weinig is bekend dat als net
mechanisme van een AHOB weigert
of er bijv. een leiding is beschadigd,
de halve bomen vanzelf naar bene-
den vallen en dus het wegverkeer
de spoorwegovergang gesloten vindt.
Wanneer er dxxs ongelukken bij
een AHOB plaatsvinden, zal de oor
zaak daarvan in eerste en meestal
ook in laatste instantie bij de
weggebruiker zelf moeten worden
gezocht. Daarom vestigt het Ver
bond voor Veilig Verkeer er deze
maand vooral de aandacht op, dat
de AHOB van de weggebruiker een
veel groter verantwoordelijkheids
besef vraagt dan de traditionele
ovexrwegbomen. Het lijkt zo gevaar
loos om bij een AHOB nog éven om
de bomen heen te rijden om nog r.et
even door te rijden ook al branden
de rode knipperlichten al, en om
wat nog vaker voorkomt op te
trekken vóórdat de rode knipper
lichten zijn gedoofd. Om de als ge
volg van deze onachtzaamheid op
tredende ongevallen te helpen voor
komen, -roept het Verbond de weg
gebruikers deze maand toe: „Rood
knipperlicht betekent altijd, bij alle
overwegen, onverbiddelijk STOP!"
was bars MUURVERF in moderne
KLEUREN. OOK OVER BEHANG.
ALLE KLEUREN ZUN MENGBAAR.
J'QgCO-.VBNLO
Crooymans. Paterslaan 7
Theuws, Jan Hensenstraat 16
B" het horen van 't woord: vasten
je bijna automatisch aan de oude
boetepraktijken van uitermate wei
nig eten. zeker niet roken of drin
ken (alleen maar water en koffie!)
De jongens en meisjes mochten al
leen half Vasten bij elkaar komen
en dan ter bedevaart naar de Smakt.
En vroeger kwam daar voor echt
strenge vasters nog wel eens de
geseling b" of een andere lichame
lijke tuchtiging. Die tiid is nu zo
langzamerhand wel voorbij en wij
menen ook wel terecht. Misschien
kwam die praktiik van onze voor
ouders wel te veel voort uit een ze
kere dualistische mensopvatting,
waarin zij leefden. Het lichaam van
de mens is nu eenmaal slecht en
minderwaardig, een bron van slechte
gedachten en bekoringen. En dien
tengevolge moet je px-oberen om het
zoveel mogelijk eronder te houden,
het klein te krijgen zodat het zich
niet meer durft te verroeren.
Natuurlijk kan het lichaam een
bron zijn van slechte dingen voor
de mens. Maar ik meen dat de geest
dit evenzeer kan ziin. Gedachten en
gevoelens van haat, onbeheerste eer
zucht en jaloezie ziin minstens even
verderfelijk. En als we de komende
vastentijd nog blijven beschouwen
als een tijd van boete en verstexwing
wat onze bisschoppen ons uit
drukkelijk hebben gevraagd, toen zij
de officiële vastenwet tot een mini
mum hebben beperkt dan zal dit
dus ook een verster-ving moeten zijn,
die heel onze persoon raakt. Mis
schien moeten we de versterving
meer zoeken in de betere vervulling
van onze plichten, in de betere be
leving van ons geloof en onze liefde
voor elkaar. Als we bereid zijn dit
ook met inzet van al onze krachten
te doen, dan zullen we onszelf dik
wijls veel moeten ontzeggen, dan
moeten we vanzelf wel eens een of
fer brengen, dan zijn we vanzelf ge
noodzaakt om onze zin op te geven
of iets van ons bezit af te geven. Ik
denk in dit verband speciaal aan het
vastenoffer, dat de bisschoppen van
ons vragen. Dit is een ware beleving
van de naastenliefde tegenover hen,
die het in het leven veel minder ge
troffen hebben dan wij.
NIEUWS UIT VENRAY
EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Van zaterdagmiddag 12 uur tot zon
dagnacht 2 uur.
Dr. VERCAUTEREN
Grotestraat 11 Telefoon 1335
Uitsluitend voor spoedgevallen I
ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS
Zr. M. JANS
Overloon Tel. 04780-1296
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de Kom.
ZIEKENAUTO
bel 04780-1592 b.g.g. 2116
ST. ADELBERT
Dinsdag 20 maart a.s. vergadert de
afdeling Venray van de St. Adel-
bertvereniigng. De zeereerw. pater
drs. Dionysius Frijns o.c.d., docent
philosophie aan het Karmelieten
klooster te Smakt, zal dan een in
leiding houden over: „Het moderne
wijsgerige denken in Frankrijk".
FLESSEN-ACTIE
Ruim 80,- was de opbrengst van
de flessen, jampotten enz. die de
gidsen in het Rectoraat ophaalden
voor de aktie 10 x 10 t.b.v. de onder
voede jeugd in de onderontwikkelde
landen.
Dank aan allen voor hun gulle ga
ven!