'tis weer October Lollebeek-plan begint... De kinderbijslag Voetgangers wachten op 1 nov. Uil Peel en Haas WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN SSS^/ÏÏ. Zondagsdienst huisartsen Vrijdag 13 oktober 1961 No. 41 Twee en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 NGIRO^K0652 .50 (bulten Venray 1.75) Op 22 november a.s. zal de stemmingsvergadering voor het Lol- lebeekplan gehouden worden Dit was het grote nieuws dat de Voorzitter, Deputé Achten, mee deelde in een gesprek over het Lollebeekplan. Voordien krijgen alle belanghebbenden een aangetekend schry- ven van de Provinciale Griffie waarin ze uitgenodigd worden te verschijnen op de stemmmingsvergadering. Waar deze vergadering gehouden wordt is nog niet bekend op het moment dat wij dit schrijven. Maar men heeft plannen om tussen Ven ray en Horst, ergens een grote tent te plaatsen, waarin alle mensen een plaats kunnen vinden en eventueel hun stem kunnen uitbrengen. Zoals bekend worden degenen, die er wel belang bij hebben, doch niet op deze vergadering komen, geacht voor te stemmen ER ZIT SCHOT ACHTER Uit alles blijkt dus, dat het voor opgestelde doel om in het najaar 1961 tot de stemmingsvergadering te komen ook bereikt wordt. Dit on danks het feit, dat de ontginnig van de Heydse Peel gestagneerd werd door de plannen van het Ministerie van Oorlog om hier een oefenter rein van te maken voor tanks, en die van het Ministerie van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen om dit terrein als natuur- en re creatiegebied te behouden. Het heeft geruime tijd geduurd voordat hierin een beslissing geno men is en hoewel dit de verdere af wikkeling van het Lollebeekplan slechts gedeeltelijk heeft gestag neerd, vreesde men aanvankelijk, dat een en ander er oorzaak van zou zijn, dat deze stemmingsverga dering eerst in 1962 gehouden zou kunnen worden. Doch alles is nog op zijn pootjes terecht gekomen en men ziet de stemmings verga dering dan ook vol vertrouwen tegemoet. Ondanks het feit, dat zoals we vorige week reeds vertelden men van bepaal de zijde nog altijd niet goed weg kan met de ontginning van de Heydse Peel. ONTGINNING IS BEGONNEN We hebben U al eerder verteld, dat met de ontginning van de Heyd se Peel een begin is gemaakt. De ontwatering van dit nog al geacci denteerde terrein is de eerste op gave, waarna men het komend jaar met de feitelijke ontginnigswerk- zaamheden denkt te kunnen begin nen. Dan komen ruim 20 boerderijen van gemiddeld 18 ha ter beschik king voor verkaveling. Op de eerste plaats zal daardoor ruimte verkregen worden voor de stichting van een tuinbouwgebied in Oirlo en op de tweede plaats voor verdere verbetering van de verkavelingstoestand in het gebied van de Lollebeek. Een en ander kost natuurlijk tijd, terwijl men ook nog zit met het vraagstuk of dit als werkobject met de hand of machinaal ontgonnen moet worden. Gezien de huidige toestand van de arbeidsmarkt zal het wel mecha nische ontginning worden, wat een vluggere afwerking en verwezen lijking alleen maar in de hand werkt. 350.000 Op de begroting voor 1962 heeft het Ministerie van Verkeer en Wa terstaat ook staan 350.000 voor verbetering van de Watertoevoer in het Lollebeek-gebied. Dit bedrag schijnt bestemd te zijn voor de ver betering van de Helenavaart, die practisch dichtgegroeid is. Zoals bekend is, wordt in Panheel via een pompgemaal in de toekomst zo nodig 3 m3 Maaswater overge pompt in het kanaal Wessem-Ne- derweert, waarvan dan het water via de Noordervaart en de Helena vaart in het Defensiekanaal terecht komt. Dit water is dan bestemd voor watertoevoer in het Lollebeek- gebied. Nu is voor een dergelijke water massa natuurlijk noodzakelijk, dat de toevoerkanalen in orde zijn. Dit kan van de Helenavaart zeker niet beweerd worden, aangezien die te smal en te ondiep en bovendien voor een groot deel is dichtggroeid. Dit kanaal moet dus worden uit gediept en schoongemaakt, terwijl bovendien bij Griendtsveen ook nog een inlaat gemaakt moet worden voor het te „verwerken" water. VEEL VOORBEREIDEND WERK Uit dit alles blijkt dus wel, dat langzaam maar zeker het grootste verkavelingsplan van onze dagen, het Lollebeekplan, op toeren begint te komen. Want behalve de ontgin ning van de Heydse Peel en de jongste maatregel van de Minister inzake de Helennavaart, is er door de Cultuur Technische Dienst al ja ren lang gewerkt en gedokterd óm een en zo goed mogelijk plan in el kaar te zetten. Een plan van wegen en waterlos singen, een plan voor landschaps aankleding, en niet te vergeten het verkavelingsplan. Een werk, dat als een legpuzzel, stukje voor stukje, uitgezocht moest worden, op zijn verdiensten moest worden beoordeeld en in het grote geheel moest worden ingepast. Waarbij met honderd-en-een in stanties overlegd moest worden en met duizend-en-een op- en aanmer kingen rekening moest worden ge houden. Maar nu komt dan feitelijk het eerste hoogtepunt, de stem mingsvergadering. Dan worden de plaatselijke com missies gekozen, waarna al dat voorbereidende werk langzaam maar zeker in uitvoering gaat ko men Het is waarlijk niet de eerste keer, dat er moeilijkheden zijn ontstaan, over dë kinderbijslagen. Het is ook een moeilijk en „teer" onderwerp. Nu is dan eindelijk ook de kwes tie kinderbijslag voor zelfstandigen aan de orde gesteld. Het is te voorzien dat er moei lijkheden zouden ontstaan. Eén mi nister sneuvelde reeds! Nu is dan onze nieuwe minister van sociale zaken en volksgezond heid gekomen met een opgepoetst en enigszins aangetast ontwerp waar echter ook nog allerlei schoonheids foutjes aan kleven. Het is niet het eerste jaar, dat er moeilijkheden zijn. Reeds in 1922 werd een ontwerp kinderbijslag op het departement samengesteld en ziehet heeft het nooit tot een behandeling gebracht. EEN GRONDSLAG Het ontwerp kreeg rust tot dat na een advies van de Hoge Raad van arbeid in het zittingjaar 1938/39 een ontwerp Kinderbijslagwet bij de Tweede Kamer werd ingediend. Deze wet kwam tot stand op 23 december 1939. Bij gedeelten trad zij in werking in de loop van het jaar 1940. Het beginsel van deze eerste wet beoogde een grondslag te leggen voor een rechtvaardige verdeling van het totale bedrag, dat wordt „verloond", door verplicht te stel len, dat bij de loonbepaling voor hen, wier gezin de feitelijk ge middelde omvang overtreft, met de daarmede samenhangende gro tere lasten wordt rekening ge houden. „Doorvoering van dat beginsel werd door het algemeen welzijn ge vorderd", aldus de memorie van toelichting met het (gebruikelijke) germanisme. Dit welzijn, aldus nog steeds deze memorie van toelichting, bracht mede, dat de redelijk - en zedelijk handelende mens, die voor het le vensonderhoud van zich en zijn ge zin is aangewezen op zijn arbeids kracht, niet een belemmering ont moet tot het voldoen van zijn recht op vorming van een gezin naar de wetten der natuur en van zijn plicht tot onderhoud van het aldus door hem gevormde gezin. Deze zorg moest drukken op het bedrijf, omdat de arbeider met zijn arbeid het onderhoud voor zich en de zijnen moet kunnen verdienen. NIET TEN LASTE VAN EEN WERKGEVER Opgemerkt werd nog, dat het minder juist ware, dat deze zorg werd gelegd op de individuele werkgever, omdat het dan voor ar beiders met grote gezinnen, moei lijker zo niet onmogelijk zou wor den, werk te vinden. De bijslagen moesten derhalve worden omgeslagen over alle werk gevers, naar evenredigheid van het door hem aan hun arbeiders uitbe taalde loon. Latere wetswijzigingen zijn er de oorzaak van geweest, dat het prin cipe van de Kinderbijslagwet voor een groot deel verloren is gegaan, omdat nu ook aan arbeiders met 'n klein gezin en voor pleegkinderen en natuurlijke kinderen bijslag wordt uitgekeerd. HOOGSTENS DE HELFT! De grote struikelblokken van de huidige wet ziin en zullen wel blijven de betaling van bijslag aan het eerste en tweede kind dei- zelfstandigen en de verplichting voor kinderloze echtparen en vrij gezellen om andermans kinderen te onderhouden. Naar#onze mening is 't 'n schreeu wend onrecht, de kinderen van de zelfstandigen ten achter te stellen bij die van de loontrekkenden en al beoogt de nieuwe wet een ge lijkschakeling, toch is er wederom verschil gemaakt. Een „algemene kinderbijslag ver zekering", zoals op 26 oktober 1957 werd ingediend, kost geld, veel geld zelfs en de regering wil de pre mie zo laag mogelijk houden, doch dit moet nu gaan ten koste van de eerste twee kinderen van de zelf standigen. Voor deze beide kinderen wordt thans ten hoogste een halve uitke ring in 't vooruitzicht gesteld en dan moet de zelfstandige nog erg klein zijn en al omkomen van de ellende, voor bewezen is dat die toeslag ge rechtvaardigd kan zijn. Toen de Algemene Ouderdomswet 't licht zag werd er ook een premie gevraagd van 6,75% (naderhand bleek deze premie veel te hoog te zijn) en kregen de werknemers een looncompensatie van 5,6%. Goed, de overtollige gelden zijn gebruikt voor financiering van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, dat neemt .niet weg, dat er nu ook een compensatie uit de bus zou kun nen komen, al gaat dit dan weer ten koste van de werkgevers, die vol gens het nieuwe ontwerp de volle premie moeten gaan betalen. Niet bepaald een fraaie geste, maar zelf wil de regering er liefst niets bijleggen ONREDELIJK VERHAAL Waarom de vrijgezellen, die toch al kind van de rekening zijn bij de belastingpolitiek van onze na-oor- logse regeringen, nu nog moeten gaan meebetalen aan de kosten van de kinderijke gezinnen, is een zeer klemmende vraag. De vrijgezellen betalen waarlijk al genoeg aan de gemeenschap en als zij niet kunnen huwen, of geen gezin wensen te stichten, dan wel nog niet zover zijn omdat ze eerst nog moeten sparen voor hun uitzet en inrichting, is het werkelijk on redelijk om op hen te verhalen wat de rijk gezegende echtparen aan hun nageslacht ten koste leggen. De ongehuwde vrouw boven de 45 wordt wel ontzien. Het is niet meer dan logisch, dat ook de onge huwde man, het ongehuwde meisje en niet te vergeten het kinderloze echtpaar van het betalen van pre mie worden vrijgesteld. Minister van Rooy heeft er het loodje bijgelegd hoe zal het dr. Veldkamp in de Tweede Kamer vergaan? Het is geen aangenaam baantje, minster van sociale zaken en volks gezondheid te zijn, die aan de ene kant natuurlijk veel moet en wel iets wil, aan de andere kant helaas niets kan doen, als de minister van financiën de beurs niet opent! Ondertussen tobben wij voort met een gebrekkige instelling en een discriminatie van bepaalde kinde ren, die „geen uitkering waard" zijn. Ondertussen zien alle zelfstandi gen hun lasten vermeerderen met de premie voor de bijslag aan hun personeel. En ondertussen ervaren tal van echtparen in den lande, dat kinderen" die ze graag zouden be zitten, maar helaas niet kregen, toch geld van hen vragen. Het is een vreemde wet. Het zij dan voor de zoveelste maal nog maar eens herhaald want men kan dat schijnbaar niet te weinig doen, op 1 november a.s. gaat de nieuwe voetgangersregeling in. Een regeling die iedere weggebruiker zich niet alleen goed in de oren moet knopen, maar waar hij of zij ook naar te handelen heeft. In het kort komt deze regeling hierop neer, dat de voetganger van af die datum voorrang heeft op de oversteekplaatsen, die met witte strepen zijn voorzien, dus op z.g. ze bra's. Automobilist, motor- of brom- fietsbérijder, alsmede fietser moe ten dus de voetganger op deze ze-i bra's vrije baan geven en netjes wachten tot hij of zij is overge stoken. Die dat niet doet gaat op de bon Daarmede is voqt de eerste keer de voetganger ook eesvsoort wette lijk beschermd wezen geworden en geen vrijwild, waarop de andere verkeersdeelnemers maar jagen kunnen. Hij is op de witte strepen heer en meester. Van de andere kant zal de voet ganger er aan moeten denken, dat ook hij als verkeerdeelnemer plich ten heeft. En een van die nieuwe plichten is, dat hij de straat niet mag oversteken, indien binnen 30 meter een officiële oversteekplaats te vinden is. Hij moet dan gebruik maken van de zebra. Doet hij dat niet, dan gaat hij op de bon. Ook deze nieuwe regeling ont slaat geen enkele verkeersdeelne mer aan zijn plicht zijn gezond verstand te blijven gebruiken, ge disciplineerd zich te gedragen, op lettend te zijn en geduldig en in schikkelijk. Hij of zij, die teveel op zijn rech ten blijft staan ook als voetgan ger, zal vandaag of morgen de re kening gepresenteerd krijgen. De voetganger zal er wijs aan doen zoveel mogelijk van de offi ciële oversteekplaatsen gebruik te maken. In Venray-kom kennen we deze nuttige zebra's o.a. tegenover de Montessorischool op de Eindstraat. Verder op de kruising Julianasin- gel-Dr.Poelsstraat-Hofstraat. Dan nabij het Gemeentehuis in de Hofstraat en in de Grotestraat. Ook bij het postkantoor op het kruispunt Grotestraat, Poststraat, Paterstraat, Henseniusstraat en Henseniusplein liggen de witte stre pen, evenals op de kruising Pater straat, Oude Oostrumseweg, Leun- seweg en Pa terslaan. Op de Langstraat zijn twee ze bra's nabij de kruising met de Pa- terslaan en bij de kruising met de Henseniusstraat. Het staat wel vast, dat als de nieuwe regeling inderdaad behoor lijk blijkt te functioneren, dat dit aantal officiële oversteekplaatsen in Venray-kom nog aanmerkelijk zal worden uitgebreid. Men verwacht, dat de gemeenteraad zelfs voor die datum nog dergelijke besluiten zal nemen. Nogmaals zij benadrukt, dat zelfs de beste verkeersregeling geen zin heeft als de mensen er zich niet naar gedragen. Het is toch zo, dat geen zinnig mens van huis gaat met de bedoe ling zich dood te rijden of te laten rijden. Toch staan er dagelijks dodelijke verkeersongelukken in de krant, toch gaat er geen dag voorbij zon der dat er stukken en brokken ge maakt worden en dat mensen met kwetsuren naar de ziekenhuizen moeten worden overgebracht. Daar zullen van allerlei factoren de schuld van zijn, maar zeker niet de minste dat men de doodgewone christelijke naastenliefde buiten de deur van zijn auto houdt of een brommer schijnbaar niet nodig heeft. Opletten en verstand gebruiken en. voor wat de voetgangers betreft: de zebra gebruiken Dan zal het waarachtig wel gaan. Toen ik vorige week in Uw blad het artikel las onder bovenstaande kop, heb ik weer even teruggedacht aan die octoberdagen van 1944. Aan dat leed dat over Venray kwam en dat werd ingezet met een bombardement op Huize St. Anna. We hadden ruim vier en halfjaar oorlog en we hadden feitelijk geen belui van wat oorlog was. Ook niet toen we weggejaagd moesten wor den bij die rokende puinhopen van dat ene paviljoen van St. Anna. waar we nieuwsgierig naar stonden te loeren. We hadden er zelfs geen belui van toen de zware Tigertanks naar Overloon trokken en we de Engelse jachtvliegtuigen telkens opnieuw aan de kim zagen duiken op Duitse weerstandsnesten. We kankerden op tabak, die we niet konden krijgen met ons bon netjes in de hand, op het schaarser worden van sommige levensmidde len Wisten we wat oorlog was Zelfs niet toen het Engelse ge schut Venray zelf als doel nam, re aliseerden we ons, dat ook het uur voor Venray geslagen was. We gingen er iets van begrijpen toen er vluchtelingen uit Overloon kwamen, toen er mensen doodsloe gen op straat en we zelf vloekend in het een of ander huis een toevlucht moesten zoeken, omdat de granaten over ons heen huilden en krakend insloegen enkele straten verder. We gingen het begrijpen, toen we ons moesten voorbereiden op een kelderleven. Een kelderleven dat werd ingezet door een bombarde ment dat de kom van Venray uit- eenscheurde en van tientallen bur gers het leven vroeg. We leerden het begrijpen toen we angstig in de kelders weggescholen de kruitdamp roken en de puin proefden. Toen Jerusalem brandde en kra ters gaapten waar eens huizen ston den. Toen een pater als in de da gen der catacomben de Mis opdroeg in kelders en van de Grote Kerk 't mager skelet van enkele pilaren de hemel in staken. Het is de tijd geweest van de laffen en de sterken. Van de men sen, die dag-in, dag-uit het puin doorwoelden op zoek naar bedol ven lichamen. Van de man, die op een kruiwagen een gewonde naar het ziekenhuis bracht, terwijl in de bomen van het St. Odapark de granaatscherven ritselden Van zovelen, wier namen onbe kend zijn, maar die in die dagen als vanzelfsprekend telkens opnieuw bereid waren hun leven te wagen voor dat van anderen.. We waren communisten gewor den. Geen rang en stand telden meer. Van wat de een in overvloed had, werd gedeeld met hem, die ge brek had. De kelders stonden open, zoals de harten openstonden. En we hadden angst. Angst om het leven, waarvoor we de mond droog baden. We werden vaklui, die aan het geluid konden horen of het Duits of Engels geschut was en die elkaar probeerden wijs te maken dat als je de granaat kon horen fluiten hij ver over je heen ergens neer zou slaan. We slopen uit de holen als dieren op voedsel uit en wisten als half- wilden ons eten te bereiden. We wisten toen wat oorlog was. Toen daar in Jerusalem de doden lagen met een fles, waarin hun naam. Toen daar bij het ziekenhuis op de binnenplaats een kerkhof kwam en de gangen en kelders vol lagen met gewonden. We wisten wat oor log was toen na dagen puin verzet ten goede bekenden onherkenbaar opgedolven werden. Toen Iedere Venrayer heeft er zijn eigen belevenissen, zijn eigen „oorlogsleven". De herinnering aan die tijd is als alle herinnerin gen afgesleten en de meest ruwe en pijnlijke kanten zijn weer glad. De lidtekens worden minder, evenals de pijn. En een nieuwe generatie kijkt je een beetje vreemd aan, als die dagen ter sprake komen. Ze we ten niet wat oorlog is en hebben die bittere les niet hoeven leren Voor hen zijn de namen van die bronzen borden op het kerkhof van de Petrus Banden nietszeggend als vele grafkruizen. Ze zien de nieuwe panden in de straten en zeggen, dat Venray heel aardig is opgebouwd. En ze vinden het oorlogsmonument niet bepaald .denderend". Och het is goed zoHet leven gaat verder zeggen we na iedere begrafenis en zo ook na deze „Ven- rayse oorlog". Voor de doden is een nieuwe ge neratie gekomen, de puin is ge ruimd, de kraters gedicht. Het vee graast weer rustig in de weiden, waarin soldaten eens stierven. Het leven gaat er weer zijn oude gang Maar het is goed, dat toch telkens weer in october gewezen wordt op wat inderdaad de zwartste bladzijde is in Venrays geschiedenis. Een zwarte bladzijde waarop ech ter met gouden letters geschreven staat: de hulpvaardigheid, de on derlinge saamhorigheid goedheid en onbaatzuchtigheid, die temidden van dit oorlogsgeweld hebben ge bloeid. Zulk een herinneringsdag zal bij de ouderen de herinnering weer wakker roepen aan alles wat toen is gebeurd. Aan hun eigen persoon lijke belevenissen en leed, aan die van anderen, aan die van onze ge hele gemeenschap. En de jeugd kan dan ervaren wat ouderen hebben meegemaakt en doorstaan. En zij kunnen dan leren, dat wat tot heden is bereikt te dan ken is aan veel persoonlijk leed Venray mag die dagen nooit ver geten C.S. beschikbare spoorwagens gering. Het gevolg was, dat talloze aardap pelen niet vervoerd kunnen worden, tot grote schade van de handel. Nu zegt de wet en profeten wel, dat de spoorwegen aan een termijn gebon den zijn, om je wagens te leveren, maar waar niets is, verliest zelfs de keizer zijn recht. van 24 oktober 1936 - Op het solistenconcours te Vierlingsbeek verwierven een drie tal leden van het St. Servatiusmu- ziekkorps een eerste prijs en wel: Jean v.d. Ven, le in le afd. met Tuba, solo „Marceau de Salon"; P. Fleuren, le in le afd. met bugle, solo „O Lovely Night"; J. Verstegen, le in afd. uitmuntendheid met Trombone, solo „Concertino". Pia nobegeleiding M. Arts, Venray. - Ingevolge de bouwverordening werd vergunning verleend aan M. Arts, tot het bouwen van een dub bel woonhuis aan de Maashezerweg. - Het bouwen van een boerderij met 5 kippenhokken te Deurne (Crayenhut) voor rekening van P.J. Philipsen te Klein-Oirlo, werd aan genomen door M. Philipsen te Deur ne voor de som van 6.568. van 14 oktober 1911 Te Castenray werd aanbesteed het bouwen van een woonhuis met stalling enz. voor rekening van M. Claassens te Klein-Oirlo. Voor het timmerwerk werd ingeschreven als volgt: M. Thijssen 950; A. Dinghs 945; M. Linskens 930; M. Nelissen 925.50. Aan de laagste inschrijver werd het werk gegund. Van 6 tot 13 oktober 1911 wer den geboren: Maria H. Hoedema- kers; Henricus H. Stevens; Peter H. Dommeck; Johannes H. Engels; Bernardina H. Engels. Bij de in het district Weert ge houden stemming voor de verkie zing van een lid der Prov. Staten, kwamen van de 4944 kiezers er slechts 1536 ter stembus, waarbij ook nog 31 ongeldige stemmen wer den uitgebracht, op de heer Schil lings werden 1214 stemmen uitge bracht waarmede hij werd gekozen. Het getal te vervoeren kilo's aardappelen is enorm, het getal der Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de praktijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. XV. J.A. BLOEMEN Stationsweg 15 Telefoon 1465 Uitsluitend voor spoedgevallen GROENE KRUIS Donderdag a.a.: Zuigelingen-bureau voor de kerk dorpen. ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS Overloon Zr. M. JANS Tel. K 4788—262 ZIEKENAUTO bel 04780-1592 b.g.g. 2116 NIEUWS UIT VENRAY EN ONIGEVINP"' INSTUIF VENRA Het ziet er naar uit, d een „groots jaar" ingaatr- stelling is enorm. Er z kele moeilijkheden gerc., treft introducées. De Instuif is een besloten club, die alleen toegang verleent aan le den, in bezit van een lidmaatschaps kaart. Ons programma vermeldt: za terdag 14 oktober dansen in Prin senhof met muzikale medewerking van Gerrit Lucassen. IN DE MISSIE OVERLEDEN Bij de familie te Venray is be richt ontvangen, dat zuster Maria Theresia in de wereld Wilhelmina Jacobs, in de Missie van Noord-Af- rika (Birkadem) plotseling overle den is. Zuster Maria Theresia werd te Castenray geboren en was van 1913 werkzaam in dit missiegebied. In 1959 kwam zij voor de eerste maal op vacantie naar Nederland, en vertrok in aug. 1960 voor de 2e maal naar de missie. De overleden zuster was 68 jaar oud. - BENOEMD Tot onderwijzer aan de R.K. La gere school voor jongens (Dr. Poels- school) werd door het kerkbestuur van St. Petrus Banden benoemd, de heer W. Stevens uit Well. AANRIJDING Op het kruispunt Marktstraat- Schoolstraat kwam G. uit Vierlings beek, die geen voorrang verleende in aanrijding met de heer J. uit Venray. Daar J. in de flank werd aangereden, werd hij tegen de eta lageruit van de bloemisterij „de Eeuwige Lente" geworpen. De ruit werd vernield alsmede een rijwiel dat hier geparkeerd stond. VERPLEGERS WERDEN ONTGROEND Vrijdagavond stond Venray in het teken van de ontgroening van de eerste jaars verplegers, die door hun oudere collega's ontgroend werden. Boven op een traktor zaten de verplegers, waarachter de een- jaars, vastgebonden met een touw, door de straten van Venray trok ken. Op het Henseniusplein moesten de jongeren schoenriemen verkopen en op de Grote markt de trappen van het gemeentehuis poetsen en afwassen. Een en ander had veel bekijks van de bevolking. In Huize St. Ser- vatius had het verdere proces van de ontgroening plaats.

Peel en Maas | 1961 | | pagina 1