Ruilverkaveling in Wanssum gaat beginnen Broederschap van de H. Rochus Tobben wij met onze vrije lijd? Geestelijk artikel Ingezonden Kinderspeelplaats Vrijdag 13 oktober 1961 No. 41 Twee en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF NV. VENRAY WPRÏTRT AH VOOR VPWRAV ÏT1M HMQTPPïfRN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 L<L<IlULiAU V VJU1\ V Ltl\I\m IwiV V-/AV10 1 IVLtliLtil PRIJS PER KWARTAAL 1.54 mm. ABONNEMENTS- .50 (buiten Venray 1.75) Op vrijdag 20 oetober a.s. komt de Gouverneur Dr. F. Houben, naar Wanssum. Hij zal dan als laatste zijn handtekening zetten, bij de 234 andere, onder de vrijwillige ruilovereenkomst in Wans sum. Hjj tekent namens de provincie Limburg, terwijl voor hem de burgemeester van Venray, de burgemeester van Wanssum en de heer Everts uit Sevenum, als vertegenwoordigers van beide gemeenten en het Waterschap hun handtekening zullen zetten. Dat is dan het einde van de ad ministratieve voorbereiding voor het ruilverkavelingsobject Wans sum. Een project, dat insiders zelfs voor onmogelijk hielden, omdat hier immers ruim 837 ha vrijwillig ver kaveld zou moeten worden. Om vrijwillig te verkavelen, daar over kunnen misschien 20 boeren het wel eens worden, maar geen heel dorp en ook geen 120 partijen. Maar in Wanssum heeft men ze allemaal rustig laten kletsen. Men is aan tafel gaan zitten, men heeft over de bestaande moeilijk heden gepraat en gepraat, en men heeft naar een oplossing gezocht voor al die moeilijkheden. Daar zijn vakmensen aan te pas gekomen en het uiteindelijke re sultaat was dat vrijwillige ruilver kaveling zo niet alle dan toch de meeste problemen op zou kunnen lossen. En sindsdien heeft men zich achter die vrijwillige ruilverkave ling gezet. Dat het een, twee, drie niet klaar was, dat is begrijpelijk. Maar zelfs de meest grote tegenstander werd bekeerd, omdat hem telkens op nieuw weer aangetoond werd, dat hij niet alleen de gemeenschap hielp, maar ook en vooral zichzelf. Daar is gecijferd en geteld, ge praat en geredeneerd, tot men de 231 handtekeningen bijeen had, die nodig waren om van start te kun nen. Want niet alleen moesten de 120 partijen tekenen, neen, ook de verpachters, de hypotheekgevers, de erven uit onverdeelde boedels enz. enz. Maar terwijl de Nederlandse Heidemy, de technische voorberei dingen trof, zijn al die handtekenin gen stuk voor stuk in 3 jaren tijds verzameld en nu zullen dan op vrij dag 20 oetober de laatste 4 nog ont brekende op plechtige wijze op het Wanssumse stadhuis gezet worden. Burgemeester Custers tekent voor de gemeente Venray, die met 20 ha in dit vrijwillige verkavelingspro ject betrokken is. Wat er gebeuren gaat? In deze 837 ha liggen 732 ka dastrale percelen. Die worden bijna voor de helft teruggebracht op 346 van zulke percelen. Deze 732 kadastrale percelen vor men in totaal 313 gebruikspercelen, die worden nu teruggebracht op 204. Men zet er dus het mes wel danig in. Buiten dat worden 10,5 km boe- renwegen verhard en 3400 m zand wegen nieuw aangelegd of opge knapt. In een slag is Wanssum van zijn zandwegen-misère af. In de kom van het dorp komt iets meer ruimte voor bedrijfs- en an dere gebouwen. Drie boerderijen worden uit de kom weggehaald en elders nieuw opgebouwd, om in die kom ruimte te scheppen. Deze verkaveling, met boerderij- verplaatsing, drainage en bekalking kost meer dan een miljoen. De subsidies van Rijk CTD, Pro vincie e.d. zijn reeds goedgekeurd en het werk zal dit najaar nog begin nen. Omdat onderlinge samenwerking 't mogelijk maakt, zullen de boe ren dit najaar reeds hun bedrijf uit kunnen oefenen op nieuw ver kavelde percelen. Komt de verka veling gewoonlijk aan het einde van de werkzaamheden, hier be gint men er mee, omdat de boeren niet langer wilden wachten, maar direct met hun zaaiplan voor 1962 al rekening wilden houden met de nieuwe verkaveling. Men gaat dus nu eerst verkave len, waarna de werkzaamheden be ginnen. Men hoopt einde 1962 dit hele project gereed te hebben. De rij van heiligen, die in de Pa terskerk staat opgesteld, heeft on langs een uitbreiding gekregen met een beeld van de H. Rochus. De hei lige met het hondje zoals hij wel wordt genoemd. Piet van Dongen, de maker van dit beeld, heeft deze Franse heilige, die rond 1300 heeft geleefd, afge beeld als een jongeman, die door 'n opspringende hond een stuk brood krijgt toegereikt. Andere beelden, zoals b.v. dat kostelijke in de Veltumse kapel beelden hem af, terwijl hij de be langstellende gelovige een verwon ding in zijn been laat zien, die hem kennelijk is toegebracht door de hond. Een van de verloren gegane ra men van de Grote kerk was ook al aan deze heilige gewijd, die in deze streken lange tijd vereerd is. Het eigenaardige is, dat van deze heilige betrekkelijk weinig bekend is. Hij verpleegde als pelgrim in Italië mensen, die aan de pest leden, totdat hij zelf door deze toendertijd grote volksplaag werd getroffen. Om zijn leven weefden zich vele legenden, waarvan er een was, dat hij op zijn pelgrimstocht naar Ita lië het voedsel kreeg van een hond, die hem geregeld brood kwam bren gen. Deze versie kan men dus vin den in de Paterskerk. Neen zeggen anderen, de heilige werd bij zijn verplegingswerk ge beten door een dolle hond, maar werd door Gods genade gespaard voor de vreselijke gevolgen van hondsdolheid. Wat er van zij, de heilige is sinds dien een bijzondere patroon tegen ziekten van mensen en vee en heeft ook in deze streken honderden ver eerders gekend. Trouwens de kapel van Veltum is aan deze heilige toegewijd en dat is dus wel een teken hoe groot de „po pulariteit" van St. Rochus was, als we dat zo uit mogen drukken. In 1896 is er zelfs door de toen malige bisschop van Roermond, Mgr. Boermans een aparte broeder schap van deze heilige opgericht in deze kapel, die als doel had, door de bescherming van de H. Rochus van besmettelijke ziekten bewaard te blijven. Om lid van deze broederschap te worden moest men door de Pastoor van de Petrus Banden worden inge schreven in het ledenregister en jaarlijks een dubbeltje betalen. De leden moet op het feest van St. Rochus of onder het octaaf (16 augustus) de kapel van Veltum be zoeken, waarin op de feestdag van de H. Hubertus (3 november) een Mis voor de overleden leden en op St. Rochus een Mis voor de levende leden van de broederschap wordt opgedragen We kijken in onze tijd ietsjes an ders tegen deze vorm van heiligen verering aan dan onze voor-ouders. Trouwens met besmettelijke ziek ten valt het gelukkig in deze stre ken wel mee, mede dank zij kun dige doktoren en artsen Maar is dat alles dan zinloos ge worden? We geloven 't beslist niet, 't is zo, dat we via de heiligen, Gods hulp eerder verwerven omdat de steun en bijstand van een heilige, dus van een van Gods uitverkore nen, ons gebed waardevoller en dringender zal maken. Waar aan Gods zegen alles gele gen is schakelen we als het ware de heiligen mede in, om die te ver werven. Zo heeft ook St. Rochus voor onze ouders en voorouders veel betekend en zo kan hij ook voor ons veel be tekenen gaan Het is daarom goed dat Pastoor Geerits in zijn nieuwe parochie deze oude Broederschap meenemt Niet alleen als een oude en schone traditie, maar ook voor de moderne mens, die op zijn tijd en op zijn plaats de bescherming van een hei lige niet ontberen kan EEN MOOIE UITDRUKKING: IN STAAT VAN CONCILIE Men hoort er de laatste tijd nog al eens over praten, dat de Kerk zich „in staat van Concilie" bevindt. Als dat zo is, en men mag dat theoretisch zeker onderschrijven, dan loont het toch de moeite na te gaan, wat daar in de praktijk van terecht komt. De Kerk, zo zegt de lopende uit drukking dus dat zijn wijzelf verkeert in staat van Concilie. „Kom nou" zal missichien menig een zeggen,, „ik weet niet eens wat het precies is". Betreurenswaardig, maar toch niet helemaal juist is zo'n opmerking. Omdat men als katholiek, als lid van de Kerk onbewust heel wat is en heel wat doet, dat wel degelijk werk der Kerk is. Men zou er zelfs versteld over staan als eens duide lijk uiteen gezet werd, wat wij on bewust voor de kerkgemeenschap betekenen. Het is dus echt waar, wij verke ren in staat van Concilie. De Paus staat op het punt alle bisschoppen der aarde bijeen te roepen. En de hele hiërarchie heeft zijn ogen en aandacht op deze komende kerkvergadering gericht. Die aandacht bezielt echter ook heel veel katholieken en werkelijk niet alleen maar pastoors, kapelaans en kloosterlingen; tal van leken houden zich bezig met het Concilie. Echter het blijft ergens te beperkt, het Concilie leeft nog niet voldoen de bij de grote massa. Daarmee is dan niet zo zeer be doeld, dat wij onvoldoende hunke ren naar de pompeuse openingenen processies en toespraken, welke in 1963 in de St. Pieter in Rome wor den gehouden. Zulke uiterlijkheden komen erbij en vormen de franje. Neen, om de zuivere mentaliteit te bezitten, zou het anders moeten zijn. Wij zouden allemaal vol moeten zijn van het verlangen, dat grote en ingrijpende hervormingen, zeg gen we maar eerlijk ook diep gaande zuivering van bijkomstighe den en prullaria het gezicht van de Er wordt de laatste tijd nogal veel 'geschreven over de problemen rondom de vrije tijd en de besteding daarvan, vooral door de jeugd. Er werden lange verhandelingen over ten beste gegeven, de een nog be langrijker en wetenschappelijker dan de ander. De problemen rond om de vrije tijd worden opge schroefd en uitgesponnen tot in den treure. Wat ik me afvraag is: of het al lemaal wel zo belangrijk is en of de mogelijkheid bestaat dat men voor eventueel bestaande problemen een oplossing kan vinden. GEEN TYPISCH JEUGD PROBLEEM Realiseren wij ons wel, wat er eigenlijk precies aan de hand is? De moderne ontwikkeling in onze maatschappij biedt de mens steeds meer tijd, die hij voor zichzelf kan besteden. Nu blijkt dat er verschil lende jongelui zijn, die geen kans zien deze vrije tijd zinvol te benut ten. Dit vormt het probleem. Want, deze jongelui gaan zich stierlijk vervelen en worden daardoor ver velend voor hun omgeving. Straatschenderijen en zelfs mis daad zouden hiervan het gevolg zijn. Nu hoopt men een oplossing hiervoor te vinden onder de leuze: „Help de jeugd aan zinvolle vrije tijdsbesteding!" Een loffelijk streven, maar ik vraag me af of die vrije tijd de oor zaak is van de aangehaalde ver schijnselen en.of dit een typisch jeugdprobleem is! VERVELING WAS ER ALTIJD! De verveling die oorzaak zou zijn van jeugdig wangedrag, is echt geen verschijnsel van de laatste tijd, van de vijfdaagse werkweek of zo. Neen, verveling heeft de mens door de eeuwen heen gekend en heeft de mens ook al eeuwen door tot wan gedrag gedreven, want inderdaad gaan die twee dingen vaak hand in hand. De eeuwen dat de mens alleen maar tijd had voor werken en sla pen en dus geen ogenblikje over hield, waarin hij zich vervelen kon, liggen gelukkig achter ons. Sinds enkele tientallen jaren kent de mens in brede lagen de vrije tijd, die dus op de een of andere manier zinvol besteed dient te worden. Nu zijn er twee soorten mensen en wel diegenen die heerlijk van die vrije tijd weten te genieten en er iets van weten te maken en de an dere categorie die er geen raad mee weet. Deze twee groepen mensen waren er door de eeuwen heen en zullen er altijd blijven, omdat de fout niet zit in een teveel aan vrije tijd, want voor de verveiers zou één uur per week al teveel zijn, maar in het feit, dat sommige lieden nooit ge leerd hebben die vrije tijd te beste den. De schuld ligt dus niet bij de slafchtoffers, maar bij de ouders, die niet tijdig onderkenden dat hun kind niets wist te doen buiten de schooluren en die het niet leerden iets prettigs aan te pakken. DE EEN HEEFT HET UIT ZICHZELF, DE ANDER MOET HET LEREN Er zijn kinderen waarbij dit be slist geen probleem is. Van jongsaf weten ze zich te vermaken. Je ziet het al heel snel, het zijn die kinderen die over een rijke fan tasie beschikken en zelfs zonder vriendjes, broertjes of zusjes druk bezig zijn met een of ander stukje speelgoed. Dat zijn diegenen, die later nooit moeilijkheden zullen hebben met hun vrije tijd. Zij behoeven niets te leren, ze hebben het van nature. Daar staan aan de andere kant de kinderen tegenover, die nooit kans hebben gezien zichzelf prettig bezig te houden. Wanneer ze eens alleen zijn en niet kunnen steunen op de fantasie van anderen, vervelen ze zich onbe schrijfelijk en worden uitgesproken Katholieke Kerk, onze gemeen schap, zouden veranderen. Zo'n verlangen, zo'n hunkeren naar een Concilie is geen werk van preken of schrijven alleen; het is ook geen werk van propaganda en reclame. Integendeel, het is de in spiratie van de H. Geest, die we nog te veel als een papieren figuur zien uit de catechismus. In werkelijkheid is de H. Geest de echte goddelijke persoon, die ons allen van eenvoudige dagloner tot fabrieksdirecteur aanspoort te verlangen naar 't nieuwe christen zijn of beter naar het oorspronke lijke en echte christen-zijn in een moderne wereld. En diezelfde Geest is het die ons kan doen bidden en smeken, dat het komend Concilie ons allemaal gron dig vernieuwen zal. Wanneer dat verlangen en die geest in alle katholieken een beetje bewust leven, dan verkeert de Kerk eerst echt in staat van Concilie. lastig. Dan zijn de ouders er niet met de geirriteerde uitroep: „Ga nou eens fijn spelen!" Neen, ouders moeten zo'n kind leiden, ze moeten het leren spelen, ze moeten het leren zichzelf bezig te houden met iets. Wordt die moeite niet genomen, dan zal het kind met dit probleem blijven sukkelen en wordt er later zo eentje dat uit pure verveling tot wangedrag en misschien tot mis daad komt. NU INEENS WEL? Dacht iemand nu werkelijk, dat er voor deze bijna volwassen jeug digen die nooit geleerd hebben zich op de een of andere manier prettig bezig te houden, ineens een metho de kan worden gevonden waarbij dit wél mogelijk is? Kennen de ouderen die over dit probleem theoretiseren, die jongelui wel persoonlijk? Er zijn er velen onder ons, die voor niets, maar dan ook voor to taal niets warm te maken zijn. Hun iëèftijd is meestentijds reeds te hoog om er nog iets aan te kunnen doen, omdat ze hun opvoedingstij d in wezen al achter de rug hebben. Goed, er is misschien een klein deel van hen nog „te redden", maar de anderen zullen een probleem blijven. Nu moeten we dit ook niet te don ker zien, want gelukkig is 't slechts een heel klein deel van de jeugd, dat zo is en het hele probleem lijkt erger en groter, doordat dit deel nu eenmaal juist opvalt. Zijn die jongelui wat ouder en volledig volwassen, dan zullen ze minder opvallen, want dan worden zij die ouderen, zoals we die ken nen, die zichzelf niet bezig kunnen houden, maar bezig worden gehou den door diverse media. Radio, bioscoop en niet te vergeten tele visie vullen dan hun lege uren. Het probleem kan slechts worden opgelost, wanneer van nu af aan door andere opvoeders aan alle kin deren die moeite hebben zichzelf bezig te houden, wordt geleerd hoe het wèl moet. Dan alleen zal er in de toekomst geen probleem meer bestaan. Onder „Verzekeringsmoeilijkhe den" verscheen in uw blad van 29 september een artikel, waarop wij moet reageren. De schrijver van het artikel heeft blijkbaar niet de moed kunnen op brengen zijn artikel te onderteke nen. Dat is jammer, want alle abon- né's hebben er toch wel recht op te weten, wie dergelijke onjuiste be richten samenstelt. Wij zullen zijn artikel op de voet volgen en daarbij kanttekeningen plaatsen. De schrijver begint: Nadat voor een paar jaar terug Nizifo in de volksmond „de zie kenhuisverzekering van de mid denstand" het plotseling vanwege haar lage premie en slechte ac- ceptatiepolitiek niet meer kon ha len, is 't even goed gegaan met de schadeverzekeringen. Waarde lezer, dit raakt kant noch wal. „Nezifo" is een achtenswaardige verzekeringsinstelling en is voor zo ver ons bekend, springlevend en financieel gezond. Schrijver bedoelde waarschijnlijk de Stichting A.Z.R. „Ahoy" uit Rot terdam, die enige jaren geleden als gevolg van een erg royale accep- tatiepolitiek op het terrein van de ziekenhuiskostenverzekering helaas haar einde vond. Wij laten de schrijver verder aan het woord. Thans is het echter weer minder mooi met de Brandaris, welke eveneens tegen abnormale premie scheen te werken en nu met de stukken zit. Ook in Venray schijnen honder den verzekerden te zitten, welke nu plotseling genoodzaakt zijn hun posten over te sluiten. Brandaris was een snelgroeiende maatschappij, die tegen zeer con- currende premieën 't verzekerings bedrijf uitoefende met volgens de jaarverslagen gunstige finan ciële resultaten. Wilt U enkele cijfers? 1956 winstsaldo na aftrek van de nodige reserveringen 627.462,31; 1957 winstsaldo na aftrek van de nodige reserveringen 632.242,67. 1958 geen gegevens voorhanden. 1959 winstsaldo dat aldus in de Winst- en Verliesrekening voor komt 1.575.302,93. Een verslag over 1960 is niet ver schenen. De raad van Commissarissen be stond o.m. uit (volgens het verslag over 1959) de Directeur van N.V. Stoomvaart Maatschappij „Neder land", de Directeur van de Nationa le Handelsbank N.V., de Directeur van de Nederlandse Handel-Maat- schappij N.V. en de Directeur van de N.V. Koninklijke Paketvaart Maatschappij. Hieruit blijkt, dat aandeelhouders grote en gerenomeerde bedrijven waren, waarvan men mag aanne men, dat zij over behoorlijke finan ciële experts beschikken. Dit wekt uiteraard vertrouwen. De balans- en kostenrekeningen zijn nagezien en accoord bevonden door Accountants. Dat van „abnormale" premie ge sproken kan worden blijkt nergens, althans niet voor de binnenlandse verzekeringen. Volgens publicaties zou het ver lies geleden zijn door risico-accep taties in het buitenland. Neen, neen lezer de pijn voor de verzekerden zit niet in de noodzaak om de posten over te sluiten. De pijn zit in de omstandigheid, dat verzekerden de vooruitbetaalde premie mogelijk niet of slechts ten dele zullen terug ontvangen; maar nog erger, dat verzekerden die scha de hebben geleden of schade aan derden hebben toegebracht waar voor zij wettelijk aansprakelijk zijn, nu zelf de schade moeten dragen, althans voor een deel. En nu, geachte lezer, gaat de on bekende schrijver denken! hij ver diept zich zelfs! Wij citeren weer letterlijk: Wij hebben ons er in verdiept hoe 't nu kan, dat dergelijke Maat schappijen zolang als ze draaien, bij 't publiek nog aftrek hebben. Komt dit door de lage premie? Bij dit Brandarisgeval schijnt het althans voor Venray anders te liggen. Aanvankelijk schijnen de bona fide assurantiemensen weinig zin te hebben gehad, om voor deze Maatschappij te werken, daar zij de premie bedenkelijk laag von den. Het landbouwhuis te Roermond ging er toe over een agentschap te nemen. Speciaal voor autoverzekeringen propageerde de Boerenbond via hun zaakvoerders deze Maat schappij bij hun leden en an deren. De vertrouwensmensen van de K.A.B. doken telkens op met hun Brandarispolissen voor W.A.-ge- zin en bromfiets. Ook vanwege andere bonden werd in vele gevallen de Brandarispolis met zijn lage premie gepropa geerd. Wat moest nu de beroepsassuran tieman? Volgens onze mening had hij voet bij stuk moeten houden en blij ven aanbieden wat volgens hem zeker goed was. We kunnen er echter inkomen, als de vakman telkens posten langs zijn neus ziet gaan, omdat derge lijke instanties hem op die wijze beconcurreren, dat hij dan terwille van zijn boterham door de knieën gaat. Al met al schijnt 't weer zó te zijn. Geachte lezer, U zult de zorg van het oversluiten wel met een korrel tje zout willen nemen. Maar om U voor te bereiden op de premie- en schadestrop komt schrijver, zich verdiepend, tot de conclusie, dat er bonafide assuran tiemensen zijn en andere. Kijk, die anderen, die hebben vol gens de schrijver de bonafiden ver leid; terwille van de boterham zijn zij door de knieën gegaan. En wie die andere zijn? Dat is de O.V.M. Roermond, dat zijn de Plaatselijke Corresponden ten van de O.V.M. en die niet bona fiden zijn allemaal de schuld van de stroppen die de Brandaris-verze- kerden lijden! Waarschijnlijk weet schrijver wel, dat de O.V.M. en de O.V.M.-cor- respondenten vanaf l-l-'57 tot en met 1959 bezig zijn geweest om de lopende „Brandaris'-verzekeringen over te schrijven naar O.V.M.-ver- zekeringen. Iedereen mag weten, dat via de O.V.M. op 26 september 1961 slechts 31 Brandaris-verzekeringen liepen over de gehele provincie. Dat de oude Brandaris-verzekerden via de O.V.M., derhalve zonder premie- of schadeverlies reeds jaren bij de O.V.M. zijn ondergebracht. Het is onprettig om het te moe ten zeggen, maar schrijver heeft een onjuiste of onvolledige voorstelling van zaken gegeven. Tenslotte, schrijver heeft waar schijnlijk gedacht zijn eigen stoep te vegen, hetgeen helaas is mislukt. Het verzekeringsbedrijf is door de Brandaris-geschiedenis wel getrof fen. Bij de wens van schrijver om toe zicht op het schadeverzekerings bedrijf te krijgen sluit de O.V.M. zich gaarne aan. Wij wensen nog meer, nl. dat de assuratie-tussenpersoon elkaar en concurrerende instellingen of maat schappijen niet zullen aanvallen maar respecteren. We bedoelen het toch allemaal goed en alleen de verzekerde mag koning zijn. O.V.M. Roermond v. DELFT VANAF VRIJDAG 20 OKTOBER IN LUXOR THEATER VENRAY IN NIEUWE BUURTEN In dit blad is herhaaldelijk gepleit voor speelgelegenheden in de nieu we buurten. Meer dan eens is er op aange drongen, dat in verschillende nieu we wijken, die Venrays uitbreiding vormen, kleine, maar goed uitgerus te speelplaatsen zouden komen voor de jeugd tot 12-13 jaren. Deze oproep werd nog eens vol ledig onderschreven door een ver gadering van de Stichting Diocesa ne" Centrale voor Speeltuin- en Ontspanningsorganisaties voor de jeugd in Limburg. Op deze vergadering werd nog eens uitdrukkelijk gesteld, dat de jeugd tot 12 jaren de wereld wil veroveren. Ze is op een ontdek kingstocht, waarvoor ze ruimte no dig heeft. Nieuwe woonwijken, kleine tuin tjes, en het modern verkeer perken die ruimten al langer hoe meer in en sluiten het kind op. Het kind, dat juist in die tijd het contact met zijn leeftijdgenoten zo hard nodig heeft om de vrije omgang tussen de men sen te leren en te leren geven en nemen. Hij moet ergens in die nieuwe buurten een plaats hebben waar het ongestoord door verkeer en ander dingen, die levensgevaarlijk voor hem zijn, zijn eigen uit kan vieren. Zeker, we hebben een prachtige speeltuin op het Vlakwater. Een onderneming waarop we terecht trots mogen zijn en dat voor de jeugd een unieke gelegenheid is om op vrije middagen eens duchtig van leer te trekken. Maar daarmede zijn we er niet. Want na 4 uur wordt zo'n tocht naar het Vlakwater moei lijk en vele ouders hebben tijd noch gelegenheid om er iedere dag met de kinderen heen te trekken. Dan moeten ze zich in eigen buurt en eigen omgeving bezig kunnen hou den op die z.g. buurt-speelplaatsen. Wie zich afvraagt of een en an der wel zo'n vaart loopt moet op 'n zonnige dag eens gaan kijken voor de flats in Zuid, waar men een zandbak heeft neergezet. Daar is 'n bedrijvigheid van belang. Een bedrijvigheid die alleen maar toe zal nemen naarmate in deze vrij jonge buurt kinderen zullen ko men Van deze zijde is ook al eens ge schreven, dat de inrichting van 'n dergelijke buurt-speelplaats een kwestie is van buurtgemeenschap in samenwerikng met de plaatse lijke overheid. Hierop is practisch niet gerea geerd. De gemeente meent dat de buurtschappen hiervoor moeten zorgen en de buurtverenigingen zeggen, dat het een taak van de gemeente is. Misschien is het goed er op te wijzen wat de burgemeester van Sittard op genoemde vergadering wel vertelde. Deze burgemeester wees er op, dat de jeugd in de stedelijke samen leving feitelijk een verdrukte groep is. Want hun oude speelterreinen, braak liggende grond en de straat, wordt door uitbreiding en verkeer steeds meer bezet en ze worden te ruggedrongen in een hoek. Daarom zijn buurt-speelplaatsen noodzakelijk. Buurtspeelplaatsen, die de steun van de overheid moe ten hebben, maar waarvoor het ini tiatief genomen moet worden door de buurt-gemeenschap zelf. Een speeltuin, aldus deze burger vader, is niet alleen een zaak van

Peel en Maas | 1961 | | pagina 9