Ruilverkaveling in Wanssum
gaat beginnen
Broederschap van de H. Rochus
Tobben wij met
onze vrije lijd?
Geestelijk artikel
Ingezonden
Kinderspeelplaats
Vrijdag 13 oktober 1961 No. 41
Twee en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF NV. VENRAY WPRÏTRT AH VOOR VPWRAV ÏT1M HMQTPPïfRN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 L<L<IlULiAU V VJU1\ V Ltl\I\m IwiV V-/AV10 1 IVLtliLtil PRIJS PER KWARTAAL 1.54
mm. ABONNEMENTS-
.50 (buiten Venray 1.75)
Op vrijdag 20 oetober a.s. komt de Gouverneur Dr. F. Houben,
naar Wanssum. Hij zal dan als laatste zijn handtekening zetten,
bij de 234 andere, onder de vrijwillige ruilovereenkomst in Wans
sum. Hjj tekent namens de provincie Limburg, terwijl voor hem
de burgemeester van Venray, de burgemeester van Wanssum en
de heer Everts uit Sevenum, als vertegenwoordigers van beide
gemeenten en het Waterschap hun handtekening zullen zetten.
Dat is dan het einde van de ad
ministratieve voorbereiding voor
het ruilverkavelingsobject Wans
sum. Een project, dat insiders zelfs
voor onmogelijk hielden, omdat hier
immers ruim 837 ha vrijwillig ver
kaveld zou moeten worden.
Om vrijwillig te verkavelen, daar
over kunnen misschien 20 boeren
het wel eens worden, maar geen
heel dorp en ook geen 120 partijen.
Maar in Wanssum heeft men ze
allemaal rustig laten kletsen.
Men is aan tafel gaan zitten, men
heeft over de bestaande moeilijk
heden gepraat en gepraat, en men
heeft naar een oplossing gezocht
voor al die moeilijkheden.
Daar zijn vakmensen aan te pas
gekomen en het uiteindelijke re
sultaat was dat vrijwillige ruilver
kaveling zo niet alle dan toch de
meeste problemen op zou kunnen
lossen. En sindsdien heeft men zich
achter die vrijwillige ruilverkave
ling gezet.
Dat het een, twee, drie niet klaar
was, dat is begrijpelijk. Maar zelfs
de meest grote tegenstander werd
bekeerd, omdat hem telkens op
nieuw weer aangetoond werd, dat
hij niet alleen de gemeenschap
hielp, maar ook en vooral zichzelf.
Daar is gecijferd en geteld, ge
praat en geredeneerd, tot men de
231 handtekeningen bijeen had, die
nodig waren om van start te kun
nen. Want niet alleen moesten de
120 partijen tekenen, neen, ook de
verpachters, de hypotheekgevers,
de erven uit onverdeelde boedels
enz. enz.
Maar terwijl de Nederlandse
Heidemy, de technische voorberei
dingen trof, zijn al die handtekenin
gen stuk voor stuk in 3 jaren tijds
verzameld en nu zullen dan op vrij
dag 20 oetober de laatste 4 nog ont
brekende op plechtige wijze op het
Wanssumse stadhuis gezet worden.
Burgemeester Custers tekent voor
de gemeente Venray, die met 20 ha
in dit vrijwillige verkavelingspro
ject betrokken is.
Wat er gebeuren gaat?
In deze 837 ha liggen 732 ka
dastrale percelen. Die worden bijna
voor de helft teruggebracht op 346
van zulke percelen.
Deze 732 kadastrale percelen vor
men in totaal 313 gebruikspercelen,
die worden nu teruggebracht op 204.
Men zet er dus het mes wel danig
in.
Buiten dat worden 10,5 km boe-
renwegen verhard en 3400 m zand
wegen nieuw aangelegd of opge
knapt. In een slag is Wanssum van
zijn zandwegen-misère af.
In de kom van het dorp komt iets
meer ruimte voor bedrijfs- en an
dere gebouwen. Drie boerderijen
worden uit de kom weggehaald en
elders nieuw opgebouwd, om in die
kom ruimte te scheppen.
Deze verkaveling, met boerderij-
verplaatsing, drainage en bekalking
kost meer dan een miljoen.
De subsidies van Rijk CTD, Pro
vincie e.d. zijn reeds goedgekeurd en
het werk zal dit najaar nog begin
nen.
Omdat onderlinge samenwerking
't mogelijk maakt, zullen de boe
ren dit najaar reeds hun bedrijf
uit kunnen oefenen op nieuw ver
kavelde percelen. Komt de verka
veling gewoonlijk aan het einde
van de werkzaamheden, hier be
gint men er mee, omdat de boeren
niet langer wilden wachten, maar
direct met hun zaaiplan voor 1962
al rekening wilden houden met de
nieuwe verkaveling.
Men gaat dus nu eerst verkave
len, waarna de werkzaamheden be
ginnen. Men hoopt einde 1962 dit
hele project gereed te hebben.
De rij van heiligen, die in de Pa
terskerk staat opgesteld, heeft on
langs een uitbreiding gekregen met
een beeld van de H. Rochus. De hei
lige met het hondje zoals hij wel
wordt genoemd.
Piet van Dongen, de maker van
dit beeld, heeft deze Franse heilige,
die rond 1300 heeft geleefd, afge
beeld als een jongeman, die door 'n
opspringende hond een stuk brood
krijgt toegereikt.
Andere beelden, zoals b.v. dat
kostelijke in de Veltumse kapel
beelden hem af, terwijl hij de be
langstellende gelovige een verwon
ding in zijn been laat zien, die hem
kennelijk is toegebracht door de
hond.
Een van de verloren gegane ra
men van de Grote kerk was ook al
aan deze heilige gewijd, die in deze
streken lange tijd vereerd is.
Het eigenaardige is, dat van deze
heilige betrekkelijk weinig bekend
is. Hij verpleegde als pelgrim in
Italië mensen, die aan de pest leden,
totdat hij zelf door deze toendertijd
grote volksplaag werd getroffen.
Om zijn leven weefden zich vele
legenden, waarvan er een was, dat
hij op zijn pelgrimstocht naar Ita
lië het voedsel kreeg van een hond,
die hem geregeld brood kwam bren
gen. Deze versie kan men dus vin
den in de Paterskerk.
Neen zeggen anderen, de heilige
werd bij zijn verplegingswerk ge
beten door een dolle hond, maar
werd door Gods genade gespaard
voor de vreselijke gevolgen van
hondsdolheid.
Wat er van zij, de heilige is sinds
dien een bijzondere patroon tegen
ziekten van mensen en vee en heeft
ook in deze streken honderden ver
eerders gekend.
Trouwens de kapel van Veltum is
aan deze heilige toegewijd en dat is
dus wel een teken hoe groot de „po
pulariteit" van St. Rochus was, als
we dat zo uit mogen drukken.
In 1896 is er zelfs door de toen
malige bisschop van Roermond,
Mgr. Boermans een aparte broeder
schap van deze heilige opgericht in
deze kapel, die als doel had, door de
bescherming van de H. Rochus van
besmettelijke ziekten bewaard te
blijven.
Om lid van deze broederschap te
worden moest men door de Pastoor
van de Petrus Banden worden inge
schreven in het ledenregister en
jaarlijks een dubbeltje betalen.
De leden moet op het feest van
St. Rochus of onder het octaaf (16
augustus) de kapel van Veltum be
zoeken, waarin op de feestdag van
de H. Hubertus (3 november) een
Mis voor de overleden leden en op
St. Rochus een Mis voor de levende
leden van de broederschap wordt
opgedragen
We kijken in onze tijd ietsjes an
ders tegen deze vorm van heiligen
verering aan dan onze voor-ouders.
Trouwens met besmettelijke ziek
ten valt het gelukkig in deze stre
ken wel mee, mede dank zij kun
dige doktoren en artsen
Maar is dat alles dan zinloos ge
worden? We geloven 't beslist niet, 't
is zo, dat we via de heiligen, Gods
hulp eerder verwerven omdat de
steun en bijstand van een heilige,
dus van een van Gods uitverkore
nen, ons gebed waardevoller en
dringender zal maken.
Waar aan Gods zegen alles gele
gen is schakelen we als het ware de
heiligen mede in, om die te ver
werven.
Zo heeft ook St. Rochus voor onze
ouders en voorouders veel betekend
en zo kan hij ook voor ons veel be
tekenen gaan
Het is daarom goed dat Pastoor
Geerits in zijn nieuwe parochie deze
oude Broederschap meenemt
Niet alleen als een oude en schone
traditie, maar ook voor de moderne
mens, die op zijn tijd en op zijn
plaats de bescherming van een hei
lige niet ontberen kan
EEN MOOIE UITDRUKKING:
IN STAAT VAN CONCILIE
Men hoort er de laatste tijd nog al
eens over praten, dat de Kerk zich
„in staat van Concilie" bevindt.
Als dat zo is, en men mag dat
theoretisch zeker onderschrijven,
dan loont het toch de moeite na te
gaan, wat daar in de praktijk van
terecht komt.
De Kerk, zo zegt de lopende uit
drukking dus dat zijn wijzelf
verkeert in staat van Concilie.
„Kom nou" zal missichien menig
een zeggen,, „ik weet niet eens wat
het precies is".
Betreurenswaardig, maar toch niet
helemaal juist is zo'n opmerking.
Omdat men als katholiek, als lid
van de Kerk onbewust heel wat is
en heel wat doet, dat wel degelijk
werk der Kerk is. Men zou er zelfs
versteld over staan als eens duide
lijk uiteen gezet werd, wat wij on
bewust voor de kerkgemeenschap
betekenen.
Het is dus echt waar, wij verke
ren in staat van Concilie. De Paus
staat op het punt alle bisschoppen
der aarde bijeen te roepen.
En de hele hiërarchie heeft zijn
ogen en aandacht op deze komende
kerkvergadering gericht.
Die aandacht bezielt echter ook
heel veel katholieken en werkelijk
niet alleen maar pastoors, kapelaans
en kloosterlingen; tal van leken
houden zich bezig met het Concilie.
Echter het blijft ergens te beperkt,
het Concilie leeft nog niet voldoen
de bij de grote massa.
Daarmee is dan niet zo zeer be
doeld, dat wij onvoldoende hunke
ren naar de pompeuse openingenen
processies en toespraken, welke in
1963 in de St. Pieter in Rome wor
den gehouden.
Zulke uiterlijkheden komen erbij
en vormen de franje. Neen, om de
zuivere mentaliteit te bezitten, zou
het anders moeten zijn.
Wij zouden allemaal vol moeten
zijn van het verlangen, dat grote en
ingrijpende hervormingen, zeg
gen we maar eerlijk ook diep
gaande zuivering van bijkomstighe
den en prullaria het gezicht van de
Er wordt de laatste tijd nogal veel
'geschreven over de problemen
rondom de vrije tijd en de besteding
daarvan, vooral door de jeugd. Er
werden lange verhandelingen over
ten beste gegeven, de een nog be
langrijker en wetenschappelijker
dan de ander. De problemen rond
om de vrije tijd worden opge
schroefd en uitgesponnen tot in den
treure.
Wat ik me afvraag is: of het al
lemaal wel zo belangrijk is en of de
mogelijkheid bestaat dat men voor
eventueel bestaande problemen een
oplossing kan vinden.
GEEN TYPISCH JEUGD
PROBLEEM
Realiseren wij ons wel, wat er
eigenlijk precies aan de hand is?
De moderne ontwikkeling in onze
maatschappij biedt de mens steeds
meer tijd, die hij voor zichzelf kan
besteden. Nu blijkt dat er verschil
lende jongelui zijn, die geen kans
zien deze vrije tijd zinvol te benut
ten.
Dit vormt het probleem. Want,
deze jongelui gaan zich stierlijk
vervelen en worden daardoor ver
velend voor hun omgeving.
Straatschenderijen en zelfs mis
daad zouden hiervan het gevolg
zijn. Nu hoopt men een oplossing
hiervoor te vinden onder de leuze:
„Help de jeugd aan zinvolle vrije
tijdsbesteding!"
Een loffelijk streven, maar ik
vraag me af of die vrije tijd de oor
zaak is van de aangehaalde ver
schijnselen en.of dit een typisch
jeugdprobleem is!
VERVELING WAS ER ALTIJD!
De verveling die oorzaak zou zijn
van jeugdig wangedrag, is echt geen
verschijnsel van de laatste tijd, van
de vijfdaagse werkweek of zo.
Neen, verveling heeft de mens door
de eeuwen heen gekend en heeft de
mens ook al eeuwen door tot wan
gedrag gedreven, want inderdaad
gaan die twee dingen vaak hand in
hand.
De eeuwen dat de mens alleen
maar tijd had voor werken en sla
pen en dus geen ogenblikje over
hield, waarin hij zich vervelen kon,
liggen gelukkig achter ons.
Sinds enkele tientallen jaren kent
de mens in brede lagen de vrije tijd,
die dus op de een of andere manier
zinvol besteed dient te worden.
Nu zijn er twee soorten mensen
en wel diegenen die heerlijk van die
vrije tijd weten te genieten en er
iets van weten te maken en de an
dere categorie die er geen raad mee
weet.
Deze twee groepen mensen waren
er door de eeuwen heen en zullen
er altijd blijven, omdat de fout niet
zit in een teveel aan vrije tijd, want
voor de verveiers zou één uur per
week al teveel zijn, maar in het
feit, dat sommige lieden nooit ge
leerd hebben die vrije tijd te beste
den.
De schuld ligt dus niet bij de
slafchtoffers, maar bij de ouders,
die niet tijdig onderkenden dat hun
kind niets wist te doen buiten de
schooluren en die het niet leerden
iets prettigs aan te pakken.
DE EEN HEEFT HET UIT
ZICHZELF,
DE ANDER MOET HET LEREN
Er zijn kinderen waarbij dit be
slist geen probleem is. Van jongsaf
weten ze zich te vermaken.
Je ziet het al heel snel, het zijn
die kinderen die over een rijke fan
tasie beschikken en zelfs zonder
vriendjes, broertjes of zusjes druk
bezig zijn met een of ander stukje
speelgoed.
Dat zijn diegenen, die later nooit
moeilijkheden zullen hebben met
hun vrije tijd. Zij behoeven niets te
leren, ze hebben het van nature.
Daar staan aan de andere kant de
kinderen tegenover, die nooit kans
hebben gezien zichzelf prettig bezig
te houden.
Wanneer ze eens alleen zijn en
niet kunnen steunen op de fantasie
van anderen, vervelen ze zich onbe
schrijfelijk en worden uitgesproken
Katholieke Kerk, onze gemeen
schap, zouden veranderen.
Zo'n verlangen, zo'n hunkeren
naar een Concilie is geen werk van
preken of schrijven alleen; het is
ook geen werk van propaganda en
reclame. Integendeel, het is de in
spiratie van de H. Geest, die we
nog te veel als een papieren figuur
zien uit de catechismus.
In werkelijkheid is de H. Geest
de echte goddelijke persoon, die
ons allen van eenvoudige dagloner
tot fabrieksdirecteur aanspoort te
verlangen naar 't nieuwe christen
zijn of beter naar het oorspronke
lijke en echte christen-zijn in een
moderne wereld.
En diezelfde Geest is het die ons
kan doen bidden en smeken, dat het
komend Concilie ons allemaal gron
dig vernieuwen zal.
Wanneer dat verlangen en die
geest in alle katholieken een beetje
bewust leven, dan verkeert de Kerk
eerst echt in staat van Concilie.
lastig.
Dan zijn de ouders er niet met de
geirriteerde uitroep: „Ga nou eens
fijn spelen!"
Neen, ouders moeten zo'n kind
leiden, ze moeten het leren spelen,
ze moeten het leren zichzelf bezig
te houden met iets.
Wordt die moeite niet genomen,
dan zal het kind met dit probleem
blijven sukkelen en wordt er later
zo eentje dat uit pure verveling tot
wangedrag en misschien tot mis
daad komt.
NU INEENS WEL?
Dacht iemand nu werkelijk, dat
er voor deze bijna volwassen jeug
digen die nooit geleerd hebben zich
op de een of andere manier prettig
bezig te houden, ineens een metho
de kan worden gevonden waarbij
dit wél mogelijk is?
Kennen de ouderen die over dit
probleem theoretiseren, die jongelui
wel persoonlijk?
Er zijn er velen onder ons, die
voor niets, maar dan ook voor to
taal niets warm te maken zijn. Hun
iëèftijd is meestentijds reeds te hoog
om er nog iets aan te kunnen doen,
omdat ze hun opvoedingstij d in
wezen al achter de rug hebben.
Goed, er is misschien een klein
deel van hen nog „te redden", maar
de anderen zullen een probleem
blijven.
Nu moeten we dit ook niet te don
ker zien, want gelukkig is 't slechts
een heel klein deel van de jeugd,
dat zo is en het hele probleem lijkt
erger en groter, doordat dit deel nu
eenmaal juist opvalt.
Zijn die jongelui wat ouder en
volledig volwassen, dan zullen ze
minder opvallen, want dan worden
zij die ouderen, zoals we die ken
nen, die zichzelf niet bezig kunnen
houden, maar bezig worden gehou
den door diverse media. Radio,
bioscoop en niet te vergeten tele
visie vullen dan hun lege uren.
Het probleem kan slechts worden
opgelost, wanneer van nu af aan
door andere opvoeders aan alle kin
deren die moeite hebben zichzelf
bezig te houden, wordt geleerd hoe
het wèl moet. Dan alleen zal er in
de toekomst geen probleem meer
bestaan.
Onder „Verzekeringsmoeilijkhe
den" verscheen in uw blad van 29
september een artikel, waarop wij
moet reageren.
De schrijver van het artikel heeft
blijkbaar niet de moed kunnen op
brengen zijn artikel te onderteke
nen.
Dat is jammer, want alle abon-
né's hebben er toch wel recht op te
weten, wie dergelijke onjuiste be
richten samenstelt.
Wij zullen zijn artikel op de voet
volgen en daarbij kanttekeningen
plaatsen.
De schrijver begint:
Nadat voor een paar jaar terug
Nizifo in de volksmond „de zie
kenhuisverzekering van de mid
denstand" het plotseling vanwege
haar lage premie en slechte ac-
ceptatiepolitiek niet meer kon ha
len, is 't even goed gegaan met de
schadeverzekeringen.
Waarde lezer, dit raakt kant noch
wal.
„Nezifo" is een achtenswaardige
verzekeringsinstelling en is voor zo
ver ons bekend, springlevend en
financieel gezond.
Schrijver bedoelde waarschijnlijk
de Stichting A.Z.R. „Ahoy" uit Rot
terdam, die enige jaren geleden als
gevolg van een erg royale accep-
tatiepolitiek op het terrein van de
ziekenhuiskostenverzekering helaas
haar einde vond.
Wij laten de schrijver verder aan
het woord.
Thans is het echter weer minder
mooi met de Brandaris, welke
eveneens tegen abnormale premie
scheen te werken en nu met de
stukken zit.
Ook in Venray schijnen honder
den verzekerden te zitten, welke
nu plotseling genoodzaakt zijn
hun posten over te sluiten.
Brandaris was een snelgroeiende
maatschappij, die tegen zeer con-
currende premieën 't verzekerings
bedrijf uitoefende met volgens
de jaarverslagen gunstige finan
ciële resultaten.
Wilt U enkele cijfers?
1956 winstsaldo na aftrek van de
nodige reserveringen 627.462,31;
1957 winstsaldo na aftrek van de
nodige reserveringen 632.242,67.
1958 geen gegevens voorhanden.
1959 winstsaldo dat aldus in de
Winst- en Verliesrekening voor
komt 1.575.302,93.
Een verslag over 1960 is niet ver
schenen.
De raad van Commissarissen be
stond o.m. uit (volgens het verslag
over 1959) de Directeur van N.V.
Stoomvaart Maatschappij „Neder
land", de Directeur van de Nationa
le Handelsbank N.V., de Directeur
van de Nederlandse Handel-Maat-
schappij N.V. en de Directeur van
de N.V. Koninklijke Paketvaart
Maatschappij.
Hieruit blijkt, dat aandeelhouders
grote en gerenomeerde bedrijven
waren, waarvan men mag aanne
men, dat zij over behoorlijke finan
ciële experts beschikken. Dit wekt
uiteraard vertrouwen.
De balans- en kostenrekeningen
zijn nagezien en accoord bevonden
door Accountants.
Dat van „abnormale" premie ge
sproken kan worden blijkt nergens,
althans niet voor de binnenlandse
verzekeringen.
Volgens publicaties zou het ver
lies geleden zijn door risico-accep
taties in het buitenland.
Neen, neen lezer de pijn voor de
verzekerden zit niet in de noodzaak
om de posten over te sluiten.
De pijn zit in de omstandigheid,
dat verzekerden de vooruitbetaalde
premie mogelijk niet of slechts ten
dele zullen terug ontvangen; maar
nog erger, dat verzekerden die scha
de hebben geleden of schade aan
derden hebben toegebracht waar
voor zij wettelijk aansprakelijk zijn,
nu zelf de schade moeten dragen,
althans voor een deel.
En nu, geachte lezer, gaat de on
bekende schrijver denken! hij ver
diept zich zelfs! Wij citeren weer
letterlijk:
Wij hebben ons er in verdiept hoe
't nu kan, dat dergelijke Maat
schappijen zolang als ze draaien,
bij 't publiek nog aftrek hebben.
Komt dit door de lage premie?
Bij dit Brandarisgeval schijnt het
althans voor Venray anders te
liggen.
Aanvankelijk schijnen de bona
fide assurantiemensen weinig zin
te hebben gehad, om voor deze
Maatschappij te werken, daar zij
de premie bedenkelijk laag von
den.
Het landbouwhuis te Roermond
ging er toe over een agentschap
te nemen.
Speciaal voor autoverzekeringen
propageerde de Boerenbond via
hun zaakvoerders deze Maat
schappij bij hun leden en an
deren.
De vertrouwensmensen van de
K.A.B. doken telkens op met hun
Brandarispolissen voor W.A.-ge-
zin en bromfiets.
Ook vanwege andere bonden werd
in vele gevallen de Brandarispolis
met zijn lage premie gepropa
geerd.
Wat moest nu de beroepsassuran
tieman?
Volgens onze mening had hij voet
bij stuk moeten houden en blij
ven aanbieden wat volgens hem
zeker goed was.
We kunnen er echter inkomen, als
de vakman telkens posten langs
zijn neus ziet gaan, omdat derge
lijke instanties hem op die wijze
beconcurreren, dat hij dan terwille
van zijn boterham door de knieën
gaat. Al met al schijnt 't weer zó
te zijn.
Geachte lezer, U zult de zorg van
het oversluiten wel met een korrel
tje zout willen nemen.
Maar om U voor te bereiden op
de premie- en schadestrop komt
schrijver, zich verdiepend, tot de
conclusie, dat er bonafide assuran
tiemensen zijn en andere.
Kijk, die anderen, die hebben vol
gens de schrijver de bonafiden ver
leid; terwille van de boterham zijn
zij door de knieën gegaan.
En wie die andere zijn?
Dat is de O.V.M. Roermond, dat
zijn de Plaatselijke Corresponden
ten van de O.V.M. en die niet bona
fiden zijn allemaal de schuld van de
stroppen die de Brandaris-verze-
kerden lijden!
Waarschijnlijk weet schrijver wel,
dat de O.V.M. en de O.V.M.-cor-
respondenten vanaf l-l-'57 tot en
met 1959 bezig zijn geweest om de
lopende „Brandaris'-verzekeringen
over te schrijven naar O.V.M.-ver-
zekeringen.
Iedereen mag weten, dat via de
O.V.M. op 26 september 1961 slechts
31 Brandaris-verzekeringen liepen
over de gehele provincie. Dat de
oude Brandaris-verzekerden via de
O.V.M., derhalve zonder premie- of
schadeverlies reeds jaren bij de
O.V.M. zijn ondergebracht.
Het is onprettig om het te moe
ten zeggen, maar schrijver heeft een
onjuiste of onvolledige voorstelling
van zaken gegeven.
Tenslotte, schrijver heeft waar
schijnlijk gedacht zijn eigen stoep te
vegen, hetgeen helaas is mislukt.
Het verzekeringsbedrijf is door de
Brandaris-geschiedenis wel getrof
fen.
Bij de wens van schrijver om toe
zicht op het schadeverzekerings
bedrijf te krijgen sluit de O.V.M.
zich gaarne aan.
Wij wensen nog meer, nl. dat de
assuratie-tussenpersoon elkaar en
concurrerende instellingen of maat
schappijen niet zullen aanvallen
maar respecteren.
We bedoelen het toch allemaal
goed en alleen de verzekerde mag
koning zijn.
O.V.M. Roermond
v. DELFT
VANAF VRIJDAG 20 OKTOBER
IN LUXOR THEATER VENRAY
IN NIEUWE BUURTEN
In dit blad is herhaaldelijk gepleit
voor speelgelegenheden in de nieu
we buurten.
Meer dan eens is er op aange
drongen, dat in verschillende nieu
we wijken, die Venrays uitbreiding
vormen, kleine, maar goed uitgerus
te speelplaatsen zouden komen voor
de jeugd tot 12-13 jaren.
Deze oproep werd nog eens vol
ledig onderschreven door een ver
gadering van de Stichting Diocesa
ne" Centrale voor Speeltuin- en
Ontspanningsorganisaties voor de
jeugd in Limburg.
Op deze vergadering werd nog
eens uitdrukkelijk gesteld, dat de
jeugd tot 12 jaren de wereld wil
veroveren. Ze is op een ontdek
kingstocht, waarvoor ze ruimte no
dig heeft.
Nieuwe woonwijken, kleine tuin
tjes, en het modern verkeer perken
die ruimten al langer hoe meer in
en sluiten het kind op. Het kind, dat
juist in die tijd het contact met zijn
leeftijdgenoten zo hard nodig heeft
om de vrije omgang tussen de men
sen te leren en te leren geven en
nemen.
Hij moet ergens in die nieuwe
buurten een plaats hebben waar het
ongestoord door verkeer en ander
dingen, die levensgevaarlijk voor
hem zijn, zijn eigen uit kan vieren.
Zeker, we hebben een prachtige
speeltuin op het Vlakwater. Een
onderneming waarop we terecht
trots mogen zijn en dat voor de
jeugd een unieke gelegenheid is om
op vrije middagen eens duchtig van
leer te trekken. Maar daarmede zijn
we er niet. Want na 4 uur wordt
zo'n tocht naar het Vlakwater moei
lijk en vele ouders hebben tijd noch
gelegenheid om er iedere dag met
de kinderen heen te trekken. Dan
moeten ze zich in eigen buurt en
eigen omgeving bezig kunnen hou
den op die z.g. buurt-speelplaatsen.
Wie zich afvraagt of een en an
der wel zo'n vaart loopt moet op 'n
zonnige dag eens gaan kijken voor
de flats in Zuid, waar men een
zandbak heeft neergezet. Daar is 'n
bedrijvigheid van belang.
Een bedrijvigheid die alleen maar
toe zal nemen naarmate in deze vrij
jonge buurt kinderen zullen ko
men
Van deze zijde is ook al eens ge
schreven, dat de inrichting van 'n
dergelijke buurt-speelplaats een
kwestie is van buurtgemeenschap
in samenwerikng met de plaatse
lijke overheid.
Hierop is practisch niet gerea
geerd. De gemeente meent dat de
buurtschappen hiervoor moeten
zorgen en de buurtverenigingen
zeggen, dat het een taak van de
gemeente is.
Misschien is het goed er op te
wijzen wat de burgemeester van
Sittard op genoemde vergadering
wel vertelde.
Deze burgemeester wees er op,
dat de jeugd in de stedelijke samen
leving feitelijk een verdrukte groep
is. Want hun oude speelterreinen,
braak liggende grond en de straat,
wordt door uitbreiding en verkeer
steeds meer bezet en ze worden te
ruggedrongen in een hoek.
Daarom zijn buurt-speelplaatsen
noodzakelijk. Buurtspeelplaatsen,
die de steun van de overheid moe
ten hebben, maar waarvoor het ini
tiatief genomen moet worden door
de buurt-gemeenschap zelf.
Een speeltuin, aldus deze burger
vader, is niet alleen een zaak van