Op bezoek bij Venrays torenbouw Veilig verkeer... Uit Peel en Haas Politierechter \/V /y Geestelijk artikel Ingezonden \t\Vi Vrijdag 15 september 1961 No. 37 Twee en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DEUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WPPTfRT A Ti VOOR VPTMR A V PM fiM«!TRPIfPN ADVERTENTIEPRIJS 8 et. per mm. ABONNBMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150652 LdjlVULllU V UVJ1\ V I Eill VJlVlO 1 IVCfIVdv PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (balten Venrmy 1.75) Welgeteld 216 traptreden heeft men moeten beklimmen - ofwel 8 ladders met 27 „sproten" - voordat men, hijgend en puffend, het werk bekyken kan van Sjeng Hendriks en zijn mannen, daar op 33 meter hoogte bij de wederopbouw van de toren van de Venrayse Grote Kerk. Men staat een beetje naar adem te happen en men zweet onder de bouw-helm, die verplichtend is voor allen die de tocht naar boven maken. Een moeilijke tocht, maar beslist de moeite waard. Men heeft op die hoogte, bij wat goed weer, een fantastisch gezicht over de kom van Venray, die in honderden kleurschakeringen zijn daken omhoog steekt naar de toren. En in de wazige verte ziet men de Venrayse kerkdorpen liggen, met daar achter Maashees, Vierlings beek, ja zelfs Boxmeer Maar het is ook de moeite waard omdat men al klimmende feitelijk de toren ziet groeien, in al z'n nieu we pracht en sterkte. Een kolos die eens weer het middelpunt gaat worden van onze gemeente Men kijkt een beetje griezelig om hoog, waar de gebroeders Pluim uit Deurne hun vervaarlijke toe ren verrichten in de stalen pij pen van het steiger dat zij steeds hoger de hemel in bouwen. Telkens weer nieuwe pijpen, tot dat er uiteindelijk een lengte van 15 km. rond de hele toren zal zijn opgebouwdZe zwaaien en zwenken daar boven U als ras echte circus-artiesten en de voor opleiding in het Deurnese circus 't Hoefke, als lucht-acrobaten, kunnen ze hier tot gelding bren gen. En achter U snorren de kranen, op en af, om specie en stenen het 40 meter hoge steiger op te brengen. Het is als een geregelde busdienst. Zijn de stenen boven, dan kan men beneden de specie laden, en is de specie boven dan rijdt men bene den de kruiwagens met stenen de liftplank op. Via de geluidsinstallatie, die ook al mee naar boven groeit, verkon digt een holle stem, dat de archi tect op komst is. En inderdaad verschijnt even daarna de 80-jarige ir. Kayser bo ven op het steiger om eens te ko men kijken naar de verwezenlijking van wat hij op het tekenbord ont wierp. Hij zet zijn kraag al wat op en rust even van deze geweldige klim. Als men hem bewonderend aankijkt om deze expeditie, dan lacht hij even en zegt, dat het goede gym nastiek is Dat zeggen ook de metselaars en timmerlui, die 4 x daags de 216 tre den op en af gaan. Intussen hebben Sjeng Hendriks en zijn mannen het druk.... 6 SECTIES Men kan de nieuwe toren feite lijk in zes stukken verdelen, al is dat misschien architectonisch gezien wel een grote doodzonde. Maar ons leken vergemakkelijkt het de zaak toch wel iets. Laten we hem dus maar eens als leek bekijken. Dan ziet de nieuwe toren er als volgt uit: deel naam hoogte 6 spits 78,50 m 5 trans 53.00 m 4 klokkenkamer 47,90 m 3 3 trappenkamers 32,70 m 2 torenkamer 17,30 m 1 entree 13,80 m Van de nieuwe torenzijn nu klaar, de entree (1), de torenkamer (2) en de drie trappenkamers (3). De entree is zelfs al geheel afge werkt, op de ruiten in de grote ra men na. Hij is gewit en ook de lam pen hangen er al. Een sfeervolle entree, vanwaar men ook van binnen uit verder kan via betonnen trappen naar 't twee de gedeelte, de grote torenkamer. Dit is een machtige vergader ruimte, van waaruit men al een aardig uitzicht heeft over de naaste omgeving van de kerk. Daarboven liggen dan drie ver trekken, de z.g. trappenkamers, die men dus alle drie moet passeren op weg naar de klokkenkamer en naar de trans aan de voet van de spits. Deze weg is niet moeilijk en links en rechts heeft men wederom een mooi uitzicht over de kom van het dorp. KLOKKENHUIS Het laatste dek van deze trap penkamers is vorige week gestort en men is dus deze week begonnen met de klokkenkamer. Een gewel dige ruimte van meer dan 15 meter hoog, waarin de vier klokken, die Venray thans rijk is, komen hangen. Netjes boven elkaar; met als be kroning het uurwerk, dat practisch onder de trans komt. Er blijft dus voldoende ruimte over voor de carillon-klokken, waarvan de kleinste bovendien nog in de galmgaten komen hangen. Petit en Fritsen de „klokken- mannen" hebben de maten al geno men voor de grote stalen installatie, waarin onze 4 klokken komen han gen. Onder rijden de zware vrachtwa gens van Nelissen-Beton-industrie al aan en af om de betonnen bogen van de galmgaten kant en klaar op het werk af te leveren. Dat wordt werken geblazen voor Hendriks en zijn mensen, want die blokken wegen niet alleen het no dige, maar ook het stelwerk vraagt voortdurende aandacht. Maar met 't grote raam in de hal heeft men de nodige ervaring opgedaan en zo verwacht men ook hier niet al te veel moeilijkheden. Trouwens met die moeilijkheden valt het best mee Alleen die bouw-helmen, daar moet men nog steeds aan wennen. Maar ja een stukje steen of een kiezel, die van 40 meter hoog komt vallen, wordt zo iets als een kogel en 's mensen schedeldak kan daar maar moeilijk tegen. Maar voor het overige voelen de mannen daarbo ven zich zo veilig als wat. Ze lachen wat om de angstige gezichten, die naar boven kijken. WAT MEN VERWERKEN MOET En in de schaft berekenén ze daarboven onder Gods vrije hemel, dat ze bijna halverwege zijn, nu ze aan de klokkenkamer gaan begin nen. Van de 33 meter, waarop ze nu zitten, moet het naar de 78,5 meter die de nieuwe toren hoog zal wor den. Ze tellen U precies voor, dat er in de hele toren meer dan 1000 m3 stampbeton gaat, waarvan er nu al 950 m3 verwerkt is. Van de 500 m3 gewapend beton, heeft men er 350 m3 achter de rug en van de 360.000 stenen, die gelegd moeten worden zijn er ruim 280.000 al soldaat gemaakt Maar zo gauw als men vraagt, hoe lang het nog duren zal, dan zwijgen ze. Van de ruim 350 werk bare dagen, zoals dat in het be stek heet, heeft men er 148 al af- gestreept. Of ze allemaal nodig zijn..? Er is niemand, die hier antwoord op geeft Ze zijn over het algemeen best tevreden met het ontwerp van ir Kayser en ze voorspellen, dat Ven ray weer een mooie toren krijgt. Maar over een ding hebben ze kritiek. We bouwen, zo zeggen ze, 'n toren met fraaie omgang, boven on der de spits, waar men dus later rustig eens naar toe klimmen kan en eens kan gaan kijken hoe Ven ray en deze hele streek er feitelijk van boven wel uitziet. En zonder twijfel zal dat uitzicht, zeker bij mooi weer, beslist de moeite waard zijnMaar om er te komen valt niet mee. In het ge deelte wat nu klaar is, kan iedereen zonder bezwaar naar boven klim men. Maar in de klokkenkamer die men thans gaat bouwen, moet de argeloze bezoeker over verschillen de zeer steile ladders, zonder leu ning of wat ook. Daar moet een er varen klimmer al voor slikken, laat staan een argeloze bezoeker. De vraag van deze vakmensen is nu of met wat meer moeite mis schien in die klokkenkamer geen andere trap kan komen, om zo niet alleen de toegang tot de klokken en het uurwerk te verbeteren, maar ook naar de rondloop, de trans on der de spits.... We geloven, dat men op de opmerking van vakmen sen inderdaad wel acht kan slaan. 25,5 METER SPITS Op de Hagelweg, voor de oude speeltuin van Driekus Willems, zwaait Cor v.d. Heuvel vervaarlijk met zijn hamer. Hier heeft men op een grote, lange werkvloer de spits van de nieuwe toren „uitgeslagen" en Cor met zijn mensen zijn druk bezig 35 m3 hout om te toveren tot een slan ke en ranke torenspits. De Koningsstijl, „de mast-mid- denin", wordt er klaargemaakt en de spanten en de halfspanten, zo dat alles als een meccanodoos in el kaar past. Een machtig karwei ook hier, waarin behalve de vakman even eens de leek zijnV^ezier heeft. Niet alleen omdat het „lekker" ruikt naar geschaafd en gezaagd hout, maar ook omdat men uit al die ver schillende stukken hout langzaam maar zeker als door een wonder een torenspits ziet groeien en op de balken en spanten al langer hoe meer geheimzinnigen tekens ziet verschijnen, die later voor de man nen boven, de sleutels zullen zijn voor de opbouw van de nieuwe spits Als hij helemaal klaar is, wordt al het hout nog eens gewolmani seerd, om torren, kevers en derge lijk houtverslindend ongedierte te weren. En op de werkplaats bij de aan nemer Gebr. Janssen, wacht men al op de werktekeningen voor de 4 pinakels, die in beton gegoten o.m. de herinnering zullen levendig hou den aan de 4 torentjes, die vroeger langs de spits stonden Zo is na de vacantietijd de bouw van Venrays toren weer volop be gonnen. We loeren allemaal op zijn tijd eens naar boven en de ene keer zeggen we, dat ze lekker opschieten, terwijl we een andere keer verwon derd vragen of het niet gauwer kan. Maar wie boven eens een kijkje heeft mogen nemen, die kan zich met eigen ogen overtuigen, dat er gestaag verder wordt gewerkt aan dat merkteken voor Venray, aan de toren van Petrus.Banden. En daarmede krijgt Venray, zijn oud vertrouwd gezicht, maar ver jongd en verfraaid weer terug. NOG MEER VERFRAAIING Trouwens, het is alsof ook het kerkgebouw zelf keurig voor de dag wil komen bij die nieuwe toren. Men heeft van binnen het stuca- door-werk, dat door het vocht was aangetast, afgekapt en vernieuwd. Nu met vochtwerend stucadoor- werk. En aan de buitenkant wordt de oude basementsrand uitgehouwen en vervangen door een nieuwe, waarbij men tevens de gelegenheid waarneemt, om hier achter een soort windtunnel te maken met luchtgaten en wat dies meer zij, die het water, dat van boven af uit de stenen zakt, opvangt en door de trek doet verdwijnen. Hierdoor krijgt men dus in het onderste metselwerk geen opeen hoping meer van water en vocht, waar tegen uiteindelijk niets be stand is. De nieuwe hardstenen basements rand komt in een laag plastic en bitalu te liggen, waaruit dus blijkt dat de bijna 500 jaren oude kerk zich niet schaamt om ook van de moderne hulpmiddelen gebruik te maken om een fraaier gezicht te krijgen. Er wordt hard aan Venrays kerk gewerkt. Maar er zal nog wel enige tijd voorbijgaan voordat het kruis met de haan op de 78,5 meter hoge spits geplaatst kan worden Maar ir Kayser schreef in zijn no titieboekje al vast dat de werk tekening voor de bol, het kruis en de haan onderhand maar gemaakt moest worden En dat is geen slecht teken PRIESTERROEPINGEN De huidige gang van zaken in Ne derland is over het algemeen nog zo, dat een kleine jongen wordt aangelokt tot het priesterschap door wilde verhalen van een heeroom of een plaatsgenoot, door een toffe ka pelaan of door een fascinerende stemming in de kerk, door blote voeten of een lange baard. Dit is voor hem de concrete ge stalte van het priesterschap en de aanleiding op 'n seminarie of gym nasium verder „voor priester te gaan leren". Ik las dat onlangs in de Bazuin. Er zijn gelukkig nog veel gezin nen, \vaarin zulk een ontluikende priesterroeping met liefde wordt be groet en waar men oprecht poogt met Gods hulp het jonge plantje tot wasdom en bloei te brengen. On danks het feit, dat studie en oplei ding ook van de ouders soms grote offers vragen. In andere gezinnen echter ligt de zaak heel anders. Wanneer daar een jongen heel schuchter over zijn ideaal durft praten, dan is men er als de kippen bij, om hem eens even wegwijs te maken En zo dit al niet gebeurt dan is men minstens van mening, dat de jongen te klein is om zich nu al een levensstaat te kiezen. Hij moet, zo zegt men dan, maar eerst iets meer van de wereld ge zien hebben en zijn roeping maar eens „beproeven" wil een en ander niet op een fiasco uitlopen Hoe komt dit Waarom reageren veel ouders zo op dit schuchtere verlangen van hun kind Hebben ze schrik voor dat woord je roeping, dat grote geheim? Ze zouden graag hebben, dat O.L. Heer dat zielemerk op de en of an dere foanier kenbaar zou maken door een lichamelijk teken of zo ietsZe vertrouwen God feitelijk niet Datzelfde geldt voor die ouders, die met angst en beven aan studie kosten en aan uitzetten denken, aan klein en groot seminarie Ze horen in het evangelie spre ken over de vogels en de bloemen waarover de Schepper waakt, maar geloven niet, dat God, die hun eigen kind tot Zijn afgezant wil maken hen niet boven krachten belasten zal Weer anderen hebben over het priesterschap wel heel vreemde ge dachten. In onze moderne tijd meent ieder een gerechtigd te zijn een oordeel over de priester te kunnen vellen. Ze zien in hem te weinig de mid delaar tussen God en ons, maar te veel of uitsluitend de mens met zijn menselijke fouten. Is bij hen niet de echte en op ge loofsinzicht gebaseerde beoordeling van de priester in vergetelheid ge raakt. En weer anderen menen dan dat in deze tijd, nu het „uur van de leek" is aangebroken, de leek de priester kan vervangen en verliezen daarbij alle proporties uit het oog. En zo wordt door welke oor zaak dan ook er maar heel wei nig positiefs bijgedragen om de ge dachte over het priesterschap bij de jonge mens te verdiepen en te lou teren. Noch thuis, noch op school De priesterroepingen in Neder land, in onze eigen streek en plaats lopen achteruit. En dat terwijl de Kerk in nood is. Slechts weinig katholieken zijn op de hoogte van de grote behoefte aan priesters in Afrika. Om niet eens te spreken in Zuid-Amerika. En nog minder weten zij van de noodkreten der Pausen. Er wordt zo dikwijls gebeden om priesterroepingen. Er wordt over dit alles veel geschreven en gepraat. Maar het is ook dringend nodig, want de mentaliteit en de geestes gesteldheid in vele katholieke ge zinnen t.o.v. de roeping tot het priesterschap moet jammer genoeg in een positievere instelling veran derd worden. maar vooral goed voorbeeld geven, èn oefenen. In ons land is het helaas nog een ongebruikelijk verschijnsel ouders met hun kinderen te zien oefenen, in tegenstelling tot bijv. in Enge land: men kan daar regelmatig zien hoe een vader of een moeder het kind voordoet hoe over te steken („Eerst kijken naar links, dan naar rechts en dan weer naar links en dan vlug oversteken, en op de helft gekomen weer eventjes naar rechts kijken"), dan ziet men hoe het kind zijn ouders naar de overkant brengt. Het Verbond voor Veilig Verkeer pleit ervoor om deze werkwijze ook in ons land ingang te doen vinden. Het kan het aantal jeugdige ver- keersslachtoffertjes aanmerkelijk verminderen. ZE ZIJN ER WEER! Ze zijn er weer, de klaar-overtjes. Enkele weken geleden zag men hen al aarzelend uit hun schulpen krui pen, thans is het hele leger van vei ligheid-kameraadjes weer op de been. Twee- of viermaal daags wisselen ze hun costuumpjes, waarin ze niet van anderen zijn te onderscheiden, voor de uniform: witte jas, koppel, manchetten, handschoenen en zuid wester, en niet te vergeten 't teken van hun waardigheid, het spiegelei. Enkele malen per dag geleiden ze jongere kinderen en leeftijdsgenoot jes naar de andere kant van de straat, op volkomen veilige en doel treffende wijze. Tenminsteals iedere weggebruiker hieraan mee werkt. In september vestigt het Verbond voor Veilig Verkeer de aandacht van iedere weggebruiker op het schoolgaande kind. Iedere Nederlander wordt toege voegd: „U hebt ze een tijdje gemist maar nu zijn ze er weer!" De aandacht van elke weggebrui ker moet worden verdubbeld tijdens de uren dat de scholen aan- en uit gaan. Dit is geen overbodige luxe. Bijna zesduizend schoolkinderen van 5 t/m 14 jaar waren in 1959 be trokken bij verkeersongelukken, niet minder dan 237 van hen von den hierbij de dood. In één jaar tijds bijna tweehon derdvijftig nog jonge kinderen, die niet meer bij hun ouders terugkeer den, wier plaatsen op school onbe zet bleven. Een school vol kinderen, wier leven plotseling werd afge sneden. Dr. J.J. Wafelbakker, directeur van de Wassenaarse G.G.D., noem de in zijn proefschrift „Enkele so ciaal-geneeskundige aspecten van wegverkeersongevallen" het ver keersongeluk voor deze leeftijds groep doodsoorzaak no. 1. Een deel van het leed zou voor komen kunnen worden, indien ouders hun kinderen vroegtijdig de elementaire verkeersregels zouden bijbrengen. En niet alleen leren, van zaterdag 25 sept. 1936 Tot leraar in de Ned. Taal en Geschiedenis aan het Lyceum te Tilburg, werd benoemd onze dorps genoot, de heer W. Janssen. Zondag zullen van hier een aantal autobussen vertrekken naar de Landdag te Heerlen. Meer dan 100 personen uit Venray zullen hieraan deelnemen. De plechtige inwijding van het Franciscaans Derde Orde-huis te Alverna-Wychen zal plaats hebben op zondag 18 oktober a.s. van zaterdag 23 sept. 1911 - Het stelen schijnt de laatste tijd in Venray mode te worden, want het neemt steeds toe. Overal worden dan ook groenten, fruit en ander kleine zaken zonder toe stemming meegenomen. - Het „Wellsche Meer", dat voor enige jaren nog een onaangeroerde wildernis was, is nu voor 80.000 verkocht aan Mej. van Ophoven, die het in pacht had. Ged. Staten heb ben hun goedkeuring hieraan ge geven. - Te Gennep hielden 96 jonge mannen een bespreking betreffende de dansstaking. Deze jonge mannen hebben groot gelijk. Berekent men nu dat de meeste dansenden schoenreparatie niet meegerekend drie tot vijf gulden op de gladde baan offert, elke dans hoogstens 2 minuten duurt en 5 cent kost, dan zal het eenieder duidelijk zijn hoe meer de zakken der vreemde muzi kanten in omvang toenemen des te groter de ruimte in de portemon- naies wordt, zodat er nu afloop van het dansen nauwelijks iets voor een glas bier overblijft. Dansen voor een halve grosze (3 cent) en anders niet dansen blijve het parool In de maand september wer den in de gemeente Venray niet minder dan vier boerderijen pu bliek verkocht. Het rustige leven op het land, waar de dichters altijd de mond over vol hebben, bestaat alleen nog maar 's winters. Zodra de zomer over de buiten mensen losbreekt, wordt een grote schaar stedelingen op hen losgela ten. Zij mikken hun broodzakjes, draagbare grammofoons, schallende radio's en brandende sigaretten peukjes in de bossen en terwijl de nieuwste top-hits de vogels op de vlucht jagen, roemen zij de lande lijke rust. Dat kabaal maken de mensen al leen maar, omdat ze niet tegen de stilte kunnen. Onlangs streek er zo'n troep stad se spreeuwen neer in één van de spaarzame fraaie recreatiegebieden die deze streek nog rijk is. Nog zelden was deze omgeving ontwijd door zo'n hels spektakel. Het duurde tot laat in de nacht. Omdat het zulk mooi weer was en zo'n heldere maan, besloten de gas ten toen een „dropping" te organi seren. Dat is een spel, waarbij men de mensen maar zo «rgens neer- plant in het donker. Ddn moeten ze op de tast proberen het kampement terug te vinden. Tegen twaalf uur, half een, klop ten ze een taxi-chauffeur zijn bed uit om te vragen of die het gezel schap met zijn wagen ergens uit wilde strooien. Voor geld en goede woorden deed hij het. Hier en daar gooide hij een hand vol vakantiegangers de nacht in. De laatsten kwamen terecht bij de Bos huizen, een machtig mooi brok na tuur, maar niet te vinden voor iemand die de weg niet kent. Joe lend stoven de toeristen her en der. Maar een bleke man, die overdag nogal praats had, ging de verkeerde kant uit. Hij raakte verzeild in ge accidenteerd terrein en hoorde ten slotte alleen nog het kraken van zijn eigen voetstappen, en het naar geestig gekras van een eenzame uil. De maan legde bleke plekken op de grond en de jeneverbessen sta ken als grillige spooksels tegen de achtergrond. Je kon de stilte horen, toen de man daar angstig heen en weer schommelde, met het hoofd vol gedachten aan adders en wilde zwijnen. Een stroper die de toeristen tot zijn ergenis had gehoord en gezien, ging juist naar zijn strikken kijken en zag van tussen de struiken de eenzame verdwaalde. Die doolde doelloos rond. Plotseling klonk een zacht gesnuf fel, gevolgd door een onderdrukt gegrom. De man begon te bibberen en spijt te krijgen van zijn vakantie buiten af. Het gesnuffel nam toe. Er kraak ten weer een paar takjes. Toen klonk een luid gebrul. Dat deed de stroper. Maar de beklagens waardige vakantieganger zag in zijn verbeelding twee verscheurende ka ken op elkaar klapperen. Toen hij opsprong liep hij regel recht in de armen van de jachtop ziener, die de stroper achterna was gegaan. De zomergast meende niet anders dan gevangen te zijn door een of ander monster. Als een bezetene vocht hij om los te komen, maar wat de jachtopziener eenmaal vast heeft, laat hij niet meer lopen. Dat kostte de man van de wet 'n blauw oog. En de stadsmens een bekeu ring wegens verzet. Want hoe de koddebeier ook schreeuwde van naam der wet en zo, de angstige man hoorde alleen nog maar wild gedierte brullen. De rechter had er begrip voor, vooral toen hij de stroper op de tri bune zag grinniken. Hij maakte er één gulden boete van. De man uit de stad betaalde grif. „Ik kom hier nooit meer met vakantie", zei hij uit de grond van zijn hart. Geachte Redactie Men heeft als z.g. bejaarde tijd en gelegenheid in overvloed om zich op de hoogte te houden wat reilt en zeilt in onze gemeente. En 't sport park in wording is een van die din gen, die terecht de bewondering af dwingt, ook xan de oudere genera tie, al begrijpt zij soms niet, hoe zij zelf is op kunnen groeien zonder al die dingen, die de jeugd-van-heden als vanzelfsprekend en gewoon be schouwt. Maar daar wil ik het thans niet over hebben. Waar ik wel eens over denk, is of de jeugd alleen sport nodig heeft. Wij bejaarden worden op een be paald moment gedwongen al of niet met onze instemming om het werk aan de kant te zetten. We verlaten het steiger, de werk plaats en 't kantoor en worden ren teniers. Maar met ons werk laten we voor een groot deel onze dage lijkse gymnastiek-oefeningen in de vorm van lopen, klimmen, buigen en bukken varen. Zeker, we wandelen nog en fiet sen, maar m.i. al te gauw gaat men merken, dat de gewrichten niet meer zo functioneren als vroeger. Het begint hier en daar te kraken en dat beschouwen we dan als te horen bij de oude dag. Ik heb me in dat probleem nooifr verdiept voordat ik door toeval tij dens de afgelopen vacantie in Duits land met mijn neus op dit probleem geduwd werd, doordat ik toevallig terecht kwam bij 'n heel stel „oude heren" die „deutsch-grundlich" dit probleem hadden aangepakt. Daar was ook een bejaarden-or ganisatie, die voor kaartmiddagen zorgde, maar op zijn tijd ook spre kers allerlei actuele problemen liet behandelen en die schrik niet oudere broeders een gymnastiek club had opgericht voor zowel da mes als heren Natuurlijk zag men die oude ba zen geen vogelnestjes meer maken aan de ringen en zo, maar zij kre gen per week tweemaal een uurtje gymnastiek in een vorm, die aan hun ouderdom was aangepast en die het gekraak toch wel wist te onder drukken. Ze hielden hun jaarlijks uitstapje, maar daarnaast waren er gezamen lijke wandelingen, waarvan ik er een meegemaakt heb, die ik moet dat tot mijn schande erkennen toch wel wat zwaar voor me was, maar waarin nog oudere heren als ik rustig hun partijtje meebliezen. Daarnaast had men op een aar dige plek van het dorp een sport veld voor deze mensen ingericht. Men had er o.a. een kleine golf baan aangelegd, waar het bij goed weer wat best vertoeven was en waar de dames, zowel als de heren zich uitstekend vermaakten in de openlucht Een spel waarin zij opmerkelijke resultaten behaalden. Ik heb later eens met een arts over dit alles gepraat, en ook deze wees er op, dat veel bejaarden ta- melijk eenzijdig leven. D.w.z. ze zitten veel binnen, wan delen te weinig en hebben over het algemeen te weinig bewegingDe rentenier heeft over het algemeen te weinig om handen en dat wreekt zich Men mag zo op het eerste MEicht wat ik hierboven stelde, een Deetje

Peel en Maas | 1961 | | pagina 5