20 Welke jongeren worden boer of boerin Rampen hadden 60cent dat is géén geld voor lekkere sigaretten i Geestelijk artikel Politierechter Uit Peel en Haas die yoorkomen kunnen worden Vrijdag 21 juli 1961 No. 29 TWEE EN TACHTIGSTE JAARGANG ^PEEL EN MAAS^ DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N V. VENRAT WFPRRT 1H VOOP VPNR A V P1M OAAQTPTPK"PTM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS I TEL. 1512 GIRO 150652 LrLiILOL(JvU V VJVJ1V LwiV 1\H I J-.ll UIVIO 1 IVUlVIjil PRIJS PER KWARTAAL I 1.50 (bulten Venray f 1.75) Een studie over Limburgse en Brabantse jongeren Over de beroepskeuze van boe- renjongeren op de zandgronden van Noord-Brabant en Limburg heeft de heer N.H.H. Addens van het mi nisterie van Landbouw en Visserij onder de titel van: „Welke jonge ren worden boer of boerin?" een artikel geschreven, waarbij hij uiteraard af ging op de gegevens, welke werden verkregen uit ge sprekken met een grote verschei denheid van personen, die allen dit gemeen hebben, dat zij op de een of andere wijze, direct of indirect, bij het agrarische leven betrokken zijn. Twee groepen van boeren worden hier onderscheiden: namelijk die van de oude landbouwstreken, autochtoon, sterk aan hun van oor sprong goede grond gebonden, en die van de ontginningsgebieden meestal van buiten gekomen, dus al eens in beweging geweest. De leidende figuren hebben er na 1950 regelmatitg op gewezen, dat er niet voor alle kinderen op de boerderij toekomst zal zijn. Daartoe werden scholen voor voortgezet on derwijs gesticht, welke ten dienste staan van de industrie. Geconstateerd wordt, dat in het algemeen de boerderij de jongens aantrekt: als zij weggaan, ligt de overweging daartoe meestal elders. Bij de meisjes is dat anders: veel boerendochters proberen de boer derij te ontvluchten. De beweeg reden is vaak, dat zij het leven van de boeren te zwaar vinden. De oplossing van het probleem want dat is het in sommige stre ken reeds lijkt daarom nogal eenvoudig: vraag niet meer van de jonge boerenvrouw dat zij regel matig in het boerenbedrijf mee werkt en geef haar een geriefelijke woning. Verder wordt geconstateerd dat de boerenjongens over het geheel genomen door het leven buiten de boerderij aanzienlijk minder worden aangetrokken dan de boe renmeisjes. Beide invloeden sa mengevat, kan men dus enigs zins overdreven voorgesteld zeggen: de boerderij trekt de jon gens aan en stoot de meisjes af, het leven en werken buiten de boerderij trekt de jongens weinig, de meisjes sterk. Van een verlangen om het plat teland of geboortestreek voor goed te verlaten, is vooral bij de jon gens, maar toch ook bij de meisjes nauwelijks iets gebleken. Hieruit mag afgeleid worden dat het voor de overtollige boerenjon gens aanzienlijk gemakkelijker zal worden om de boerderij vaarwel te zeggen als zij in de naaste omge ving voor een ander beroep be kwaamd kunnen worden en een aanvaardbare positié kunnen vin den. Op de zandgronden van Brabant en Limburg wordt nu reeds in veel streken aan deze voorwaarden vol daan, zodat verwacht mag worden, dat de afvloeiing van overtollige agrarische jongeren hier binnen af zienbare tijd op bevredigende wijze zal plaats vinden. Er is een duidelijk verschil ge constateerd tussen de zoons van grotere boeren en de zoons van kleine boeren. De eerste groep wordt door het standsgevoel terug gehouden van functies buiten de boerderij, die door de laatste groep gaarne worden aanvaard. Hierbij moet opgemerkt, dat de bedrijfsoppervlakte of de jaarlijkse omzet niet bepalend zijn, of men zich grote boer dan wel kleine boer voelt; de afkomst is hierop dikwijls van beslissende invloed. i. Grootste luchtschip ter wereld stortte na recordvlucht neer Onder deze titel brengen wij ge durende de vacantietijd een zes tal artikelen over wereldrampen, die, achteraf gezien, voorkomen hadden kunnen worden. Kleine onachtzaamheden hebben vaak zeer ernstige gevolgen, dat zullen ook deze artikelen weer leren. Het regende zachtjes op die avond van de tiende mei 1937 toen het grootste, snelste en meest luxieuze luchtschip, dat ooit werd gebouwd Met andere woorden: de zoon of kleinzoon van een grote boer blijft zich als grote boer voelen en ge dragen en wordt ook door de familie en de dorpelingen als zo danig gezien ook wanneer hij 'n klein bedrijf exploiteert. Hij heeft een ander gedragspa troon dan de zoon of kleinzoon van een arbeider of kleine boer, zelfs wanneer deze zoon of kleinzoon een groter bedrijf heeft dan hij. Een soortgelijk verschil in ge dragspatroon is aanwezig tussen de zoons van oude, autochtone en de zoons van jongere of van buiten gekomen boerengeslachten. De eersten stellen het boer zijn vaak nog voorop, de laatsten laten bij hun beroepskeuze de kans op 'n goed bestaan 't zwaarst wegen en staan dus vrijer tegenover het be roep van vader. Een opvallend verschil is ook op gemerkt tussen de zoons uit fami lies die de kunst van het boeren zeer goed verstaan, en de zoons uit families die er niet zoveel van te recht brengen. Eerstgenoemden zien in het boer zijn veel voordelen, laatstgenoem den tal van bezwaren. Een belangrijk gevolg van de ge constateerde verschillen in reactie op de na de oorlog zo sterk gewij zigde omstandigheden is, dat er op de Brabantse en Limburgse zand gronden 'n scherpe natuurlijke se lectie plaats vindt voor boer en boerin. Jongeren, die niet op de een of andere wijze in beduidende mate door de boerderij worden aange trokken, gaan iets anders onderne men. Onder degenen die op de boerde rij blijven, is een aantal zwakke fi guren, speciaal jongens (en meis jes), die helemaal niet kunnen leren en die de ouders gaarne zo lang mogelijk onder hun hoede houden. De meeste van deze jongens zul len echter nooit zelfstandig boer worden, maar op een ondergeschik te plaats worden gesteld. Doordat aan de opleiding van deze categorie sedert enige jaren veel meer aan dacht besteed wordt en dergelijke werkkrachten na een passende op leiding op veel plaatsen welkom zijn, mag worden verwacht, dat het percentage van deze jongens, dat op de boerderij blijft, geleidelijk zal dalen. Het verschijnsel, dat meer jonge mensen met een uitgesproken leer- intelligentie de boerderij verlaten dan vroeger, valt ook in Brabant en Limburg te constateren. Men moet zich hierdoor niet laten veronrus ten; deze zullen aan de maaschappij en waarschijnlijk ook aan de boe renstand, in een andere functie gro tere diensten kunnen bewijzen dan als boer. Het is echter wel nodig, dat de boerenstand zijn kadervor ming hierbij aanpast. Door allerlei omstandigheden wordt aan de boerenmeisjes harder „getrokken" dan aan de jongens. Hierin schuilt voor de toekomstige boerenstand een gevaar. Het was daarom bemoedigend te kunnen constateren, dat de leiders van de jonge boeren dit beseffen en alles doen wat zij kunnen, om aan de gerechtvaardigde wensen van de meisjes, die wel voor het leven van boerin voelen, te voldoen. De meerderheid van de toekom stige boeren en boerinnen op de Brabantse en Limburgse zandgron den mag tot de sterke figuren ge rekend worden. Een aanzienlijk deel van hen stamt uit families, die goed tot zeer goed boeren; vrijwel alle toekom stige boeren en boerinnen hebben aanleg en liefhebberij voor de boer derij. Zij deinzen voor 't aanvaar den van aanzienlijke risico's niet terug. in de lucht boven de Amerikaanse marineluchtvaartbasis in Lakehurst verscheen. Het was het Duitse luchtschip „Hindenburg", de L.Z. 129, die in recordtijd over de Atlantische Oce aan was gevlogen en niet minder dan drie uur te vroeg boven de luchtvaartbasis in Lakehurst was aangekomen. Van vier tot zeven uur bleef het enorme luchtschip toen boven de landingsplaats cirkelen terwijl be neden 90 mariniers en 138 vrijwil ligers in alle haast de noodzake- kelijke voorbereidingen troffen voor de landing van de „Hindenburg". Maar plotseling klonk er een enorme knal, die iedereen deed opschrikken in Lakéhurst en de lucht in een roze gloed zette. „De Hindenburg" was een reus achtige laaiende fakkel, stortte naar beneden en veroorzaakte een regen van rode vonken als een monsterachtig vuurwerk Vier minuten later was er van 't trotse luchtschip niet meer over dan in een fantastische vorm ver bogen skelet én in de as lagen de verschroeide lichamen van 20 be manningsleden, vijftien passagiers en één marinier. SLACHTOFFERS VAN HITLER De zes en dertig mensen, die bij dti ongeluk omkwamen, waren slacht offers van de grollen van één man: Adolf Hitler. De Duitse Führer had gezworen Duitsland onafhankelijk te maken van buitenlandse import en hij wenste daarom niet ,dat het lucht schip werd gevuld met 't onbrand bare helium-gas, dat in de Verenig de Staten werd gemaakt en derhal ve zou moeten worden ingevoerd. Op uitdrukkelijk bevel van Hitier werden de enorme gasruimten van de „Hindenburg" gevuld met water stof. Het was gas, dat Duitsland zelf op goedkope wijze produceerde en dat ongeveer dezelfde eigenschap pen had als helium. Het had echter één groot nadeel: het was brand baar. DUITSLANDS TROTS Het enorme luchtschip „Hinden burg" was de trots van Duitsland en terecht. Een dubbele rij luxieuze hutten aan weerszijden van de buik van 't gevaarte boden plaats aan 35 pas sagiers, die er het comfort van een grote oceaanstomer aantroffen. Er waren zelfs prachtige lees-, bars en een lang promenadedek met vensters van waaruit de passagiers het schitterende panorama bene den konden bewonderen. Door een geniale vinding kon de „Hindenburg" tijdens een vlucht, zelfs zes ton water laden bij het vliegen door regenwolken Met de wind mee kon het lucht schip in veertig uur de Atlantische Oceaan oversteken en dit gebeurde ook regelmatig. De Duits-Amerikaanse lucht- scheepdienst werd al veertien maanden onderhouden zonder dat er één ongelukje was gebeurd. Maar de commandant van de „Hindenburg" de Zeppelin-vete raan Ernst Lehmann wist, wat er zou gebeuren als er ooit een vlammetje in de buurt van een der z.g. gaskamers zou komen.... En dit grote gevaar, dat Lehman altijd vreesde, sloeg toe op die 10de mei in 1937. Juist bij een gala- vlucht. Lehmann werd voor deze gele genheid bijgestaan door drie andere commandanten en de passagierslijst vol met namen van internationale beroemdheden. NIETIG VONKJE EN TOEN... Slechts weinigen zagen het nie tige vonkje bij de gaskamer. In een oogwenk had het vuur zich over 't gehele achterstuk van de „Hinden burg" verspreid en een reusachtige vlam omvatte het luchtschip in en kele seconden als een gloeiende deken. Het grondpersoneel van de ma rinebasis rende voor zijn leven toen een hagel van brandendebrok- ken van het luchtschip neerkletter de. Het luchtschip kwam eerst met de staart tegen de grond. Enkele momenten kon men de vlammende neus tegen de lucht zien afsteken maar toen zakte ook het voorge deelte in de brandende massa. Van de passagiers, die in hun hutten waren gebleven, werd nooit meer iets gevonden maar van de genen, die zich op het moment van de ontploffing op het promenade dek bevonden werden sommigen op wonderbaarlijke wijze gered. De Amerikaanse vliegenier Nel son Morris bijvoorbeeld, die direct na de explosie van het luchtschip op de grond uit het raam was ge sprongen. Hij kwam in een smeu lende massa terecht doch bleef daarbij ongedeerd. WONDERBAARLIJKE RED DINGEN De hutjongen Werner Franz sprong eveneens uit het raam en hii bleef bewusteloos liggen op het brandende gras. Hij zou omgeko men zijn als op dat moment de wa tertank van het luchtschip niet juist boven zijn hoofd was opengespron gen. Het water stroomde over hem heen, doofde de vlammen en bracht hem weer tot bewustzijn. De Britse scheepsagent George Grant sprong van zes meter hoogte uit het luchtschip en kwam onge deerd beneden maar toen hij op stond kwam een andere passagier- bovenop hem terecht waardoor hij zich ernstig verwondde. Het Amerikaanse echtpaar Pan nes durfde niet uit het brandende luchtschip te springen. Ooggetuigen zagen hoe man en vrouw hand in hand op het fel brandende promenadek bleven staan en omkwamen in de vlam men. De vier officieren van de „Hinden burg" in de controlekamer bleven op hun post tot het luchtschip de grond raakte. Eén van hen kwam om in de vlammen maar de anderen kond enworden gered. ALS EEN KRANKZINNIGE Commandant Lehmann werd, zwaar gewond, tussen de overblijf selen van zijn luchtschip aangetrof fen, pratend in zichzelf als een krankzinnige. Hij leefde nog twee dagen en stierf toen in het zieken huis te Lakehurst. Opzijn sterfbed zei hij, dat de oorzaak van de ramp moest worden toegeschreven aan een bliksemin slag, maar dit is nooit bevestigd. Het officiële onderzoek naar de oorzaak leverde namelijk geen en kel resultaat op. Maar, wat ook de ontploffing deed veroorzaken één ding is wel zeker: de ramp zou niet gebeurd zijn als Hitier iets meer had willen betalen voor het brand vrije Amerikaanse helium-gas en toestemming had gegeven dit gas in te voeren VALSE PROFETEN EN DE MODERNE COMMUNICATIE MIDDELEN De hoeveelheid lectuur, die dage lijks door onze brievenbus binnen dringt in onze woningen, de toe spraken, die ons per dag door de T.V. en radio bereiken, plus de ge sprekken, die de buitenwerkers per dag in winkels, kantoren en op bu reaux aanhoren, vormen voor velen de hoofdschotel van hun dagelijks geestelijk voedsel. Als wij eenmaal de school verla ten hebben en het practische leven zijn ingegaan, staan we niet meer zo open voor onderwijzers en lera ren. We hebben het gevoel, dat we het nu wel aan kunnen. Maar ongemerkt bewaren wij toch ook een weetgierigheid, een zucht naar meer kennis. Brengen we nu in de kanalen, waarlangs ons verder geestelijk voedsel tot ons komt eens een beet je schifting, dan moeten we vast stellen, dat reeds in onze tijd de voorspelling van het „eind der we reld" in vervulling gaat: „Valse profeten zullen opstaan. Anderen zullen roepen, dat de Christus daar of daar is". Inderdaad, zo leven wij als chris tenen in de wereld van vandaag. Van alle kanten stormen de valse profeten op ons af. Niet direct als mensen, maar ook als instituten of in de moderne communicatiemid delen, met de bladen en blaadjes, met boeken en brochures. Soms treden zij op in een grote vergadering in de open lucht, maar een andere keer staan ze achter de microfoon en praten zich via de luidsprekers onze huiskamers bin nen. Het is natuurlijk een geluk, dat vele actieve katholieken tijdig be grepen hebben, dat niet alleen de valse profeten de kans moeten krij gen zich van de moderne commu nicaties meester te maken. Zo hebben wij ook onze eigen ka tholieke pers, onze boekhandel, onze radio en T.V. gekregen. Alleen met de film is het ons nog niet gelukt een eigen katholieke stem te laten horen. Zodoende zijn de bioscopen van tegenwoordig nog altijd een terrein, waar het ongeloof in allerlei vormen zijn kansen krijgt. De Paus heeft daaromtrent een paar weken geleden ziin stem laten horen en ernstig gewaarschuwd te gen de nog altijd minderwaardige tendenzen in vele films. Terecht, want in de bioscoop krijgen nog al tijd de valse profeten hun kansen. Nu weet ik wel, dat er vele ka tholieken zijn, die de eigen „room se" stem in de communicatiemid delen niet erg waarderen: ze hou den meer van het algemene, van het neutrale. Dat zijn die liberale katholieken, die het verschil in stem tussen de valse profeten en de Kerk maar liever verdoezelen. Helaas er zijn er maar al te veel. Zij zijn het die voor zichzelf en voor anderen de weg naar de ge loofsafval bereiden. Daardoor be horen ook zij zelf al voor een deel tot de valse profeten, hoewel zij of ficieel nog onder de goedgezinden ressorteren. De waarschuwing van Christus: „Hoedt u voor de valse profeten" is dus in onze tijd nog volledig van kracht, juist omdat wij leven in de afwachting van de komst des Heren. De opruiming was begonnen. In alle uitstalkasten wemelden bonte plakkaten en gekleurde kaartjes met opschriften als „Prijzenslag" en „NU gratis". Het mensdom wachtte daarom niet langer en wierp zich in de uit verkoop. De geachte cliëntele stroomde langs de uitnodigende eta lages met doorgestreepte prijs kaartjes de winkels in. Onder de zich moeizaam naar binnenworstellende klanten bevond zich een weinig indrukwekkende figuur, een schrielig manspersoon, die voortgedreven door zijn wettige echtgenote plotseling voor de toon bank opdook uit de wriemelende mensenmassa. Beleefd wendde de verkoper rich tot het mannetje. „Waarmede zou ik u van dienst geweest kunnen zijn?" Zonder een woord te zeggen wees de man met zijn duim over zijn schouder naar zijn robuuste echt vriendin, die dadelijk op zeurdeige toon begon: „Dat pak, dat streep jespak, dat voor in de etalage ligt en dat 59,95 kost, dat had ik ge had willen hebben". „Ah, juist, een uitstekende keus", prees de verkoper minzaam. „Een prachtig pak van voortreffelijke kwaliteit, 't Is haast voor niets zou je zeggen". „Ik vind er niks an", merkte het mannetje op. „Zo'n streepjespak had ik nou echt nooit willen heb ben. 't Is verschrikkelijk lelijk. Maar ja, ik moet wel. Geef maar op", zei hij met zijn hand een uit nodigend gebaar makend. De verkoper grijnsde stom. „Ja', zei hij. „Ik begrijp 't Maar voor deze prijs, nietwaar. De stof is uit stekend en het dessin ook. Maar jasmaken verschillen!" „Praat er nou maar niet langer over", zuchtte de klant. „Geef het maar". Nu mengde de struise dame zich in het gesprek. „Kom Jan, opschie ten", beval ze, „we hebben nog meer boodschappen te doen!" „Je hoort 't", zei de man. De nijvere middenstander draaf de weg en haalde uit een rek een costuum dat, naar hij verklaarde, gelijk was aan het pak in de eta lage. ,,'t Is wel goed", zei de klant, „geef maar hier". Doch nu mengde zijn wederhelft zich opnieuw in het gesprek. „Dit is niet het pak uit de etalage", zei ze bits. „Maar mevrouw!' riep de winke lier schalks, ,,'t Is toch precies ge lijk!" „Kan wel zijn", zei ze halsstarrig, „kan ook wel niet zijn. Ik kén jul lie. Het moet dat strepiespak uit de etalage wezen. Dat wat geprijsd staat voor 59,95 en anders niet". „Maar dan moet ik de halve uit stalkast afbreken, anders kan ik er niet bij?" kreet de winkelier wan hopig uit, de armen te hemel hef fend. „Uit de etalage", herhaalde de vrouw bevelend met uitgestrekte vinger wijzend naar het kaartje 59,95. Er zat niets anders op. De winke lier ontdeed zich van zijn schoeisel en stommelde op kousevoeten de etalage in, terwijl de vele klanten binnensmonds gingen morren om dat het zo lang duurde. Toch liet de middenstander zich niet kennen en toonde van een taai soort en uit het juiste hout gesne den te zijn. „Wilt u het eens passen?" stelde hij beleefd voor. „Niks", zei de man. „Pak maar in". „Het past niet", zei de vrouw be slist. „Kan niet schelen", zei de man. „Pak maar in". „Het zit misschien wel wat slob berig" overwoog de vrouw. Reik halzend keken de klanten toe, nu begon het interessant te worden. „Het zal wel ongeveer uw maat zijn", wist de verkoper. „Als u het nu even past". „Ik wil niet passen. Ik wil dat pak niet. Ik wil helemaal geen strepiespak!" riep de man hart stochtelijk uit. „U bent een verkoper van niks", verklaarde de vrouw, terwijl zij haar echtvriend bij een arm mee naar de deur zeulde. „U wilt dat pak niet kwijt, omdat er niks an te verdienen is. Weet u wat u bent? U bent een oplichter!" „Het middenstandsprobleem heeft vele en velerlei facetten", oreerde de winkelier, toen de vrouw een tientje boete werd opgelegd wegens belediging. van 29 juli 1911 Onze vroegere dorpsgenoot, de Weleerw Heer Piet Wijnhoven se cretaris van het aartsbisdom New- Orleans (Nrd-Amerika), zal een dezer dagen in rijn geboorteplaats Venray arriveren en op zondag 13 aug. a.s. in de parochiekerk alhier zijn plechtige Eerste H. Mis opdra gen. Verscheidene leden van de Ma- riaverenigingen uit Afferden, Boxmeer, Mook, Cuyk enVenlo zul len morgen zondag deelnemen aan de propaganda-bedevaart der Ven- rayse Mariavereniging naar Maria's heiligdom te Oostrum. Venrays Mannenkoor zal op Koninginne-verjaardag, 31 aug. een concert geven op het Marktplein. Deed de aanhoudende felle droogte reeds ontzaglijk schade aan veld- en tuinvruchten, thans begint ook hier ernstig gebrek aan water te komen. Zowel voor mensen als hun vee. Op de meeste weilanden is geen voedsel meer te vinden. De levering van steenkolen ten behoeve der gemeente Venray is bij aanbesteding aan Gebr. Ver riet alhier gegund. In 1911 werd hier in de ge meente slechts over 18 waterlossin gen schouw gevoerd. van 1 aug. 1936 Aan de Middelbare Technische school te Heerlen, slaagde voor het diploma Electr.-techniek, onze dorpsgenoot, de heer Caspar Fonck. Deze is dan de eerste Venrayse M.T.S.'er. Het grote wereldcircus Strass burger, dat thans een tournée door Nederland maakt en nu te Nijme gen verblijft zal op 20 en 21 aug. voorstellingen geven op het sport terrein alhier. Het bouwen van een woonhuis aan de Oostsingel alhier, voor re kening van de heer J. Kersten is opgedragen aan A. Verbeek, aanne mer alhier. Reeds uit verschillende plaat sen in Peelland bericht men, dat de roggeoogst, vooral op de hogere zandgronden, dit jaar weinig ge- schot zal opleveren tengevolge van de vorstschade met de Pinkster dagen. DOOR EEN ANDERE BRIL Onbegrip jegens onze medemens spruit dikwijls voort uit 't niet vol doende kennen (of willen kennen) van andermans problemen en moei lijkheden. Zo is het ook op de weg. Neem nu het veranderen van richting. Hoe vaak gebeurt het niet dat de automobilist van vandaag zich vóór en opzij ziet ingesloten door een zwerm fietsers en brom fietsers, waarvan hij zich ver bijsterd afvraagt: waar willen ze eigenlijk heen? Rechtdoor? Naar links? Rechtsaf? In dat soort gevallen pleegt de tweewielige verkeersdeelnemer zich weinig zorgen te maken over de problemen van de automobilist. Als het nog nét kan demonstreert hij op kwieke (maar gevaarlijke) wijze hoe wendbaar zijn tweewielig vervoermiddel wel is zonder zich te realiseren, dat een automobilist niet minder kwiek uit „uit de voeten" kan om des fietsers capriolen te ontwijken maar bovendien ook nog met zoiets als een remweg te ma ken heeft. Het is duidelijk waarom fietsers en bromfietsers dikwijls zo slecht richting aangeven: ze zien er een voudig het nut niet van in. Zo u wilt: gebrek aan verkeers- inzicht. Men realiseert zich niet dat de ander onze tekens op de weg

Peel en Maas | 1961 | | pagina 9