Bouwen van schuurtjes
enz. aan banden
Politierechter
U kunt niet
alles weten
Goed nieuws
voor weduwen
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Geestelijk artikel
Openb. Leesbibliotheek
Bij geboorte van 'n
kind in d' oude tijd
Vrijdag 3 november 1961 No. 44
Twee en tachtigste'jaargang
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512
ABONNEMENTS-
(buiten Venray f 1.75)
Burgemeester en Wethouders hebben het nodig geoordeeld in een
aparte brief, die huis aan huis bezorgd is, te waarschuwen tegen
het zonder vergunning bouwen van z.g. noodwoningen, stallen,
schuren, garages, kippenhokken, berghokken en andere bouw
werken
Het feit, dat men de gewone publiciteitsmiddelen voorbij ging,
maar in een peiyoonlyk schrijven aan alle huisgezinnen van
Venray, deze waarschuwing gaf, onderstreept fèitelijk nog eens
extra hoe belangrijk B. en W. deze zaak wel vindt.
B. en W. wijzen in dit schrijven
op de woningwet, waarin in ver
schillende met name genoemde ar
tikelen inderdaad een verbod wordt
opgelegd om zonder verlof of in af
wijking van een vergunning boven
genoemde bouwwerken op te rich
ten, uit te breiden, te veranderen,
of te vernieuwen.
Verbodsbepalingen, die ook in de
bouwverordening van de gemeente
Venray nog eens zijn onderstreept.
B. en W. zijn het moe, dat in Ven
ray, ondanks al deze geboden en
verboden, op talrijke plaatsen tel
kens opnieuw overtredingen van
deze bepalingeit moeten worden ge
constateerd en waarschuwen uit
drukkelijk, dat in de toekomst te
gen overtreders streng zal worden
opgetreden
Wie zich afvraagt of het nu wer
kelijk wel zo erg is, dat hiervoor 'n
soort open brief moet worden, die
schijnt vreemdeling in Jerusalem
te zijn.
Men ziet allerwege schuurtjes en
kippenhokken verschijnen, duiven-
kooien en garages, berghokken en
stallen en van al die bouwwerken
hebben er maar een klein percen
tage de vereiste goedkeuring. Die
anderen staan er dan op een gegeven
moment, als kwamen ze uit de he
mel vallen
We hebben nu eenmaal een uitge
strekte gemeente, waar niet op
iedere hoek iemand van Bouw- en
Woningtoezicht kan staan, om op
deze cladestiene bouwsels te letten
en dan kunnen dus zulke wonderen
ook wel eens gebeuren
Waarom bouwen deze mensen mo-
lijke schuurtjes e.d. en waarom is
daarvoor de goedkeuring nodig
Simpele vragen met een even sim
pel antwoordMen bouwt die
dingen, omdat men ze nodig heeft.
Omdat men kippen wil houden,
omdat men zijn brommer of auto
fatsoenlijk stallen wil, omdat
men duiven of konijnen wil houden,
omdatja duizend en een reden.
Men heeft plaatsgebrek voor dit
of voor dat, men wil uitbreiden of
vernieuwen, en dan wordt er ge
bouwd
Stop, zegt de gemeente, even wach
ten en eerst kijken of al die dingen
wel beantwoorden aan de wettelijk
voorgeschreven bepalingen.
Bepalingen, die algemeen lande
lijk gelden, bepalingen, die nog eens
speciaal voor en door de gemeente
zijn opgesteld.
Bovendien moet men ook nog aan
bepaalde „welstandseisen" voldoen,
moet men dus zorgen, dat een be
paald bouwwerk harmonieert en
past in de buurt, waarin het ge
bouwd gaat worden. Eerst als dat
allemaal in orde is, dan krijgt de
aspirant-bouwer vergunning en kan
het spel doorgaan
Een en ander mag dan misschien
omslachtig lijken en zijn, een zekere
ordening, een zekere regeling moet
er ook zijn en geen zinnig mens, die
daar bezwaar tegen zal hebben.
Maar de praktijk laat jammer ge
noeg wel anders zien. Men hoeft
niet ver te lopen of te fietsen om
bouwwerken te zien staan of ver
bouwingen te zien, die zelfs een vol
slagen leek bij zich zelf doen den
ken: Hoe is het mogelijk, dat daar
voor verlof ist gegeven
Bij nader informatie blijkt dan
zelfs geen verlof gevraagd te zijn.
Men heeft, gebouwd naar eigen in
zicht en naar eigen smaak en of die
nu heel anders is dan die van an
dere mensen, of het in feite een
schandaal is voor de buurt, dan zal
de bouwer een zorg zijn. Hij heeft
er zijn gemak van en voor de rest
heeft hij nergens mee te maken
Men kan de vraag stellen, waar
om wordt er zonder verlof ge
bouwd?
Schrikt men terug voor het indie
nen van 3 tekeningen en het invul
len van 3 aanvraagfromulieren met
vele en gewichtige vragen
Dat zal een van de redenen zijn.
Gewoonlijk heeft men geen teke
ning bij de hand voor het een of
andere schuurtje of bijbouwtje.
Het hangt dikwijls ook al veel af
van het beschikbare hout, de pan
nen en de stenen, hoe dat ding er
uiteindelijk uit zal gaan zien en be
stek en tekening worden voor de
meeste van die dingen niet gemaakt.
Men zal al iemand op moeten spo
ren die tekeningen kan vervaardi
gen en die zijn nu niet bepaald dik
gezaaid
En op dat aanvraagformulier
staan allerlei vragen die de invuller
zeker de schrik op het lijf jagen,
want daarin wordt over maten en
materialen gevraagd of er wel een
wolkenkrabber gebouwd moet wor
den.
Een andere reden is, dat men fei
telijk een tikkeltje bang is voor de
bepalingen van de Venrayse bouw
verordening, die men niet kent en
waar men soms de meest vreemde
voorstellingen van heeft. Men is
bang dat die bepalingen extra geld
zullen kosten voor voorzieningen die
so-wie-so al dikwijls uitgaven vra
gen.
Iedere Nederlander wordt wel ge
acht te wet te kennen, maar in de
praktijk komt daar weinig van te
recht en heeft men soms vreemde
voorstellingen van wat daar nu fei
telijk in staat....
Al zal een enkeling het misschien
ook doen om die paar guldens leges-
kosten te ontduiken, die een bouw
vergunning misschien kosten gaat,
we hebben over het algemeen de in
druk, dat dit toch minder voorkomt
als men wel denkt. Het is eerder de
rompslomp, het geren en het offi
ciële gdoe, waarvoor men schrik
heeft.
De tijd, die hierin gaat zitten, het
tekeningen maken, de formulieren.,
dat zijn meer de redenen, dat men
zich probeert er langs te schuiven.
En niet te vergeten de welstands-
eisen
Heeft men ternauwernood begrip
van de bouwvoorschriften, van wat
onder welstand verstaan wordt,
heeft men helemaal geen notie. Dat
woord heeft voor de meeste mensen
alleen het begrip „duur".
Zo gauw er welstand bij te pas
gaat komen, verwacht men voor
schriften, die de zaak nog al duur
der maken dan ze is.
Men kan praten over aesthetische
verantwoording, over het waken
over en 't bewaken van de schoon
heid in onze gemeente, het is boter
aan de galg, want men loopt met
het idee, dat die waakzaamheid ge
woonlijk oorzaak is van eisen, die
niet iedereen begrijpt en die boven
dien meer-uitgaven tot gevolg heb
ben
Dat beestje heeft nu de naam, of
dat juist is of niet, maar zeker is,
dat dit mede aanleiding is tot de
ontduiking, waartegen B. en W.
thans zo openlijk stelling genomen
hebben
Toch liggen de eisen van de wel
stand t.a.v. schuurtjes e.d. bepaald
niet hoog. Wel is men overtuigd te
genstander van het gebruik van
grijze golfplaten en van diverse be-
tonschuttingen, omdat de praktijk
leert, dat deze op den duur beslist
niet voldoen.
Misschien dat de procedure voor
het verkrijgen van de bouwvergun
ning iets soepeler kan gemaakt wor
den, minder tijd zal vragen en met
meer en betere voorlichting kan ge
schieden.
O.i. zal dat een deel van het pu
bliek zeker de schroom doen ver
dwijnen, die men thans aan de dag
legt
Zo is niemand gebaat met een af
wijzing op grond van de bouwver
ordening of welstandseisen, indien
daarbij niet verteld wordt in be
grijpelijk en klare taal hoe 't wel
moet of kan.
Men is er niet met die verbodsbe
palingen zonder meer. Voor een gro
te verbouwing of nieuwbouw zorgt
de architect automatisch voor alles.
Maar aan schuurtjes, kippenhokken
e.d. komt geen architect te pas. Dat
doet men zelf of met behulp van
een metselaar of timmerman.
Hierboven is al gezegd, dat men
die dingen bouwt omdat men daar
behoefte aan heeft. Voor stalling,
voor bergruimte, voor zijn hobbie,
kortom uit noodzaak. Omdat men
binnen in huis en in de bestaande
gebouwen niet terecht kan.
In onze huidige woningbouw
wordt daarmede o.i. te weinig reke
ning gehouden.
Een goede illustratie daarvan
hebben we op het Desselke kunnen
zien, waar binnen enkele jaren de
meest bizarre bouwsels verschenen.
Gebrek aan ruimte dwong de
mensen daartoe
In plan Zuid heeft men dat euvel
op het laatste ogenblik nog de kop
in kunnen drukken door houten
schuurtjes op te richten achter de
woningen. Niet fraai, maar noodza
kelijk en doelmatig.
Maar ruimte voor b.v. een dui
venhok is er niet. En duivensport
vraagt om ruimteMen is er
niet met de afwijzing van de bouw
van zulk een hok, maar men zal ge
zamenlijk een oplossing moeten zoe
ken om deze hobby mogelijk te ma
ken, zonder dat dit nu kapitalen
geld gaat kosten.
Hetzelfde speelt met garages..
Wil men in bepaalde woonwijken
's avonds de hele straat niet vol vin
den met geparkeerde wagens dan
moet er een mogelijkheid zijn om
een garage te bouwen, ook voor de
smalle beurs.
Datzelfde geldt voor bergplaatsen
voor brommers, handwagens e.d.
De boer die voor het een of ander
product te weinig ruimte beschik
baar heeft, moet de mogelijkheid
hebben om noodvoorzieningen te
treffen, zonder veel omslag, ge
schrijf en geren.
Men gaat voor zo'n dingen niet
naar een architect, die wel zorgt,
dat een en ander in orde komt. Men
zal daarentegen o.i. wel naar een
gemeente-dienst gaan, als men de
overtuiging heeft, dat men daar be
grip vindt, geholpen wordt zoveel
als mogelijk is, wegwijs gemaakt
wordt in de bouwvoorschriften voor
zulk een bijbouwsel en gewezen
wordt op minimum-eisen van wel
stand, die redelijkerwijze gesteld
mogen worden.
SCHULDBEKENTENIS DER
KERK WERK VAN DE H. GEEST
Op enkele loffelijke uitzonderin
gen na, is het geen katholieke ge
woonte veel aandacht te besteden
aan hetgeen in neutrale kringen
over de Kerk werd gezegd. Daar
door zijn de katholieken altijd een
beetje onwennig gebleven tegen
over de niet-katholieke wereld.
Daaronder dan niet alleen te ver
staan de atheïsten en degenen, die
heidenen plegen te noemen, maar
ook de medechristenen.
Hier is de laatste jaren zulk een
grondige verandering in gekomen,
dat het er op lijkt alsof de H. Geest
waait over de wereld.
En merkwaardigerwijs is die in
spirerende kracht niet begonnen bij
de Katholieke Kerk maar bij an
deren, bij de protestanten. Die heb
ben in 1948 hun eerste grote verga
dering in Amsterdam gehouden en
daarna de Wereldraad van Kerken
gesticht, waarbij zij aarzelend heb
ben getracht de weg naar grotere
eenheid onder woorden te brengen.
Terwijl zij al tastend voortgingen,
gedreven door een bijna tastbare,
bovennatuurlijke aandrang, 't woord
van Christus, opdat allen een zijn,
in vervulling te brengen, stond de
Katholieke Kerk aanvankelijk af
wijzen, laten wat toeschietelijker
tegenover deze beweging.
Omdat de leiding aarzelde, kon
men van het gelovige volk moeilijk
een meer progressieve houding ver
wachten.
De katholieken bleven in de ge
slotenheid hun heil zoeken, over
tuigd, dat er geen eenheid te be
reiken is, dan in een nederig erken
nen van fouten en dwalingen door
anderen.
Maar tenslotte heeft de Geest
Gods zich ook op onnaspeurlijke
wijze van de katholieken meester
gemaakt.
Het is Joannes XXIII, die het ver
langen naar eenheid onder de ka
tholieken geheel nieuwe gestalte ge
geven heeft.
Hij deed dat eerst door een Con
cilie bijeen te roepen, verder door
allerlei vriendelijke woorden te
richten tot Orthodoxen, de pro
testanten en de Joden.
En tenslotte door openlijk te er
kennen, dat de katholieken in het
verleden ook ernstige fouten ge
maakt hebben.
Dat dit historische waarheid was,
wisten ingewijden allang uit de we
tenschappelijke werken van katho
lieke geleerden, maar buiten die
kring werd er altijd over gezwegen.
In het zielzorgelijke vlak sprak
men alleen maar over de onaantast
bare glorie der Kerk.
Dat is verleden tijd. Ook in de
Kerk zegevieit de waarheid onder
druk van de H. Geest. Het is deze
nieuwe houding, een houding, die de
Christen en de volgeling van de
verguisde Verlosser veel meer past,
welke de niet-katholieke wereld na
der tot ons brengt.
De pas afgetreden Anglikaanse
primaat-aartsbisschop van Canter
bury, Dr. Fisher, heeft het deze da
gen voor zijn geloofsgenoten in En
geland verklaard: „De verlossing
begint voor elke groep mensen pas,
wanneer zij in staat zijn te zeggen,
dat het hun spijt en dat zij ten dele
ongelijk hadden. De Kerk van Rome
is begonnen dat te zeggen".
Er bestaat nu nog maar een wens!
En wel, dat alle katholieken deze
geest van ootmoed mogen hebben,
opdat de Kerk als geheel waardig
bevonden moge worden door de
Geest Gods naar de eenheid te wor
den geleid.
Voor de schooljeugd brak de vrije
zaterdagmiddag aan. Onder luid ge
joel en gehuil stormde het jonge
goed de deur uit. Het zou een fijne
middag worden.
De onderwijzer had de knapen het
een en ander verteld over de kruis
tochten. En dat had dermate op de
verbeelding van de jeugd gewerkt,
dat het maar meteen gerealiseerd
moest worden.
Prompt was een deel van het dorp
die middag in een middeleeuwse
vesting veranderd. Her en der zwier
ven jongelieden met houten sabels
in de hand en een schild aan de
arm. Zij hielden een toumooi en
gingen ter kruistocht in het plant
soen, waar de eendjes snaterend op
de vlucht sloegen onder de daveren
de kreten van de kruisvaarders.
God wil het", schreeuwden zij,
zeer ongepast, terwijl een armzalige
straathond het moest ontgelden.
„Weg met de Turken!" klonk het,
terwijl een daghitje werd belaagd,
dat het kind van haar mevrouw
moest uitlaten. Een agent verjoeg
de strijders tenslotte.
Daarna verplaatste hun activiteit
zich rond het gemeentehuis. Kleine
Japie had zich met een halve be
zemsteel als lans en een margarine
doos als schild bizonder onderschei
den. Hij zou op de stoep van het
gemeentehuis tot ridder worden ge
slagen.
„Trouwe knaap!" riep de sproe
tige Godfried van Bouillon op de
bovenste trede van de hardstenen
trap, „Thans zult gij het loon be-
erven voor uw moed, beleid en
trouw!"
De trouwe Japie knielde op de
een na bovenste tree. De overige
(kruisvaarders stonden er bevallig
omhe engegroepeerd. Enkele voor
bijgangers bezagen glimlachend het
tafereeltje.
Op dat moment stak Japie's oom
net de zebra over, en meende dat
daar een loot van de familiestam
ijselijk werd bedreigd. Derhalve
brulde hij, midden op de zebra:
„Wat mottat daaren steven
de bordeswaarts
Wel de nadering van deze som
bere figuur maakte de opperkruis-
vaarder zenuwachtig. Hij hief zijn
houten zwaard boven het hoofd van
de trouwe Japie.
Direct daarna volgde de ridder
slag, die in allerijl moest worden
gegeven, voordat de naderende fi
guur met boze blik het spel zou on
derbreken.
Die ridderslag kwam zo hard aan;
dat Japie krijtend van de trappen
rolde. Terstond greep de toesnellen
oom de opperkruisvaarder bij de
lurven. De andere ridders stoven
uiteen.
Maar de bouillonvertolker kreeg
een pak slaag dat het twee maan
den heeft weerhouden ridder te
spelen en dat hem luidkeels jan
kend naar huis deed strompelen.
„Het had wel een beetje minder
gekund", vond de officier van justi
tie en hij eiste vijf en twintig gul
den boete of vijf dagen hechtenis.
„Maar dat kèn toch niet", kreet
de man geschrokken. „Mot ik daar
vijf dagen de kast voor in? En me
vrouw dan? En me kinderen? Vijf
dagen?
Ik ben nog nooit vijf dagen van
me werk weggebleven!"
De rechter maande man tot kalm
te, want deze beklaagde had er
blijkbaar niets van begrepen.
„De officier vraagt vijf en twin
tig gulden boete. Als u betaalt, be
hoeft u die vijf dagen niet uit te
zitten".
De man kwam wat bij. Maar toen
barstte hij opnieuw los. „Vijf en
twintig gulden?", riep hij, „maar
dat zijn 2 dagen werken. Daar mot
ik 2 dagen 's morgens om 7 uur voor
vertrekken en pas 's avonds laat
ben ik weer thuis. Neen, rechter, dat
ken u mij en me gezin niet aan
doen".
De rechter bedacht zich even en
maakte er vijftien gulden of drie
dagen van, kennelijk vond hij des
pendelaars loon beneden peil.
„Dat is nog altijd een dag werken
klaagde inconsequent de man die
ingegrepen had in de historie.
„God wil het", zei iemand heel
ongepast, op de tribune.
houder.
Romans:
G. Cauvin. Clarius zoekt het geluk.
W. Corsari. Deze ene voorstelling.
G. Griffin. Zonen van God.
H. Gruhl. Vijf oude dametjes.
S. Janira. Kleine grote zwarte man.
D. Moore. Dodelijk schaakspel.
E. von Salomon. De zaak A-D.
K. Springenschmid. Vrouwenarts uit
Czernowitz.
M. Thopson. De glorie van het leven.
K. Toxopeus. De eilander.
T. Trimmy. De familie Anderson.
G. Verharen. Het slaghek.
H. Mulish. Met mirakal.
Studieboeken:
H. von Borch. Amerika.
H. Borrebach. Het zelfafwerken van
Uw opnamen.
H. Henkemans. Daar zit je dan.
J. Kessel. Geschenk aan de Führer.
M. Pearlman. Eichmann.
Prario. Drie witte sluiers.
G. Schoenberger. De gele ster.
E. Schrijver. Glas en kristal.
H. Vos. Rijtuigen.
Jeugdboeken:
P. Berna. De vliegende kangeroe
M. Brown. Dokter Pijpekop de pop
pendokter.
B. Capper. De Eskimopop.
F. Davison. Mensenschuw.
W. Fijn van Draat. Waarom doe je
dat Jetty.
Grijze uil. De lotgevallen van Sajo
en haar bevervolkje.
J. Hartmann. Hoe Bambi opgroeide
in een Deens dorpje.
M. van de Heuvel. Ineke.
W. van de Hulst. Niek van de bo
venmeester.
J. Klages. Pom het beertje.
F. Knight. Zeerover tegen wil en
dank.
F. van der Knoop. Lies Loes en tan
te Dot.
A. Kooyman. Ieder dag wat anders.
I. Lieberkind Tjeerd.
O. Mattson. De brik „De drie lelies".
A. van Oorschot. Electriciteit thuis.
H. Pease. Schipbreuk.
B. Rongen. Marit en de wilde beer.
A. Schmidt. Roodkapje.
M. Thomas. Zusjes zijn zo gek nog
niet.
J. Veenkamp. Pierlepans en zijn
vrienden.
W. Visser. Het spook van de burcht.
Th. Wamelink. Er is maar één Jan
Klaassen
O. Wheeler. Frederic Chopin.
P. de Zeeuw. Berend de taveerne
Automobilisten die de auto 's win
ters buiten (moeten) laten staan,
zullen nu reeds dienen te zorgen
voor goede ant-vries en voor een
nieuw waslaagje.
Door een split in de zoom van een
rok mag geen onderjurk zichtbaar
zijn.
Het is nu de tyd turfmolm te be
stellen voor de tuin. De grond van
de borders kan met een dikke laag
turfmolm worden bedekt, die in het
voorjaar weer wordt ondergespit en
dan de structuur van de grond ver
betert.
Uw clivia mag nu niet meer zo
veel water hebben. Deze kamer
plant moet nu weinig zon en weinig
vocht hebben, dan wordt de bloem
steel langer en krijgt u deze plant
beter in bloei.
Voor uw logees kunt u voordeli
ger speciale handoekjes maken van
wit of gekleurd linnen. Gebruik
overgehouden lapjes of coupon
netjes, zoom en ajour ze en borduur
er een monogram op van uw initia
len of de naam van het huis.
Wie met natte schoenen thuis
komt, moet snel het natte goed uit
doen, de benen stevig afdrogen, de
kousen uitspoelen en ophangen en
de schoenen flink opvullen met
proppen krante papier. Niet bij de
kachel zetten!
Als u voor uw handschoenen,
kousen, hoedjes, corset, corsages of
sieraden verschillende dozen in uw
kasten hebt staan, overtrek ze dan
eens met een gezellige stof of met
het zelfde plasticpatroontje, dat u
nu op de planken als kastbekleding
toepast.
Sint Nicolaas is alweer in aan
tocht. Het is verstandig uw oude
kranten, pakpapier, elastiekjes,
touw en ander inpakmateriaal te
bewaren!
Wonderlijk kon het soms toegaan,
zo verhaalde men in de Middel
eeuwen elkaar. Wanneer de kleine
het zout en de heilige olie had ont
vangen, en naakt in het doopvont
lag, kon het gebeuren, zegt de au
teur A.H. Mulder, aan wie we de
gegevens ontlenen, dat het op de
oude formule „in de naam van de
Vader en de Zoon en van de Heilige
Geest", het amen sprak. Een teken
van grote heiligheid.
Peter en meter vroeg men bij hun
kraamvisite, om een handtekening,
doch men keek ook schuin naar het
doopgeschenk, de z.g. „pellegift".
Enook hierbij kwamen weer
misbruiken voor.
Wilde men achting afdingen, dan
moest men grof geld neertellen en
de „zilveren croes en de waterpot"
maakten nog opgang.
De eerste jaren zorgde de vrouw
voor haar kind. Bij een rijke poor
ter trof men wel een ..kindermaer-
te" aan, maarmen moest dan
vaak meer op haar, dan op 't kroost
passen, zoals op te maken is uit:
Ons kindermaerte, sal't haar oock
hinderen,
Speelt liever met de knechts,
dan met de kinderen.
Bij het opgroeien moest vaak de
roe er aan te pas komen: en men
ranselde dan met overtuiging. Niet
zelden ging de strafoefening gepaard
met het uiten van z.g. „krachtter
men" waarin verwijten over de af
komst van het kind vaak een rol
speelden.
Ook in de middeleeuwen zijn er
heel wat kinderen overreden, in het
water gevallen, hebben er heel wat
een steen ingeslikt of een stuk lood,
terwijl er jongere, wat achteloos in
bed opgenomen, werden doodge
drukt.
In die tijd zagen historici en poë
ten bijna alle vortenkinderen als
doodongelukkig. Denk maar eens
aan „Het waren twee conincskinde-
renSteeds komen in deze ver
halen de motieven bloed, tranen,
ballingschap voor.
Vooral de Brabanders muntten
hierin uit! Kinderhuwelijken kwa
men in alle standen voor!
Meisjes van elf en twaalf jaar
huwden met jongens van veertien!
Verlovingen sloot men vaak nog
vroeger: drie jaar, vier en vijf!
Heel jong trokken de kinderen
soms de kloosters in. Soms door
eerlijke drang.
Wat moest een kind, dat heel zijn
jeugd in zo'n klooster had gezeten,
voor zonderlinge ideeën hebben
over de buitenwereld.
Zoals dat kleine monnikje van 8
jaar, dat voor het eerst vrouwen
zag en vroeg: „Wat zijn dat voor
wezens?"
Waarop hem door de ontstelde abt
't zeer pedagogische antwoord werd
gegeven: „Duivels". Wat overigens
de verkeerde uitwerking had, dat 't
ventje van niets anders meer
droom dan zo'n duiveltje te bezit
ten!!
Rechtgeaarde moeders hebben
hun kinderen lief. Zo is het de eeu
wen door gebleven.
Geen medicus stond aan het
kraambed, alleen vrouwen, een
vroedvrouw, buurvrouwen.
Huismiddeltjes werden toegepast,
fabels verteld e.d. en.in bijna
alle gevallen ging het, dank zij de
sterkere constitutie der vrouw toen
tertijd, goed. Hier was geen plaats
voor de man, al was hij de vader.
Voor velen was het vaak een ge
duchte tegenvaller, wanneer het een
meisje was, dat in de wieg werd ge
legd. De naam van het geslacht
moest voortgedragen worden. Fel
werd er gemurmureerd wanneer de
graaf van Holland een dochter
kreeg.
Bijgeloof was er voldoende. Men
wist van sommige vrouwen te ver
tellen, dat ze omgang met de duivel
in-eigen-persoon hadden. Lees er de
Brits-Keltische romans maar op na.
Daar is het Merlyn, de tovenaar,
die uit zo'n verhouding sproot.
Zulke kinderen vertoonden vaak
een teken op het lichaam, dat er op
wees, dat ze later een held zouden
worden. Men raadpleegde de ster
ren, om iets van de toekomst der
kleinen te weten te komen. Waren
die tekenen ongunstig, dan kwam er
een mismaakt wicht ter wereld.
Men liet het kind in een fraai
kleedje dopen: zo zou het vrij van
erfzonden zijn of men kon zo iets
afwenden, dat de ontwkikeling van
de kleine slecht kon beïnvloeden.
Reeds bij de behandeling van het
wetsontwerp voor het weduwen- en
wezenpensioen werd vastgesteld,
dat na enige tijd de wet nog eens
onder de loupe zou worden geno
men.
Thans is een voorstel tot verbete
ring dier wet ingediend bij de
Tweede Kamer. Voor de weduwen
verbetert er veel. Hier volgen de
voornaamste bepalingen.
1. Een vrouw met één of meer kin
deren zal te allentijde bij het
overlijden van haar echtgenoot
aanspraak kunnen maken op
weduwenpensioen tot haar 65-
ste jaar.
2. Kinderloze vrouwen, die op 40-
jarige leeftijd of ouder weduwe
worden, zullen eveneens tot hun
65ste jaar het weduwenpensioen
ontvangen.
3. Een weduwe met een kind, dat
vóór of op de dag van het over
lijden van haar echtgenoot werd
geboren, zal, zolang dit kind
niet gehuwd is, recht op pen
sioen hebben tenzij uit de ouder
lijke macht is ontzet.
4. Indien de weduwe 35 jaar of
ouder is en haar kind trouwt of
overlijdt, dan behoudt zij het
recht op pensioen.
5. De vrouw die weduwe wordt op
een leeftijd tussen 35 en 40 jaar,
met een kind dat voor of bij het
overlijden van haar man trouw
de of stierf, behoudt het pen
sioen hebben tenzij zij uit de
ouderlijke macht is ontzet.
6. Vrouwen, die binnen een jaar
na hun huwelijk weduwe wor
den, krijgen thans geen tijde
lijke weduwenuitkering of pen
sioen, indien de gezondheids
toestand van de man bij het hu
welijk redelijkerwijze een spoe-
de dood kon doen verwachten.
Indien het echter personen be
treft, die na een scheiding her-
nigd zijn, zal voortaan deze uit
sluiting niet gelden.
Vrouwen die met een man van