20
Welke jongeren worden
boer of boerin
Rampen
hadden
60cent
dat
is géén geld
voor
lekkere
sigaretten i
Geestelijk artikel
Politierechter
Uit Peel en Haas
die yoorkomen
kunnen worden
Vrijdag 21 juli 1961 No. 29
TWEE EN TACHTIGSTE JAARGANG
^PEEL EN MAAS^
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N V. VENRAT WFPRRT 1H VOOP VPNR A V P1M OAAQTPTPK"PTM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS-
GROTESTRAAT 28 POSTBUS I TEL. 1512 GIRO 150652 LrLiILOL(JvU V VJVJ1V LwiV 1\H I J-.ll UIVIO 1 IVUlVIjil PRIJS PER KWARTAAL I 1.50 (bulten Venray f 1.75)
Een studie over Limburgse en
Brabantse jongeren
Over de beroepskeuze van boe-
renjongeren op de zandgronden van
Noord-Brabant en Limburg heeft
de heer N.H.H. Addens van het mi
nisterie van Landbouw en Visserij
onder de titel van: „Welke jonge
ren worden boer of boerin?" een
artikel geschreven, waarbij hij
uiteraard af ging op de gegevens,
welke werden verkregen uit ge
sprekken met een grote verschei
denheid van personen, die allen dit
gemeen hebben, dat zij op de een
of andere wijze, direct of indirect,
bij het agrarische leven betrokken
zijn.
Twee groepen van boeren worden
hier onderscheiden: namelijk die
van de oude landbouwstreken,
autochtoon, sterk aan hun van oor
sprong goede grond gebonden, en
die van de ontginningsgebieden
meestal van buiten gekomen, dus
al eens in beweging geweest.
De leidende figuren hebben er na
1950 regelmatitg op gewezen, dat
er niet voor alle kinderen op de
boerderij toekomst zal zijn. Daartoe
werden scholen voor voortgezet on
derwijs gesticht, welke ten dienste
staan van de industrie.
Geconstateerd wordt, dat in het
algemeen de boerderij de jongens
aantrekt: als zij weggaan, ligt de
overweging daartoe meestal elders.
Bij de meisjes is dat anders: veel
boerendochters proberen de boer
derij te ontvluchten. De beweeg
reden is vaak, dat zij het leven van
de boeren te zwaar vinden.
De oplossing van het probleem
want dat is het in sommige stre
ken reeds lijkt daarom nogal
eenvoudig: vraag niet meer van de
jonge boerenvrouw dat zij regel
matig in het boerenbedrijf mee
werkt en geef haar een geriefelijke
woning.
Verder wordt geconstateerd dat
de boerenjongens over het geheel
genomen door het leven buiten
de boerderij aanzienlijk minder
worden aangetrokken dan de boe
renmeisjes. Beide invloeden sa
mengevat, kan men dus enigs
zins overdreven voorgesteld
zeggen: de boerderij trekt de jon
gens aan en stoot de meisjes af,
het leven en werken buiten de
boerderij trekt de jongens weinig,
de meisjes sterk.
Van een verlangen om het plat
teland of geboortestreek voor goed
te verlaten, is vooral bij de jon
gens, maar toch ook bij de meisjes
nauwelijks iets gebleken.
Hieruit mag afgeleid worden dat
het voor de overtollige boerenjon
gens aanzienlijk gemakkelijker zal
worden om de boerderij vaarwel te
zeggen als zij in de naaste omge
ving voor een ander beroep be
kwaamd kunnen worden en een
aanvaardbare positié kunnen vin
den.
Op de zandgronden van Brabant
en Limburg wordt nu reeds in veel
streken aan deze voorwaarden vol
daan, zodat verwacht mag worden,
dat de afvloeiing van overtollige
agrarische jongeren hier binnen af
zienbare tijd op bevredigende wijze
zal plaats vinden.
Er is een duidelijk verschil ge
constateerd tussen de zoons van
grotere boeren en de zoons van
kleine boeren. De eerste groep
wordt door het standsgevoel terug
gehouden van functies buiten de
boerderij, die door de laatste groep
gaarne worden aanvaard.
Hierbij moet opgemerkt, dat de
bedrijfsoppervlakte of de jaarlijkse
omzet niet bepalend zijn, of men
zich grote boer dan wel kleine boer
voelt; de afkomst is hierop dikwijls
van beslissende invloed.
i.
Grootste luchtschip ter wereld
stortte na recordvlucht neer
Onder deze titel brengen wij ge
durende de vacantietijd een zes
tal artikelen over wereldrampen,
die, achteraf gezien, voorkomen
hadden kunnen worden.
Kleine onachtzaamheden hebben
vaak zeer ernstige gevolgen, dat
zullen ook deze artikelen weer
leren.
Het regende zachtjes op die avond
van de tiende mei 1937 toen het
grootste, snelste en meest luxieuze
luchtschip, dat ooit werd gebouwd
Met andere woorden: de zoon of
kleinzoon van een grote boer blijft
zich als grote boer voelen en ge
dragen en wordt ook door de
familie en de dorpelingen als zo
danig gezien ook wanneer hij 'n
klein bedrijf exploiteert.
Hij heeft een ander gedragspa
troon dan de zoon of kleinzoon van
een arbeider of kleine boer, zelfs
wanneer deze zoon of kleinzoon een
groter bedrijf heeft dan hij.
Een soortgelijk verschil in ge
dragspatroon is aanwezig tussen
de zoons van oude, autochtone en
de zoons van jongere of van buiten
gekomen boerengeslachten.
De eersten stellen het boer zijn
vaak nog voorop, de laatsten laten
bij hun beroepskeuze de kans op 'n
goed bestaan 't zwaarst wegen en
staan dus vrijer tegenover het be
roep van vader.
Een opvallend verschil is ook op
gemerkt tussen de zoons uit fami
lies die de kunst van het boeren
zeer goed verstaan, en de zoons uit
families die er niet zoveel van te
recht brengen.
Eerstgenoemden zien in het boer
zijn veel voordelen, laatstgenoem
den tal van bezwaren.
Een belangrijk gevolg van de ge
constateerde verschillen in reactie
op de na de oorlog zo sterk gewij
zigde omstandigheden is, dat er op
de Brabantse en Limburgse zand
gronden 'n scherpe natuurlijke se
lectie plaats vindt voor boer en
boerin.
Jongeren, die niet op de een of
andere wijze in beduidende mate
door de boerderij worden aange
trokken, gaan iets anders onderne
men.
Onder degenen die op de boerde
rij blijven, is een aantal zwakke fi
guren, speciaal jongens (en meis
jes), die helemaal niet kunnen leren
en die de ouders gaarne zo lang
mogelijk onder hun hoede houden.
De meeste van deze jongens zul
len echter nooit zelfstandig boer
worden, maar op een ondergeschik
te plaats worden gesteld. Doordat
aan de opleiding van deze categorie
sedert enige jaren veel meer aan
dacht besteed wordt en dergelijke
werkkrachten na een passende op
leiding op veel plaatsen welkom
zijn, mag worden verwacht, dat het
percentage van deze jongens, dat
op de boerderij blijft, geleidelijk zal
dalen.
Het verschijnsel, dat meer jonge
mensen met een uitgesproken leer-
intelligentie de boerderij verlaten
dan vroeger, valt ook in Brabant en
Limburg te constateren. Men moet
zich hierdoor niet laten veronrus
ten; deze zullen aan de maaschappij
en waarschijnlijk ook aan de boe
renstand, in een andere functie gro
tere diensten kunnen bewijzen dan
als boer. Het is echter wel nodig,
dat de boerenstand zijn kadervor
ming hierbij aanpast.
Door allerlei omstandigheden
wordt aan de boerenmeisjes harder
„getrokken" dan aan de jongens.
Hierin schuilt voor de toekomstige
boerenstand een gevaar.
Het was daarom bemoedigend te
kunnen constateren, dat de leiders
van de jonge boeren dit beseffen en
alles doen wat zij kunnen, om aan
de gerechtvaardigde wensen van de
meisjes, die wel voor het leven van
boerin voelen, te voldoen.
De meerderheid van de toekom
stige boeren en boerinnen op de
Brabantse en Limburgse zandgron
den mag tot de sterke figuren ge
rekend worden.
Een aanzienlijk deel van hen
stamt uit families, die goed tot zeer
goed boeren; vrijwel alle toekom
stige boeren en boerinnen hebben
aanleg en liefhebberij voor de boer
derij. Zij deinzen voor 't aanvaar
den van aanzienlijke risico's niet
terug.
in de lucht boven de Amerikaanse
marineluchtvaartbasis in Lakehurst
verscheen.
Het was het Duitse luchtschip
„Hindenburg", de L.Z. 129, die in
recordtijd over de Atlantische Oce
aan was gevlogen en niet minder
dan drie uur te vroeg boven de
luchtvaartbasis in Lakehurst was
aangekomen.
Van vier tot zeven uur bleef het
enorme luchtschip toen boven de
landingsplaats cirkelen terwijl be
neden 90 mariniers en 138 vrijwil
ligers in alle haast de noodzake-
kelijke voorbereidingen troffen voor
de landing van de „Hindenburg".
Maar plotseling klonk er een
enorme knal, die iedereen deed
opschrikken in Lakéhurst en de
lucht in een roze gloed zette.
„De Hindenburg" was een reus
achtige laaiende fakkel, stortte
naar beneden en veroorzaakte een
regen van rode vonken als een
monsterachtig vuurwerk
Vier minuten later was er van 't
trotse luchtschip niet meer over
dan in een fantastische vorm ver
bogen skelet én in de as lagen de
verschroeide lichamen van 20 be
manningsleden, vijftien passagiers
en één marinier.
SLACHTOFFERS VAN HITLER
De zes en dertig mensen, die bij dti
ongeluk omkwamen, waren slacht
offers van de grollen van één man:
Adolf Hitler.
De Duitse Führer had gezworen
Duitsland onafhankelijk te maken
van buitenlandse import en hij
wenste daarom niet ,dat het lucht
schip werd gevuld met 't onbrand
bare helium-gas, dat in de Verenig
de Staten werd gemaakt en derhal
ve zou moeten worden ingevoerd.
Op uitdrukkelijk bevel van Hitier
werden de enorme gasruimten van
de „Hindenburg" gevuld met water
stof.
Het was gas, dat Duitsland zelf
op goedkope wijze produceerde en
dat ongeveer dezelfde eigenschap
pen had als helium. Het had echter
één groot nadeel: het was brand
baar.
DUITSLANDS TROTS
Het enorme luchtschip „Hinden
burg" was de trots van Duitsland
en terecht.
Een dubbele rij luxieuze hutten
aan weerszijden van de buik van 't
gevaarte boden plaats aan 35 pas
sagiers, die er het comfort van een
grote oceaanstomer aantroffen.
Er waren zelfs prachtige lees-,
bars en een lang promenadedek met
vensters van waaruit de passagiers
het schitterende panorama bene
den konden bewonderen.
Door een geniale vinding kon de
„Hindenburg" tijdens een vlucht,
zelfs zes ton water laden bij het
vliegen door regenwolken
Met de wind mee kon het lucht
schip in veertig uur de Atlantische
Oceaan oversteken en dit gebeurde
ook regelmatig.
De Duits-Amerikaanse lucht-
scheepdienst werd al veertien
maanden onderhouden zonder dat
er één ongelukje was gebeurd.
Maar de commandant van de
„Hindenburg" de Zeppelin-vete
raan Ernst Lehmann wist, wat
er zou gebeuren als er ooit een
vlammetje in de buurt van een der
z.g. gaskamers zou komen....
En dit grote gevaar, dat Lehman
altijd vreesde, sloeg toe op die 10de
mei in 1937. Juist bij een gala-
vlucht.
Lehmann werd voor deze gele
genheid bijgestaan door drie andere
commandanten en de passagierslijst
vol met namen van internationale
beroemdheden.
NIETIG VONKJE EN TOEN...
Slechts weinigen zagen het nie
tige vonkje bij de gaskamer. In een
oogwenk had het vuur zich over 't
gehele achterstuk van de „Hinden
burg" verspreid en een reusachtige
vlam omvatte het luchtschip in en
kele seconden als een gloeiende
deken.
Het grondpersoneel van de ma
rinebasis rende voor zijn leven
toen een hagel van brandendebrok-
ken van het luchtschip neerkletter
de. Het luchtschip kwam eerst met
de staart tegen de grond. Enkele
momenten kon men de vlammende
neus tegen de lucht zien afsteken
maar toen zakte ook het voorge
deelte in de brandende massa.
Van de passagiers, die in hun
hutten waren gebleven, werd nooit
meer iets gevonden maar van de
genen, die zich op het moment van
de ontploffing op het promenade
dek bevonden werden sommigen op
wonderbaarlijke wijze gered.
De Amerikaanse vliegenier Nel
son Morris bijvoorbeeld, die direct
na de explosie van het luchtschip
op de grond uit het raam was ge
sprongen. Hij kwam in een smeu
lende massa terecht doch bleef
daarbij ongedeerd.
WONDERBAARLIJKE RED
DINGEN
De hutjongen Werner Franz
sprong eveneens uit het raam en
hii bleef bewusteloos liggen op het
brandende gras. Hij zou omgeko
men zijn als op dat moment de wa
tertank van het luchtschip niet juist
boven zijn hoofd was opengespron
gen. Het water stroomde over hem
heen, doofde de vlammen en bracht
hem weer tot bewustzijn.
De Britse scheepsagent George
Grant sprong van zes meter hoogte
uit het luchtschip en kwam onge
deerd beneden maar toen hij op
stond kwam een andere passagier-
bovenop hem terecht waardoor hij
zich ernstig verwondde.
Het Amerikaanse echtpaar Pan
nes durfde niet uit het brandende
luchtschip te springen.
Ooggetuigen zagen hoe man en
vrouw hand in hand op het fel
brandende promenadek bleven
staan en omkwamen in de vlam
men.
De vier officieren van de „Hinden
burg" in de controlekamer bleven
op hun post tot het luchtschip de
grond raakte. Eén van hen kwam
om in de vlammen maar de anderen
kond enworden gered.
ALS EEN KRANKZINNIGE
Commandant Lehmann werd,
zwaar gewond, tussen de overblijf
selen van zijn luchtschip aangetrof
fen, pratend in zichzelf als een
krankzinnige. Hij leefde nog twee
dagen en stierf toen in het zieken
huis te Lakehurst.
Opzijn sterfbed zei hij, dat de
oorzaak van de ramp moest worden
toegeschreven aan een bliksemin
slag, maar dit is nooit bevestigd.
Het officiële onderzoek naar de
oorzaak leverde namelijk geen en
kel resultaat op. Maar, wat ook de
ontploffing deed veroorzaken één
ding is wel zeker: de ramp zou niet
gebeurd zijn als Hitier iets meer
had willen betalen voor het brand
vrije Amerikaanse helium-gas en
toestemming had gegeven dit gas
in te voeren
VALSE PROFETEN EN DE
MODERNE COMMUNICATIE
MIDDELEN
De hoeveelheid lectuur, die dage
lijks door onze brievenbus binnen
dringt in onze woningen, de toe
spraken, die ons per dag door de
T.V. en radio bereiken, plus de ge
sprekken, die de buitenwerkers per
dag in winkels, kantoren en op bu
reaux aanhoren, vormen voor velen
de hoofdschotel van hun dagelijks
geestelijk voedsel.
Als wij eenmaal de school verla
ten hebben en het practische leven
zijn ingegaan, staan we niet meer
zo open voor onderwijzers en lera
ren. We hebben het gevoel, dat we
het nu wel aan kunnen.
Maar ongemerkt bewaren wij toch
ook een weetgierigheid, een zucht
naar meer kennis.
Brengen we nu in de kanalen,
waarlangs ons verder geestelijk
voedsel tot ons komt eens een beet
je schifting, dan moeten we vast
stellen, dat reeds in onze tijd de
voorspelling van het „eind der we
reld" in vervulling gaat: „Valse
profeten zullen opstaan. Anderen
zullen roepen, dat de Christus daar
of daar is".
Inderdaad, zo leven wij als chris
tenen in de wereld van vandaag.
Van alle kanten stormen de valse
profeten op ons af. Niet direct als
mensen, maar ook als instituten of
in de moderne communicatiemid
delen, met de bladen en blaadjes,
met boeken en brochures.
Soms treden zij op in een grote
vergadering in de open lucht, maar
een andere keer staan ze achter de
microfoon en praten zich via de
luidsprekers onze huiskamers bin
nen.
Het is natuurlijk een geluk, dat
vele actieve katholieken tijdig be
grepen hebben, dat niet alleen de
valse profeten de kans moeten krij
gen zich van de moderne commu
nicaties meester te maken.
Zo hebben wij ook onze eigen ka
tholieke pers, onze boekhandel,
onze radio en T.V. gekregen.
Alleen met de film is het ons nog
niet gelukt een eigen katholieke
stem te laten horen. Zodoende zijn
de bioscopen van tegenwoordig nog
altijd een terrein, waar het ongeloof
in allerlei vormen zijn kansen
krijgt.
De Paus heeft daaromtrent een
paar weken geleden ziin stem laten
horen en ernstig gewaarschuwd te
gen de nog altijd minderwaardige
tendenzen in vele films. Terecht,
want in de bioscoop krijgen nog al
tijd de valse profeten hun kansen.
Nu weet ik wel, dat er vele ka
tholieken zijn, die de eigen „room
se" stem in de communicatiemid
delen niet erg waarderen: ze hou
den meer van het algemene, van
het neutrale. Dat zijn die liberale
katholieken, die het verschil in stem
tussen de valse profeten en de Kerk
maar liever verdoezelen. Helaas er
zijn er maar al te veel.
Zij zijn het die voor zichzelf en
voor anderen de weg naar de ge
loofsafval bereiden. Daardoor be
horen ook zij zelf al voor een deel
tot de valse profeten, hoewel zij of
ficieel nog onder de goedgezinden
ressorteren.
De waarschuwing van Christus:
„Hoedt u voor de valse profeten"
is dus in onze tijd nog volledig van
kracht, juist omdat wij leven in de
afwachting van de komst des
Heren.
De opruiming was begonnen. In
alle uitstalkasten wemelden bonte
plakkaten en gekleurde kaartjes
met opschriften als „Prijzenslag" en
„NU gratis".
Het mensdom wachtte daarom
niet langer en wierp zich in de uit
verkoop. De geachte cliëntele
stroomde langs de uitnodigende eta
lages met doorgestreepte prijs
kaartjes de winkels in.
Onder de zich moeizaam naar
binnenworstellende klanten bevond
zich een weinig indrukwekkende
figuur, een schrielig manspersoon,
die voortgedreven door zijn wettige
echtgenote plotseling voor de toon
bank opdook uit de wriemelende
mensenmassa.
Beleefd wendde de verkoper rich
tot het mannetje. „Waarmede zou
ik u van dienst geweest kunnen
zijn?"
Zonder een woord te zeggen wees
de man met zijn duim over zijn
schouder naar zijn robuuste echt
vriendin, die dadelijk op zeurdeige
toon begon: „Dat pak, dat streep
jespak, dat voor in de etalage ligt
en dat 59,95 kost, dat had ik ge
had willen hebben".
„Ah, juist, een uitstekende keus",
prees de verkoper minzaam. „Een
prachtig pak van voortreffelijke
kwaliteit, 't Is haast voor niets zou
je zeggen".
„Ik vind er niks an", merkte het
mannetje op. „Zo'n streepjespak
had ik nou echt nooit willen heb
ben. 't Is verschrikkelijk lelijk.
Maar ja, ik moet wel. Geef maar
op", zei hij met zijn hand een uit
nodigend gebaar makend.
De verkoper grijnsde stom. „Ja',
zei hij. „Ik begrijp 't Maar voor
deze prijs, nietwaar. De stof is uit
stekend en het dessin ook. Maar
jasmaken verschillen!"
„Praat er nou maar niet langer
over", zuchtte de klant. „Geef het
maar".
Nu mengde de struise dame zich
in het gesprek. „Kom Jan, opschie
ten", beval ze, „we hebben nog meer
boodschappen te doen!"
„Je hoort 't", zei de man.
De nijvere middenstander draaf
de weg en haalde uit een rek een
costuum dat, naar hij verklaarde,
gelijk was aan het pak in de eta
lage.
,,'t Is wel goed", zei de klant,
„geef maar hier". Doch nu mengde
zijn wederhelft zich opnieuw in het
gesprek. „Dit is niet het pak uit de
etalage", zei ze bits.
„Maar mevrouw!' riep de winke
lier schalks, ,,'t Is toch precies ge
lijk!"
„Kan wel zijn", zei ze halsstarrig,
„kan ook wel niet zijn. Ik kén jul
lie. Het moet dat strepiespak uit de
etalage wezen. Dat wat geprijsd
staat voor 59,95 en anders niet".
„Maar dan moet ik de halve uit
stalkast afbreken, anders kan ik er
niet bij?" kreet de winkelier wan
hopig uit, de armen te hemel hef
fend.
„Uit de etalage", herhaalde de
vrouw bevelend met uitgestrekte
vinger wijzend naar het kaartje
59,95.
Er zat niets anders op. De winke
lier ontdeed zich van zijn schoeisel
en stommelde op kousevoeten de
etalage in, terwijl de vele klanten
binnensmonds gingen morren om
dat het zo lang duurde.
Toch liet de middenstander zich
niet kennen en toonde van een taai
soort en uit het juiste hout gesne
den te zijn.
„Wilt u het eens passen?" stelde
hij beleefd voor.
„Niks", zei de man. „Pak maar
in".
„Het past niet", zei de vrouw be
slist.
„Kan niet schelen", zei de man.
„Pak maar in".
„Het zit misschien wel wat slob
berig" overwoog de vrouw. Reik
halzend keken de klanten toe, nu
begon het interessant te worden.
„Het zal wel ongeveer uw maat
zijn", wist de verkoper. „Als u het
nu even past".
„Ik wil niet passen. Ik wil dat
pak niet. Ik wil helemaal geen
strepiespak!" riep de man hart
stochtelijk uit.
„U bent een verkoper van niks",
verklaarde de vrouw, terwijl zij
haar echtvriend bij een arm mee
naar de deur zeulde. „U wilt dat
pak niet kwijt, omdat er niks an te
verdienen is. Weet u wat u bent?
U bent een oplichter!"
„Het middenstandsprobleem heeft
vele en velerlei facetten", oreerde
de winkelier, toen de vrouw een
tientje boete werd opgelegd wegens
belediging.
van 29 juli 1911
Onze vroegere dorpsgenoot, de
Weleerw Heer Piet Wijnhoven se
cretaris van het aartsbisdom New-
Orleans (Nrd-Amerika), zal een
dezer dagen in rijn geboorteplaats
Venray arriveren en op zondag 13
aug. a.s. in de parochiekerk alhier
zijn plechtige Eerste H. Mis opdra
gen.
Verscheidene leden van de Ma-
riaverenigingen uit Afferden,
Boxmeer, Mook, Cuyk enVenlo zul
len morgen zondag deelnemen aan
de propaganda-bedevaart der Ven-
rayse Mariavereniging naar Maria's
heiligdom te Oostrum.
Venrays Mannenkoor zal op
Koninginne-verjaardag, 31 aug. een
concert geven op het Marktplein.
Deed de aanhoudende felle
droogte reeds ontzaglijk schade aan
veld- en tuinvruchten, thans begint
ook hier ernstig gebrek aan water
te komen. Zowel voor mensen als
hun vee. Op de meeste weilanden
is geen voedsel meer te vinden.
De levering van steenkolen
ten behoeve der gemeente Venray
is bij aanbesteding aan Gebr. Ver
riet alhier gegund.
In 1911 werd hier in de ge
meente slechts over 18 waterlossin
gen schouw gevoerd.
van 1 aug. 1936
Aan de Middelbare Technische
school te Heerlen, slaagde voor het
diploma Electr.-techniek, onze
dorpsgenoot, de heer Caspar Fonck.
Deze is dan de eerste Venrayse
M.T.S.'er.
Het grote wereldcircus Strass
burger, dat thans een tournée door
Nederland maakt en nu te Nijme
gen verblijft zal op 20 en 21 aug.
voorstellingen geven op het sport
terrein alhier.
Het bouwen van een woonhuis
aan de Oostsingel alhier, voor re
kening van de heer J. Kersten is
opgedragen aan A. Verbeek, aanne
mer alhier.
Reeds uit verschillende plaat
sen in Peelland bericht men, dat
de roggeoogst, vooral op de hogere
zandgronden, dit jaar weinig ge-
schot zal opleveren tengevolge van
de vorstschade met de Pinkster
dagen.
DOOR EEN ANDERE BRIL
Onbegrip jegens onze medemens
spruit dikwijls voort uit 't niet vol
doende kennen (of willen kennen)
van andermans problemen en moei
lijkheden. Zo is het ook op de weg.
Neem nu het veranderen van
richting. Hoe vaak gebeurt het niet
dat de automobilist van vandaag
zich vóór en opzij ziet ingesloten
door een zwerm fietsers en brom
fietsers, waarvan hij zich ver
bijsterd afvraagt: waar willen ze
eigenlijk heen?
Rechtdoor?
Naar links?
Rechtsaf?
In dat soort gevallen pleegt de
tweewielige verkeersdeelnemer zich
weinig zorgen te maken over de
problemen van de automobilist.
Als het nog nét kan demonstreert
hij op kwieke (maar gevaarlijke)
wijze hoe wendbaar zijn tweewielig
vervoermiddel wel is zonder zich te
realiseren, dat een automobilist niet
minder kwiek uit „uit de voeten"
kan om des fietsers capriolen te
ontwijken maar bovendien ook nog
met zoiets als een remweg te ma
ken heeft.
Het is duidelijk waarom fietsers
en bromfietsers dikwijls zo slecht
richting aangeven: ze zien er een
voudig het nut niet van in.
Zo u wilt: gebrek aan verkeers-
inzicht. Men realiseert zich niet dat
de ander onze tekens op de weg