kou gevat?
Hel woningtekort.
Twintig jaar geleden....
Stemmen
bij
volmacht
Land- en Tuinbouw
Politierechter
Zondagsdienst huisartsen
Vrijdag 9 maart 1962 No. 10
Drie en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Minister van Aartsen, de minister van Volkshuisvesting blijkt
zich weinig aan te trekken van de klachten, die o.m. uit Limburg
gekomen zijn om een extra toewijzing van woningwetwoningen
en premiewoningen. Zoals bekend hebben Ged. Staten en de Lim
burgse KAB zich tot de Minister gewend om een grotere toewij
zing in verband met de industrialisatie van onze provincie, het
grote vestigingsoverschot en het ver boven het landelük gemid
delde liggende geboortecijfer.
Het kan niet, aldus de Minister,
zowel financieel als technisch is 'n
uitbreiding van het bouwpotentieel
op dit moment onmogelijk.... Men
mag zich dan als leek wel afvragen
of een samenleving als de onze, die
met haar mechanisatie en rationa
lisatie voor niets terugschrikt, ze
ventien jaren na de oorlog nog altijd
moet kampen met een te groot te
kort aan woonruimte.
VOOR DE OORLOG
Al was het dan voor de oorlog al
lemaal geen koek en ei, zeker is, dat
er toen een geweldig overschot aan
woningen was. Er liggen cijfers voor
ons, die meer dan 140.000 leegstaan
de woningen aanduidden. Zeker is
dat een deel daarvan zeker be
woond zouden geweest zijn, als de
mensen het geld er voor gehad had
den, maar dat was er niet. Maar er
was een overschot, ook in ons Ven-
ray, waar huurwoningen slechts een
klein percentage uitmaakte van het
woningbezit, omdat men hier aan
het eigen-bezit nog altijd de voor
keur gafDe huren die men toen
voor huurwoningen moest betalon,
of liever wilde betalen waren enorm
laag, mede als gevolg van het over
grote aanbod. Hoe het ook zij, offi
ciële cijfers duidden aan dat iedere
vijf personen in Nederland een wo
ning als onderdak haddenEn
juist dat cijfer is na de oorlog enorm
in zijn nadeel veranderd.
NA DE OORLOG
Oorzaak daarvan was dat gedu
rende vijf lange oorlogsjaren prac-
tisch niets gebouwd kon worden,
terwijl de bevolking toenam. Na de
oorlog werd van het woningbezit,
dat door slijtage en slecht onder
houd in de oorlogsjaren al veel ge
leden had, nog 4,2 pet. totaal ver
woest, 2,3 pet. zwaar en 23 pet. licht
beschadigd. Dat in een land, waarin
de bouwnijverheid door uitplunde
ring en door gebrek aan materiaal
practisch niet op gang kon komen.
Voor Venray waren die cyfers nog
ongunstiger. Van de 2200 wonin
gen, die onze gemeente na de
oorlog kende, waren er 179 totaal
verwoest (ruim 8 pet.), bijna 40
pet. ofwel 853 zwaar beschadigd.
De herbouw en het herstel van een
en ander kostte niet alleen 12 mil
joen gulden, maar vergde een
enorme tijd.
In de jaren 1945 en 1946 had men
het veel te druk met voorlopig en
definitief herstel en woningbouw
kwam slechts heel langzaam op
gang. "Want naast woningherstel
moest ook nog voor 8 miljoen aan
scholen en inrichtingen in orde ge
maakt worden. Noodwoningen moes
ten in de eerste nood wat soulaas
geven en het is opmerkelijk dat men
dacht dat deze dingen niet langer
dan 10 jaar nodig warenDat de
nood groot was blijkt uit het feit
dat alleen al in Venray 110 van deze
bouwsels verrezen. Dan praten we
niet over de kippenhokmisère, nood-
schuren en noodstallen, die tussen
alle bedrijven door ook nog als wo
ning gediend hebben.
DE HELFT ER INTUSSEN BIJ
In 1957 werd de vijfhonderdste
nieuwe woningwetwoning in Venray
gebouwd. Een opmerkelijke presta
tie, als men bedenkt dat in omlig
gende plaatsen dergelijke percenta
ges niet gehaald werden. Daarnaast
waren toen bijna 300 particuliere
woningen gebouwd. In 1958 kwam
de bouwstop en de toewijzing van
een gemeentelijk bouwvolume. Maar
voor zijn vertrek kon Burgemeester
Janssen zijn handtekening zetten
onder de bouwvergunning van de
1000ste nieuwe woning in Venray.
Intussen is men ondanks alle moge
lijke beperkende bepaligen zover dat
50 pet. van het vooroorlogswoning-
bezit ofwel 1100 nieuwe woningen in
Venray zijn gebouwd
Al met al een cijfer dal tot ver
bazing strekt, temeer als men be
denkt, dat hiernaast in Venray
nog gebouwd is aan scholen, fa
brieken, inrichtingen e.d. voor een
totaal bedrag van ruim 15 mil
joen gulden. Een bouwcapaciteit
die men voor de oorlog voor on
mogelijk had gehouden
EN TOCH
En toch is de lijst van woning
zoekenden nog groter dan hij ooit is
geweest. Toch moeten ieder jaar
opnieuw jonge paartjes introuwen
bij ouderen, moeten mensen uit
Venray gewezen worden, omdat er
hier geen plaats voor hen is.
NAAR DE 30.000
De oorzaken zijn: een geboorte
overschot en een vestigingsover
schot. Cijfers die ieder jaar door de
groei van Venray weer hoger wor
den. Als men spreekt over indus
trialisatie, dan is het vanzelfspre
kend dat nieuwe inwoners zich zul
len melden, mede omdat Venray
zelf (nog) niet in alle posten kan
voorzien. Bovendien staat ons nog
te wachten de huwelijken uit de
hoge geboortepiek van direct na de
oorlog. We groeien vast in last en
tal, om met Vondel te spreken en
langzaam maar zeker groeien we
naar de 30.000 zielen. Een woning
bouw die hier niet meer over gaat,
brengt enorme moeilijkheden met
zich. Voor de mensen persoonlijk,
voor de hele gemeenschap.
Tot heden toe zijn we daar jam
mer genoeg niet in geslaagd en de
vraag is of we daar de eerste jaren
wel co^t in zullen slagen, nu men
halsiarrig in Den Haag vast blijft
houden aan een cijfer, dat niet al
leen onvoldoende is, maar daarnaast
ook bouwvakarbeiders als het ware
dwingt naar Duitsland te gaan. De
ze mensen krijgt men ten ene male
niet naar Den Haag of Amsterdam,
als ze hier niets te doen hebben, die
gaan naar Duitsland, waar meer
loon te verdienen is en men schijn
baar niet zo krenterig is met toewij
zingen. Toewijzingen aan wening-
bouwvereniging of gemeenten, toe
wijzingen aan particulieren. Want
ook deze zijn de dupe van alle mo
gelijke beperkende bepalingen, die
men stelt en in plaats van deze men
sen te helpen, heeft het er alle schijn
van dat ze op alle mogelijke manie
ren worden tegengewerkt om het
ideaal: eigen woning te bereiken
UITBREIDING SPLANNEN
Men kan de gemeente hiervoor
niets verwijten. Ook zij is gebonden
aan de algemene regels, hoe fout die
ook zijn, omdat ze geen rekening
houden met de plaatselijke omstan
digheden. Men heeft wel eens ver
wijten kunnen maken dat er te wei
nig grond voor nieuwbouw beschik
baar was, maar hier heeft men toch
op afdoende wijze op geantwoord.
Plan West I en II zijn daar de be
wijzen van, even zo goed als plan
Desselke en 't nieuwe plan dat voor
Veltum op stapel staat. Hier ligt het
dus beslist niet aan, evenmin als aan
de vergoedingen die betaald worden
voor de te gebruiken gronden. Ook
die zijn in tegenstelling tot vroeger
op normaal peil gebracht, die een
behoorlijke beloning geven voor het
offer dat de grondeigenaar en de
-pachter moeten brengen voor de
gemeenschap.
300 WONINGZOEKENDEN
Nog steeds staan 17 jaren na de
bevrijding meer dan 300 woningzoe
kenden ingeschreven. Gehuwden en
al jaren verloofde paartjes, die nu
eindelijk ook wel eens een eigen
nestje willen bouwen.
Nog steeds klagen fabrikanten dat
zij niet genoeg mensen kunnen aan
trekken omdat er geen woningen
beschikbaar zijn, en dat terwijl we
al weer plannen aan het maken zijn
voor de vestiging van nieuwe indus
trieën, die ook weer „vreemden" met
zich brengen. Nog steeds staan nood
woningen tot midden in de hoofd
straten en zijn er krotwoningen op
te ruimen, waar men vanwege de
dierenbescherming geen dieren in
mag houden
Nog steeds gaan Venrayse bouw
vakkers naar Duitsland
Minister van Aartsen heeft men
op zijn vingers getikt inzake het wo-
ningbeleid. Maar de zaak blijft zoals
ze is en men rekent nu reeds in de
komende jaren op nieuwe records in
het getal van woningzoekenden
17 jaren na de bevrijding
De KVP-centrale verzoekt ons me
de te delen dat leden der KVP, die
door omstandigheden niet in de ge
legenheid zijn om op 28 maart a.s.
in persoon aan de verkiezingen voor
de Provinciale Staten deel te ne
men, zich tot uiterlijk zaterdag 10
maart op kunnen geven bij hun af
delingsbestuur. Dit bestuur verleent
dan medewerking bij het invullen
der aanvraagformulieren voor het
stemmen bij volmacht.
EEN NEDERLAAG DIE EERVOLLER WAS DAN DE
OVERWINNING VAN DE TEGENSTANDER
Twintig jaar is het nu geleden dat duizend vermoeide mannen
alles gaven wat ze hadden in een strijd, die bij voorbaat al ver
loren was. Op 27 februari 1942 ging onze vloot, versterkt met
schepen van andere geallieerde staten, op de Javazee ten onder,
teneinde een bezetting van Ned. Oost-Indië te voorkomen.
De economische en politieke gevolgen van dit gevecht waren ramp
zalig en leidden tot de revolutie in 1945.
DE TOESTAND VOOR DE SLAG
Vele politici in die dagen zagen in,
dat als wij Java, het rijke Java, zou
den moeten afstaan aan de bezetter,
dit een gezichtverlies zou betekenen
die fnuikend zou zijn voor onze po
sitie in de Oost als dit weer in ons
bezit zou komen. Dit verklaart ook
het feit dat de vrij zwakke Neder
landse marine het eiland tot het
uiterste verdedigde. Maar terwijl dit
voor Nederland uiterst belangrijk
kon worden genoemd, bleef het voor
de geallieerden slechts een fase in
een zeer uitputtende strijd.
Voor Japan was het rijke Java al
lange tijd een zeer lokkend object
en bezat de verovering ook nog een
grote ideologische waarde. Was Ja
va eenmaal „bevrijd" dan zou dit
als strijdkreet door de rest van Azië
gaan.
In het begin lag de Japanse vloot
nog tamelijk verspreid en de enige
kans op een overwinning of althans
de kans om de Japanners redelijke
verliezen toe te brengen, lag in een
massale aanval van de gehele gealli
eerde vloot op de vijandelijke oor
logsbodems. Dit is echter niet ge
beurd. Japan maakte zich onge
stoord gereed om de invasie van
Nederlands-Indië in te zetten.
GEEN LUCHT VER STERKINGEN
AANWEZIG
In Japan lag het 16e leger klaar
om onder leiding van generaal Ima-
moera Java te bezetten, met een in-
vasievloot die onder leiding stond
van vice-admiraal Kondo. Verder
beschikte de vijand over een zuide
lijke slagvloot die ook onder leiding
van de vice-admiraal Kondo stond
en verdeeld was in 5 groepen, een
aanvalsvloot onder bevel van vice-
admiraal Takahashi en tenslotte de
marine-luchtvloot.
Deze grote, prima getrainde, mo
dem uitgeruste Japanse vloot, goed
bezet met een uitgeruste équipage
had als tegenstanders de oostelijke
en de westelijke „Striking Force";
deze geallieerde vloten van Ameri
kaanse, Australische, Britse en Ne
derlandse schepen, hadden beide in
de loop van de oorlog al verschillen
de verliezen geleden, ook hadden
vele oorlogsschepen beschadigingen
opgelopen en waren de bemannin
gen vermoeid. De oostelijke Striking
Force onder bevel van de Neder
landse admiraal Karei Doorman had
al 3 kruisers en 6 torpedoboot jagers.
Wat echter in de hele oorlog tegen
Japan al een rol had gespeeld, de
berichten van verkenners die te
laat binnenkwamen of helemaal ont
braken, bleek nu een van de be
langrijkste punten te worden waar
over de Nederlandse marine struike
len zou. Toen de westelijke vloot
eindelijk berichten binnenkreeg
over de vijand, bleek dat zij niets
kon uitrichten en werd ze naar Co
lombo gestuurd.
GEEN RUST
De oostelijke Striking Force moest
overdag wel uitvaren, daar zware
bombardementen het onmogelijk
maakten in de haven te blijven
liggen. Oevrdag was het echter al
lerminst gunstig op zee, vijandelijke
vliegtuigen bestookten de schepen
en luchtbescherming van eigen
luchtmacht was er niet meer. Het
gevolg daarvan was, dat er ook
geen berichten doorkwamen waar
zich eventueel de Japanse transport-
vloot bevond. Eindelijk werd dan
toch de viiand verkend, admiraal
Doorman besloot uit te varen maar
verdere gegevens kwamen niet bin
nen en de aanvallen van de Japan
se luchtmacht werden zo zwaar, dat
er besloten werd terug te keren.
Ook al omdat de bemanning bekaf
was en de brandstof der schepen
begon op te raken. Nauwelijks bin
nen kwamen gegevens over de vij
and. Tijd om te rusten was er niet,
om ongeveer 13.45 uur kwamen de
berichten, om 15.00 uur voer de
vloot weer op zee.
Met de De Ruiter als vlaggeschip
voer de geallieerde vloot met een
vaartje van 20 mijl op naar het
noordwesten. De mannen op de
schepen moeten geweten hebben, dat
het een wanhoopspoging was. Er
waren moeilijkheden met het seinen
ondanks de bespreking die admi-
r.-.al Doorman met de gezagvoerders
had gehouden. Alleen eenvoudige
manoeuvres konden worden gehou
den. De vloot bestond uit 14 schepen
met een bewapening van 12 stukken
van 20 cm en 25 stukken van 15 cm.
De Japanse vloot bestond uit 18 sche
pen die echter lichter waren.
De formatie van de geallieerde
vloot was allerongelukkigst, want
door de snelheid van het wegvaren
waren enkele jagers die vooraan
hadden moeten zijn, achterop ge
raakt, terwijl Doorman bovendien de
Britse jagers vooruit had moeten
sturen om verkenningen uit te voe
ren.
DE SLAG
Om 12 minuten over vier kwamen
de eerste vijandelijke schepen boven
de kim. In het nu volgende treffen
kreeg eerst De Ruiter een voltref
fer, maar deze explodeerde niet; de
Exeter echter kreeg ook een treffer
en week uit naar bakboord, nu
wreekte zich de gebrekkige seinin-
richting waardoor de rest van de
schepen mee zwenkte met de Exeter
en een prachtige schietkans bood
voor het Japanse torpedogeschut.
Ook de Kortenaer kreeg een vol
treffer en brak doormidden. De
Perth legde nu een rookgordijn tus
sen de schepen en het Japanse ge
schut. Doorman nam onmiddellijk
deze kans waar en leidde zijn sche
pen ten aanval tegen de vijandelijke
oorlogsbodems. Deze weken uit, ze
hadden hun doel echter bereikt, de
transportschepen waren veilig door
gevaren. De White en With begeleid
de de Exeter naar Soerabaja.
Er volgde een beschieting op de
Mlnie schade
HET GEVECHT IN DE NACHT!
Uit het nu volgende blijkt welk
een moed er daar vertoond werd.
Steeds weer vielen de geallieerde
schepen aan zonder het convooi te
kunnen raken, doordat er niet pre
cies bekend was waar het zich be
vond. Een kleine groep ten dode ge
doemde schepen die steeds weer de
oppermachtige vijand aanvielen en
steeds weer kennis maakten met het
noodlot dat ze precies daarheen
dreef waar zich de sterkste punten
van de viiand bevonden.
Op goed geluk gingen de schepen
er in de nacht weer op uit, het
transport te hinderen in de richting
in welke admiraal Doorman ver
moedde dat zich het convooi troe
penschepen zou bevinden. Achteraf
is gebleken dat dit inderdaad de
juiste richting was, maar een verlaat
bericht deed Doorman besluiten zijn
koers te veranderen. De nieuwe
koers bracht hem naar de plaats
waar de Japanse vloot lag te wach
ten. Een korte schermutseling volg
de, door het hevige torpedovuur
moesten onze bodems de Japanners
ontwijken, waarna ze weer op zoek
gingen naar het convooi. De Ameri
kaanse schepen moesten hier de
strijd staken, daar hun brandstof
voorraad opraakte. Zij bereikten la
ter met veel geluk Fremantle en wa
ren de enige schepen die niet tot
zinken waren gebracht.
Opnieuw volgde daarna een tref
fen waarin De Ruiter tot zinken
werd gebracht evenals de rest van
de vloot. Het grootste deel van de
bemanningen kwam hierbij om het
leven, evenals admiraal Doorman
met zijn hele staf.
De Perth en de Houston hadden
orders zich uit de voeten te maken
en dit lukte inderdaad, zij weken
uit naar Tandjong Priok. De vol
gende dag waagden de Evertsen, de
Perth en de Houston een uitbreek
poging waarbij ze in de grond wer
den geboord na eerst nog schade te
hebben toegebracht aan de weste
lijke Japanse transportvloot.
Het was erg lang geleden dat onze
marine een echte zeeslag geleverd
had, het bleek dat in die tijd niets
ingeboet was aan dapperheid en
kunde. Op de oorlog heeft het alle
maal geen invloed gehad, de invasie
op Java is in het totaal 24 uur opge
houden
HET KIPPENMEST IS NOG MEER
WAARD DAN DE EIEREN
De eierpryzen, die de kippenhou
der op dit moment uitbetaald
krygt, is bepaald niet om over
naar huis te schrijven„Hun
mest is nog meer waard dan de
eieren....", zei een gramstorig
kippenhouder, die naast de eier-
briefjes de rekeningen had lig
gen van het kippevoer e.d.
Reeds vorig jaar is er van vele
kanten gewaarschuwd dat er feite
lijk veel te veel kuikens werden in
gelegd. Die kuikens zijn intussen
uitgegroeid tot volwaardige kippen,
wier eierproduktie dergelijke om
vang heeft aangenomen, dat de eier-
prijzen kelderden en nog steeds te
laag staan. Dit heeft natuurlijk tot
gevolg dat er nu weer heel wat min
der kuikens zullen komen, waardoor
de prijs misschien later meer op zal
trekken. Maar nu is het helemaal
geen feest, die eier-prijs. Integen
deel, want er zijn al kippenhouders,
die er zo geen lol meer aan vinden.
En die men zeker niet aan moet ko
men met verhalen dat er nog wel
het een en ander te doen is aan de
eieren
Toch is het misschien goed eens te
luisteren naar vakmensen, die nu
niet bepaald te spreken zijn over de
kwaliteit van het ei in het algemeen
en dat uit onze streek in het bij
zonder. En toch zullen zeker in de
toekomst de kwaliteitseisen al lan
ger hoe groter worden. Wil men
mee kunnen en een nog reeële prijs
voor zijn eieren maken, dan moeten
kwaliteitsprodukten geleverd wor
den. Snel en goed
Daarover is bijv. in exporteurs
kringen al het een en ander te doen
en wie zijn vakbladen leest weet dat
bijv. enkele grote kippenvoer-produ-
centen zgn. ringen aan het vormen
zijn die een beter kwaliteit-ei voor
staan
Maar afgezien van dit alles, kan
ook de kippenhouder in eigen bedrijf
in eigen omgeving nog veel doen om
een kip productiever te maken,
d.w.z. voor hetzelfde geld meer eie
ren te laten leggen. De kosten het
zelfde, maar meer-opbrengst en dus
Want men is er niet met prima
kuikens en prima voer. Beide zijn
zeer noodzakelijk, maar er komt
nog wat anders bij. En dat is de zorg
voor de hokkenWe krijgen al
langer hoe meer fraaie hokken, die
echter voor de kippen als zodanig
geen prettig tehuis zijn. Zomers te
warm, 's winters te koud. Te koud,
te vochtig, te trekkerig. Daardoor
ontstaan ziekten, vragen de dieren
meer voer en dat alles doet de pro-
duktiekosten stijgen zonder dat de
opbrengst hierdoor groter wordt. In
tegendeel zelfs ze wordt belangrijk
lager.
En dan de legnestenHet moet
in feite niet nodig zijn dat eieren ge
wassen worden. Daarmede gaat een
deel van de bescherming verloren,
die het ei van natura heeft en ver
mindert de kwaliteit, afgezien dan
nog van het werk, dat men met die
wasserij heeften de eieren, die
daarbij sneuvelen.
Vuilschalige eieren krijgt men
doordat de legnesten niet goed zijn.
Men spaart aan het haksel, wat men
later weer uitgeeft aan het wassen
van de eieren. Trouwens de kippen
voelen zelf dikwijls dat hun legnest
niet goed is en gaan hier of daar
dan zelf een nestje maken
Betere hokken en goede legnesten
zijn voor een kwaliteitsei even be
langrijk als voer en afstamming.
Misschien dat men daar ook eens
aan denken wil.
KOPZIEKTEGEVAAR?
Als de koeien van stal komen
en dat is alweer gauw leeft meni
ge boer in angst en vrees. Het is dan
ook zaak reeds nu alles te doen, wat
het kopziektegevaar kan afwenden.
En dit kan. Uit onderzoek is thans
bekend, dat kopziekte een kwestie is
van gebrek aan Magnesium bij het
vee. Nu is het geen wonder, dat dit
magnesiumgebrek veel voorkomt: 't
Mg-gehalte van het weidegras is in
het voorjaar bijna altijd te laag!
Gelukkig is de laatste jaren ge
bleken, dat dit gehalte vrij goed ver
hoogd kan worden door een Mg-be-
mesting in de vorm van kieseriet.
Vooral op percelen die het eerst
worden geweid en speciaal wan
neer kopziekte er wel eens voor
kwam is zo'n bemesting zeer
wenselijk. Er moet dan ongeveer 500
kg kieseriet per ha. worden ge
strooid, zo vroeg mogelijk; maart
kan nog goed.
Het spreekt vanzelf, dat men ook
de andere voorzorgen niet mag ver
geten: geleidelijke overgang van de
stal naar de weide, bijvoeren van
zetmeelprodukten enhet ver
mijden van het gebruiken van gier.
Met gier heeft men nl. a) gauw meer
stikstof en kali dan men denkt. Dit
jaagt het vroege weidegras te veel
op en dit heeft ook al doordat
gier zelf heel arm is aan magnesium
een zeer ongunstige invloed op de
Mg-voorziening van het vee.
Op percelen die straks direct wor
den geweid en waar kopziektege
vaar bestaat voorzichtig dus.
Geen gier, wel kieseriet. Houdt men
zich voor elk overig perceel aan de
bekende adviesnormen voor stikstof
én voor kali beide zijn onmisbaar
voor een goede giasopbrengst dan
verdwijnen angst en vrees, dan wijkt
het kopziektegevaar!
De wereld zou er gezelliger uit
zien als de mensen maar niet zo
flink wilden schijnen. Maar steeds
doemen er lieden op die zichzelf zo
veel minder achten dan een ander,
dat zij iets gaan doen om hun zelf
vertrouwen te herwinnen. Er zijn
streken waar men dan gaat koppen
snellen: door het bezit van ander
mans hoofd meent men ook in het
bezit te geraken van andermans ca
paciteiten.
In onze cultuur is deze methode
minder gebruikelijk. Hetgeen niet
betekent dat wij het probleem niet
zouden kennen. Bij ons trachten een
gevoel van zelfverzekerdheid te ver
werven ten koste van wat dan ook.
De een gaat in de politiek, een an
der en een derde in misdrijven. Hij
belandt vroeg of laat voor het hek
je van de politierechter.
Tot de laatste soort behoort zon
der enige twijfel het schreeuwerige
manneke van negentien, dat nu 14
dagen de gevangenis in gaat. Ook
hij behoort tot de flinkdoeners. Zijn
hart was zo klein dat hij zich moest
aanstellen als een geweldenaar om
enige achting voor zichzelf te ver
werven. Twee jaar geleden heeft
hem dat al eens vijfentwintig gul
den boete gekost omdat hij een an
der een oog dichtsloeg. Later is er
nog eens een diefstalletje geweest
en een bekeuring wegens het rijden
zonder rijbewijs.
Het portret van de verdachte is
daarmee wel duidelijk: een beeld
van grote innerlijke leegte; een foto
die alleen maar een gezicht toont,
zonder dat er een mens achter staat.
Op een avond in oktober zag de
knaap aan de overkant van de straat
een jongen staan, die wat kleiner is.
Die kon hij wel aan, dacht hij. Hij
schreeuwde: „Sta je daar om mij te
ke ,anaër"Wfa^°rii5'-ïito',¥JKea
Zijn vrees dat iemand zou zien hoe
weinig flink hij was, is zo groot, dat
hij in tegenstelling tot de humoris
ten in elke lacher een tegenstander
ziet.
Omstanders haalden de politie er
bij, want er was geen enkele reden
om ruzie te maken. De balorige
knaap werd naar het bureau ge
bracht. Daar verklaarde hij letter
lijk: „Ik heb die jongen neergesla
gen, want hij trachtte een meisje
aan te randen waarmee ik een af
spraak had. Er stonden wel twintig
schooiers omheen. Maar ik heb haar
ontzet."
Maar de jongen zelf was de enige
schooier ter plaatse. De getuigen
hebben geen meisje gezien, geen
aanranding en geen twintig omstan
ders. Het gevaar bestond alleen in
het brein van deze onevenwichtige
knaap. Als 't slachtoffer aan de over
kant groter was geweest zou de ver
dachte ook geen „aanranding" heb
ben gefantaseerd.
Wat moet de rechter doen met een
Don Quichotte? Tenslotte kan men
niet elke rare snijboon in een ge
sticht stoppen. Maar men mag van
de justitie ook verwachten dat zij
ons beschermt tegen lummels die
volslagen onzinnig reageren en die
hun gebrek aan innerlijke bescha
ving botvieren op argeloze voorbij
gangers. Het was de derde keer dat
de politie heeft ontdekt dat deze jon
gen in botsing kwam met de wet
Hij is nog in een proeftijd van een
voorwaardelijke veroordeling. Als
stok achter de deur heeft de vorige
straf hem dus niet in het rechte
spoor kunnen houden.
Daarom gaf de rechter hem de
veertien dagen gevangenisstraf die
hij verdiende. De kruik gaat zolang
te water tot ze breekt. Als knapen als
deze dat niet willen inzien, kunnen
zij beter emigreren naar gebieden
waar het koppensnellen nog wel in
zwang is.
NIEUWS UIT VENRAY
EN OMGEVING
Van zaterdagmiddag 12 uur tot zon
dagnacht 2 uur.
Dr. L. COENEN
Henseniusstraat Telefoon 1878
Uitsluitend voor spoedgevallen 1
ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS
Zr. T. TACKEN Landweertweg 22
telefoon 1629
CtROENE kruis
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de kerk
dorpen.
ZIEKENAUTO
bel 04780-1592
b.g.g. 2116