Deken Verstappen keert terug naar St. Maarten Vaderdag Woningbouw in Venray Alle veranderingen zijn nog geen verbeteringen... Politierechter Vrijdag 16 juni 1961 No. 24 TWEE EN TACHTIGSTE JAARGANG ■PEEL EN MAAS GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150652 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Wonderlijk, maar verrukkelijk eiland Over enkele weken zit het verlof van kanunnik-deken J. Verstappen (55) van de paters van de H. Geest er op. Per vliegtuig keert hij dan, na bij zijn familie in Oirlo en Meerlo een half jaar verlof te hebben genoten, weer terug naar dat bekoorlijke eiland St Maarten in de Caraïbische zee, waar hij pastoor is van het Franse deel van eiland. Met de Ven- rayse pater Kemps heeft hij daar de zielzorg over tweeduizend katho lieken. Dat is precies de helft van het inwonertal van dit Franse deel. Misschien herinnert men het zich niet meer uit de aardrijkskundeles sen van vroeger, maar St. Maarten, een van de Bovenwindse eilanden, behoort toe aan Frankrijk en Ne derland. Lange tijd hebben beide volken daarginds gevochten om het eigen domsrecht, totdat zij in 1648 aan de herrie een einde maakten en het eiland gelijkelijk verdeelden. Nu zwaait er op een deel het rood-wit-blauw in de warme tro pische zon en op het andere deel het blauw-wit-rood. Ergens schijnt er ook een grens tussen beide delen te zijn, maar die is slechts op de landkaart te vinden. Niettemin staat elk deel onder 'n eigen bestuur, er is, wat we zouden kunnen noemen, een Franse en een Nederlandse burgemeester. St. Maarten is niet groot. Zo'n ze ventien kilometer lang en een onge veer gelijk aantal kilometers breed. De temperatuur is er zelden bene den dertig graden Celsius. Alles bij elkaar wonen er 5800 mensen op dit eilandje, van wie dus vierduizend Fransen en achttienhonderd Ne derlanders. Ongeveer drie-kwart van de to tale bevolking is kleurling. Er zijn slechts twee plaatsjes: Marigot op Frans gebied en Philipsburg aan Nederlandse kant. Merkwaardig is, dat op het hele eiland, de voertaal Engels is, of schoon de Fransen uiteraard ook Frans en de Nederlanders ook Ne derlands kunnen spreken. Ook op de scholen wordt in het Engels les gegeven. VERRUKKELIJK EILAND Deken Verstappen kwam in 1950 naar St. Maarten, nadat hij daar voor vier jaar had gewerkt op het nabijgelegen Franse eiland Guade loupe, waar 300.000 mensen wonen. Hij beschikt op St. Maarten over een parochiekerk en twee hulpker ken. Pastoor Verstappen behoort er tot het diocees van de Franse bisschop van Guadeloupe, mgr. J. Gay. Sedert 1950 is hij tweemaal met verlof naar Nederland gekomen, in 1955 de eerste keer en nu dan de tweede maal. Afwisselend verblijft hij bij een broer in Oirlo en bij zijn moeder in het statige huis aan de Megelsumseweg. Een hele overgang weer, van dat warme, zonnige aan de diep-blauwe Caraïbische zee gelegen eiland naar het kille, nuchtere Noord-Limburg, waar de landerijen nu doordrenkt zijn van het regenwater en waar de temperatuur zo grillig is. Ergens verlangt deken Verstap pen dan ook weer terug naar de dag, waarop hij op de Le Bourget in het vliegtuig zal stappen om via Guadeloupe terug te keren op St.- Maarten, eiland van heuvels en baaien, waar de hemel altijd blauw is. Werk heeft hij er overigens ge noeg. Hoewel de helft van Frans St.-Maarten katholiek is, is de diep gang van het geloof niet erg groot. Het materialisme is in hen diep ge worteld. Drie-kwart van de kinderen zijn onwettig en vaak gebeurt het dat verloofden pas huwen als ze al vier, vijf kinderen hebben. Vele inwoners stammen af van slaven die eertijds naar St. Maarten werden gevoerd. Deken Verstappen beschikt over enkele doopregisters uit de acht tiende eeuw, waaruit blijkt, dat er op dit eiland slaven en slavinnen hebben gewerkt.- Achter de naam van de vrouw, die het leven aan het kind heeft ge schonken, staat op deze doopregis ters tussen haakjes vermeld: slavin. De bewoners van het eiland ver dienen op zeer uiteenlopende wijze de kost. Er zijn veel vissers en keu terboertjes die tegen de heuvelflan ken wat koeien en schapen houden en hier en daar wat groenten kwe ken, hoofdzakelijk voor eigen con sumptie. Er zijn in Marigot en in Philipsburg ook veel winkels, waar van niet weinig souvenir-winkels. De laatste tijd beginnen de Ame rikanen een toeristenplaats te ma ken. Ook zijn er verscheidene Ame rikanen, die er riante bungalows hebben gebouwd om daar van no vember tot april, in de tijd dus, dat Juliana haven geheten, waarvan de zich te koesteren in de tropische WEINIG ARMOE Armoe wordt er op dit eiland nauwelijks geleden. Er- zijn vele be woners, die zich zelfs rijk hebben gemaakt door te gaan werken op olieraffinaderijen op Curagao en Aruba. Het hele kapitaal op het eiland is eertijds in handen geweest van vier, vijf families maar zij hebben hun bezit niet geheel kunnen hand haven; anderen hebben er graantjes van afgepikt. Naar onze begrippen zijn er overi gens toch wel armen, mensen die weliswaar geen honger lijden maar die van de ene dag in de andere le ven. Het onderwijs staat er op behoof lijk peil; het haalt een niveau, dat te vergelijken is met onze Mulo. De medische verzorging is zelfs up to date. Zowel in Marigot als in Philipsburg is een modem ingericht ziekenhuis met specialisten. St.- Maarten heeft ook een vliegveld, 'Julianahaven geheten, waarvan de naam al verraadt, dat het op Neder lands gebied ligt. Er starten en landen al Convairs en het plan is het vliegveld nu zo uit te breiden dat ook Constellations er gebruik van kunnen maken. „Een verrukkelijk eiland", zo vat deken Verstappen het in een jaar woorden samen, terwijl hij uit de plechtige voorkamer van de ouder lijke woning naar het grauwe wol kendek kijkt, waaruit de regen ge stadig neersijpelt.- „De datum weet ik nog niet pre cies, maar eind juni zal ik toch weer vertrekken". Eerst per trein naar het vliegveld Le Bourget bij Parijs, vanwaar een straaljager hem in nog geen negentien uur in Guadeloupe zal brengen. Daar moet hij overstappen in een ander vliegtuigje voor het laatste stukje van driehonderd kilometer naar Julianahaven. Op het vliegveld op St.-Maarten staat zijn auto, een Volkswagen (dat ding kost bij ons 8.000) te wach ten, waarmee hii dan in tien minu ten thuis is. Vijf zware jaren van hard werken liggen dan weer voor de boeg. De sociale verzekeringswetten in ons land, met name de Ziektewet, de Ongevallenwet en de Invalidi teitswet, vormen geen sluitend ge heel. Vandaar dat men er naar streeft om al deze wetten in één wet samen te brengen. De voornaamste drang hiertoe is de ontoereikendheid van de Invali diteitswet, welke bij intredende in validiteit op groncl van de geplakte rentezegels een gemiddelde uitke ring geeft van vijf gulden per week. Aangezien men hiervan niet kan bestaan worden deze uitkeringen aangevuld met toeslagen uit de al gemene middelen. Bovendien komt men pas in aan merking voor uitkering, indien men voor twee-derde ongeschikt is ge acht om, gezien zijn opleiding en beroep, passende arbeid te ver richten. Dit laatste is al een moeilijk punt, want dit raakt een medische en een toonkundige zijde. De invaliditeitswet geldt voor ALLE loontrekkenden ,ook huisper soneel, doch niet voor het in, vaste dienst zijnde Overheidspersoneel. Er is alleen een grens waarboven de werkgever nliet meer behoeft te plakken. Wanneer deze bereikt is kan men vrijwillig doorgaan met rentezegels plakken. Deze wet geeft ook ouderdoms rente op 65-jarige leeftijd, welke dus naast de AOW-uitkering ver strekt wordt. De invaliditeitsrente begint pas te lopen, nadat men een jaar zieken geld heeft genoten. Heeft men geen recht op zieken geld dus b.v. doordat men boven de loongrens is gekomen, dan wel voor eigen rekening is gaan werken, dan heeft men na 6 maanden reeds recht op invaliditeitsuitkering, wanneer men dus voor 2/3 ongeschikt is ge worden. Een ander punt van arbeidsonge schiktheid is die welke door een bedrijfs-ongeval is ontstaan. Dan krijgt de werknemer (doch bieronder valt niet het huisperso neel) een uitkering naar gelang het percentage der arbeidsongeschikt heid. De OW kent geen loongrens, dus iedere werknemer in de juri dische zin valt hieronder, zelfs de directeur van een groot bedrijf, want deze is ook in loondienst. Er is alleen een uitkeringsgrens tot een bepaald dagloon. Dit is momenteel 22,—. Bij de Ziektewet zoals deze thans bestaat zijn alle loontrekkenden verzekerd, mits het gegarandeerde jaarloon niet meer dan 8000 be draagt, hetgeen overeenkomt met een weekloon van 153,85 of een maandloon van 166,67. Wie hier boven komt krijgt bij ziekte dus niets. De uitkeringsgrens is even als bij de Ongevallenwet 80% van 22 dagloon. Nu wil men zoals reeds gezegd deze 3 wetten tot een eenheid ma ken, omdat dit ook administratief eenvoudiger is. Toch zitten er schaduwzijden aan deze nieuwe wet. Om te beginnen geeft de Ongevallen- en Ziektewet ook uitkering aan personen boven de 65 jaar welke nog in loondienst werken. Dit zijn er zeker 40.000. Of dit nu komt door de arbeidsschaarste, of wel doordat de AOW te laag is om van te leven, het feit blijft bestaan. In de nieuw gedachte wet op de arbeidsongeschiktheidverzekering eindigt ieder recht zodra men 65 jaar wordt, zodat indien deze gedachten- gang wet zou worden, deze groep van 40.000 personen onverzekerd zouden zijn, ook voor het zieken fonds. De bestaande Ongevallenwet geeft ook het recht op weduwenrente, in dien het overlijden het gevolg is van een bedrijfsongeval. Deze bepaling «gaat vervallen, om dat men van de veronderstelling uitgaat, dat men dan onder de AWW valt, de nieuwe wet op het weduwenpensioen. Dit is maar ten dele het geval. Immers niet iedere weduwe kan aanspraak maken op weduwepensioen. Indien een weduwe 40 jaar is 'en de echtgenoot overlijdt en zij heeft geen kinderen onder de 18 jaar, krijgt zij hoogstens 2 jaar een over bruggingsuitkering en dan houdt alles op en moet zij wachten totdat zij 65 jaar wordt voor recht op de AOW te krijgen. Bij de Ongevallenwet houdt men 80 pet. uitkering zolang men 100 pet ongeschikt is. Bij de nieuwe wet wordt dit na IV2 jaar maar 70 pet. Verder wil men de uitkeringen van de ongevallenwet welke minder dan 25 pet. ongeschiktheid veroor zaken afschaffen. Wie dus één oog of een paar vin gers mist, krijgt nadat de wond ge stabiliseerd is, niets meer, want de nieuwe wet begint pas uit te keren bij een ongeschiktheid van tenmin ste 25 pet. Men beweert dat alle personen met een uitkering tot 25 pet. toch het volle loon verdienen! Personen boven de loongrens val len buiten de nieuwe wet, terwijl onder de bestaande Ongevallenwet zij wel verzekerd zijn, doch er een uitkeringsgrens is. Ook dat is een verslechtering. Men wil de nieuwe wet vooral om de invaliden, die minder dan twee derde, doch meer dan 25 pet. onge schikt zijn, te helpen. Dit is prij zenswaardig. Maar zal dit in werke lijkheid gebeuren? Iemand die dan 50 pet. ongeschikt wordt geacht zal na een jaar 35 pet. uitkering krijgen terwijl hij nu een kleine Invaliditeitsrente krijgt. Maar deze man zal evengoed naar Sociale Zaken moeten gaan, als hij geen kans krijgt om de andere 50 pet. productief te maken. Dan zou er eerst een verplichting moeten zijn om de volle 70 pet. uit te keren, tenzij men de betrokkene werk voor 50 pet. kan aanbieden. Neen, dan lijkt het ons eenvoudi ger, als men de minder-invaliden spoedig wil helpen, om de bestaan de Invaliditeitswet te wijzigen b.v. ook bij 1/3 ongeschiktheid een in verhouding staande uitkering te geven en de totaal uitkeringen, eventueel de toeslagen te verhogen en de rentezegels in waarde te doen verdubbelen. Dat zal dus iets meer kosten, maar de nieuwe wet, indien ze wer kelijk verbeteringen zou geven, zou zeker niet minder geld kosten. Dat kan nu eenmaal niet anders. Bij de nieuwe wet wil men de rentezegels-wet afschaffen, en dat is een voordeel, maar een nadeel is, dat de ouderdomsuitkeringen van de rentekaart vervallen. Hiervoor wil men de AOW gelei delijk verhogen, maar ook dat gaat geld kosten, hetwelk het bedrijfs leven en de belastingbetalers moe ten opbrengen. We zullen op andere moeilijkheden maar niet wijzen. We denken aan het probleem van de geneeskundige diensten nl. één dienst, of voor iedere bedrijfstak af zonderlijke medische diensten en daarnaast de loonkundige beoor deling. We willen de gedachte van de nieuwe wet niet afwijzen. Maar oude schoenen weggooien, voordat men goede nieuwe heeft is ook ris kant. Men moet dus eerst zeker we ten wat concreet in de nieuwe wet zal komen en of deze in vergelij king slechter of beter is dan de be staande wetten. Om nog te zwijgen van de kosten van afwikkeling van de reeds bestaande en dan op te heffen wetten. Alle ellende ontstond door de mislukte verjaardag. De buurman had hen uitgenodigd. „We zullen eens gezond feestvieren, samen", zo had het geklonken en in een stem ming van blij afwachten stapte de beklaagde die avond de huiskamer binnen. Hij nestelde zich prettig in een stoel, trok een doosje uit zijn zak en stak in een onbewaakt ogenblik een sigaretje op. Meteen kwam de eerste strubbe ling. Want de buurvrouw zette ter stond alle ramen open en buurman verzocht beleefd doch dringend die stinkstok uit te doen. Toen de damp was opgetrokken, gingen de ramen dicht en buurman nodigde hem uit, de luie stoel te verlaten en zich aan de tafel te scharen. Nu, daar voelde hij wel wat voor, want tenslotte zouden ze eens ge zond feestvieren en vol verwachting wachtte hij, totdat buurrvouw, die even in de kelder gedoken was, te rug zou komen. Zij kwam binnen en legde voor ieder een appel op tafel. Buurman begon een opgewekt ge sprek over de tijden waarin men leefde, bracht het onderwerp han dig op gezondheid en ziekte en via het plotselinge sterfgeval van de oude Van Dalen kwam hij op het eten terecht. „Een mens kan wel honderd jaar worden" beweerde hij, „als je maar niet aan die ongezonde rommel van tegenwoordig meedoet". En terwijl de man met lange tanden aan een appel zat te knagen, begon buurman citaten voor te lezen uit een boekje voor moderne voedingsmethoden. 't Was allemaal nogal barbaars, wat daar in stond, maar wat nu op de verjaardagsviering volgde, bleek nog veel barbaarser. Buurvrouw trippelde met een fnandje noten en de nijptang die als notenkraker dienst moest doen, bin nen. Het duurde slechts kort, of het verhemelte van het slachtoffer zag rauw van het noten kauwen en tus sen zijn schaarse kiezen zaten al lerlei stukjes en velletjes hinderlijk bekneld. Op een verjaardag is men niet on beleefd. Daarom gaf hii de gastheer in alles gelijk, en kwam tot de over tuiging, dat hij al heel wat gezond heid had opgedaan door die appel en die paar noten. „En", sprak buurman joviaal, „wat zou je zeggen van iets in 't glas?" Nu, voor iets in het glas was de man steeds te vinden en in zijn hart was hij blij, dat buurman bij zijn bekering tot rauwkosteter die goede gewoonte tenminste nog niet had laten varen. Er kwam een klein flesje op tafel waarvan hij aanvan kelijk meende dat 't elixer bevatte. Maar het bleek later vleesaroma te zijn. Daarop goot buurman in de glazen een troebele substantie die huisvrouwen spinaziewater noemen. De gast stond onwetend en wat sceptisch tegenover de drank die hem hier werd voorgetoverd, maar och, het kon best goed smaken. Hij nam er een klein slokje van en toen is hij gaan schelden. Tot grote ont steltenis van buurman, die hem met als zijn rauwkost-kracht de deur uit werkte toen de ruzie erg hoog be gon te lopen. „Na zes borrels overkomt me niet, wat me na één slok spinaziewater is gebeurd" zei de verdachte plech tig voor de politierechter daarmee aantonend dat het rauwkostvraag- stuk althans wat hem betreft ten nadele van het gezonde voedsel is opgelost. Vijf gulden boete kreeg hij on danks zijn gesputter. „Maar je moest zo'n vent, die je op z'n verjaardag spinaziewater te drinken geeft, eigenlijk levenslang kunnen geven", fluisterde de officier tegen de poli tierechter. De vaders zijn er maar slecht aan toe. Ze hebben maar één vaderdag in het jaar, terwijl het vroeger toen vader nog de patriarch van het gezin was iedere dag vaderdag was. En nu moeten de zakenmensen er zelfs aan te pas komen om voor de vaders die ene dag te behouden. Wie zou eigenlijk aan de dag van de vaders denken, wanneer de za kenmensen er niet waren ,die in ad vertentie en reclamebiljet al hun dassen, overhemden en wat dies meer zij aanprijzen als HET cadeau voor het hoofd van het gezin. Geen enkele goede vader misgunt de Moeder haar Moederdag. Inte gendeel, hij staat voorop met een bloem in de hand om zijn minister van binnenlandse zaken te eren. Maar zelf komt hij tekort. Er was eens een tijd, dat vader werkelijk de baas was in het leven. Wanneer hij des ochtends opstond, werd hij zachtkens gewekt. Wanneer hij des middags zijn verfrissende mid dagdutje deed, hadden de kinderen spreekverbod. Wanneer hij gelastte, beefden de kinderen, want vader was koning van het gezin. Dat zijn koningschap gevestigd was op een zorgvuldig gekoesterd waandenkbeeld, deerde hem niet in de patriarchentij d, want hij wist het niet. Niemand wist het, behalve mis schien wij vrouwen, want wij heb ben meer dingen, die wij weten en de mannen niet. Maar het feit is, dat de patriar- chentijd een beste tijd voor de man nen was. Zij waren de baas en zij handelden ernaar. Maar nu vieren zij zondag a.s. het schamelijke over blijfsel van hun eens zo grote glorie. Een dag per jaar worden zij met zachte hand en een kop koffie ge wekt. Een dag per jaar zijn zij weer de gevierde persoon en middelpunt van lieftallige belangstelling. Een dag in het jaar kunnen zij hun heimwee naar die goude oude tijd botvieren. En wanneer die dag voorbij is, gaan zij weer een jaar lang proberen ook anderen gelukkig te maken en niet alleen zichzelf, zoals zij dat veelal deden als patriarch een halve eeuw en langer geleden. Alle kandidaten zijn geslaagd. Voor het tweede overgangsexamen slaagden de volgende kandidaten: E.F. Briekveld, geb. Paramaribo; J.G.Fr. Cup, Venray; L.W. Dirkx, Maasbree; J.P.A. van den Dungen, Gilze; Leo Festjens, Membruggen (B); H.A. Fiers, Bladel; B.J de Haas, Heerlen; Fr.M. Hendriks, St Anto» nis; A.J.A.M. van Huet, Venray; M. A.ll Linssen, Lomm; E.J.M. van Rossum, Oss; W.M. van Schie, Am sterdam; C.M. Schippers, Grave; J. M. Sommers, St. Anthonis; J.H. Steeghs, America(L.); P.A. de Waard Vlissingen; H.A. van Waayenburg, Mierlo-Hout; A.H.C. Wismans, Ven ray. Vier kandidaten moesten worden afgewezen GESLAAGD Gymnasium alpha: Koos Arts, Boxmeer; Marius Boom, Gorcum; Thijs van der Grinten, Eindhoven; Martin Janssen, Venray; Mathijs Jaspers, Siebengewald; Harry Ker sten, Maashees; Geb Kleinhans, Di- dam; Guus Mollee, Amsterdam; An ton Sax, Obbicht-Papenhoven; Jo Tegels, Horst. Gymnasium bèta: Toon Arts, Leu nen; Herman Assen, Coevorden; Jan van Beeck, Eindhoven; Jo Custers, Venray; Chris Dekkers, Rijkevoort; Ferd Hamer. Breda; Herman Her mans, Gemert; Theo Jakobs, Horst; Gerard Kocke, Wijchen; Harry van Lipzig, Meerlo; Frank Lucassen, Horst; Jan Poels, Venray; Renier Poels, Meerlo; Paul Rambags, Cas- tenray; Jac. Remmen, Venray; Frans Smits, Maashees. Jac. Tegels, Horst; Gerrit Voesten, Heide; Nout Wel link, Den Haag. Het texamen wordt nog voort gezet. GESLAAGD In de Psychiatrische Inrichting St. Servatius te Venray, werden op 5 en 6 juni '61 de overgangsexamens voor opleiding ziekenverpleging B. afgenomen. Als gedelegeerden traden op: Dr. Zwanikken uit „Voorburg" Vught, Dr. van Dinther uit „St. Bavo" te Noordwijkerhout, Dr. Ceha uit „St. Willibrordus" te Heiloo, Dr. Moullijn uit „Assisië" Udenhout, Dr. Oud uit St. Josephgesticht te Apeldoorn. Voor het eerste overgangsexamen slaagden de volgende kandidaten: Eerw. Br. Venantius, Eerw. Br. Romaldus, Eerw. NBr. Clarentius, Eerw. Br. Josephus, Eerw. Br. Ser vatius. De heren: M.J. vd. Berg, Volkel; K.W.A. Biemans, Boekei; J.W.M. Bonants, Venray; W.Chr. Dirkx, Maasbree; J.Th.M. Driessen, Over- loon; J.M.Th, van Els, Venray; H.G. M. Eewalts, Venray; Fr. Folkers, Vaals; C. Franken, Venray; H. Ger- rats, Venray; Th.P.H. Gerrits, Vier lingsbeek; B.J.C. Giliam, Venray; J. M. de Graauw, Kerkdriel; M.P.M. Groels Eindhoven; P.J Hebben, Kes- sel; J.F.P. Janssen, Horst; M.P. Kan- ters, Boekei; H.M. van Kempen, Veulen; P.J.M.G. Linders, Venray; J. M.M. Prompers te Geertruid; P.J.H. Reijnders, Siebengewald; H.M.J van Rooij, Venray; H.P.J. Scheffer, Eist; J.P.A.G. Voesten, Venray; Werps, Venlo; L.L.H.G. Werson, Venray. MEN KAN IN DE VAKANTIE HET ANDERS-ZIJN LEREN WAARDEREN De vakantie-tijd nadert en het staat buiten twijfel, dat velen dit jaar hun gewone standplaats zullen verlaten, om naar andere streken te vertrekken. Dat kunnen de streken zijn in het eigen land, maar ook streken er buiten. Wat de reizende en trekkende mens vooral zal opvallen, wanneer hij van plan is serieus om zich heen te zien en iets van het doen en la ten van andere mensen en volkeren te ervaren, is het constateren van grote verschillen. Nu is het zien, hoe andere mensen het leven beleven, een der rijkste ervaringen. Het nut bestaat hierin, dat men leert zien, hoe het leven in duizend en één dingen ook anders geleefd kan worden, dan men het zelf doet. Er heersen in het buitenland wel heel opvallende verschillen met de Nederlandse manier van leven. Begin maar met de huizen. Waar in het buitenland treft men huizen aan zo popperig, zo lief en welver zorgd, zo ijl en proper als in ons land? Nu bestaat het gevaar, dat de les van het bezoeken van andere stre ken en andere volkeren verkeerd wordt geleerd. Want men hoort niet zelden, dat wie iets anders gezien heeft, wie andere levensgewoonten en gedachten heeft leren kennen, vol critiek is. Zulke mensen komen er zelfs toe smalend over anderen te spreken, vooral over die gewoonten, welke sterk van de onze afwijken. Dat verraadt een smalheid van geest, dat verraadt een gebrek aan open staan voor anderen. Het is een bewijs voor conservatisme, dat men gaarne aan anderen verwijt. Volgens mij begaan al degenen, die de levensstijl van anderen ter stond aan critiek en afkeuring on derwerpen, ook groot onrecht. Want al die anderen, die zozeer van ons verschillen, hebben toch het recht anders te zijn. Wat hier onder recht verstaan wordt is niets anders, dan het recht zich zelf te zijn. Dit recht wordt ont leend aan de opdracht die ieder mens in het leven mee krijgt: waarachtig te wezen. Zó te leven en te denken, als met het gezondee, diepst eigene van de persoon en met zijn positieve nei gingen en de hem meegegeven ta lenten overeen komt. Helaas proberen wij dat eigene zowel in ons zelf als in anderen weg te drukken en een van de grote overheersende problemen van ons menselijk samenleven is, dat wij de waarheid van het noodzakelijk eigene in de mens niet kunnen of durven erkennen. Misschien is het goed te overwe gen, dat de liefde, die wij zo mild in geldelijke offers beoefenen, in de vakantie eens wordt beoefend door een open houding aan te nemen te genover de medemensen, die anders zijn. Dat zal heel effectief werken op onszelf en op de vrede onder de mensen, die we meestal alleen rond Kerstmis weer eens in onze overwe gingen betrekken. Is er werkelijk geen grond Industrie ontevreden... In de laatste raadsvergadering heeft het raadslid DE BRUYN, vra gen gesteld over de grondverwer ving in West. Hij wilde weten of hier enig schot achter zit omdat de gemeente Venray anders haar woningtoewij zing voor 1961 niet kan verwezen lijken i.v.m. gebrek aan bouwgrond. Weliswaar is B. en W. aan het on derhandelen voor de aankoop van grond op het Desselke van de Zus ters Ursulinen, maar hij had nog niets gehoord over deze onderhan delingen, die men uiteindelijk zelfs bij slagen nog niet anders dan een noodsprong kan betitelen. Buregmeester CUSTERS heeft zeer openhartig deze kwesties be handeld. Hij wees er op, dat in Oc tober 1960 met de eerste 8 grond eigenaren in plan West gehandeld is. Men had toen bepaalde taxatie rapporten en op grond hiervan zijn aanbiedingen gedaan. Slechts met een man zijn de onderhandelingen gelukt, de rest ging er niet mee ac- coord, omdat h.i. de taxaties te laag waren. Burgemeesterwisseling en ver anderingen in de taxatie-commissie, zowel wat de leden als de voor schriften betreft, zijn er oorzaak van geweest, dat herziening van de taxaties der 7 en nieuwe taxatie rapporten voor de andere stukken veel langer op zich hebben laten wachten dan noodzakelijk was. Maar personeelstekort en andere oorzaken hebben zeer remmend ge-

Peel en Maas | 1961 | | pagina 5