De last der jaren Rampen, die voorkomen hadden kunnen worden Goed drinkbaar waler eerste vereiste Politierechter Kinder-vacantie Geestelijk artikel Geslaagd Vrijdag 11 augustus 1961 No. 32 Twee en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WFPïfRT AH VOOR VF1MRAV P1M OMQTRFïfFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150652 VV VJVJIV V 1 JCriV UiVlO 1 IVEtlVEtll PRIJS PER KWARTAAL 1.5( mm. ABONNEMENTS- 50 (buiten Venray 1.75) Plet feit, dat wij in dit blad reeds enkele malen hebben geattendeerd op het bejaarden-probleem in onze gemeente, heeft een lezer de mis schien wat cynische vraag doen stellen, of de zaak niet wat te zeer wordt opgeblazen. Men maakt, al dus deze lezer, tegenwoordig van alles een probleem en zo ook van onze bejaarden. Er zijn, weer volgens deze lezer, altijd bejaarden geweest en ze zul len er blijven. Is dat nu een pro bleem Inderdaad stond er altijd naast het legioen der produktieven een smalle rand van oud-gedienden, maar nimmer was hun aantal zo groot. De gemiddelde leeftijd is in Nederland enorm gestegen. Voor beide geslachten ligt zij thans boven de 70 jaar. Wij zijn niet ver van het moment verwijderd, waarop ons land een miljoen bejaarden telt. Hoe precies de cijfers in Venray lig gen, is ons onbekend, maar ook hier is het aantal bejaarden met het lan delijk aantal gestegen. Is hun problematiek anders dan voorheen? Ongetwijfeld. Wij wezen reeds op het sterk toegenomen aantal ouden van dagen. Door de hogere leeftijd liggen hun problemen ook anders dan vroeger. Daarnaast heeft zich het maatschappelijk patroon van onze samenleving aanzienlijk gewij zigd. ANDERE VERHOUDINGEN De meeste bejaarden hebben in 't verleden zelf hun problemen opge lost. Zij waren geringer in aantal en in doorsnee jonger. De maatschap pelijke opvattingen waren ook zo danig, dat de naaste verwanten van de ouden van dagen in eigen kring de verzorging regelden. Dat is nu veelal niet meer mogelijk. Wij heb ben leren inzien, dat de inwoning van bejaarden bij jonge gezinnen tot grote spanningen leidt. Door de hogere gemiddelde ouder dom wordt de afstand in leeftijd groter. De familieband tussen ouders en kinderen, tussen grootouders en kleinkinderen, wordt thans anders beleefd dan een kwart eeuw gele den. De huisvesting van weleer was meestal afgestemd op de aanwezig heid van reserve, waardoor het een voudiger werd iemand in huis op te nemen. Ook daarin is verandering geko men. Het personeelsvraagstuk be stond niet of in veel geringere mate. Toch hebben deskundigen ons de zer dagen laten weten, dat nog 78 pet. van de bejaarden zelfstandig woont. Na de bevrijding zijn er meer dan 225 bejaardentehuizen en -centra gebouwd. Niettemin nemen deze samen met hetgeen op dit gebied bestond niet meer dan 6 pet. van het totaal aantal bejaarden op. Hoewel dit op steeds meer bezwaren stuit, woont nog 16 pet. van onze ouden van dagen bij familie en kinderen. DE LAATSTE TOEVLUCHT Bovendien is door onderzoekingen aan het licht gekomen, dat van de 800 min of meer verouderde tehui zen voor bejaarden meer dan de helft niet aan de eisen voldoet, die in onze dagen aan een rusthuis mo gen worden gesteld. Al met al is hier wel terdege sprake van een probleem, spoedig een miljoenen probleem met economische en so ciale kanten. Deelt men de bejaarden in naar hun welstand, dan is het typisch dat aan de beide uitersten van deze op somming de bejaardentehuizen voornamelijk hun taak vinden. De best-gesitueerden kunnen zich laten verzorgen in modem-geoutil- leei'de huizen en de slechtst-gesi- tueerden moeten zich laten opne men in een van de vele verouderde instellingen voor bejaarden. Tussen deze uitersten beweegt zich de hoofdmacht, nu eens in een eigen „home", dan weer bij kinde en of familie. In welke richting zal zich deze grootste groep blijven be wegen? Een vraag, die economisch om een antwoord vraagt, maar meer nog om sociale redenen. GEWIJZIGDE WONINGBOUW De sociale zorg voor bejaarden is geen nieuw onderwerp. Zij is er al tijd geweest, als was het werk voor heen voornamelijk een soort bede ling van Armbestuur, geestelijkheid e.a.! Nu is het een zaak geworden van de gehele gemeenschap en het is vooral daarom indrukwekkender, omdat het omvangrijker is gewor den. Het verdient echter aanbeve ling de behoeftenbevrediging van bejaarden meer in het economische vlak te trekken. Daarbij komen tal rijke aspecten boven drijven: de huisvesting, de hulp in de huishou ding, de verpleging. Bij de huisvesting is de vraag be langrijk of de bejaarden de voor keur geven aan een eigen huis(je) of aan collectieve behuizing. Van het antwoord hangt een deel van de toekomstige woningbouw af. Er is nogal enig verschil in de wijze waarop de ene en de andere bouw moet worden gefinancierd. Het is te verwachten, dat de op lossing van het huisvestingspro bleem voor ouden van dagen een grote invloed zal uitoefenen op de woningmarkt in het algemeen. IS MEERDERHEID HUL PELOOS Er wordt veelal gesteld, dat de meeste bejaarden er de voorkeur aan geven hun zelfstandigheid zo lang mogelijk te bewaren. Ander zijds kan worden geconstateerd, dat de welgestelde bejaarden in de rij staan voor de bezetting van lang niet goedkope verzorgingsinstituten. Het zou interessant zijn te weten, of de vraag naar dit soort behuizing geschiedt uit de zucht naar comfort of uit nood. In hoeverre is er vraag naar woonruimte met volledige ver zorging bij de opeenvolgende leef tijdsgroepen? Dit is niet bekend, maar het zou ons niet verwonderen wanneer de hulpelozen onder aanvragers verre in de meerderheid waren. In dat geval is er op dit terrein geen sprake van vrije prijsvorming, maar ontstaat een zelfde toestand als wanneer in oorlogstijd de le- vensmiddelenbedrijven uitverkocht raken. Er is vraag naar eerste levensbe hoeften, maar onvoldoende aanbod. Rantsoenering en streng toezicht op de prijzen zijn noodzakelijk om so ciale misstanden te voorkomen. Wordt hier inderdaad (voldoende) op toegezien? MEER JAREN, MEER ZORGEN Er komt een moment in het leven van bejaarden waarop zij hun zelf standigheid moeten opgeven. Kun nen wij hun behoefte aan verzor ging dan opvangen zonder te spre ken van weldadigheid? Is de ouderdomsvoorziening van elke bejaarde, ongeacht zijn behoef te aan verzorging, zodanig dat hij nimmer in nood behoeft te komen? Helaas zien wij dat de financiële zorgen van onze ouden van dagen toenemen met de jaren. Zodra zij hun zelfstandigheid opgeven, wor den de verzorgingskosten zo hoog, dat er toch hulp moet komen uit sociale bewogenheid. Ligt hier niet de oorzaak van de grote voorkeur voor zelfstandigheid van vele be jaarden. In onze dagen lijkt ons dit een on aanvaardbare gedachte. Is er dan geen reden om op deze gronden te pleiten voor een progressieve uitke ring A.O.W. met het stijgen van de leeftijd. Elke bejaarde zou een hogere uit kering moeten ontvangen naarmate zijn fysische kracht en dus zijn zelf standigheid afneemt. Niemand mag toch vrees koesteren voor het mo ment, dat hij niet meer voor zich zelf kan zorgen? Wanneer wij dit erkennen, zullen wij in één adem moeten toegeven dat nog al te veel ouderen met angst het moment zien naderen waarop zij naar eigen mening te oud worden. En die angst moet wor den weggenomen, ongeacht de so ciale en economische gevolgen voor de staat. Wanneer wij weten, dat het aan tal bejaarden van boven 70 jaar in de komende twintig jaar meer dan verdubbelen zal, waar blijven dan de daarbij passende maatregelen? ONS LEVEN IS ONZE OPDRACHT Tussen de warm donkere moeder schoot en het duister kille graf is de boog gespannen van het leven met hoogtij-dagen en zijn diepte punten, met zijn goede kanten en zijn kwaad. Het leven is ongelofe lijk fascinerend en heeft duizend en een facetten. Het is niet moeilijk te begrijpen, waarom de mens zo met zijn leven worstelt. Het is zo groots en veel omvattend, dat elke poging om het leven in zijn volheid te omvatten, noodzakelijk beneden de maat blijft. Wanneer jonge mensen aan het begin van hun leven staan, kunnen zij zich bijna niet voorstellen, dat hun leven niet volmaakt zal zijn. Misschien is dit juist wel de char me van de jonggehuwden, dat zij boordevol liefde en goede voorne mens jegens elkaar de toekomst zo zonnig tegemoet zien. Zij vertonen dezelfde en toch ook geheel andere charme dan twee oude mensen, die in trouw aan el kaar de lange levensweg bijna heb ben afgelegd. Het is de voelbare eenheid, de ene vol verwachting, de andere van de berusting en over gave. De grote opdracht van het leven is de weg te vinden naar zijn Bron, naar zijn Begin en Einde, zijn Al pha en Omega. Elke mens heeft die SNELTREIN ZAKTE DOOR EEN BRUG De 285 lachende en zingende Nw.- zeelanders, die op de 24ste decem ber in 1953 met de Wellington- Auckland expres reisden hadden alle reden om vrolijk te zijn. In de eerste plaats was het de vooravond van Kerstmis en voorts waren zij op weg naar Auckland met het doel om koningin Elisabeth te begroeten, die met Kerstmis een bezoek aan Nieuw Zeeland zou brengen. Om vijf minuten over tien snelde de helverlichte en propvolle trein, met de vrolijk zingende passagiers naar een plaats aan de Wangaehu- rivier, die door de Maories „Tangi- wai" wordt genoemd, wat zoveel be tekent als „huilend water". De Maories laten zich daar ech ter nooit zien want het ruikt er vol gens hen naar de dood. Beweerd wordt zelfs, dat zich nog nooit een inboorling over de brug heeft ge waagd hoewel deze al meer dan 50 jaar over deze rivier ligt. Bijgeloof, maar op de 24ste de cember 1953 werd de Wangaehu- rivier inderdaad een „huilend wa ter KALE STROOM WERD WOEDENDE RIVIER! Op korte afstand van de spoorlijn in de omgeving van de Wangaehu- rivier ligt een verkeersweg en op het moment, dat de Wellington- Auckland expres hier aankwam reed de jonge postbode Cyril Ellis met zijn bestelwagen op deze weg. Op ongeveer vijftig meter van de brug remde Ellis plotseling af en hij kreeg kippevel van wat hij toen zag. De anders zo kalme stroom was een woedende stroom gewor den vol met grote brokken ijs, ont wortelde bomen en rotsblokken. Dit alles gaf zo'n hels lawaai, dat Ellis de motor van zijn auto niet meer kon horen lopen Later hebben deskundigen vast gesteld, dat 1600 miljoen liter ko kend water onverwacht uit het kratermeer van de Mount Ruapehu was gespoten. Het hete water had de ijsmassa meegesleurd en was met een snel heid van een lawine in de Wan- gaehu-rivier terechtgekomen, brok ken steen meesleurend alsof het tennisballen waren. Ellis wist dat allemaal niet, maar hij zag hoe de woeste rivier tegen de stenen pijlers van de brug beuk te hoe het water over de rails sloeg en dat de brug steunde en schudde als een stervend dier. LICHT IN DE VERTE De schrik sloeg Ellis echter om het hart toen hij plotseling in de verte een licht zag naderen over de spoorrails. Hij greep zijn zaklan taarn, klom in allerijl op de spoor baan en zwaaide als een krankzin nige met zijn lantaarn. Hij rende de trein tegemoet, die met een snelheid van ruim honderd kilometer per uur in zijn richting kwam. Steeds dichterbij kwam de trein. Ellis schreeuwde zo hard hij kon en zwaaide onophoudelijk met zijn lantaarn, maar er volgde geen ge knars van remmen wantde trein reed door. Op het laatste moment liet Ellis zich opzij vallen. De trein denderde langs hem heen een ramp tege moet Enkele ogenblikken later klonk er een hels lawaai van het scheuren van hout en metaal de trein was door de verzwakte brug gezakt en de locomotief en vijf van de zes wa gens waren in de rivier gestort. De zesde wagen was op een rand van de brug blijven hangen en het achterste stuk ervan stak boven een opdracht, Christen en niet-Christen. Het is een lange weg, die men gaat wanneer men op zoek is naar God. Niemand vindt Hem op dezelfde wijze, omdat ieder mens verschil lend is in eindeloze variaties. Het op zoek zijn naar God is de belangrijkste norm in ons leven. In dit licht zijn gebodjes en verbodjes onbelangrijk. Onbelangrijk is ook wat andere mensen van ons denken en doen. Het is geen gemakkelijke op dracht, die ieder kind voor zijn le ven meekrijgt. Daarom heeft God ons drie dingen voorgehouden als richtingwijzer. Wij moeten in Hem geloven, wij moeten op Hem hopen en Wij moeten Hem liefhebben. Het laatste is het belangrijkste. Het jonge bruidspaar bewijst, dat wij de opdracht kunnen aanvaar den. Het oude bruidspaar bewijst, dat wij de opdracht kunnen vol brengen. warnet van vernielde rails uit. Ellis wrong zich naar binnen via de achterste deur. De meeste passa giers zaten verlamd van schrik op hun plaats. „Kom er uit vlug!" schreeuwde Ellis, maar toen tientallen mensen tegelijk opstonden schudde de wa gen en gleed in het water. Er brak een paniek uit maar de postbode hield zijn positieven bij elkaar. Met zijn lantaarn sloeg hij ruiten stuk en hij hielp de passagiers om in veiligheid te komen en hij slaag de daarin vooral dank zij het feit, dat de wagen op de zijkant was ge rold en een gedeelte van het rijtuig niet onder water was gekomen. Alle passagiers in dit rijtuig 22 wisten zich te redden met uit zondering van een meisje, dat be kneld was geraakt. Toen Ellis uit de wagen kwam en om zich heen keek leek het wel een hel. Een dikke laag zwarte stof, ver mengd met olie en bloed bedekte het water en zelfs boven het geweld van de rivier kon hij 't geschreeuw van de talrijke gewonden horen BEGRAVEN IN HET SLIB Ellis kreeg spoedig hulp bij zijn werk en gezamenlijk leverden zij een bovenmenselijke prestatie bij het reddingswerk. Zij trokken gewonde kinderen uit de totaal vernielde wagons, redden een man, wiens hoofd onder water werd gehouden door een uit het lood geslagen deur, trokken een hui lende en kreunende vrouw omhoog, die tot haar nek begraven was in het slib en redden een aantal kin deren, die door de stroom van de rivier dreigden te worden meege sleurd. Intussen was van alle kanten hulp gekomen met auto's en op paarden uit 'n nabijgelegen boswachters- en uit een legerkamp en van de plaat selijke politiepost. Urenlang werden doden uit de ri vier gehaald en naar de geïmprovi seerde dodenkamers in het militaire kamp Waiouri gebracht en men vond ook tragische overblijfselen van bezittingen zoals een kletsnat dagboek, waarvan de laatste regel luidde: „December 24. Van Willing- ton naar Auckland vertrokken om koningin Elisabeth te zien Men had vijf dagen nodig om alle slachtoffers te tellen. Het waren er 151 enigen van hen werden door reddingsbrigades 100 kilometer van de plaats van de ramp aangetroffen. NIEUW ZEELAND IN ROUW Nieuw-Zeeland was in rouw ge dompeld. Elk uur kondigde de radio nieuwe slachtoffers aan. In plaats van een vreugdevolle boodschap hield koningin Elisabeth een toespraak vol droefheid en medeleven. De heldhaftige Cyril El- lis werd door de koningin onder scheiden met de George-medaille. Omdat zowel de machinist als de stoker het ongeluk niet overleefden is het thans nog een raadsel waar om de lichtseinen van postbode El- lis niet werden ontdekt. Lichtseinen die bij tijdige ontdekking een ramp hadden kunnen voorkomen Het „huilend water" in Nieuw- Zeeland zou dan een kleurrijke naam zijn gebleven zonder een diep tragische betekenis. Sinds jaar en dag hadden de bu ren hun zaterdagavonden kaartend doorgebracht. Het was een ritus ge worden. Al zou er een H-bom zijn gevallen, de zaterdagse kaartavon denreeks zou er niet door zijn on derbroken. Het kaarten was gaan behoren tot die onbewuste functies, waartoe men ook de ademhaling, de hart slag en de spijsvertering mag re kenen. Het is een lang verhaal, te ver tellen hoe aan een schijnbaar einde loze reeks van zaterdagavonden een einde is gekomen. In «het kort komt het hierop neer, dat de buurvrouw een kaart op de grond liet vallen. Welke buurvrouw zult u vragen. En dat is nu juist de kwestie. Beide buurvrouwen meen den wettige rechten te hebben op die gevallen kaart. Zij gingen daar over kijven, zodat binnen enkele minuten een geweldig tumult ont stond. De mannen gingen zich er mee bemoeien en het resultaat was, dat de gevallen kaart verscheurd en verguisd in de prullebak en de bu ren echter op de stoep terechtkwa men en dat zij plotseling niets meer met elkaar te maken willen hebben. Er volgde een lange reeks van vervelende zaterdagavonden, de een al woester en lediger dan de andere. De ruzie zat de ene buur man dwars. Er moet een eind aan komen vond hij. Er moest weer ge- Of in de Vredepeel en ook elders al eens een onderzoek is ingesteld door de farmaceutische inspectie voor de volksgezondheid is een open vraag. Maar een belangrijke vraag. Want ongetwijfeld zou het resultaat van dit onderzoek nog eens temeer onderstrepen, dat er op te veel plaatsen te veel mankeert. Degenen, die over goed leiding water in ongelimiteerde hoeveelhe den (behoudens tijdens langdurige droogte voor schrobben e.d.) kan beschikken, klinkt dit wel vreemd in de oren. Alhoewel er een streven is het gehele platteland ook van waterleiding te voorzien, zijn er toch nog te veel boerderijen, ook in deze streken, waar men zich met regenwater of putwater moet be helpen. Wij zijn gelegen in de z.g. onren dabele gebieden, dus waar de kos ten van aansluiting aan een water leiding niet gedekt worden door het gebruik. Bij dit onrendabel gaat men al leen uit van de zichtbare geldelijke na- of voordelen, maar gaat men voorbij aan de nadelen aan de volksgezondheid toegebracht door ondeugdelijk water. De grote voordelen van een goede gezondheidstoestand van de bevol king door het gebruik van goed drinkwater en een behoorlijke hy giëne wegen ruimschoots op tegen de nadelen van een onrendabele aansluiting. Deze kan teniet worden gedaan door een verdeling van deze nadelige post over alle gebruikers óf door subsidies van het ministerie van volksgezondheid. Er is een aparte regeling daar- kaart worden. En op'zijn verjaar dag besloot hij het nieuwe levens jaar niet in te gaan zonder de vrede te hebben hersteld. Zijn broer, die er niets mee te maken had, was het daarmee vol komen eens. De mannen dronken een borrel en verzekerden elkaar, dat het uit moest zijn. Zij dronken nog een bor rel en kwamen tot de conclusie, dat het volgend levensjaar niet met ru zie mocht ingaan. Zij dronken nog enkele borrels en toen zagen zij de weg naar de oplossing duidelijk voor zich. Zij begaven zich zonder meer naar het buurlijk huis om de kwes tie uit te praten. Het buurhuis was echter geslo ten, want de buren zaten om de te levisie heen. Hij lezend en zij broeiend. Hoe komt men een geslo ten buurhuis binnen? Door het raam, zei de broer, die er niets mee te maken had. Hij nam een steen, sloeg de ruit stuk en klom naar binnen, gevolgd door zijn vredezuchtige broer. De avondlijke rust der buren werd door het kabaal van vallende glasscherven wreed verstoord. De kopjes vielen om en de buren vin gen een luidkeels „moord" te gillen. De vredesbetuigingen van de lich telijk aangeschoten kaartmaniak gin gen teloor in het kabaal. Men hoor de hem pas aan, toen de politie er al was. Wenend verklaarde hij tegenover de verbalisant, dat hij de onderbro ken reeks kaartavonden wilde voortzetten en dat hij zijn nieuwe levensjaar niet in een staat van bu renruzie wilde beginnen. De wachtmeester schreef al die goede voornemens op, maar boven dien van de vernieling en de huis vredebreuk. Daarom stonden de broers voor de groene tafel. De schade bleek vergoed, de zelfde avond weer aan geknoopt. „Als we niet in de olie waren geweest, hadden we het wel klaar gespeeld zonder kapotte ruit", zei den de broers. De rechter wilde rekening houden met het sympathieke doel, toen hij de boete voor elk op vijftien gulden stelde. Op de tribune begon iemand op dat moment luid met geld te ram melen. Het was de buurman, die de kaartpot op de grond leegschudde en centen begon te tellen. „Ik ge loof, dat er net dertig gulden in zit!" riep hij verheugd. voor gekomen, waardoor velen zijn geholpen, maar anderen in de z.g. super-onrendabele gebieden zijn en blijven juist de ergste noodgevallen Nu klinkt dat „onrendabel" en „super-onrendabel" altijd of het eigen schuld is, dat men in zulk een noodtoestand is gekomen. Niets is minder waar. Geen mens, die het helpen kan, dat b.v. in de oude Peel het put water een brakken smaak heeft, stinkt en verontreinigd is. Daar naast zou men de volgend vragen mogen stellen: 1. Wanneer is (drink)water ren dabel? 2. Hoe hoog mag de prijs van 1 li ter water zijn met de garantie dat geen mens of dier er ziek van wordt? 3. Mag men om de prijs laag te houden gebieden uitsluiten van deugdelijk drinkwater en mens en dier in deze streken blootstellen aan het gevaar van besmetting door het drinkwater, geschept uit putten op de be drijven, waarvan bij onderzoek blijkt, dat het niet geschikt is voor consumptie? Is het derhalve niet fout over on rendabel en super-onrendabel te spreken, aangezien het alleen grote noodtoestanden zijn. Men fluistert, dat juist deze gebieden pas aange sloten worden, nadat bedongen is, dat de nieuw aangeslotenen jaren lang een hoge belasting moeten be talen. Dat menigeen daarom nog wel eens aarzelt zich aan te laten sluiten, is te begrijpen. Het zou ook een grove onbillijk heid zijn. Want waar is leidingwa ter meer nodig dan daar, waar van het water geen koffie kan worden gezet of waar door het slechte wa ter aardappels van kleur verande ren. Er zijn woningen, waar de pomp in de keuken staat en men voor de stank van het water op de loop gaat en zelfs gevallen waar het huis vlak bij de waterleiding ligt, doch de aansluiting toch onrendabel Er zijn plaatsen, waar geregeld ziekten voorkomen door slecht of ondrinkbaar water. Gelukkig is het tot nu toe meestal goed afgelopen, maar in feite zijn het onhoudbare toestanden. Het is de plicht van de overheid om aan deze ongewenste situatie op korte termijn een einde te maken in het belang van de volksgezondheid. Denken we in dit verband maar eens aan het gebruik van dergelijk vies en onbruikbaar water voor het reinigen van vaatwerk, melkbussen, drinkwater voor vee e.d. En deze oplossing te vinden, zonder dat een extra belasting geheven wordt. NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de praktijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. L. COENEN Hensseniusstraat Telefoon 1878 Vanaf maandagavond 8 uur, in verband met Maria Hemelvaart, wordt de dienst der doktoren waar genomen door Dr. W.J.A. BLOEMEN Stationsweg 15 Telefoon 1465 Uitsluitend voor spoedgevallen GROENE KRUIS Zr. J. Janssen Leunen tel. 1361 Albionstraat 15 Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de Kom. ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS ZIEKENAUTO bel 04780-1592 b.g.g. 2116 Het kindervacantiewerk begint op 14 aug. voor de jongens. Elke dag begint met een H. Mis om 9 uur in de Petrus Banden-kerk. Op 21 aug. ziin de meisjes aan de beurt; de H. Missen zijn dan in de Rektoraatskerk. Ten overvloede wijzen we er nog op, dat ook alle kinderen van de KERKDORPEN van harte welkom zijn. «cj Aan de L.T.S. te Helmond slaag voor het diploma autotech niek, G. van Ham Julianasingel.

Peel en Maas | 1961 | | pagina 1