Op bezoek bij
Venrays torenbouw
Veilig verkeer...
Uit Peel en Haas
Politierechter
\/V
/y
Geestelijk artikel
Ingezonden
\t\Vi
Vrijdag 15 september 1961 No. 37
Twee en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
DEUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WPPTfRT A Ti VOOR VPTMR A V PM fiM«!TRPIfPN ADVERTENTIEPRIJS 8 et. per mm. ABONNBMENTS-
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150652 LdjlVULllU V UVJ1\ V I Eill VJlVlO 1 IVCfIVdv PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (balten Venrmy 1.75)
Welgeteld 216 traptreden heeft men moeten beklimmen - ofwel 8
ladders met 27 „sproten" - voordat men, hijgend en puffend, het
werk bekyken kan van Sjeng Hendriks en zijn mannen, daar
op 33 meter hoogte bij de wederopbouw van de toren van de
Venrayse Grote Kerk.
Men staat een beetje naar adem te happen en men zweet onder
de bouw-helm, die verplichtend is voor allen die de tocht naar
boven maken. Een moeilijke tocht, maar beslist de moeite waard.
Men heeft op die hoogte, bij wat
goed weer, een fantastisch gezicht
over de kom van Venray, die in
honderden kleurschakeringen zijn
daken omhoog steekt naar de toren.
En in de wazige verte ziet men de
Venrayse kerkdorpen liggen, met
daar achter Maashees, Vierlings
beek, ja zelfs Boxmeer
Maar het is ook de moeite waard
omdat men al klimmende feitelijk
de toren ziet groeien, in al z'n nieu
we pracht en sterkte. Een kolos
die eens weer het middelpunt gaat
worden van onze gemeente
Men kijkt een beetje griezelig om
hoog, waar de gebroeders Pluim
uit Deurne hun vervaarlijke toe
ren verrichten in de stalen pij
pen van het steiger dat zij steeds
hoger de hemel in bouwen.
Telkens weer nieuwe pijpen, tot
dat er uiteindelijk een lengte van
15 km. rond de hele toren zal zijn
opgebouwdZe zwaaien en
zwenken daar boven U als ras
echte circus-artiesten en de voor
opleiding in het Deurnese circus
't Hoefke, als lucht-acrobaten,
kunnen ze hier tot gelding bren
gen.
En achter U snorren de kranen,
op en af, om specie en stenen het
40 meter hoge steiger op te brengen.
Het is als een geregelde busdienst.
Zijn de stenen boven, dan kan men
beneden de specie laden, en is de
specie boven dan rijdt men bene
den de kruiwagens met stenen de
liftplank op.
Via de geluidsinstallatie, die ook
al mee naar boven groeit, verkon
digt een holle stem, dat de archi
tect op komst is.
En inderdaad verschijnt even
daarna de 80-jarige ir. Kayser bo
ven op het steiger om eens te ko
men kijken naar de verwezenlijking
van wat hij op het tekenbord ont
wierp.
Hij zet zijn kraag al wat op en
rust even van deze geweldige klim.
Als men hem bewonderend aankijkt
om deze expeditie, dan lacht hij
even en zegt, dat het goede gym
nastiek is
Dat zeggen ook de metselaars en
timmerlui, die 4 x daags de 216 tre
den op en af gaan.
Intussen hebben Sjeng Hendriks
en zijn mannen het druk....
6 SECTIES
Men kan de nieuwe toren feite
lijk in zes stukken verdelen, al is
dat misschien architectonisch gezien
wel een grote doodzonde. Maar ons
leken vergemakkelijkt het de zaak
toch wel iets. Laten we hem dus
maar eens als leek bekijken. Dan
ziet de nieuwe toren er als volgt
uit:
deel naam hoogte
6 spits 78,50 m
5 trans 53.00 m
4 klokkenkamer 47,90 m
3 3 trappenkamers 32,70 m
2 torenkamer 17,30 m
1 entree 13,80 m
Van de nieuwe torenzijn nu klaar,
de entree (1), de torenkamer (2) en
de drie trappenkamers (3).
De entree is zelfs al geheel afge
werkt, op de ruiten in de grote ra
men na. Hij is gewit en ook de lam
pen hangen er al.
Een sfeervolle entree, vanwaar
men ook van binnen uit verder kan
via betonnen trappen naar 't twee
de gedeelte, de grote torenkamer.
Dit is een machtige vergader
ruimte, van waaruit men al een
aardig uitzicht heeft over de naaste
omgeving van de kerk.
Daarboven liggen dan drie ver
trekken, de z.g. trappenkamers, die
men dus alle drie moet passeren op
weg naar de klokkenkamer en naar
de trans aan de voet van de spits.
Deze weg is niet moeilijk en links
en rechts heeft men wederom een
mooi uitzicht over de kom van het
dorp.
KLOKKENHUIS
Het laatste dek van deze trap
penkamers is vorige week gestort
en men is dus deze week begonnen
met de klokkenkamer. Een gewel
dige ruimte van meer dan 15 meter
hoog, waarin de vier klokken, die
Venray thans rijk is, komen hangen.
Netjes boven elkaar; met als be
kroning het uurwerk, dat practisch
onder de trans komt.
Er blijft dus voldoende ruimte
over voor de carillon-klokken,
waarvan de kleinste bovendien nog
in de galmgaten komen hangen.
Petit en Fritsen de „klokken-
mannen" hebben de maten al geno
men voor de grote stalen installatie,
waarin onze 4 klokken komen han
gen.
Onder rijden de zware vrachtwa
gens van Nelissen-Beton-industrie
al aan en af om de betonnen bogen
van de galmgaten kant en klaar op
het werk af te leveren.
Dat wordt werken geblazen voor
Hendriks en zijn mensen, want die
blokken wegen niet alleen het no
dige, maar ook het stelwerk vraagt
voortdurende aandacht. Maar met 't
grote raam in de hal heeft men de
nodige ervaring opgedaan en zo
verwacht men ook hier niet al te
veel moeilijkheden.
Trouwens met die moeilijkheden
valt het best mee
Alleen die bouw-helmen, daar
moet men nog steeds aan wennen.
Maar ja een stukje steen of een
kiezel, die van 40 meter hoog komt
vallen, wordt zo iets als een kogel
en 's mensen schedeldak kan daar
maar moeilijk tegen. Maar voor het
overige voelen de mannen daarbo
ven zich zo veilig als wat. Ze lachen
wat om de angstige gezichten, die
naar boven kijken.
WAT MEN VERWERKEN MOET
En in de schaft berekenén ze
daarboven onder Gods vrije hemel,
dat ze bijna halverwege zijn, nu ze
aan de klokkenkamer gaan begin
nen. Van de 33 meter, waarop ze nu
zitten, moet het naar de 78,5 meter
die de nieuwe toren hoog zal wor
den.
Ze tellen U precies voor, dat er in
de hele toren meer dan 1000 m3
stampbeton gaat, waarvan er nu al
950 m3 verwerkt is.
Van de 500 m3 gewapend beton,
heeft men er 350 m3 achter de rug
en van de 360.000 stenen, die gelegd
moeten worden zijn er ruim 280.000
al soldaat gemaakt
Maar zo gauw als men vraagt,
hoe lang het nog duren zal, dan
zwijgen ze. Van de ruim 350 werk
bare dagen, zoals dat in het be
stek heet, heeft men er 148 al af-
gestreept. Of ze allemaal nodig
zijn..? Er is niemand, die hier
antwoord op geeft
Ze zijn over het algemeen best
tevreden met het ontwerp van ir
Kayser en ze voorspellen, dat Ven
ray weer een mooie toren krijgt.
Maar over een ding hebben ze
kritiek. We bouwen, zo zeggen ze, 'n
toren met fraaie omgang, boven on
der de spits, waar men dus later
rustig eens naar toe klimmen kan
en eens kan gaan kijken hoe Ven
ray en deze hele streek er feitelijk
van boven wel uitziet.
En zonder twijfel zal dat uitzicht,
zeker bij mooi weer, beslist de
moeite waard zijnMaar om er
te komen valt niet mee. In het ge
deelte wat nu klaar is, kan iedereen
zonder bezwaar naar boven klim
men.
Maar in de klokkenkamer die
men thans gaat bouwen, moet de
argeloze bezoeker over verschillen
de zeer steile ladders, zonder leu
ning of wat ook. Daar moet een er
varen klimmer al voor slikken, laat
staan een argeloze bezoeker.
De vraag van deze vakmensen is
nu of met wat meer moeite mis
schien in die klokkenkamer geen
andere trap kan komen, om zo niet
alleen de toegang tot de klokken
en het uurwerk te verbeteren, maar
ook naar de rondloop, de trans on
der de spits.... We geloven, dat
men op de opmerking van vakmen
sen inderdaad wel acht kan slaan.
25,5 METER SPITS
Op de Hagelweg, voor de oude
speeltuin van Driekus Willems,
zwaait Cor v.d. Heuvel vervaarlijk
met zijn hamer.
Hier heeft men op een grote,
lange werkvloer de spits van de
nieuwe toren „uitgeslagen" en Cor
met zijn mensen zijn druk bezig 35
m3 hout om te toveren tot een slan
ke en ranke torenspits.
De Koningsstijl, „de mast-mid-
denin", wordt er klaargemaakt en
de spanten en de halfspanten, zo
dat alles als een meccanodoos in el
kaar past.
Een machtig karwei ook hier,
waarin behalve de vakman even
eens de leek zijnV^ezier heeft. Niet
alleen omdat het „lekker" ruikt
naar geschaafd en gezaagd hout,
maar ook omdat men uit al die ver
schillende stukken hout langzaam
maar zeker als door een wonder
een torenspits ziet groeien en op
de balken en spanten al langer hoe
meer geheimzinnigen tekens ziet
verschijnen, die later voor de man
nen boven, de sleutels zullen zijn
voor de opbouw van de nieuwe
spits
Als hij helemaal klaar is, wordt
al het hout nog eens gewolmani
seerd, om torren, kevers en derge
lijk houtverslindend ongedierte te
weren.
En op de werkplaats bij de aan
nemer Gebr. Janssen, wacht men al
op de werktekeningen voor de 4
pinakels, die in beton gegoten o.m.
de herinnering zullen levendig hou
den aan de 4 torentjes, die vroeger
langs de spits stonden
Zo is na de vacantietijd de bouw
van Venrays toren weer volop be
gonnen. We loeren allemaal op zijn
tijd eens naar boven en de ene keer
zeggen we, dat ze lekker opschieten,
terwijl we een andere keer verwon
derd vragen of het niet gauwer kan.
Maar wie boven eens een kijkje
heeft mogen nemen, die kan zich
met eigen ogen overtuigen, dat er
gestaag verder wordt gewerkt aan
dat merkteken voor Venray, aan de
toren van Petrus.Banden.
En daarmede krijgt Venray, zijn
oud vertrouwd gezicht, maar ver
jongd en verfraaid weer terug.
NOG MEER VERFRAAIING
Trouwens, het is alsof ook het
kerkgebouw zelf keurig voor de dag
wil komen bij die nieuwe toren.
Men heeft van binnen het stuca-
door-werk, dat door het vocht was
aangetast, afgekapt en vernieuwd.
Nu met vochtwerend stucadoor-
werk.
En aan de buitenkant wordt de
oude basementsrand uitgehouwen
en vervangen door een nieuwe,
waarbij men tevens de gelegenheid
waarneemt, om hier achter een
soort windtunnel te maken met
luchtgaten en wat dies meer zij, die
het water, dat van boven af uit de
stenen zakt, opvangt en door de
trek doet verdwijnen.
Hierdoor krijgt men dus in het
onderste metselwerk geen opeen
hoping meer van water en vocht,
waar tegen uiteindelijk niets be
stand is.
De nieuwe hardstenen basements
rand komt in een laag plastic en
bitalu te liggen, waaruit dus blijkt
dat de bijna 500 jaren oude kerk
zich niet schaamt om ook van de
moderne hulpmiddelen gebruik te
maken om een fraaier gezicht te
krijgen.
Er wordt hard aan Venrays kerk
gewerkt. Maar er zal nog wel enige
tijd voorbijgaan voordat het kruis
met de haan op de 78,5 meter hoge
spits geplaatst kan worden
Maar ir Kayser schreef in zijn no
titieboekje al vast dat de werk
tekening voor de bol, het kruis en
de haan onderhand maar gemaakt
moest worden
En dat is geen slecht teken
PRIESTERROEPINGEN
De huidige gang van zaken in Ne
derland is over het algemeen nog
zo, dat een kleine jongen wordt
aangelokt tot het priesterschap door
wilde verhalen van een heeroom of
een plaatsgenoot, door een toffe ka
pelaan of door een fascinerende
stemming in de kerk, door blote
voeten of een lange baard.
Dit is voor hem de concrete ge
stalte van het priesterschap en de
aanleiding op 'n seminarie of gym
nasium verder „voor priester te
gaan leren". Ik las dat onlangs in
de Bazuin.
Er zijn gelukkig nog veel gezin
nen, \vaarin zulk een ontluikende
priesterroeping met liefde wordt be
groet en waar men oprecht poogt
met Gods hulp het jonge plantje tot
wasdom en bloei te brengen. On
danks het feit, dat studie en oplei
ding ook van de ouders soms grote
offers vragen.
In andere gezinnen echter ligt de
zaak heel anders. Wanneer daar een
jongen heel schuchter over zijn
ideaal durft praten, dan is men er
als de kippen bij, om hem eens even
wegwijs te maken
En zo dit al niet gebeurt dan is
men minstens van mening, dat de
jongen te klein is om zich nu al een
levensstaat te kiezen.
Hij moet, zo zegt men dan, maar
eerst iets meer van de wereld ge
zien hebben en zijn roeping maar
eens „beproeven" wil een en ander
niet op een fiasco uitlopen
Hoe komt dit
Waarom reageren veel ouders zo
op dit schuchtere verlangen van
hun kind
Hebben ze schrik voor dat woord
je roeping, dat grote geheim?
Ze zouden graag hebben, dat O.L.
Heer dat zielemerk op de en of an
dere foanier kenbaar zou maken
door een lichamelijk teken of zo
ietsZe vertrouwen God feitelijk
niet
Datzelfde geldt voor die ouders,
die met angst en beven aan studie
kosten en aan uitzetten denken,
aan klein en groot seminarie
Ze horen in het evangelie spre
ken over de vogels en de bloemen
waarover de Schepper waakt, maar
geloven niet, dat God, die hun eigen
kind tot Zijn afgezant wil maken
hen niet boven krachten belasten
zal
Weer anderen hebben over het
priesterschap wel heel vreemde ge
dachten.
In onze moderne tijd meent ieder
een gerechtigd te zijn een oordeel
over de priester te kunnen vellen.
Ze zien in hem te weinig de mid
delaar tussen God en ons, maar te
veel of uitsluitend de mens met zijn
menselijke fouten.
Is bij hen niet de echte en op ge
loofsinzicht gebaseerde beoordeling
van de priester in vergetelheid ge
raakt. En weer anderen menen dan
dat in deze tijd, nu het „uur van de
leek" is aangebroken, de leek de
priester kan vervangen en verliezen
daarbij alle proporties uit het oog.
En zo wordt door welke oor
zaak dan ook er maar heel wei
nig positiefs bijgedragen om de ge
dachte over het priesterschap bij de
jonge mens te verdiepen en te lou
teren. Noch thuis, noch op school
De priesterroepingen in Neder
land, in onze eigen streek en plaats
lopen achteruit. En dat terwijl de
Kerk in nood is.
Slechts weinig katholieken zijn
op de hoogte van de grote behoefte
aan priesters in Afrika. Om niet
eens te spreken in Zuid-Amerika.
En nog minder weten zij van de
noodkreten der Pausen.
Er wordt zo dikwijls gebeden om
priesterroepingen. Er wordt over dit
alles veel geschreven en gepraat.
Maar het is ook dringend nodig,
want de mentaliteit en de geestes
gesteldheid in vele katholieke ge
zinnen t.o.v. de roeping tot het
priesterschap moet jammer genoeg
in een positievere instelling veran
derd worden.
maar vooral goed voorbeeld geven,
èn oefenen.
In ons land is het helaas nog een
ongebruikelijk verschijnsel ouders
met hun kinderen te zien oefenen,
in tegenstelling tot bijv. in Enge
land: men kan daar regelmatig zien
hoe een vader of een moeder het
kind voordoet hoe over te steken
(„Eerst kijken naar links, dan naar
rechts en dan weer naar links en
dan vlug oversteken, en op de helft
gekomen weer eventjes naar rechts
kijken"), dan ziet men hoe het kind
zijn ouders naar de overkant brengt.
Het Verbond voor Veilig Verkeer
pleit ervoor om deze werkwijze ook
in ons land ingang te doen vinden.
Het kan het aantal jeugdige ver-
keersslachtoffertjes aanmerkelijk
verminderen.
ZE ZIJN ER WEER!
Ze zijn er weer, de klaar-overtjes.
Enkele weken geleden zag men hen
al aarzelend uit hun schulpen krui
pen, thans is het hele leger van vei
ligheid-kameraadjes weer op de
been.
Twee- of viermaal daags wisselen
ze hun costuumpjes, waarin ze niet
van anderen zijn te onderscheiden,
voor de uniform: witte jas, koppel,
manchetten, handschoenen en zuid
wester, en niet te vergeten 't teken
van hun waardigheid, het spiegelei.
Enkele malen per dag geleiden ze
jongere kinderen en leeftijdsgenoot
jes naar de andere kant van de
straat, op volkomen veilige en doel
treffende wijze. Tenminsteals
iedere weggebruiker hieraan mee
werkt.
In september vestigt het Verbond
voor Veilig Verkeer de aandacht
van iedere weggebruiker op het
schoolgaande kind.
Iedere Nederlander wordt toege
voegd: „U hebt ze een tijdje gemist
maar nu zijn ze er weer!"
De aandacht van elke weggebrui
ker moet worden verdubbeld tijdens
de uren dat de scholen aan- en uit
gaan.
Dit is geen overbodige luxe. Bijna
zesduizend schoolkinderen van 5
t/m 14 jaar waren in 1959 be
trokken bij verkeersongelukken,
niet minder dan 237 van hen von
den hierbij de dood.
In één jaar tijds bijna tweehon
derdvijftig nog jonge kinderen, die
niet meer bij hun ouders terugkeer
den, wier plaatsen op school onbe
zet bleven. Een school vol kinderen,
wier leven plotseling werd afge
sneden.
Dr. J.J. Wafelbakker, directeur
van de Wassenaarse G.G.D., noem
de in zijn proefschrift „Enkele so
ciaal-geneeskundige aspecten van
wegverkeersongevallen" het ver
keersongeluk voor deze leeftijds
groep doodsoorzaak no. 1.
Een deel van het leed zou voor
komen kunnen worden, indien
ouders hun kinderen vroegtijdig de
elementaire verkeersregels zouden
bijbrengen. En niet alleen leren,
van zaterdag 25 sept. 1936
Tot leraar in de Ned. Taal en
Geschiedenis aan het Lyceum te
Tilburg, werd benoemd onze dorps
genoot, de heer W. Janssen.
Zondag zullen van hier een
aantal autobussen vertrekken naar
de Landdag te Heerlen. Meer dan
100 personen uit Venray zullen
hieraan deelnemen.
De plechtige inwijding van het
Franciscaans Derde Orde-huis te
Alverna-Wychen zal plaats hebben
op zondag 18 oktober a.s.
van zaterdag 23 sept. 1911
- Het stelen schijnt de laatste
tijd in Venray mode te worden,
want het neemt steeds toe. Overal
worden dan ook groenten, fruit en
ander kleine zaken zonder toe
stemming meegenomen.
- Het „Wellsche Meer", dat voor
enige jaren nog een onaangeroerde
wildernis was, is nu voor 80.000
verkocht aan Mej. van Ophoven, die
het in pacht had. Ged. Staten heb
ben hun goedkeuring hieraan ge
geven.
- Te Gennep hielden 96 jonge
mannen een bespreking betreffende
de dansstaking. Deze jonge mannen
hebben groot gelijk. Berekent men
nu dat de meeste dansenden
schoenreparatie niet meegerekend
drie tot vijf gulden op de gladde
baan offert, elke dans hoogstens 2
minuten duurt en 5 cent kost, dan
zal het eenieder duidelijk zijn hoe
meer de zakken der vreemde muzi
kanten in omvang toenemen des te
groter de ruimte in de portemon-
naies wordt, zodat er nu afloop van
het dansen nauwelijks iets voor een
glas bier overblijft.
Dansen voor een halve grosze (3
cent) en anders niet dansen blijve
het parool
In de maand september wer
den in de gemeente Venray niet
minder dan vier boerderijen pu
bliek verkocht.
Het rustige leven op het land,
waar de dichters altijd de mond
over vol hebben, bestaat alleen nog
maar 's winters.
Zodra de zomer over de buiten
mensen losbreekt, wordt een grote
schaar stedelingen op hen losgela
ten. Zij mikken hun broodzakjes,
draagbare grammofoons, schallende
radio's en brandende sigaretten
peukjes in de bossen en terwijl de
nieuwste top-hits de vogels op de
vlucht jagen, roemen zij de lande
lijke rust.
Dat kabaal maken de mensen al
leen maar, omdat ze niet tegen de
stilte kunnen.
Onlangs streek er zo'n troep stad
se spreeuwen neer in één van de
spaarzame fraaie recreatiegebieden
die deze streek nog rijk is.
Nog zelden was deze omgeving
ontwijd door zo'n hels spektakel.
Het duurde tot laat in de nacht.
Omdat het zulk mooi weer was en
zo'n heldere maan, besloten de gas
ten toen een „dropping" te organi
seren. Dat is een spel, waarbij men
de mensen maar zo «rgens neer-
plant in het donker. Ddn moeten ze
op de tast proberen het kampement
terug te vinden.
Tegen twaalf uur, half een, klop
ten ze een taxi-chauffeur zijn bed
uit om te vragen of die het gezel
schap met zijn wagen ergens uit
wilde strooien. Voor geld en goede
woorden deed hij het.
Hier en daar gooide hij een hand
vol vakantiegangers de nacht in. De
laatsten kwamen terecht bij de Bos
huizen, een machtig mooi brok na
tuur, maar niet te vinden voor
iemand die de weg niet kent. Joe
lend stoven de toeristen her en der.
Maar een bleke man, die overdag
nogal praats had, ging de verkeerde
kant uit. Hij raakte verzeild in ge
accidenteerd terrein en hoorde ten
slotte alleen nog het kraken van
zijn eigen voetstappen, en het naar
geestig gekras van een eenzame uil.
De maan legde bleke plekken op
de grond en de jeneverbessen sta
ken als grillige spooksels tegen de
achtergrond. Je kon de stilte horen,
toen de man daar angstig heen en
weer schommelde, met het hoofd
vol gedachten aan adders en wilde
zwijnen.
Een stroper die de toeristen tot
zijn ergenis had gehoord en gezien,
ging juist naar zijn strikken kijken
en zag van tussen de struiken de
eenzame verdwaalde. Die doolde
doelloos rond.
Plotseling klonk een zacht gesnuf
fel, gevolgd door een onderdrukt
gegrom.
De man begon te bibberen en spijt
te krijgen van zijn vakantie buiten
af. Het gesnuffel nam toe. Er kraak
ten weer een paar takjes.
Toen klonk een luid gebrul. Dat
deed de stroper. Maar de beklagens
waardige vakantieganger zag in zijn
verbeelding twee verscheurende ka
ken op elkaar klapperen.
Toen hij opsprong liep hij regel
recht in de armen van de jachtop
ziener, die de stroper achterna was
gegaan.
De zomergast meende niet anders
dan gevangen te zijn door een of
ander monster. Als een bezetene
vocht hij om los te komen, maar
wat de jachtopziener eenmaal vast
heeft, laat hij niet meer lopen. Dat
kostte de man van de wet 'n blauw
oog. En de stadsmens een bekeu
ring wegens verzet. Want hoe de
koddebeier ook schreeuwde van
naam der wet en zo, de angstige
man hoorde alleen nog maar wild
gedierte brullen.
De rechter had er begrip voor,
vooral toen hij de stroper op de tri
bune zag grinniken. Hij maakte er
één gulden boete van. De man uit
de stad betaalde grif. „Ik kom hier
nooit meer met vakantie", zei hij uit
de grond van zijn hart.
Geachte Redactie
Men heeft als z.g. bejaarde tijd en
gelegenheid in overvloed om zich
op de hoogte te houden wat reilt en
zeilt in onze gemeente. En 't sport
park in wording is een van die din
gen, die terecht de bewondering af
dwingt, ook xan de oudere genera
tie, al begrijpt zij soms niet, hoe zij
zelf is op kunnen groeien zonder al
die dingen, die de jeugd-van-heden
als vanzelfsprekend en gewoon be
schouwt. Maar daar wil ik het thans
niet over hebben.
Waar ik wel eens over denk, is of
de jeugd alleen sport nodig heeft.
Wij bejaarden worden op een be
paald moment gedwongen al of
niet met onze instemming om het
werk aan de kant te zetten.
We verlaten het steiger, de werk
plaats en 't kantoor en worden ren
teniers. Maar met ons werk laten
we voor een groot deel onze dage
lijkse gymnastiek-oefeningen in de
vorm van lopen, klimmen, buigen
en bukken varen.
Zeker, we wandelen nog en fiet
sen, maar m.i. al te gauw gaat men
merken, dat de gewrichten niet
meer zo functioneren als vroeger.
Het begint hier en daar te kraken
en dat beschouwen we dan als te
horen bij de oude dag.
Ik heb me in dat probleem nooifr
verdiept voordat ik door toeval tij
dens de afgelopen vacantie in Duits
land met mijn neus op dit probleem
geduwd werd, doordat ik toevallig
terecht kwam bij 'n heel stel „oude
heren" die „deutsch-grundlich" dit
probleem hadden aangepakt.
Daar was ook een bejaarden-or
ganisatie, die voor kaartmiddagen
zorgde, maar op zijn tijd ook spre
kers allerlei actuele problemen liet
behandelen en die schrik niet
oudere broeders een gymnastiek
club had opgericht voor zowel da
mes als heren
Natuurlijk zag men die oude ba
zen geen vogelnestjes meer maken
aan de ringen en zo, maar zij kre
gen per week tweemaal een uurtje
gymnastiek in een vorm, die aan
hun ouderdom was aangepast en die
het gekraak toch wel wist te onder
drukken.
Ze hielden hun jaarlijks uitstapje,
maar daarnaast waren er gezamen
lijke wandelingen, waarvan ik er
een meegemaakt heb, die ik moet
dat tot mijn schande erkennen
toch wel wat zwaar voor me was,
maar waarin nog oudere heren als
ik rustig hun partijtje meebliezen.
Daarnaast had men op een aar
dige plek van het dorp een sport
veld voor deze mensen ingericht.
Men had er o.a. een kleine golf
baan aangelegd, waar het bij goed
weer wat best vertoeven was en
waar de dames, zowel als de heren
zich uitstekend vermaakten in de
openlucht
Een spel waarin zij opmerkelijke
resultaten behaalden.
Ik heb later eens met een arts
over dit alles gepraat, en ook deze
wees er op, dat veel bejaarden ta-
melijk eenzijdig leven.
D.w.z. ze zitten veel binnen, wan
delen te weinig en hebben over het
algemeen te weinig bewegingDe
rentenier heeft over het algemeen
te weinig om handen en dat wreekt
zich
Men mag zo op het eerste MEicht
wat ik hierboven stelde, een Deetje