Bouwen van schuurtjes enz. aan banden Politierechter U kunt niet alles weten Goed nieuws voor weduwen WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Geestelijk artikel Openb. Leesbibliotheek Bij geboorte van 'n kind in d' oude tijd Vrijdag 3 november 1961 No. 44 Twee en tachtigste'jaargang PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 ABONNEMENTS- (buiten Venray f 1.75) Burgemeester en Wethouders hebben het nodig geoordeeld in een aparte brief, die huis aan huis bezorgd is, te waarschuwen tegen het zonder vergunning bouwen van z.g. noodwoningen, stallen, schuren, garages, kippenhokken, berghokken en andere bouw werken Het feit, dat men de gewone publiciteitsmiddelen voorbij ging, maar in een peiyoonlyk schrijven aan alle huisgezinnen van Venray, deze waarschuwing gaf, onderstreept fèitelijk nog eens extra hoe belangrijk B. en W. deze zaak wel vindt. B. en W. wijzen in dit schrijven op de woningwet, waarin in ver schillende met name genoemde ar tikelen inderdaad een verbod wordt opgelegd om zonder verlof of in af wijking van een vergunning boven genoemde bouwwerken op te rich ten, uit te breiden, te veranderen, of te vernieuwen. Verbodsbepalingen, die ook in de bouwverordening van de gemeente Venray nog eens zijn onderstreept. B. en W. zijn het moe, dat in Ven ray, ondanks al deze geboden en verboden, op talrijke plaatsen tel kens opnieuw overtredingen van deze bepalingeit moeten worden ge constateerd en waarschuwen uit drukkelijk, dat in de toekomst te gen overtreders streng zal worden opgetreden Wie zich afvraagt of het nu wer kelijk wel zo erg is, dat hiervoor 'n soort open brief moet worden, die schijnt vreemdeling in Jerusalem te zijn. Men ziet allerwege schuurtjes en kippenhokken verschijnen, duiven- kooien en garages, berghokken en stallen en van al die bouwwerken hebben er maar een klein percen tage de vereiste goedkeuring. Die anderen staan er dan op een gegeven moment, als kwamen ze uit de he mel vallen We hebben nu eenmaal een uitge strekte gemeente, waar niet op iedere hoek iemand van Bouw- en Woningtoezicht kan staan, om op deze cladestiene bouwsels te letten en dan kunnen dus zulke wonderen ook wel eens gebeuren Waarom bouwen deze mensen mo- lijke schuurtjes e.d. en waarom is daarvoor de goedkeuring nodig Simpele vragen met een even sim pel antwoordMen bouwt die dingen, omdat men ze nodig heeft. Omdat men kippen wil houden, omdat men zijn brommer of auto fatsoenlijk stallen wil, omdat men duiven of konijnen wil houden, omdatja duizend en een reden. Men heeft plaatsgebrek voor dit of voor dat, men wil uitbreiden of vernieuwen, en dan wordt er ge bouwd Stop, zegt de gemeente, even wach ten en eerst kijken of al die dingen wel beantwoorden aan de wettelijk voorgeschreven bepalingen. Bepalingen, die algemeen lande lijk gelden, bepalingen, die nog eens speciaal voor en door de gemeente zijn opgesteld. Bovendien moet men ook nog aan bepaalde „welstandseisen" voldoen, moet men dus zorgen, dat een be paald bouwwerk harmonieert en past in de buurt, waarin het ge bouwd gaat worden. Eerst als dat allemaal in orde is, dan krijgt de aspirant-bouwer vergunning en kan het spel doorgaan Een en ander mag dan misschien omslachtig lijken en zijn, een zekere ordening, een zekere regeling moet er ook zijn en geen zinnig mens, die daar bezwaar tegen zal hebben. Maar de praktijk laat jammer ge noeg wel anders zien. Men hoeft niet ver te lopen of te fietsen om bouwwerken te zien staan of ver bouwingen te zien, die zelfs een vol slagen leek bij zich zelf doen den ken: Hoe is het mogelijk, dat daar voor verlof ist gegeven Bij nader informatie blijkt dan zelfs geen verlof gevraagd te zijn. Men heeft, gebouwd naar eigen in zicht en naar eigen smaak en of die nu heel anders is dan die van an dere mensen, of het in feite een schandaal is voor de buurt, dan zal de bouwer een zorg zijn. Hij heeft er zijn gemak van en voor de rest heeft hij nergens mee te maken Men kan de vraag stellen, waar om wordt er zonder verlof ge bouwd? Schrikt men terug voor het indie nen van 3 tekeningen en het invul len van 3 aanvraagfromulieren met vele en gewichtige vragen Dat zal een van de redenen zijn. Gewoonlijk heeft men geen teke ning bij de hand voor het een of andere schuurtje of bijbouwtje. Het hangt dikwijls ook al veel af van het beschikbare hout, de pan nen en de stenen, hoe dat ding er uiteindelijk uit zal gaan zien en be stek en tekening worden voor de meeste van die dingen niet gemaakt. Men zal al iemand op moeten spo ren die tekeningen kan vervaardi gen en die zijn nu niet bepaald dik gezaaid En op dat aanvraagformulier staan allerlei vragen die de invuller zeker de schrik op het lijf jagen, want daarin wordt over maten en materialen gevraagd of er wel een wolkenkrabber gebouwd moet wor den. Een andere reden is, dat men fei telijk een tikkeltje bang is voor de bepalingen van de Venrayse bouw verordening, die men niet kent en waar men soms de meest vreemde voorstellingen van heeft. Men is bang dat die bepalingen extra geld zullen kosten voor voorzieningen die so-wie-so al dikwijls uitgaven vra gen. Iedere Nederlander wordt wel ge acht te wet te kennen, maar in de praktijk komt daar weinig van te recht en heeft men soms vreemde voorstellingen van wat daar nu fei telijk in staat.... Al zal een enkeling het misschien ook doen om die paar guldens leges- kosten te ontduiken, die een bouw vergunning misschien kosten gaat, we hebben over het algemeen de in druk, dat dit toch minder voorkomt als men wel denkt. Het is eerder de rompslomp, het geren en het offi ciële gdoe, waarvoor men schrik heeft. De tijd, die hierin gaat zitten, het tekeningen maken, de formulieren., dat zijn meer de redenen, dat men zich probeert er langs te schuiven. En niet te vergeten de welstands- eisen Heeft men ternauwernood begrip van de bouwvoorschriften, van wat onder welstand verstaan wordt, heeft men helemaal geen notie. Dat woord heeft voor de meeste mensen alleen het begrip „duur". Zo gauw er welstand bij te pas gaat komen, verwacht men voor schriften, die de zaak nog al duur der maken dan ze is. Men kan praten over aesthetische verantwoording, over het waken over en 't bewaken van de schoon heid in onze gemeente, het is boter aan de galg, want men loopt met het idee, dat die waakzaamheid ge woonlijk oorzaak is van eisen, die niet iedereen begrijpt en die boven dien meer-uitgaven tot gevolg heb ben Dat beestje heeft nu de naam, of dat juist is of niet, maar zeker is, dat dit mede aanleiding is tot de ontduiking, waartegen B. en W. thans zo openlijk stelling genomen hebben Toch liggen de eisen van de wel stand t.a.v. schuurtjes e.d. bepaald niet hoog. Wel is men overtuigd te genstander van het gebruik van grijze golfplaten en van diverse be- tonschuttingen, omdat de praktijk leert, dat deze op den duur beslist niet voldoen. Misschien dat de procedure voor het verkrijgen van de bouwvergun ning iets soepeler kan gemaakt wor den, minder tijd zal vragen en met meer en betere voorlichting kan ge schieden. O.i. zal dat een deel van het pu bliek zeker de schroom doen ver dwijnen, die men thans aan de dag legt Zo is niemand gebaat met een af wijzing op grond van de bouwver ordening of welstandseisen, indien daarbij niet verteld wordt in be grijpelijk en klare taal hoe 't wel moet of kan. Men is er niet met die verbodsbe palingen zonder meer. Voor een gro te verbouwing of nieuwbouw zorgt de architect automatisch voor alles. Maar aan schuurtjes, kippenhokken e.d. komt geen architect te pas. Dat doet men zelf of met behulp van een metselaar of timmerman. Hierboven is al gezegd, dat men die dingen bouwt omdat men daar behoefte aan heeft. Voor stalling, voor bergruimte, voor zijn hobbie, kortom uit noodzaak. Omdat men binnen in huis en in de bestaande gebouwen niet terecht kan. In onze huidige woningbouw wordt daarmede o.i. te weinig reke ning gehouden. Een goede illustratie daarvan hebben we op het Desselke kunnen zien, waar binnen enkele jaren de meest bizarre bouwsels verschenen. Gebrek aan ruimte dwong de mensen daartoe In plan Zuid heeft men dat euvel op het laatste ogenblik nog de kop in kunnen drukken door houten schuurtjes op te richten achter de woningen. Niet fraai, maar noodza kelijk en doelmatig. Maar ruimte voor b.v. een dui venhok is er niet. En duivensport vraagt om ruimteMen is er niet met de afwijzing van de bouw van zulk een hok, maar men zal ge zamenlijk een oplossing moeten zoe ken om deze hobby mogelijk te ma ken, zonder dat dit nu kapitalen geld gaat kosten. Hetzelfde speelt met garages.. Wil men in bepaalde woonwijken 's avonds de hele straat niet vol vin den met geparkeerde wagens dan moet er een mogelijkheid zijn om een garage te bouwen, ook voor de smalle beurs. Datzelfde geldt voor bergplaatsen voor brommers, handwagens e.d. De boer die voor het een of ander product te weinig ruimte beschik baar heeft, moet de mogelijkheid hebben om noodvoorzieningen te treffen, zonder veel omslag, ge schrijf en geren. Men gaat voor zo'n dingen niet naar een architect, die wel zorgt, dat een en ander in orde komt. Men zal daarentegen o.i. wel naar een gemeente-dienst gaan, als men de overtuiging heeft, dat men daar be grip vindt, geholpen wordt zoveel als mogelijk is, wegwijs gemaakt wordt in de bouwvoorschriften voor zulk een bijbouwsel en gewezen wordt op minimum-eisen van wel stand, die redelijkerwijze gesteld mogen worden. SCHULDBEKENTENIS DER KERK WERK VAN DE H. GEEST Op enkele loffelijke uitzonderin gen na, is het geen katholieke ge woonte veel aandacht te besteden aan hetgeen in neutrale kringen over de Kerk werd gezegd. Daar door zijn de katholieken altijd een beetje onwennig gebleven tegen over de niet-katholieke wereld. Daaronder dan niet alleen te ver staan de atheïsten en degenen, die heidenen plegen te noemen, maar ook de medechristenen. Hier is de laatste jaren zulk een grondige verandering in gekomen, dat het er op lijkt alsof de H. Geest waait over de wereld. En merkwaardigerwijs is die in spirerende kracht niet begonnen bij de Katholieke Kerk maar bij an deren, bij de protestanten. Die heb ben in 1948 hun eerste grote verga dering in Amsterdam gehouden en daarna de Wereldraad van Kerken gesticht, waarbij zij aarzelend heb ben getracht de weg naar grotere eenheid onder woorden te brengen. Terwijl zij al tastend voortgingen, gedreven door een bijna tastbare, bovennatuurlijke aandrang, 't woord van Christus, opdat allen een zijn, in vervulling te brengen, stond de Katholieke Kerk aanvankelijk af wijzen, laten wat toeschietelijker tegenover deze beweging. Omdat de leiding aarzelde, kon men van het gelovige volk moeilijk een meer progressieve houding ver wachten. De katholieken bleven in de ge slotenheid hun heil zoeken, over tuigd, dat er geen eenheid te be reiken is, dan in een nederig erken nen van fouten en dwalingen door anderen. Maar tenslotte heeft de Geest Gods zich ook op onnaspeurlijke wijze van de katholieken meester gemaakt. Het is Joannes XXIII, die het ver langen naar eenheid onder de ka tholieken geheel nieuwe gestalte ge geven heeft. Hij deed dat eerst door een Con cilie bijeen te roepen, verder door allerlei vriendelijke woorden te richten tot Orthodoxen, de pro testanten en de Joden. En tenslotte door openlijk te er kennen, dat de katholieken in het verleden ook ernstige fouten ge maakt hebben. Dat dit historische waarheid was, wisten ingewijden allang uit de we tenschappelijke werken van katho lieke geleerden, maar buiten die kring werd er altijd over gezwegen. In het zielzorgelijke vlak sprak men alleen maar over de onaantast bare glorie der Kerk. Dat is verleden tijd. Ook in de Kerk zegevieit de waarheid onder druk van de H. Geest. Het is deze nieuwe houding, een houding, die de Christen en de volgeling van de verguisde Verlosser veel meer past, welke de niet-katholieke wereld na der tot ons brengt. De pas afgetreden Anglikaanse primaat-aartsbisschop van Canter bury, Dr. Fisher, heeft het deze da gen voor zijn geloofsgenoten in En geland verklaard: „De verlossing begint voor elke groep mensen pas, wanneer zij in staat zijn te zeggen, dat het hun spijt en dat zij ten dele ongelijk hadden. De Kerk van Rome is begonnen dat te zeggen". Er bestaat nu nog maar een wens! En wel, dat alle katholieken deze geest van ootmoed mogen hebben, opdat de Kerk als geheel waardig bevonden moge worden door de Geest Gods naar de eenheid te wor den geleid. Voor de schooljeugd brak de vrije zaterdagmiddag aan. Onder luid ge joel en gehuil stormde het jonge goed de deur uit. Het zou een fijne middag worden. De onderwijzer had de knapen het een en ander verteld over de kruis tochten. En dat had dermate op de verbeelding van de jeugd gewerkt, dat het maar meteen gerealiseerd moest worden. Prompt was een deel van het dorp die middag in een middeleeuwse vesting veranderd. Her en der zwier ven jongelieden met houten sabels in de hand en een schild aan de arm. Zij hielden een toumooi en gingen ter kruistocht in het plant soen, waar de eendjes snaterend op de vlucht sloegen onder de daveren de kreten van de kruisvaarders. God wil het", schreeuwden zij, zeer ongepast, terwijl een armzalige straathond het moest ontgelden. „Weg met de Turken!" klonk het, terwijl een daghitje werd belaagd, dat het kind van haar mevrouw moest uitlaten. Een agent verjoeg de strijders tenslotte. Daarna verplaatste hun activiteit zich rond het gemeentehuis. Kleine Japie had zich met een halve be zemsteel als lans en een margarine doos als schild bizonder onderschei den. Hij zou op de stoep van het gemeentehuis tot ridder worden ge slagen. „Trouwe knaap!" riep de sproe tige Godfried van Bouillon op de bovenste trede van de hardstenen trap, „Thans zult gij het loon be- erven voor uw moed, beleid en trouw!" De trouwe Japie knielde op de een na bovenste tree. De overige (kruisvaarders stonden er bevallig omhe engegroepeerd. Enkele voor bijgangers bezagen glimlachend het tafereeltje. Op dat moment stak Japie's oom net de zebra over, en meende dat daar een loot van de familiestam ijselijk werd bedreigd. Derhalve brulde hij, midden op de zebra: „Wat mottat daaren steven de bordeswaarts Wel de nadering van deze som bere figuur maakte de opperkruis- vaarder zenuwachtig. Hij hief zijn houten zwaard boven het hoofd van de trouwe Japie. Direct daarna volgde de ridder slag, die in allerijl moest worden gegeven, voordat de naderende fi guur met boze blik het spel zou on derbreken. Die ridderslag kwam zo hard aan; dat Japie krijtend van de trappen rolde. Terstond greep de toesnellen oom de opperkruisvaarder bij de lurven. De andere ridders stoven uiteen. Maar de bouillonvertolker kreeg een pak slaag dat het twee maan den heeft weerhouden ridder te spelen en dat hem luidkeels jan kend naar huis deed strompelen. „Het had wel een beetje minder gekund", vond de officier van justi tie en hij eiste vijf en twintig gul den boete of vijf dagen hechtenis. „Maar dat kèn toch niet", kreet de man geschrokken. „Mot ik daar vijf dagen de kast voor in? En me vrouw dan? En me kinderen? Vijf dagen? Ik ben nog nooit vijf dagen van me werk weggebleven!" De rechter maande man tot kalm te, want deze beklaagde had er blijkbaar niets van begrepen. „De officier vraagt vijf en twin tig gulden boete. Als u betaalt, be hoeft u die vijf dagen niet uit te zitten". De man kwam wat bij. Maar toen barstte hij opnieuw los. „Vijf en twintig gulden?", riep hij, „maar dat zijn 2 dagen werken. Daar mot ik 2 dagen 's morgens om 7 uur voor vertrekken en pas 's avonds laat ben ik weer thuis. Neen, rechter, dat ken u mij en me gezin niet aan doen". De rechter bedacht zich even en maakte er vijftien gulden of drie dagen van, kennelijk vond hij des pendelaars loon beneden peil. „Dat is nog altijd een dag werken klaagde inconsequent de man die ingegrepen had in de historie. „God wil het", zei iemand heel ongepast, op de tribune. houder. Romans: G. Cauvin. Clarius zoekt het geluk. W. Corsari. Deze ene voorstelling. G. Griffin. Zonen van God. H. Gruhl. Vijf oude dametjes. S. Janira. Kleine grote zwarte man. D. Moore. Dodelijk schaakspel. E. von Salomon. De zaak A-D. K. Springenschmid. Vrouwenarts uit Czernowitz. M. Thopson. De glorie van het leven. K. Toxopeus. De eilander. T. Trimmy. De familie Anderson. G. Verharen. Het slaghek. H. Mulish. Met mirakal. Studieboeken: H. von Borch. Amerika. H. Borrebach. Het zelfafwerken van Uw opnamen. H. Henkemans. Daar zit je dan. J. Kessel. Geschenk aan de Führer. M. Pearlman. Eichmann. Prario. Drie witte sluiers. G. Schoenberger. De gele ster. E. Schrijver. Glas en kristal. H. Vos. Rijtuigen. Jeugdboeken: P. Berna. De vliegende kangeroe M. Brown. Dokter Pijpekop de pop pendokter. B. Capper. De Eskimopop. F. Davison. Mensenschuw. W. Fijn van Draat. Waarom doe je dat Jetty. Grijze uil. De lotgevallen van Sajo en haar bevervolkje. J. Hartmann. Hoe Bambi opgroeide in een Deens dorpje. M. van de Heuvel. Ineke. W. van de Hulst. Niek van de bo venmeester. J. Klages. Pom het beertje. F. Knight. Zeerover tegen wil en dank. F. van der Knoop. Lies Loes en tan te Dot. A. Kooyman. Ieder dag wat anders. I. Lieberkind Tjeerd. O. Mattson. De brik „De drie lelies". A. van Oorschot. Electriciteit thuis. H. Pease. Schipbreuk. B. Rongen. Marit en de wilde beer. A. Schmidt. Roodkapje. M. Thomas. Zusjes zijn zo gek nog niet. J. Veenkamp. Pierlepans en zijn vrienden. W. Visser. Het spook van de burcht. Th. Wamelink. Er is maar één Jan Klaassen O. Wheeler. Frederic Chopin. P. de Zeeuw. Berend de taveerne Automobilisten die de auto 's win ters buiten (moeten) laten staan, zullen nu reeds dienen te zorgen voor goede ant-vries en voor een nieuw waslaagje. Door een split in de zoom van een rok mag geen onderjurk zichtbaar zijn. Het is nu de tyd turfmolm te be stellen voor de tuin. De grond van de borders kan met een dikke laag turfmolm worden bedekt, die in het voorjaar weer wordt ondergespit en dan de structuur van de grond ver betert. Uw clivia mag nu niet meer zo veel water hebben. Deze kamer plant moet nu weinig zon en weinig vocht hebben, dan wordt de bloem steel langer en krijgt u deze plant beter in bloei. Voor uw logees kunt u voordeli ger speciale handoekjes maken van wit of gekleurd linnen. Gebruik overgehouden lapjes of coupon netjes, zoom en ajour ze en borduur er een monogram op van uw initia len of de naam van het huis. Wie met natte schoenen thuis komt, moet snel het natte goed uit doen, de benen stevig afdrogen, de kousen uitspoelen en ophangen en de schoenen flink opvullen met proppen krante papier. Niet bij de kachel zetten! Als u voor uw handschoenen, kousen, hoedjes, corset, corsages of sieraden verschillende dozen in uw kasten hebt staan, overtrek ze dan eens met een gezellige stof of met het zelfde plasticpatroontje, dat u nu op de planken als kastbekleding toepast. Sint Nicolaas is alweer in aan tocht. Het is verstandig uw oude kranten, pakpapier, elastiekjes, touw en ander inpakmateriaal te bewaren! Wonderlijk kon het soms toegaan, zo verhaalde men in de Middel eeuwen elkaar. Wanneer de kleine het zout en de heilige olie had ont vangen, en naakt in het doopvont lag, kon het gebeuren, zegt de au teur A.H. Mulder, aan wie we de gegevens ontlenen, dat het op de oude formule „in de naam van de Vader en de Zoon en van de Heilige Geest", het amen sprak. Een teken van grote heiligheid. Peter en meter vroeg men bij hun kraamvisite, om een handtekening, doch men keek ook schuin naar het doopgeschenk, de z.g. „pellegift". Enook hierbij kwamen weer misbruiken voor. Wilde men achting afdingen, dan moest men grof geld neertellen en de „zilveren croes en de waterpot" maakten nog opgang. De eerste jaren zorgde de vrouw voor haar kind. Bij een rijke poor ter trof men wel een ..kindermaer- te" aan, maarmen moest dan vaak meer op haar, dan op 't kroost passen, zoals op te maken is uit: Ons kindermaerte, sal't haar oock hinderen, Speelt liever met de knechts, dan met de kinderen. Bij het opgroeien moest vaak de roe er aan te pas komen: en men ranselde dan met overtuiging. Niet zelden ging de strafoefening gepaard met het uiten van z.g. „krachtter men" waarin verwijten over de af komst van het kind vaak een rol speelden. Ook in de middeleeuwen zijn er heel wat kinderen overreden, in het water gevallen, hebben er heel wat een steen ingeslikt of een stuk lood, terwijl er jongere, wat achteloos in bed opgenomen, werden doodge drukt. In die tijd zagen historici en poë ten bijna alle vortenkinderen als doodongelukkig. Denk maar eens aan „Het waren twee conincskinde- renSteeds komen in deze ver halen de motieven bloed, tranen, ballingschap voor. Vooral de Brabanders muntten hierin uit! Kinderhuwelijken kwa men in alle standen voor! Meisjes van elf en twaalf jaar huwden met jongens van veertien! Verlovingen sloot men vaak nog vroeger: drie jaar, vier en vijf! Heel jong trokken de kinderen soms de kloosters in. Soms door eerlijke drang. Wat moest een kind, dat heel zijn jeugd in zo'n klooster had gezeten, voor zonderlinge ideeën hebben over de buitenwereld. Zoals dat kleine monnikje van 8 jaar, dat voor het eerst vrouwen zag en vroeg: „Wat zijn dat voor wezens?" Waarop hem door de ontstelde abt 't zeer pedagogische antwoord werd gegeven: „Duivels". Wat overigens de verkeerde uitwerking had, dat 't ventje van niets anders meer droom dan zo'n duiveltje te bezit ten!! Rechtgeaarde moeders hebben hun kinderen lief. Zo is het de eeu wen door gebleven. Geen medicus stond aan het kraambed, alleen vrouwen, een vroedvrouw, buurvrouwen. Huismiddeltjes werden toegepast, fabels verteld e.d. en.in bijna alle gevallen ging het, dank zij de sterkere constitutie der vrouw toen tertijd, goed. Hier was geen plaats voor de man, al was hij de vader. Voor velen was het vaak een ge duchte tegenvaller, wanneer het een meisje was, dat in de wieg werd ge legd. De naam van het geslacht moest voortgedragen worden. Fel werd er gemurmureerd wanneer de graaf van Holland een dochter kreeg. Bijgeloof was er voldoende. Men wist van sommige vrouwen te ver tellen, dat ze omgang met de duivel in-eigen-persoon hadden. Lees er de Brits-Keltische romans maar op na. Daar is het Merlyn, de tovenaar, die uit zo'n verhouding sproot. Zulke kinderen vertoonden vaak een teken op het lichaam, dat er op wees, dat ze later een held zouden worden. Men raadpleegde de ster ren, om iets van de toekomst der kleinen te weten te komen. Waren die tekenen ongunstig, dan kwam er een mismaakt wicht ter wereld. Men liet het kind in een fraai kleedje dopen: zo zou het vrij van erfzonden zijn of men kon zo iets afwenden, dat de ontwkikeling van de kleine slecht kon beïnvloeden. Reeds bij de behandeling van het wetsontwerp voor het weduwen- en wezenpensioen werd vastgesteld, dat na enige tijd de wet nog eens onder de loupe zou worden geno men. Thans is een voorstel tot verbete ring dier wet ingediend bij de Tweede Kamer. Voor de weduwen verbetert er veel. Hier volgen de voornaamste bepalingen. 1. Een vrouw met één of meer kin deren zal te allentijde bij het overlijden van haar echtgenoot aanspraak kunnen maken op weduwenpensioen tot haar 65- ste jaar. 2. Kinderloze vrouwen, die op 40- jarige leeftijd of ouder weduwe worden, zullen eveneens tot hun 65ste jaar het weduwenpensioen ontvangen. 3. Een weduwe met een kind, dat vóór of op de dag van het over lijden van haar echtgenoot werd geboren, zal, zolang dit kind niet gehuwd is, recht op pen sioen hebben tenzij uit de ouder lijke macht is ontzet. 4. Indien de weduwe 35 jaar of ouder is en haar kind trouwt of overlijdt, dan behoudt zij het recht op pensioen. 5. De vrouw die weduwe wordt op een leeftijd tussen 35 en 40 jaar, met een kind dat voor of bij het overlijden van haar man trouw de of stierf, behoudt het pen sioen hebben tenzij zij uit de ouderlijke macht is ontzet. 6. Vrouwen, die binnen een jaar na hun huwelijk weduwe wor den, krijgen thans geen tijde lijke weduwenuitkering of pen sioen, indien de gezondheids toestand van de man bij het hu welijk redelijkerwijze een spoe- de dood kon doen verwachten. Indien het echter personen be treft, die na een scheiding her- nigd zijn, zal voortaan deze uit sluiting niet gelden. Vrouwen die met een man van

Peel en Maas | 1961 | | pagina 1