'tis weer October
Lollebeek-plan begint...
De kinderbijslag
Voetgangers wachten op 1 nov.
Uil Peel en Haas
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN SSS^/ÏÏ.
Zondagsdienst huisartsen
Vrijdag 13 oktober 1961 No. 41
Twee en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512
NGIRO^K0652
.50 (bulten Venray 1.75)
Op 22 november a.s. zal de stemmingsvergadering voor het Lol-
lebeekplan gehouden worden
Dit was het grote nieuws dat de Voorzitter, Deputé Achten, mee
deelde in een gesprek over het Lollebeekplan.
Voordien krijgen alle belanghebbenden een aangetekend schry-
ven van de Provinciale Griffie waarin ze uitgenodigd worden te
verschijnen op de stemmmingsvergadering.
Waar deze vergadering gehouden
wordt is nog niet bekend op het
moment dat wij dit schrijven. Maar
men heeft plannen om tussen Ven
ray en Horst, ergens een grote tent
te plaatsen, waarin alle mensen een
plaats kunnen vinden en eventueel
hun stem kunnen uitbrengen.
Zoals bekend worden degenen,
die er wel belang bij hebben, doch
niet op deze vergadering komen,
geacht voor te stemmen
ER ZIT SCHOT ACHTER
Uit alles blijkt dus, dat het voor
opgestelde doel om in het najaar
1961 tot de stemmingsvergadering
te komen ook bereikt wordt. Dit on
danks het feit, dat de ontginnig van
de Heydse Peel gestagneerd werd
door de plannen van het Ministerie
van Oorlog om hier een oefenter
rein van te maken voor tanks, en
die van het Ministerie van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen
om dit terrein als natuur- en re
creatiegebied te behouden.
Het heeft geruime tijd geduurd
voordat hierin een beslissing geno
men is en hoewel dit de verdere af
wikkeling van het Lollebeekplan
slechts gedeeltelijk heeft gestag
neerd, vreesde men aanvankelijk,
dat een en ander er oorzaak van
zou zijn, dat deze stemmingsverga
dering eerst in 1962 gehouden zou
kunnen worden.
Doch alles is nog op zijn pootjes
terecht gekomen en men ziet de
stemmings verga dering dan ook vol
vertrouwen tegemoet. Ondanks het
feit, dat zoals we vorige week
reeds vertelden men van bepaal
de zijde nog altijd niet goed weg
kan met de ontginning van de
Heydse Peel.
ONTGINNING IS BEGONNEN
We hebben U al eerder verteld,
dat met de ontginning van de Heyd
se Peel een begin is gemaakt. De
ontwatering van dit nog al geacci
denteerde terrein is de eerste op
gave, waarna men het komend jaar
met de feitelijke ontginnigswerk-
zaamheden denkt te kunnen begin
nen.
Dan komen ruim 20 boerderijen
van gemiddeld 18 ha ter beschik
king voor verkaveling.
Op de eerste plaats zal daardoor
ruimte verkregen worden voor de
stichting van een tuinbouwgebied
in Oirlo en op de tweede plaats
voor verdere verbetering van de
verkavelingstoestand in het gebied
van de Lollebeek.
Een en ander kost natuurlijk tijd,
terwijl men ook nog zit met het
vraagstuk of dit als werkobject met
de hand of machinaal ontgonnen
moet worden.
Gezien de huidige toestand van
de arbeidsmarkt zal het wel mecha
nische ontginning worden, wat een
vluggere afwerking en verwezen
lijking alleen maar in de hand
werkt.
350.000
Op de begroting voor 1962 heeft
het Ministerie van Verkeer en Wa
terstaat ook staan 350.000 voor
verbetering van de Watertoevoer in
het Lollebeek-gebied. Dit bedrag
schijnt bestemd te zijn voor de ver
betering van de Helenavaart, die
practisch dichtgegroeid is.
Zoals bekend is, wordt in Panheel
via een pompgemaal in de toekomst
zo nodig 3 m3 Maaswater overge
pompt in het kanaal Wessem-Ne-
derweert, waarvan dan het water
via de Noordervaart en de Helena
vaart in het Defensiekanaal terecht
komt. Dit water is dan bestemd
voor watertoevoer in het Lollebeek-
gebied.
Nu is voor een dergelijke water
massa natuurlijk noodzakelijk, dat
de toevoerkanalen in orde zijn. Dit
kan van de Helenavaart zeker niet
beweerd worden, aangezien die te
smal en te ondiep en bovendien
voor een groot deel is dichtggroeid.
Dit kanaal moet dus worden uit
gediept en schoongemaakt, terwijl
bovendien bij Griendtsveen ook nog
een inlaat gemaakt moet worden
voor het te „verwerken" water.
VEEL VOORBEREIDEND WERK
Uit dit alles blijkt dus wel, dat
langzaam maar zeker het grootste
verkavelingsplan van onze dagen,
het Lollebeekplan, op toeren begint
te komen. Want behalve de ontgin
ning van de Heydse Peel en de
jongste maatregel van de Minister
inzake de Helennavaart, is er door
de Cultuur Technische Dienst al ja
ren lang gewerkt en gedokterd óm
een en zo goed mogelijk plan in el
kaar te zetten.
Een plan van wegen en waterlos
singen, een plan voor landschaps
aankleding, en niet te vergeten het
verkavelingsplan.
Een werk, dat als een legpuzzel,
stukje voor stukje, uitgezocht moest
worden, op zijn verdiensten moest
worden beoordeeld en in het grote
geheel moest worden ingepast.
Waarbij met honderd-en-een in
stanties overlegd moest worden en
met duizend-en-een op- en aanmer
kingen rekening moest worden ge
houden. Maar nu komt dan feitelijk
het eerste hoogtepunt, de stem
mingsvergadering.
Dan worden de plaatselijke com
missies gekozen, waarna al dat
voorbereidende werk langzaam
maar zeker in uitvoering gaat ko
men
Het is waarlijk niet de eerste keer,
dat er moeilijkheden zijn ontstaan,
over dë kinderbijslagen. Het is ook
een moeilijk en „teer" onderwerp.
Nu is dan eindelijk ook de kwes
tie kinderbijslag voor zelfstandigen
aan de orde gesteld.
Het is te voorzien dat er moei
lijkheden zouden ontstaan. Eén mi
nister sneuvelde reeds!
Nu is dan onze nieuwe minister
van sociale zaken en volksgezond
heid gekomen met een opgepoetst
en enigszins aangetast ontwerp waar
echter ook nog allerlei schoonheids
foutjes aan kleven.
Het is niet het eerste jaar, dat er
moeilijkheden zijn. Reeds in 1922
werd een ontwerp kinderbijslag op
het departement samengesteld en
ziehet heeft het nooit tot een
behandeling gebracht.
EEN GRONDSLAG
Het ontwerp kreeg rust tot dat na
een advies van de Hoge Raad van
arbeid in het zittingjaar 1938/39 een
ontwerp Kinderbijslagwet bij de
Tweede Kamer werd ingediend.
Deze wet kwam tot stand op 23
december 1939. Bij gedeelten trad
zij in werking in de loop van het
jaar 1940.
Het beginsel van deze eerste wet
beoogde een grondslag te leggen
voor een rechtvaardige verdeling
van het totale bedrag, dat wordt
„verloond", door verplicht te stel
len, dat bij de loonbepaling voor
hen, wier gezin de feitelijk ge
middelde omvang overtreft, met
de daarmede samenhangende gro
tere lasten wordt rekening ge
houden.
„Doorvoering van dat beginsel
werd door het algemeen welzijn ge
vorderd", aldus de memorie van
toelichting met het (gebruikelijke)
germanisme.
Dit welzijn, aldus nog steeds deze
memorie van toelichting, bracht
mede, dat de redelijk - en zedelijk
handelende mens, die voor het le
vensonderhoud van zich en zijn ge
zin is aangewezen op zijn arbeids
kracht, niet een belemmering ont
moet tot het voldoen van zijn recht
op vorming van een gezin naar de
wetten der natuur en van zijn plicht
tot onderhoud van het aldus door
hem gevormde gezin.
Deze zorg moest drukken op het
bedrijf, omdat de arbeider met zijn
arbeid het onderhoud voor zich en
de zijnen moet kunnen verdienen.
NIET TEN LASTE VAN EEN
WERKGEVER
Opgemerkt werd nog, dat het
minder juist ware, dat deze zorg
werd gelegd op de individuele
werkgever, omdat het dan voor ar
beiders met grote gezinnen, moei
lijker zo niet onmogelijk zou wor
den, werk te vinden.
De bijslagen moesten derhalve
worden omgeslagen over alle werk
gevers, naar evenredigheid van het
door hem aan hun arbeiders uitbe
taalde loon.
Latere wetswijzigingen zijn er de
oorzaak van geweest, dat het prin
cipe van de Kinderbijslagwet voor
een groot deel verloren is gegaan,
omdat nu ook aan arbeiders met 'n
klein gezin en voor pleegkinderen
en natuurlijke kinderen bijslag
wordt uitgekeerd.
HOOGSTENS DE HELFT!
De grote struikelblokken van de
huidige wet ziin en zullen wel
blijven de betaling van bijslag
aan het eerste en tweede kind dei-
zelfstandigen en de verplichting
voor kinderloze echtparen en vrij
gezellen om andermans kinderen
te onderhouden.
Naar#onze mening is 't 'n schreeu
wend onrecht, de kinderen van de
zelfstandigen ten achter te stellen
bij die van de loontrekkenden en
al beoogt de nieuwe wet een ge
lijkschakeling, toch is er wederom
verschil gemaakt.
Een „algemene kinderbijslag ver
zekering", zoals op 26 oktober 1957
werd ingediend, kost geld, veel
geld zelfs en de regering wil de pre
mie zo laag mogelijk houden, doch
dit moet nu gaan ten koste van de
eerste twee kinderen van de zelf
standigen.
Voor deze beide kinderen wordt
thans ten hoogste een halve uitke
ring in 't vooruitzicht gesteld en dan
moet de zelfstandige nog erg klein
zijn en al omkomen van de ellende,
voor bewezen is dat die toeslag ge
rechtvaardigd kan zijn.
Toen de Algemene Ouderdomswet 't
licht zag werd er ook een premie
gevraagd van 6,75% (naderhand
bleek deze premie veel te hoog te
zijn) en kregen de werknemers een
looncompensatie van 5,6%.
Goed, de overtollige gelden zijn
gebruikt voor financiering van de
Algemene Weduwen- en Wezenwet,
dat neemt .niet weg, dat er nu ook
een compensatie uit de bus zou kun
nen komen, al gaat dit dan weer ten
koste van de werkgevers, die vol
gens het nieuwe ontwerp de volle
premie moeten gaan betalen.
Niet bepaald een fraaie geste,
maar zelf wil de regering er liefst
niets bijleggen
ONREDELIJK VERHAAL
Waarom de vrijgezellen, die toch
al kind van de rekening zijn bij de
belastingpolitiek van onze na-oor-
logse regeringen, nu nog moeten
gaan meebetalen aan de kosten van
de kinderijke gezinnen, is een zeer
klemmende vraag.
De vrijgezellen betalen waarlijk
al genoeg aan de gemeenschap en
als zij niet kunnen huwen, of geen
gezin wensen te stichten, dan wel
nog niet zover zijn omdat ze eerst
nog moeten sparen voor hun uitzet
en inrichting, is het werkelijk on
redelijk om op hen te verhalen wat
de rijk gezegende echtparen aan
hun nageslacht ten koste leggen.
De ongehuwde vrouw boven de
45 wordt wel ontzien. Het is niet
meer dan logisch, dat ook de onge
huwde man, het ongehuwde meisje
en niet te vergeten het kinderloze
echtpaar van het betalen van pre
mie worden vrijgesteld.
Minister van Rooy heeft er het
loodje bijgelegd hoe zal het dr.
Veldkamp in de Tweede Kamer
vergaan?
Het is geen aangenaam baantje,
minster van sociale zaken en volks
gezondheid te zijn, die aan de ene
kant natuurlijk veel moet en wel
iets wil, aan de andere kant helaas
niets kan doen, als de minister van
financiën de beurs niet opent!
Ondertussen tobben wij voort met
een gebrekkige instelling en een
discriminatie van bepaalde kinde
ren, die „geen uitkering waard" zijn.
Ondertussen zien alle zelfstandi
gen hun lasten vermeerderen met
de premie voor de bijslag aan hun
personeel. En ondertussen ervaren
tal van echtparen in den lande, dat
kinderen" die ze graag zouden be
zitten, maar helaas niet kregen, toch
geld van hen vragen. Het is een
vreemde wet.
Het zij dan voor de zoveelste maal nog maar eens herhaald want
men kan dat schijnbaar niet te weinig doen, op 1 november a.s.
gaat de nieuwe voetgangersregeling in. Een regeling die iedere
weggebruiker zich niet alleen goed in de oren moet knopen, maar
waar hij of zij ook naar te handelen heeft.
In het kort komt deze regeling
hierop neer, dat de voetganger van
af die datum voorrang heeft op de
oversteekplaatsen, die met witte
strepen zijn voorzien, dus op z.g. ze
bra's.
Automobilist, motor- of brom-
fietsbérijder, alsmede fietser moe
ten dus de voetganger op deze ze-i
bra's vrije baan geven en netjes
wachten tot hij of zij is overge
stoken. Die dat niet doet gaat op de
bon
Daarmede is voqt de eerste keer
de voetganger ook eesvsoort wette
lijk beschermd wezen geworden en
geen vrijwild, waarop de andere
verkeersdeelnemers maar jagen
kunnen. Hij is op de witte strepen
heer en meester.
Van de andere kant zal de voet
ganger er aan moeten denken, dat
ook hij als verkeerdeelnemer plich
ten heeft. En een van die nieuwe
plichten is, dat hij de straat niet
mag oversteken, indien binnen 30
meter een officiële oversteekplaats
te vinden is. Hij moet dan gebruik
maken van de zebra. Doet hij dat
niet, dan gaat hij op de bon.
Ook deze nieuwe regeling ont
slaat geen enkele verkeersdeelne
mer aan zijn plicht zijn gezond
verstand te blijven gebruiken, ge
disciplineerd zich te gedragen, op
lettend te zijn en geduldig en in
schikkelijk.
Hij of zij, die teveel op zijn rech
ten blijft staan ook als voetgan
ger, zal vandaag of morgen de re
kening gepresenteerd krijgen.
De voetganger zal er wijs aan
doen zoveel mogelijk van de offi
ciële oversteekplaatsen gebruik te
maken.
In Venray-kom kennen we deze
nuttige zebra's o.a. tegenover de
Montessorischool op de Eindstraat.
Verder op de kruising Julianasin-
gel-Dr.Poelsstraat-Hofstraat.
Dan nabij het Gemeentehuis in
de Hofstraat en in de Grotestraat.
Ook bij het postkantoor op het
kruispunt Grotestraat, Poststraat,
Paterstraat, Henseniusstraat en
Henseniusplein liggen de witte stre
pen, evenals op de kruising Pater
straat, Oude Oostrumseweg, Leun-
seweg en Pa terslaan.
Op de Langstraat zijn twee ze
bra's nabij de kruising met de Pa-
terslaan en bij de kruising met de
Henseniusstraat.
Het staat wel vast, dat als de
nieuwe regeling inderdaad behoor
lijk blijkt te functioneren, dat dit
aantal officiële oversteekplaatsen in
Venray-kom nog aanmerkelijk zal
worden uitgebreid. Men verwacht,
dat de gemeenteraad zelfs voor die
datum nog dergelijke besluiten zal
nemen.
Nogmaals zij benadrukt, dat zelfs
de beste verkeersregeling geen zin
heeft als de mensen er zich niet
naar gedragen.
Het is toch zo, dat geen zinnig
mens van huis gaat met de bedoe
ling zich dood te rijden of te laten
rijden.
Toch staan er dagelijks dodelijke
verkeersongelukken in de krant,
toch gaat er geen dag voorbij zon
der dat er stukken en brokken ge
maakt worden en dat mensen met
kwetsuren naar de ziekenhuizen
moeten worden overgebracht.
Daar zullen van allerlei factoren
de schuld van zijn, maar zeker niet
de minste dat men de doodgewone
christelijke naastenliefde buiten de
deur van zijn auto houdt of een
brommer schijnbaar niet nodig
heeft.
Opletten en verstand gebruiken
en. voor wat de voetgangers betreft:
de zebra gebruiken
Dan zal het waarachtig wel gaan.
Toen ik vorige week in Uw blad
het artikel las onder bovenstaande
kop, heb ik weer even teruggedacht
aan die octoberdagen van 1944.
Aan dat leed dat over Venray
kwam en dat werd ingezet met een
bombardement op Huize St. Anna.
We hadden ruim vier en halfjaar
oorlog en we hadden feitelijk geen
belui van wat oorlog was. Ook niet
toen we weggejaagd moesten wor
den bij die rokende puinhopen van
dat ene paviljoen van St. Anna.
waar we nieuwsgierig naar stonden
te loeren.
We hadden er zelfs geen belui
van toen de zware Tigertanks naar
Overloon trokken en we de Engelse
jachtvliegtuigen telkens opnieuw
aan de kim zagen duiken op Duitse
weerstandsnesten.
We kankerden op tabak, die we
niet konden krijgen met ons bon
netjes in de hand, op het schaarser
worden van sommige levensmidde
len
Wisten we wat oorlog was
Zelfs niet toen het Engelse ge
schut Venray zelf als doel nam, re
aliseerden we ons, dat ook het uur
voor Venray geslagen was.
We gingen er iets van begrijpen
toen er vluchtelingen uit Overloon
kwamen, toen er mensen doodsloe
gen op straat en we zelf vloekend in
het een of ander huis een toevlucht
moesten zoeken, omdat de granaten
over ons heen huilden en krakend
insloegen enkele straten verder.
We gingen het begrijpen, toen we
ons moesten voorbereiden op een
kelderleven. Een kelderleven dat
werd ingezet door een bombarde
ment dat de kom van Venray uit-
eenscheurde en van tientallen bur
gers het leven vroeg.
We leerden het begrijpen toen we
angstig in de kelders weggescholen
de kruitdamp roken en de puin
proefden.
Toen Jerusalem brandde en kra
ters gaapten waar eens huizen ston
den. Toen een pater als in de da
gen der catacomben de Mis opdroeg
in kelders en van de Grote Kerk 't
mager skelet van enkele pilaren de
hemel in staken.
Het is de tijd geweest van de
laffen en de sterken. Van de men
sen, die dag-in, dag-uit het puin
doorwoelden op zoek naar bedol
ven lichamen. Van de man, die op
een kruiwagen een gewonde naar
het ziekenhuis bracht, terwijl in
de bomen van het St. Odapark de
granaatscherven ritselden
Van zovelen, wier namen onbe
kend zijn, maar die in die dagen
als vanzelfsprekend telkens
opnieuw bereid waren hun leven
te wagen voor dat van anderen..
We waren communisten gewor
den. Geen rang en stand telden
meer. Van wat de een in overvloed
had, werd gedeeld met hem, die ge
brek had. De kelders stonden open,
zoals de harten openstonden. En we
hadden angst. Angst om het leven,
waarvoor we de mond droog baden.
We werden vaklui, die aan het
geluid konden horen of het Duits
of Engels geschut was en die elkaar
probeerden wijs te maken dat als je
de granaat kon horen fluiten hij
ver over je heen ergens neer zou
slaan.
We slopen uit de holen als dieren
op voedsel uit en wisten als half-
wilden ons eten te bereiden.
We wisten toen wat oorlog was.
Toen daar in Jerusalem de doden
lagen met een fles, waarin hun
naam.
Toen daar bij het ziekenhuis op
de binnenplaats een kerkhof kwam
en de gangen en kelders vol lagen
met gewonden. We wisten wat oor
log was toen na dagen puin verzet
ten goede bekenden onherkenbaar
opgedolven werden. Toen
Iedere Venrayer heeft er zijn
eigen belevenissen, zijn eigen
„oorlogsleven". De herinnering
aan die tijd is als alle herinnerin
gen afgesleten en de meest ruwe
en pijnlijke kanten zijn weer glad.
De lidtekens worden minder,
evenals de pijn.
En een nieuwe generatie kijkt je
een beetje vreemd aan, als die
dagen ter sprake komen. Ze we
ten niet wat oorlog is en hebben die
bittere les niet hoeven leren
Voor hen zijn de namen van die
bronzen borden op het kerkhof van
de Petrus Banden nietszeggend als
vele grafkruizen.
Ze zien de nieuwe panden in de
straten en zeggen, dat Venray heel
aardig is opgebouwd. En ze vinden
het oorlogsmonument niet bepaald
.denderend".
Och het is goed zoHet leven
gaat verder zeggen we na iedere
begrafenis en zo ook na deze „Ven-
rayse oorlog".
Voor de doden is een nieuwe ge
neratie gekomen, de puin is ge
ruimd, de kraters gedicht. Het vee
graast weer rustig in de weiden,
waarin soldaten eens stierven.
Het leven gaat er weer zijn oude
gang
Maar het is goed, dat toch telkens
weer in october gewezen wordt op
wat inderdaad de zwartste bladzijde
is in Venrays geschiedenis.
Een zwarte bladzijde waarop ech
ter met gouden letters geschreven
staat: de hulpvaardigheid, de on
derlinge saamhorigheid goedheid en
onbaatzuchtigheid, die temidden
van dit oorlogsgeweld hebben ge
bloeid.
Zulk een herinneringsdag zal bij
de ouderen de herinnering weer
wakker roepen aan alles wat toen is
gebeurd. Aan hun eigen persoon
lijke belevenissen en leed, aan die
van anderen, aan die van onze ge
hele gemeenschap.
En de jeugd kan dan ervaren wat
ouderen hebben meegemaakt en
doorstaan. En zij kunnen dan leren,
dat wat tot heden is bereikt te dan
ken is aan veel persoonlijk leed
Venray mag die dagen nooit ver
geten
C.S.
beschikbare spoorwagens gering.
Het gevolg was, dat talloze aardap
pelen niet vervoerd kunnen worden,
tot grote schade van de handel. Nu
zegt de wet en profeten wel, dat de
spoorwegen aan een termijn gebon
den zijn, om je wagens te leveren,
maar waar niets is, verliest zelfs
de keizer zijn recht.
van 24 oktober 1936
- Op het solistenconcours te
Vierlingsbeek verwierven een drie
tal leden van het St. Servatiusmu-
ziekkorps een eerste prijs en wel:
Jean v.d. Ven, le in le afd. met
Tuba, solo „Marceau de Salon"; P.
Fleuren, le in le afd. met bugle,
solo „O Lovely Night"; J. Verstegen,
le in afd. uitmuntendheid met
Trombone, solo „Concertino". Pia
nobegeleiding M. Arts, Venray.
- Ingevolge de bouwverordening
werd vergunning verleend aan M.
Arts, tot het bouwen van een dub
bel woonhuis aan de Maashezerweg.
- Het bouwen van een boerderij
met 5 kippenhokken te Deurne
(Crayenhut) voor rekening van P.J.
Philipsen te Klein-Oirlo, werd aan
genomen door M. Philipsen te Deur
ne voor de som van 6.568.
van 14 oktober 1911
Te Castenray werd aanbesteed
het bouwen van een woonhuis met
stalling enz. voor rekening van M.
Claassens te Klein-Oirlo. Voor het
timmerwerk werd ingeschreven als
volgt:
M. Thijssen 950; A. Dinghs 945;
M. Linskens 930; M. Nelissen
925.50. Aan de laagste inschrijver
werd het werk gegund.
Van 6 tot 13 oktober 1911 wer
den geboren: Maria H. Hoedema-
kers; Henricus H. Stevens; Peter H.
Dommeck; Johannes H. Engels;
Bernardina H. Engels.
Bij de in het district Weert ge
houden stemming voor de verkie
zing van een lid der Prov. Staten,
kwamen van de 4944 kiezers er
slechts 1536 ter stembus, waarbij
ook nog 31 ongeldige stemmen wer
den uitgebracht, op de heer Schil
lings werden 1214 stemmen uitge
bracht waarmede hij werd gekozen.
Het getal te vervoeren kilo's
aardappelen is enorm, het getal der
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
praktijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. XV. J.A. BLOEMEN
Stationsweg 15 Telefoon 1465
Uitsluitend voor spoedgevallen
GROENE KRUIS
Donderdag a.a.:
Zuigelingen-bureau voor de kerk
dorpen.
ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS
Overloon
Zr. M. JANS
Tel. K 4788—262
ZIEKENAUTO
bel 04780-1592 b.g.g. 2116
NIEUWS UIT VENRAY
EN ONIGEVINP"'
INSTUIF VENRA
Het ziet er naar uit, d
een „groots jaar" ingaatr-
stelling is enorm. Er z
kele moeilijkheden gerc.,
treft introducées.
De Instuif is een besloten club,
die alleen toegang verleent aan le
den, in bezit van een lidmaatschaps
kaart.
Ons programma vermeldt: za
terdag 14 oktober dansen in Prin
senhof met muzikale medewerking
van Gerrit Lucassen.
IN DE MISSIE OVERLEDEN
Bij de familie te Venray is be
richt ontvangen, dat zuster Maria
Theresia in de wereld Wilhelmina
Jacobs, in de Missie van Noord-Af-
rika (Birkadem) plotseling overle
den is.
Zuster Maria Theresia werd te
Castenray geboren en was van 1913
werkzaam in dit missiegebied.
In 1959 kwam zij voor de eerste
maal op vacantie naar Nederland,
en vertrok in aug. 1960 voor de 2e
maal naar de missie.
De overleden zuster was 68 jaar
oud. -
BENOEMD
Tot onderwijzer aan de R.K. La
gere school voor jongens (Dr. Poels-
school) werd door het kerkbestuur
van St. Petrus Banden benoemd, de
heer W. Stevens uit Well.
AANRIJDING
Op het kruispunt Marktstraat-
Schoolstraat kwam G. uit Vierlings
beek, die geen voorrang verleende
in aanrijding met de heer J. uit
Venray. Daar J. in de flank werd
aangereden, werd hij tegen de eta
lageruit van de bloemisterij „de
Eeuwige Lente" geworpen. De ruit
werd vernield alsmede een rijwiel
dat hier geparkeerd stond.
VERPLEGERS WERDEN
ONTGROEND
Vrijdagavond stond Venray in het
teken van de ontgroening van de
eerste jaars verplegers, die door
hun oudere collega's ontgroend
werden. Boven op een traktor zaten
de verplegers, waarachter de een-
jaars, vastgebonden met een touw,
door de straten van Venray trok
ken.
Op het Henseniusplein moesten
de jongeren schoenriemen verkopen
en op de Grote markt de trappen
van het gemeentehuis poetsen en
afwassen.
Een en ander had veel bekijks
van de bevolking. In Huize St. Ser-
vatius had het verdere proces van
de ontgroening plaats.