De last der jaren
Rampen, die voorkomen
hadden kunnen worden
Goed drinkbaar waler
eerste vereiste
Politierechter
Kinder-vacantie
Geestelijk artikel
Geslaagd
Vrijdag 11 augustus 1961 No. 32
Twee en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WFPïfRT AH VOOR VF1MRAV P1M OMQTRFïfFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150652 VV VJVJIV V 1 JCriV UiVlO 1 IVEtlVEtll PRIJS PER KWARTAAL 1.5(
mm. ABONNEMENTS-
50 (buiten Venray 1.75)
Plet feit, dat wij in dit blad reeds
enkele malen hebben geattendeerd
op het bejaarden-probleem in onze
gemeente, heeft een lezer de mis
schien wat cynische vraag doen
stellen, of de zaak niet wat te zeer
wordt opgeblazen. Men maakt, al
dus deze lezer, tegenwoordig van
alles een probleem en zo ook van
onze bejaarden.
Er zijn, weer volgens deze lezer,
altijd bejaarden geweest en ze zul
len er blijven. Is dat nu een pro
bleem
Inderdaad stond er altijd naast
het legioen der produktieven een
smalle rand van oud-gedienden,
maar nimmer was hun aantal zo
groot. De gemiddelde leeftijd is in
Nederland enorm gestegen. Voor
beide geslachten ligt zij thans boven
de 70 jaar. Wij zijn niet ver van het
moment verwijderd, waarop ons
land een miljoen bejaarden telt.
Hoe precies de cijfers in Venray lig
gen, is ons onbekend, maar ook hier
is het aantal bejaarden met het lan
delijk aantal gestegen.
Is hun problematiek anders dan
voorheen?
Ongetwijfeld. Wij wezen reeds op
het sterk toegenomen aantal ouden
van dagen. Door de hogere leeftijd
liggen hun problemen ook anders
dan vroeger. Daarnaast heeft zich
het maatschappelijk patroon van
onze samenleving aanzienlijk gewij
zigd.
ANDERE VERHOUDINGEN
De meeste bejaarden hebben in 't
verleden zelf hun problemen opge
lost. Zij waren geringer in aantal en
in doorsnee jonger. De maatschap
pelijke opvattingen waren ook zo
danig, dat de naaste verwanten van
de ouden van dagen in eigen kring
de verzorging regelden. Dat is nu
veelal niet meer mogelijk. Wij heb
ben leren inzien, dat de inwoning
van bejaarden bij jonge gezinnen
tot grote spanningen leidt.
Door de hogere gemiddelde ouder
dom wordt de afstand in leeftijd
groter. De familieband tussen ouders
en kinderen, tussen grootouders en
kleinkinderen, wordt thans anders
beleefd dan een kwart eeuw gele
den.
De huisvesting van weleer was
meestal afgestemd op de aanwezig
heid van reserve, waardoor het een
voudiger werd iemand in huis op te
nemen.
Ook daarin is verandering geko
men. Het personeelsvraagstuk be
stond niet of in veel geringere mate.
Toch hebben deskundigen ons de
zer dagen laten weten, dat nog 78
pet. van de bejaarden zelfstandig
woont. Na de bevrijding zijn er
meer dan 225 bejaardentehuizen
en -centra gebouwd. Niettemin
nemen deze samen met hetgeen
op dit gebied bestond niet meer
dan 6 pet. van het totaal aantal
bejaarden op. Hoewel dit op
steeds meer bezwaren stuit, woont
nog 16 pet. van onze ouden van
dagen bij familie en kinderen.
DE LAATSTE TOEVLUCHT
Bovendien is door onderzoekingen
aan het licht gekomen, dat van de
800 min of meer verouderde tehui
zen voor bejaarden meer dan de
helft niet aan de eisen voldoet, die
in onze dagen aan een rusthuis mo
gen worden gesteld. Al met al is
hier wel terdege sprake van een
probleem, spoedig een miljoenen
probleem met economische en so
ciale kanten.
Deelt men de bejaarden in naar
hun welstand, dan is het typisch dat
aan de beide uitersten van deze op
somming de bejaardentehuizen
voornamelijk hun taak vinden.
De best-gesitueerden kunnen zich
laten verzorgen in modem-geoutil-
leei'de huizen en de slechtst-gesi-
tueerden moeten zich laten opne
men in een van de vele verouderde
instellingen voor bejaarden.
Tussen deze uitersten beweegt
zich de hoofdmacht, nu eens in een
eigen „home", dan weer bij kinde
en of familie. In welke richting zal
zich deze grootste groep blijven be
wegen?
Een vraag, die economisch om een
antwoord vraagt, maar meer nog
om sociale redenen.
GEWIJZIGDE WONINGBOUW
De sociale zorg voor bejaarden is
geen nieuw onderwerp. Zij is er al
tijd geweest, als was het werk voor
heen voornamelijk een soort bede
ling van Armbestuur, geestelijkheid
e.a.!
Nu is het een zaak geworden van
de gehele gemeenschap en het is
vooral daarom indrukwekkender,
omdat het omvangrijker is gewor
den. Het verdient echter aanbeve
ling de behoeftenbevrediging van
bejaarden meer in het economische
vlak te trekken. Daarbij komen tal
rijke aspecten boven drijven: de
huisvesting, de hulp in de huishou
ding, de verpleging.
Bij de huisvesting is de vraag be
langrijk of de bejaarden de voor
keur geven aan een eigen huis(je)
of aan collectieve behuizing.
Van het antwoord hangt een deel
van de toekomstige woningbouw af.
Er is nogal enig verschil in de
wijze waarop de ene en de andere
bouw moet worden gefinancierd.
Het is te verwachten, dat de op
lossing van het huisvestingspro
bleem voor ouden van dagen een
grote invloed zal uitoefenen op de
woningmarkt in het algemeen.
IS MEERDERHEID HUL
PELOOS
Er wordt veelal gesteld, dat de
meeste bejaarden er de voorkeur
aan geven hun zelfstandigheid zo
lang mogelijk te bewaren. Ander
zijds kan worden geconstateerd, dat
de welgestelde bejaarden in de rij
staan voor de bezetting van lang
niet goedkope verzorgingsinstituten.
Het zou interessant zijn te weten,
of de vraag naar dit soort behuizing
geschiedt uit de zucht naar comfort
of uit nood. In hoeverre is er vraag
naar woonruimte met volledige ver
zorging bij de opeenvolgende leef
tijdsgroepen?
Dit is niet bekend, maar het zou
ons niet verwonderen wanneer de
hulpelozen onder aanvragers verre
in de meerderheid waren.
In dat geval is er op dit terrein
geen sprake van vrije prijsvorming,
maar ontstaat een zelfde toestand
als wanneer in oorlogstijd de le-
vensmiddelenbedrijven uitverkocht
raken.
Er is vraag naar eerste levensbe
hoeften, maar onvoldoende aanbod.
Rantsoenering en streng toezicht op
de prijzen zijn noodzakelijk om so
ciale misstanden te voorkomen.
Wordt hier inderdaad (voldoende)
op toegezien?
MEER JAREN, MEER ZORGEN
Er komt een moment in het leven
van bejaarden waarop zij hun zelf
standigheid moeten opgeven. Kun
nen wij hun behoefte aan verzor
ging dan opvangen zonder te spre
ken van weldadigheid?
Is de ouderdomsvoorziening van
elke bejaarde, ongeacht zijn behoef
te aan verzorging, zodanig dat hij
nimmer in nood behoeft te komen?
Helaas zien wij dat de financiële
zorgen van onze ouden van dagen
toenemen met de jaren. Zodra zij
hun zelfstandigheid opgeven, wor
den de verzorgingskosten zo hoog,
dat er toch hulp moet komen uit
sociale bewogenheid. Ligt hier niet
de oorzaak van de grote voorkeur
voor zelfstandigheid van vele be
jaarden.
In onze dagen lijkt ons dit een on
aanvaardbare gedachte. Is er dan
geen reden om op deze gronden te
pleiten voor een progressieve uitke
ring A.O.W. met het stijgen van de
leeftijd.
Elke bejaarde zou een hogere uit
kering moeten ontvangen naarmate
zijn fysische kracht en dus zijn zelf
standigheid afneemt. Niemand mag
toch vrees koesteren voor het mo
ment, dat hij niet meer voor zich
zelf kan zorgen?
Wanneer wij dit erkennen, zullen
wij in één adem moeten toegeven
dat nog al te veel ouderen met
angst het moment zien naderen
waarop zij naar eigen mening te
oud worden. En die angst moet wor
den weggenomen, ongeacht de so
ciale en economische gevolgen voor
de staat.
Wanneer wij weten, dat het aan
tal bejaarden van boven 70 jaar in
de komende twintig jaar meer dan
verdubbelen zal, waar blijven dan
de daarbij passende maatregelen?
ONS LEVEN IS ONZE
OPDRACHT
Tussen de warm donkere moeder
schoot en het duister kille graf is
de boog gespannen van het leven
met hoogtij-dagen en zijn diepte
punten, met zijn goede kanten en
zijn kwaad. Het leven is ongelofe
lijk fascinerend en heeft duizend en
een facetten.
Het is niet moeilijk te begrijpen,
waarom de mens zo met zijn leven
worstelt. Het is zo groots en veel
omvattend, dat elke poging om het
leven in zijn volheid te omvatten,
noodzakelijk beneden de maat blijft.
Wanneer jonge mensen aan het
begin van hun leven staan, kunnen
zij zich bijna niet voorstellen, dat
hun leven niet volmaakt zal zijn.
Misschien is dit juist wel de char
me van de jonggehuwden, dat zij
boordevol liefde en goede voorne
mens jegens elkaar de toekomst zo
zonnig tegemoet zien.
Zij vertonen dezelfde en toch ook
geheel andere charme dan twee
oude mensen, die in trouw aan el
kaar de lange levensweg bijna heb
ben afgelegd. Het is de voelbare
eenheid, de ene vol verwachting, de
andere van de berusting en over
gave.
De grote opdracht van het leven
is de weg te vinden naar zijn Bron,
naar zijn Begin en Einde, zijn Al
pha en Omega. Elke mens heeft die
SNELTREIN ZAKTE DOOR
EEN BRUG
De 285 lachende en zingende Nw.-
zeelanders, die op de 24ste decem
ber in 1953 met de Wellington-
Auckland expres reisden hadden
alle reden om vrolijk te zijn.
In de eerste plaats was het de
vooravond van Kerstmis en voorts
waren zij op weg naar Auckland
met het doel om koningin Elisabeth
te begroeten, die met Kerstmis een
bezoek aan Nieuw Zeeland zou
brengen.
Om vijf minuten over tien snelde
de helverlichte en propvolle trein,
met de vrolijk zingende passagiers
naar een plaats aan de Wangaehu-
rivier, die door de Maories „Tangi-
wai" wordt genoemd, wat zoveel be
tekent als „huilend water".
De Maories laten zich daar ech
ter nooit zien want het ruikt er vol
gens hen naar de dood. Beweerd
wordt zelfs, dat zich nog nooit een
inboorling over de brug heeft ge
waagd hoewel deze al meer dan 50
jaar over deze rivier ligt.
Bijgeloof, maar op de 24ste de
cember 1953 werd de Wangaehu-
rivier inderdaad een „huilend wa
ter
KALE STROOM WERD
WOEDENDE RIVIER!
Op korte afstand van de spoorlijn
in de omgeving van de Wangaehu-
rivier ligt een verkeersweg en op
het moment, dat de Wellington-
Auckland expres hier aankwam
reed de jonge postbode Cyril Ellis
met zijn bestelwagen op deze weg.
Op ongeveer vijftig meter van
de brug remde Ellis plotseling af en
hij kreeg kippevel van wat hij toen
zag. De anders zo kalme stroom
was een woedende stroom gewor
den vol met grote brokken ijs, ont
wortelde bomen en rotsblokken.
Dit alles gaf zo'n hels lawaai, dat
Ellis de motor van zijn auto niet
meer kon horen lopen
Later hebben deskundigen vast
gesteld, dat 1600 miljoen liter ko
kend water onverwacht uit het
kratermeer van de Mount Ruapehu
was gespoten.
Het hete water had de ijsmassa
meegesleurd en was met een snel
heid van een lawine in de Wan-
gaehu-rivier terechtgekomen, brok
ken steen meesleurend alsof het
tennisballen waren.
Ellis wist dat allemaal niet, maar
hij zag hoe de woeste rivier tegen
de stenen pijlers van de brug beuk
te hoe het water over de rails
sloeg en dat de brug steunde en
schudde als een stervend dier.
LICHT IN DE VERTE
De schrik sloeg Ellis echter om
het hart toen hij plotseling in de
verte een licht zag naderen over de
spoorrails. Hij greep zijn zaklan
taarn, klom in allerijl op de spoor
baan en zwaaide als een krankzin
nige met zijn lantaarn.
Hij rende de trein tegemoet, die
met een snelheid van ruim honderd
kilometer per uur in zijn richting
kwam.
Steeds dichterbij kwam de trein.
Ellis schreeuwde zo hard hij kon en
zwaaide onophoudelijk met zijn
lantaarn, maar er volgde geen ge
knars van remmen wantde
trein reed door.
Op het laatste moment liet Ellis
zich opzij vallen. De trein denderde
langs hem heen een ramp tege
moet
Enkele ogenblikken later klonk er
een hels lawaai van het scheuren
van hout en metaal de trein was
door de verzwakte brug gezakt en
de locomotief en vijf van de zes wa
gens waren in de rivier gestort.
De zesde wagen was op een rand
van de brug blijven hangen en het
achterste stuk ervan stak boven een
opdracht, Christen en niet-Christen.
Het is een lange weg, die men gaat
wanneer men op zoek is naar God.
Niemand vindt Hem op dezelfde
wijze, omdat ieder mens verschil
lend is in eindeloze variaties.
Het op zoek zijn naar God is de
belangrijkste norm in ons leven. In
dit licht zijn gebodjes en verbodjes
onbelangrijk. Onbelangrijk is ook
wat andere mensen van ons denken
en doen.
Het is geen gemakkelijke op
dracht, die ieder kind voor zijn le
ven meekrijgt. Daarom heeft God
ons drie dingen voorgehouden als
richtingwijzer. Wij moeten in Hem
geloven, wij moeten op Hem hopen
en Wij moeten Hem liefhebben. Het
laatste is het belangrijkste.
Het jonge bruidspaar bewijst, dat
wij de opdracht kunnen aanvaar
den. Het oude bruidspaar bewijst,
dat wij de opdracht kunnen vol
brengen.
warnet van vernielde rails uit.
Ellis wrong zich naar binnen via
de achterste deur. De meeste passa
giers zaten verlamd van schrik op
hun plaats.
„Kom er uit vlug!" schreeuwde
Ellis, maar toen tientallen mensen
tegelijk opstonden schudde de wa
gen en gleed in het water. Er brak
een paniek uit maar de postbode
hield zijn positieven bij elkaar.
Met zijn lantaarn sloeg hij ruiten
stuk en hij hielp de passagiers om
in veiligheid te komen en hij slaag
de daarin vooral dank zij het feit,
dat de wagen op de zijkant was ge
rold en een gedeelte van het rijtuig
niet onder water was gekomen.
Alle passagiers in dit rijtuig 22
wisten zich te redden met uit
zondering van een meisje, dat be
kneld was geraakt. Toen Ellis uit de
wagen kwam en om zich heen keek
leek het wel een hel.
Een dikke laag zwarte stof, ver
mengd met olie en bloed bedekte
het water en zelfs boven het geweld
van de rivier kon hij 't geschreeuw
van de talrijke gewonden horen
BEGRAVEN IN HET SLIB
Ellis kreeg spoedig hulp bij zijn
werk en gezamenlijk leverden zij
een bovenmenselijke prestatie bij
het reddingswerk.
Zij trokken gewonde kinderen uit
de totaal vernielde wagons, redden
een man, wiens hoofd onder water
werd gehouden door een uit het
lood geslagen deur, trokken een hui
lende en kreunende vrouw omhoog,
die tot haar nek begraven was in
het slib en redden een aantal kin
deren, die door de stroom van de
rivier dreigden te worden meege
sleurd.
Intussen was van alle kanten hulp
gekomen met auto's en op paarden
uit 'n nabijgelegen boswachters- en
uit een legerkamp en van de plaat
selijke politiepost.
Urenlang werden doden uit de ri
vier gehaald en naar de geïmprovi
seerde dodenkamers in het militaire
kamp Waiouri gebracht en men
vond ook tragische overblijfselen
van bezittingen zoals een kletsnat
dagboek, waarvan de laatste regel
luidde: „December 24. Van Willing-
ton naar Auckland vertrokken om
koningin Elisabeth te zien
Men had vijf dagen nodig om alle
slachtoffers te tellen. Het waren er
151 enigen van hen werden door
reddingsbrigades 100 kilometer van
de plaats van de ramp aangetroffen.
NIEUW ZEELAND IN ROUW
Nieuw-Zeeland was in rouw ge
dompeld. Elk uur kondigde de radio
nieuwe slachtoffers aan.
In plaats van een vreugdevolle
boodschap hield koningin Elisabeth
een toespraak vol droefheid en
medeleven. De heldhaftige Cyril El-
lis werd door de koningin onder
scheiden met de George-medaille.
Omdat zowel de machinist als de
stoker het ongeluk niet overleefden
is het thans nog een raadsel waar
om de lichtseinen van postbode El-
lis niet werden ontdekt. Lichtseinen
die bij tijdige ontdekking een ramp
hadden kunnen voorkomen
Het „huilend water" in Nieuw-
Zeeland zou dan een kleurrijke
naam zijn gebleven zonder een diep
tragische betekenis.
Sinds jaar en dag hadden de bu
ren hun zaterdagavonden kaartend
doorgebracht. Het was een ritus ge
worden. Al zou er een H-bom zijn
gevallen, de zaterdagse kaartavon
denreeks zou er niet door zijn on
derbroken.
Het kaarten was gaan behoren
tot die onbewuste functies, waartoe
men ook de ademhaling, de hart
slag en de spijsvertering mag re
kenen.
Het is een lang verhaal, te ver
tellen hoe aan een schijnbaar einde
loze reeks van zaterdagavonden een
einde is gekomen.
In «het kort komt het hierop neer,
dat de buurvrouw een kaart op de
grond liet vallen. Welke buurvrouw
zult u vragen. En dat is nu juist de
kwestie. Beide buurvrouwen meen
den wettige rechten te hebben op
die gevallen kaart. Zij gingen daar
over kijven, zodat binnen enkele
minuten een geweldig tumult ont
stond.
De mannen gingen zich er mee
bemoeien en het resultaat was, dat
de gevallen kaart verscheurd en
verguisd in de prullebak en de bu
ren echter op de stoep terechtkwa
men en dat zij plotseling niets meer
met elkaar te maken willen hebben.
Er volgde een lange reeks van
vervelende zaterdagavonden, de
een al woester en lediger dan de
andere. De ruzie zat de ene buur
man dwars. Er moet een eind aan
komen vond hij. Er moest weer ge-
Of in de Vredepeel en ook elders
al eens een onderzoek is ingesteld
door de farmaceutische inspectie
voor de volksgezondheid is een open
vraag. Maar een belangrijke vraag.
Want ongetwijfeld zou het resultaat
van dit onderzoek nog eens temeer
onderstrepen, dat er op te veel
plaatsen te veel mankeert.
Degenen, die over goed leiding
water in ongelimiteerde hoeveelhe
den (behoudens tijdens langdurige
droogte voor schrobben e.d.) kan
beschikken, klinkt dit wel vreemd
in de oren. Alhoewel er een streven
is het gehele platteland ook van
waterleiding te voorzien, zijn er
toch nog te veel boerderijen, ook in
deze streken, waar men zich met
regenwater of putwater moet be
helpen.
Wij zijn gelegen in de z.g. onren
dabele gebieden, dus waar de kos
ten van aansluiting aan een water
leiding niet gedekt worden door het
gebruik.
Bij dit onrendabel gaat men al
leen uit van de zichtbare geldelijke
na- of voordelen, maar gaat men
voorbij aan de nadelen aan de
volksgezondheid toegebracht door
ondeugdelijk water.
De grote voordelen van een goede
gezondheidstoestand van de bevol
king door het gebruik van goed
drinkwater en een behoorlijke hy
giëne wegen ruimschoots op tegen
de nadelen van een onrendabele
aansluiting. Deze kan teniet worden
gedaan door een verdeling van deze
nadelige post over alle gebruikers
óf door subsidies van het ministerie
van volksgezondheid.
Er is een aparte regeling daar-
kaart worden. En op'zijn verjaar
dag besloot hij het nieuwe levens
jaar niet in te gaan zonder de vrede
te hebben hersteld.
Zijn broer, die er niets mee te
maken had, was het daarmee vol
komen eens.
De mannen dronken een borrel
en verzekerden elkaar, dat het uit
moest zijn. Zij dronken nog een bor
rel en kwamen tot de conclusie, dat
het volgend levensjaar niet met ru
zie mocht ingaan. Zij dronken nog
enkele borrels en toen zagen zij de
weg naar de oplossing duidelijk voor
zich. Zij begaven zich zonder meer
naar het buurlijk huis om de kwes
tie uit te praten.
Het buurhuis was echter geslo
ten, want de buren zaten om de te
levisie heen. Hij lezend en zij
broeiend. Hoe komt men een geslo
ten buurhuis binnen?
Door het raam, zei de broer, die
er niets mee te maken had. Hij nam
een steen, sloeg de ruit stuk en
klom naar binnen, gevolgd door zijn
vredezuchtige broer.
De avondlijke rust der buren
werd door het kabaal van vallende
glasscherven wreed verstoord. De
kopjes vielen om en de buren vin
gen een luidkeels „moord" te gillen.
De vredesbetuigingen van de lich
telijk aangeschoten kaartmaniak gin
gen teloor in het kabaal. Men hoor
de hem pas aan, toen de politie er
al was.
Wenend verklaarde hij tegenover
de verbalisant, dat hij de onderbro
ken reeks kaartavonden wilde
voortzetten en dat hij zijn nieuwe
levensjaar niet in een staat van bu
renruzie wilde beginnen.
De wachtmeester schreef al die
goede voornemens op, maar boven
dien van de vernieling en de huis
vredebreuk.
Daarom stonden de broers voor
de groene tafel. De schade bleek
vergoed, de zelfde avond weer aan
geknoopt.
„Als we niet in de olie waren
geweest, hadden we het wel klaar
gespeeld zonder kapotte ruit", zei
den de broers.
De rechter wilde rekening houden
met het sympathieke doel, toen hij
de boete voor elk op vijftien gulden
stelde.
Op de tribune begon iemand op
dat moment luid met geld te ram
melen. Het was de buurman, die de
kaartpot op de grond leegschudde
en centen begon te tellen. „Ik ge
loof, dat er net dertig gulden in
zit!" riep hij verheugd.
voor gekomen, waardoor velen zijn
geholpen, maar anderen in de z.g.
super-onrendabele gebieden zijn en
blijven juist de ergste noodgevallen
Nu klinkt dat „onrendabel" en
„super-onrendabel" altijd of het
eigen schuld is, dat men in zulk een
noodtoestand is gekomen. Niets is
minder waar.
Geen mens, die het helpen kan,
dat b.v. in de oude Peel het put
water een brakken smaak heeft,
stinkt en verontreinigd is. Daar
naast zou men de volgend vragen
mogen stellen:
1. Wanneer is (drink)water ren
dabel?
2. Hoe hoog mag de prijs van 1 li
ter water zijn met de garantie
dat geen mens of dier er ziek
van wordt?
3. Mag men om de prijs laag te
houden gebieden uitsluiten
van deugdelijk drinkwater en
mens en dier in deze streken
blootstellen aan het gevaar van
besmetting door het drinkwater,
geschept uit putten op de be
drijven, waarvan bij onderzoek
blijkt, dat het niet geschikt is
voor consumptie?
Is het derhalve niet fout over on
rendabel en super-onrendabel te
spreken, aangezien het alleen grote
noodtoestanden zijn. Men fluistert,
dat juist deze gebieden pas aange
sloten worden, nadat bedongen is,
dat de nieuw aangeslotenen jaren
lang een hoge belasting moeten be
talen. Dat menigeen daarom nog
wel eens aarzelt zich aan te laten
sluiten, is te begrijpen.
Het zou ook een grove onbillijk
heid zijn. Want waar is leidingwa
ter meer nodig dan daar, waar van
het water geen koffie kan worden
gezet of waar door het slechte wa
ter aardappels van kleur verande
ren. Er zijn woningen, waar de
pomp in de keuken staat en men
voor de stank van het water op de
loop gaat en zelfs gevallen waar het
huis vlak bij de waterleiding ligt,
doch de aansluiting toch onrendabel
Er zijn plaatsen, waar geregeld
ziekten voorkomen door slecht of
ondrinkbaar water. Gelukkig is het
tot nu toe meestal goed afgelopen,
maar in feite zijn het onhoudbare
toestanden.
Het is de plicht van de overheid
om aan deze ongewenste situatie op
korte termijn een einde te maken in
het belang van de volksgezondheid.
Denken we in dit verband maar
eens aan het gebruik van dergelijk
vies en onbruikbaar water voor het
reinigen van vaatwerk, melkbussen,
drinkwater voor vee e.d. En deze
oplossing te vinden, zonder dat een
extra belasting geheven wordt.
NIEUWS UIT VENRAY
EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
praktijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. L. COENEN
Hensseniusstraat Telefoon 1878
Vanaf maandagavond 8 uur, in
verband met Maria Hemelvaart,
wordt de dienst der doktoren waar
genomen door
Dr. W.J.A. BLOEMEN
Stationsweg 15 Telefoon 1465
Uitsluitend voor spoedgevallen
GROENE KRUIS
Zr. J. Janssen Leunen tel. 1361
Albionstraat 15
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de Kom.
ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS
ZIEKENAUTO
bel 04780-1592 b.g.g. 2116
Het kindervacantiewerk begint
op 14 aug. voor de jongens.
Elke dag begint met een H. Mis
om 9 uur in de Petrus Banden-kerk.
Op 21 aug. ziin de meisjes aan de
beurt; de H. Missen zijn dan in de
Rektoraatskerk.
Ten overvloede wijzen we er nog
op, dat ook alle kinderen van de
KERKDORPEN van harte welkom
zijn. «cj
Aan de L.T.S. te Helmond
slaag voor het diploma autotech
niek, G. van Ham Julianasingel.