Deken Verstappen keert
terug naar St. Maarten
Vaderdag
Woningbouw in Venray
Alle veranderingen zijn nog
geen verbeteringen...
Politierechter
Vrijdag 16 juni 1961 No. 24
TWEE EN TACHTIGSTE JAARGANG
■PEEL EN MAAS
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150652 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Wonderlijk, maar verrukkelijk
eiland
Over enkele weken zit het verlof
van kanunnik-deken J. Verstappen
(55) van de paters van de H. Geest
er op.
Per vliegtuig keert hij dan, na bij
zijn familie in Oirlo en Meerlo een
half jaar verlof te hebben genoten,
weer terug naar dat bekoorlijke
eiland St Maarten in de Caraïbische
zee, waar hij pastoor is van het
Franse deel van eiland. Met de Ven-
rayse pater Kemps heeft hij daar
de zielzorg over tweeduizend katho
lieken. Dat is precies de helft van
het inwonertal van dit Franse deel.
Misschien herinnert men het zich
niet meer uit de aardrijkskundeles
sen van vroeger, maar St. Maarten,
een van de Bovenwindse eilanden,
behoort toe aan Frankrijk en Ne
derland.
Lange tijd hebben beide volken
daarginds gevochten om het eigen
domsrecht, totdat zij in 1648 aan de
herrie een einde maakten en het
eiland gelijkelijk verdeelden.
Nu zwaait er op een deel het
rood-wit-blauw in de warme tro
pische zon en op het andere deel
het blauw-wit-rood. Ergens schijnt
er ook een grens tussen beide delen
te zijn, maar die is slechts op de
landkaart te vinden.
Niettemin staat elk deel onder 'n
eigen bestuur, er is, wat we zouden
kunnen noemen, een Franse en een
Nederlandse burgemeester.
St. Maarten is niet groot. Zo'n ze
ventien kilometer lang en een onge
veer gelijk aantal kilometers breed.
De temperatuur is er zelden bene
den dertig graden Celsius. Alles bij
elkaar wonen er 5800 mensen op dit
eilandje, van wie dus vierduizend
Fransen en achttienhonderd Ne
derlanders.
Ongeveer drie-kwart van de to
tale bevolking is kleurling. Er zijn
slechts twee plaatsjes: Marigot op
Frans gebied en Philipsburg aan
Nederlandse kant.
Merkwaardig is, dat op het hele
eiland, de voertaal Engels is, of
schoon de Fransen uiteraard ook
Frans en de Nederlanders ook Ne
derlands kunnen spreken.
Ook op de scholen wordt in het
Engels les gegeven.
VERRUKKELIJK EILAND
Deken Verstappen kwam in 1950
naar St. Maarten, nadat hij daar
voor vier jaar had gewerkt op het
nabijgelegen Franse eiland Guade
loupe, waar 300.000 mensen wonen.
Hij beschikt op St. Maarten over
een parochiekerk en twee hulpker
ken.
Pastoor Verstappen behoort er tot
het diocees van de Franse bisschop
van Guadeloupe, mgr. J. Gay.
Sedert 1950 is hij tweemaal met
verlof naar Nederland gekomen, in
1955 de eerste keer en nu dan de
tweede maal. Afwisselend verblijft
hij bij een broer in Oirlo en bij zijn
moeder in het statige huis aan de
Megelsumseweg.
Een hele overgang weer, van dat
warme, zonnige aan de diep-blauwe
Caraïbische zee gelegen eiland naar
het kille, nuchtere Noord-Limburg,
waar de landerijen nu doordrenkt
zijn van het regenwater en waar de
temperatuur zo grillig is.
Ergens verlangt deken Verstap
pen dan ook weer terug naar de
dag, waarop hij op de Le Bourget
in het vliegtuig zal stappen om via
Guadeloupe terug te keren op St.-
Maarten, eiland van heuvels en
baaien, waar de hemel altijd blauw
is.
Werk heeft hij er overigens ge
noeg. Hoewel de helft van Frans
St.-Maarten katholiek is, is de diep
gang van het geloof niet erg groot.
Het materialisme is in hen diep ge
worteld.
Drie-kwart van de kinderen zijn
onwettig en vaak gebeurt het dat
verloofden pas huwen als ze al vier,
vijf kinderen hebben.
Vele inwoners stammen af van
slaven die eertijds naar St. Maarten
werden gevoerd.
Deken Verstappen beschikt over
enkele doopregisters uit de acht
tiende eeuw, waaruit blijkt, dat er
op dit eiland slaven en slavinnen
hebben gewerkt.-
Achter de naam van de vrouw,
die het leven aan het kind heeft ge
schonken, staat op deze doopregis
ters tussen haakjes vermeld: slavin.
De bewoners van het eiland ver
dienen op zeer uiteenlopende wijze
de kost. Er zijn veel vissers en keu
terboertjes die tegen de heuvelflan
ken wat koeien en schapen houden
en hier en daar wat groenten kwe
ken, hoofdzakelijk voor eigen con
sumptie. Er zijn in Marigot en in
Philipsburg ook veel winkels, waar
van niet weinig souvenir-winkels.
De laatste tijd beginnen de Ame
rikanen een toeristenplaats te ma
ken. Ook zijn er verscheidene Ame
rikanen, die er riante bungalows
hebben gebouwd om daar van no
vember tot april, in de tijd dus, dat
Juliana haven geheten, waarvan de
zich te koesteren in de tropische
WEINIG ARMOE
Armoe wordt er op dit eiland
nauwelijks geleden. Er- zijn vele be
woners, die zich zelfs rijk hebben
gemaakt door te gaan werken op
olieraffinaderijen op Curagao en
Aruba.
Het hele kapitaal op het eiland
is eertijds in handen geweest van
vier, vijf families maar zij hebben
hun bezit niet geheel kunnen hand
haven; anderen hebben er graantjes
van afgepikt.
Naar onze begrippen zijn er overi
gens toch wel armen, mensen die
weliswaar geen honger lijden maar
die van de ene dag in de andere le
ven.
Het onderwijs staat er op behoof
lijk peil; het haalt een niveau, dat
te vergelijken is met onze Mulo.
De medische verzorging is zelfs
up to date. Zowel in Marigot als in
Philipsburg is een modem ingericht
ziekenhuis met specialisten. St.-
Maarten heeft ook een vliegveld,
'Julianahaven geheten, waarvan de
naam al verraadt, dat het op Neder
lands gebied ligt.
Er starten en landen al Convairs
en het plan is het vliegveld nu zo
uit te breiden dat ook Constellations
er gebruik van kunnen maken.
„Een verrukkelijk eiland", zo vat
deken Verstappen het in een jaar
woorden samen, terwijl hij uit de
plechtige voorkamer van de ouder
lijke woning naar het grauwe wol
kendek kijkt, waaruit de regen ge
stadig neersijpelt.-
„De datum weet ik nog niet pre
cies, maar eind juni zal ik toch weer
vertrekken". Eerst per trein naar
het vliegveld Le Bourget bij Parijs,
vanwaar een straaljager hem in nog
geen negentien uur in Guadeloupe
zal brengen.
Daar moet hij overstappen in een
ander vliegtuigje voor het laatste
stukje van driehonderd kilometer
naar Julianahaven.
Op het vliegveld op St.-Maarten
staat zijn auto, een Volkswagen (dat
ding kost bij ons 8.000) te wach
ten, waarmee hii dan in tien minu
ten thuis is. Vijf zware jaren van
hard werken liggen dan weer voor
de boeg.
De sociale verzekeringswetten in
ons land, met name de Ziektewet,
de Ongevallenwet en de Invalidi
teitswet, vormen geen sluitend ge
heel. Vandaar dat men er naar
streeft om al deze wetten in één
wet samen te brengen.
De voornaamste drang hiertoe is
de ontoereikendheid van de Invali
diteitswet, welke bij intredende in
validiteit op groncl van de geplakte
rentezegels een gemiddelde uitke
ring geeft van vijf gulden per week.
Aangezien men hiervan niet kan
bestaan worden deze uitkeringen
aangevuld met toeslagen uit de al
gemene middelen.
Bovendien komt men pas in aan
merking voor uitkering, indien men
voor twee-derde ongeschikt is ge
acht om, gezien zijn opleiding en
beroep, passende arbeid te ver
richten.
Dit laatste is al een moeilijk punt,
want dit raakt een medische en een
toonkundige zijde.
De invaliditeitswet geldt voor
ALLE loontrekkenden ,ook huisper
soneel, doch niet voor het in, vaste
dienst zijnde Overheidspersoneel. Er
is alleen een grens waarboven de
werkgever nliet meer behoeft te
plakken. Wanneer deze bereikt is
kan men vrijwillig doorgaan met
rentezegels plakken.
Deze wet geeft ook ouderdoms
rente op 65-jarige leeftijd, welke
dus naast de AOW-uitkering ver
strekt wordt.
De invaliditeitsrente begint pas te
lopen, nadat men een jaar zieken
geld heeft genoten.
Heeft men geen recht op zieken
geld dus b.v. doordat men boven de
loongrens is gekomen, dan wel voor
eigen rekening is gaan werken, dan
heeft men na 6 maanden reeds recht
op invaliditeitsuitkering, wanneer
men dus voor 2/3 ongeschikt is ge
worden.
Een ander punt van arbeidsonge
schiktheid is die welke door een
bedrijfs-ongeval is ontstaan.
Dan krijgt de werknemer (doch
bieronder valt niet het huisperso
neel) een uitkering naar gelang het
percentage der arbeidsongeschikt
heid. De OW kent geen loongrens,
dus iedere werknemer in de juri
dische zin valt hieronder, zelfs de
directeur van een groot bedrijf,
want deze is ook in loondienst. Er
is alleen een uitkeringsgrens tot een
bepaald dagloon. Dit is momenteel
22,—.
Bij de Ziektewet zoals deze thans
bestaat zijn alle loontrekkenden
verzekerd, mits het gegarandeerde
jaarloon niet meer dan 8000 be
draagt, hetgeen overeenkomt met
een weekloon van 153,85 of een
maandloon van 166,67. Wie hier
boven komt krijgt bij ziekte dus
niets. De uitkeringsgrens is even
als bij de Ongevallenwet 80% van
22 dagloon.
Nu wil men zoals reeds gezegd
deze 3 wetten tot een eenheid ma
ken, omdat dit ook administratief
eenvoudiger is.
Toch zitten er schaduwzijden aan
deze nieuwe wet. Om te beginnen
geeft de Ongevallen- en Ziektewet
ook uitkering aan personen boven
de 65 jaar welke nog in loondienst
werken.
Dit zijn er zeker 40.000. Of dit nu
komt door de arbeidsschaarste, of
wel doordat de AOW te laag is om
van te leven, het feit blijft bestaan.
In de nieuw gedachte wet op de
arbeidsongeschiktheidverzekering
eindigt ieder recht zodra men 65 jaar
wordt, zodat indien deze gedachten-
gang wet zou worden, deze groep
van 40.000 personen onverzekerd
zouden zijn, ook voor het zieken
fonds.
De bestaande Ongevallenwet geeft
ook het recht op weduwenrente, in
dien het overlijden het gevolg is
van een bedrijfsongeval.
Deze bepaling «gaat vervallen, om
dat men van de veronderstelling
uitgaat, dat men dan onder de
AWW valt, de nieuwe wet op het
weduwenpensioen. Dit is maar ten
dele het geval. Immers niet iedere
weduwe kan aanspraak maken op
weduwepensioen.
Indien een weduwe 40 jaar is 'en
de echtgenoot overlijdt en zij heeft
geen kinderen onder de 18 jaar,
krijgt zij hoogstens 2 jaar een over
bruggingsuitkering en dan houdt
alles op en moet zij wachten totdat
zij 65 jaar wordt voor recht op de
AOW te krijgen.
Bij de Ongevallenwet houdt men
80 pet. uitkering zolang men 100
pet ongeschikt is. Bij de nieuwe wet
wordt dit na IV2 jaar maar 70 pet.
Verder wil men de uitkeringen
van de ongevallenwet welke minder
dan 25 pet. ongeschiktheid veroor
zaken afschaffen.
Wie dus één oog of een paar vin
gers mist, krijgt nadat de wond ge
stabiliseerd is, niets meer, want de
nieuwe wet begint pas uit te keren
bij een ongeschiktheid van tenmin
ste 25 pet. Men beweert dat alle
personen met een uitkering tot 25
pet. toch het volle loon verdienen!
Personen boven de loongrens val
len buiten de nieuwe wet, terwijl
onder de bestaande Ongevallenwet
zij wel verzekerd zijn, doch er een
uitkeringsgrens is. Ook dat is een
verslechtering.
Men wil de nieuwe wet vooral om
de invaliden, die minder dan twee
derde, doch meer dan 25 pet. onge
schikt zijn, te helpen. Dit is prij
zenswaardig. Maar zal dit in werke
lijkheid gebeuren?
Iemand die dan 50 pet. ongeschikt
wordt geacht zal na een jaar 35 pet.
uitkering krijgen terwijl hij nu een
kleine Invaliditeitsrente krijgt.
Maar deze man zal evengoed naar
Sociale Zaken moeten gaan, als hij
geen kans krijgt om de andere 50
pet. productief te maken. Dan zou
er eerst een verplichting moeten
zijn om de volle 70 pet. uit te keren,
tenzij men de betrokkene werk voor
50 pet. kan aanbieden.
Neen, dan lijkt het ons eenvoudi
ger, als men de minder-invaliden
spoedig wil helpen, om de bestaan
de Invaliditeitswet te wijzigen b.v.
ook bij 1/3 ongeschiktheid een in
verhouding staande uitkering te
geven en de totaal uitkeringen,
eventueel de toeslagen te verhogen
en de rentezegels in waarde te doen
verdubbelen.
Dat zal dus iets meer kosten,
maar de nieuwe wet, indien ze wer
kelijk verbeteringen zou geven, zou
zeker niet minder geld kosten. Dat
kan nu eenmaal niet anders.
Bij de nieuwe wet wil men de
rentezegels-wet afschaffen, en dat
is een voordeel, maar een nadeel is,
dat de ouderdomsuitkeringen van
de rentekaart vervallen.
Hiervoor wil men de AOW gelei
delijk verhogen, maar ook dat gaat
geld kosten, hetwelk het bedrijfs
leven en de belastingbetalers moe
ten opbrengen. We zullen op andere
moeilijkheden maar niet wijzen.
We denken aan het probleem van
de geneeskundige diensten nl. één
dienst, of voor iedere bedrijfstak af
zonderlijke medische diensten en
daarnaast de loonkundige beoor
deling.
We willen de gedachte van de
nieuwe wet niet afwijzen. Maar
oude schoenen weggooien, voordat
men goede nieuwe heeft is ook ris
kant. Men moet dus eerst zeker we
ten wat concreet in de nieuwe wet
zal komen en of deze in vergelij
king slechter of beter is dan de be
staande wetten. Om nog te zwijgen
van de kosten van afwikkeling van
de reeds bestaande en dan op te
heffen wetten.
Alle ellende ontstond door de
mislukte verjaardag. De buurman
had hen uitgenodigd. „We zullen
eens gezond feestvieren, samen", zo
had het geklonken en in een stem
ming van blij afwachten stapte de
beklaagde die avond de huiskamer
binnen.
Hij nestelde zich prettig in een
stoel, trok een doosje uit zijn zak
en stak in een onbewaakt ogenblik
een sigaretje op.
Meteen kwam de eerste strubbe
ling. Want de buurvrouw zette ter
stond alle ramen open en buurman
verzocht beleefd doch dringend die
stinkstok uit te doen.
Toen de damp was opgetrokken,
gingen de ramen dicht en buurman
nodigde hem uit, de luie stoel te
verlaten en zich aan de tafel te
scharen.
Nu, daar voelde hij wel wat voor,
want tenslotte zouden ze eens ge
zond feestvieren en vol verwachting
wachtte hij, totdat buurrvouw, die
even in de kelder gedoken was, te
rug zou komen.
Zij kwam binnen en legde voor
ieder een appel op tafel.
Buurman begon een opgewekt ge
sprek over de tijden waarin men
leefde, bracht het onderwerp han
dig op gezondheid en ziekte en via
het plotselinge sterfgeval van de
oude Van Dalen kwam hij op het
eten terecht.
„Een mens kan wel honderd jaar
worden" beweerde hij, „als je maar
niet aan die ongezonde rommel van
tegenwoordig meedoet". En terwijl
de man met lange tanden aan een
appel zat te knagen, begon buurman
citaten voor te lezen uit een boekje
voor moderne voedingsmethoden.
't Was allemaal nogal barbaars,
wat daar in stond, maar wat nu op
de verjaardagsviering volgde, bleek
nog veel barbaarser.
Buurvrouw trippelde met een
fnandje noten en de nijptang die als
notenkraker dienst moest doen, bin
nen. Het duurde slechts kort, of het
verhemelte van het slachtoffer zag
rauw van het noten kauwen en tus
sen zijn schaarse kiezen zaten al
lerlei stukjes en velletjes hinderlijk
bekneld.
Op een verjaardag is men niet on
beleefd. Daarom gaf hii de gastheer
in alles gelijk, en kwam tot de over
tuiging, dat hij al heel wat gezond
heid had opgedaan door die appel
en die paar noten.
„En", sprak buurman joviaal, „wat
zou je zeggen van iets in 't glas?"
Nu, voor iets in het glas was de
man steeds te vinden en in zijn hart
was hij blij, dat buurman bij zijn
bekering tot rauwkosteter die goede
gewoonte tenminste nog niet had
laten varen. Er kwam een klein
flesje op tafel waarvan hij aanvan
kelijk meende dat 't elixer bevatte.
Maar het bleek later vleesaroma te
zijn. Daarop goot buurman in de
glazen een troebele substantie die
huisvrouwen spinaziewater noemen.
De gast stond onwetend en wat
sceptisch tegenover de drank die
hem hier werd voorgetoverd, maar
och, het kon best goed smaken. Hij
nam er een klein slokje van en toen
is hij gaan schelden. Tot grote ont
steltenis van buurman, die hem met
als zijn rauwkost-kracht de deur uit
werkte toen de ruzie erg hoog be
gon te lopen.
„Na zes borrels overkomt me niet,
wat me na één slok spinaziewater
is gebeurd" zei de verdachte plech
tig voor de politierechter daarmee
aantonend dat het rauwkostvraag-
stuk althans wat hem betreft ten
nadele van het gezonde voedsel is
opgelost.
Vijf gulden boete kreeg hij on
danks zijn gesputter. „Maar je moest
zo'n vent, die je op z'n verjaardag
spinaziewater te drinken geeft,
eigenlijk levenslang kunnen geven",
fluisterde de officier tegen de poli
tierechter.
De vaders zijn er maar slecht aan
toe. Ze hebben maar één vaderdag
in het jaar, terwijl het vroeger
toen vader nog de patriarch van het
gezin was iedere dag vaderdag
was.
En nu moeten de zakenmensen er
zelfs aan te pas komen om voor de
vaders die ene dag te behouden.
Wie zou eigenlijk aan de dag van
de vaders denken, wanneer de za
kenmensen er niet waren ,die in ad
vertentie en reclamebiljet al hun
dassen, overhemden en wat dies
meer zij aanprijzen als HET cadeau
voor het hoofd van het gezin.
Geen enkele goede vader misgunt
de Moeder haar Moederdag. Inte
gendeel, hij staat voorop met een
bloem in de hand om zijn minister
van binnenlandse zaken te eren.
Maar zelf komt hij tekort. Er was
eens een tijd, dat vader werkelijk
de baas was in het leven. Wanneer
hij des ochtends opstond, werd hij
zachtkens gewekt. Wanneer hij
des middags zijn verfrissende mid
dagdutje deed, hadden de kinderen
spreekverbod. Wanneer hij gelastte,
beefden de kinderen, want vader
was koning van het gezin.
Dat zijn koningschap gevestigd
was op een zorgvuldig gekoesterd
waandenkbeeld, deerde hem niet in
de patriarchentij d, want hij wist het
niet.
Niemand wist het, behalve mis
schien wij vrouwen, want wij heb
ben meer dingen, die wij weten en
de mannen niet.
Maar het feit is, dat de patriar-
chentijd een beste tijd voor de man
nen was. Zij waren de baas en zij
handelden ernaar. Maar nu vieren
zij zondag a.s. het schamelijke over
blijfsel van hun eens zo grote glorie.
Een dag per jaar worden zij met
zachte hand en een kop koffie ge
wekt.
Een dag per jaar zijn zij weer de
gevierde persoon en middelpunt van
lieftallige belangstelling.
Een dag in het jaar kunnen zij
hun heimwee naar die goude oude
tijd botvieren.
En wanneer die dag voorbij is,
gaan zij weer een jaar lang proberen
ook anderen gelukkig te maken en
niet alleen zichzelf, zoals zij dat
veelal deden als patriarch een halve
eeuw en langer geleden.
Alle kandidaten zijn geslaagd.
Voor het tweede overgangsexamen
slaagden de volgende kandidaten:
E.F. Briekveld, geb. Paramaribo;
J.G.Fr. Cup, Venray; L.W. Dirkx,
Maasbree; J.P.A. van den Dungen,
Gilze; Leo Festjens, Membruggen
(B); H.A. Fiers, Bladel; B.J de Haas,
Heerlen; Fr.M. Hendriks, St Anto»
nis; A.J.A.M. van Huet, Venray; M.
A.ll Linssen, Lomm; E.J.M. van
Rossum, Oss; W.M. van Schie, Am
sterdam; C.M. Schippers, Grave; J.
M. Sommers, St. Anthonis; J.H.
Steeghs, America(L.); P.A. de Waard
Vlissingen; H.A. van Waayenburg,
Mierlo-Hout; A.H.C. Wismans, Ven
ray.
Vier kandidaten moesten worden
afgewezen
GESLAAGD
Gymnasium alpha: Koos Arts,
Boxmeer; Marius Boom, Gorcum;
Thijs van der Grinten, Eindhoven;
Martin Janssen, Venray; Mathijs
Jaspers, Siebengewald; Harry Ker
sten, Maashees; Geb Kleinhans, Di-
dam; Guus Mollee, Amsterdam; An
ton Sax, Obbicht-Papenhoven; Jo
Tegels, Horst.
Gymnasium bèta: Toon Arts, Leu
nen; Herman Assen, Coevorden; Jan
van Beeck, Eindhoven; Jo Custers,
Venray; Chris Dekkers, Rijkevoort;
Ferd Hamer. Breda; Herman Her
mans, Gemert; Theo Jakobs, Horst;
Gerard Kocke, Wijchen; Harry van
Lipzig, Meerlo; Frank Lucassen,
Horst; Jan Poels, Venray; Renier
Poels, Meerlo; Paul Rambags, Cas-
tenray; Jac. Remmen, Venray; Frans
Smits, Maashees. Jac. Tegels, Horst;
Gerrit Voesten, Heide; Nout Wel
link, Den Haag.
Het texamen wordt nog voort
gezet.
GESLAAGD
In de Psychiatrische Inrichting
St. Servatius te Venray, werden op
5 en 6 juni '61 de overgangsexamens
voor opleiding ziekenverpleging B.
afgenomen.
Als gedelegeerden traden op: Dr.
Zwanikken uit „Voorburg" Vught,
Dr. van Dinther uit „St. Bavo" te
Noordwijkerhout, Dr. Ceha uit „St.
Willibrordus" te Heiloo, Dr. Moullijn
uit „Assisië" Udenhout, Dr. Oud uit
St. Josephgesticht te Apeldoorn.
Voor het eerste overgangsexamen
slaagden de volgende kandidaten:
Eerw. Br. Venantius, Eerw. Br.
Romaldus, Eerw. NBr. Clarentius,
Eerw. Br. Josephus, Eerw. Br. Ser
vatius.
De heren: M.J. vd. Berg, Volkel;
K.W.A. Biemans, Boekei; J.W.M.
Bonants, Venray; W.Chr. Dirkx,
Maasbree; J.Th.M. Driessen, Over-
loon; J.M.Th, van Els, Venray; H.G.
M. Eewalts, Venray; Fr. Folkers,
Vaals; C. Franken, Venray; H. Ger-
rats, Venray; Th.P.H. Gerrits, Vier
lingsbeek; B.J.C. Giliam, Venray; J.
M. de Graauw, Kerkdriel; M.P.M.
Groels Eindhoven; P.J Hebben, Kes-
sel; J.F.P. Janssen, Horst; M.P. Kan-
ters, Boekei; H.M. van Kempen,
Veulen; P.J.M.G. Linders, Venray; J.
M.M. Prompers te Geertruid; P.J.H.
Reijnders, Siebengewald; H.M.J van
Rooij, Venray; H.P.J. Scheffer, Eist;
J.P.A.G. Voesten, Venray; Werps,
Venlo; L.L.H.G. Werson, Venray.
MEN KAN IN DE VAKANTIE
HET ANDERS-ZIJN LEREN
WAARDEREN
De vakantie-tijd nadert en het
staat buiten twijfel, dat velen dit
jaar hun gewone standplaats zullen
verlaten, om naar andere streken te
vertrekken. Dat kunnen de streken
zijn in het eigen land, maar ook
streken er buiten.
Wat de reizende en trekkende
mens vooral zal opvallen, wanneer
hij van plan is serieus om zich heen
te zien en iets van het doen en la
ten van andere mensen en volkeren
te ervaren, is het constateren van
grote verschillen.
Nu is het zien, hoe andere mensen
het leven beleven, een der rijkste
ervaringen. Het nut bestaat hierin,
dat men leert zien, hoe het leven in
duizend en één dingen ook anders
geleefd kan worden, dan men het
zelf doet.
Er heersen in het buitenland wel
heel opvallende verschillen met de
Nederlandse manier van leven.
Begin maar met de huizen. Waar
in het buitenland treft men huizen
aan zo popperig, zo lief en welver
zorgd, zo ijl en proper als in ons
land?
Nu bestaat het gevaar, dat de les
van het bezoeken van andere stre
ken en andere volkeren verkeerd
wordt geleerd. Want men hoort niet
zelden, dat wie iets anders gezien
heeft, wie andere levensgewoonten
en gedachten heeft leren kennen, vol
critiek is.
Zulke mensen komen er zelfs toe
smalend over anderen te spreken,
vooral over die gewoonten, welke
sterk van de onze afwijken.
Dat verraadt een smalheid van
geest, dat verraadt een gebrek aan
open staan voor anderen. Het is een
bewijs voor conservatisme, dat men
gaarne aan anderen verwijt.
Volgens mij begaan al degenen,
die de levensstijl van anderen ter
stond aan critiek en afkeuring on
derwerpen, ook groot onrecht. Want
al die anderen, die zozeer van ons
verschillen, hebben toch het recht
anders te zijn.
Wat hier onder recht verstaan
wordt is niets anders, dan het recht
zich zelf te zijn. Dit recht wordt ont
leend aan de opdracht die ieder mens
in het leven mee krijgt: waarachtig
te wezen.
Zó te leven en te denken, als met
het gezondee, diepst eigene van de
persoon en met zijn positieve nei
gingen en de hem meegegeven ta
lenten overeen komt.
Helaas proberen wij dat eigene
zowel in ons zelf als in anderen weg
te drukken en een van de grote
overheersende problemen van ons
menselijk samenleven is, dat wij de
waarheid van het noodzakelijk
eigene in de mens niet kunnen of
durven erkennen.
Misschien is het goed te overwe
gen, dat de liefde, die wij zo mild in
geldelijke offers beoefenen, in de
vakantie eens wordt beoefend door
een open houding aan te nemen te
genover de medemensen, die anders
zijn.
Dat zal heel effectief werken op
onszelf en op de vrede onder de
mensen, die we meestal alleen rond
Kerstmis weer eens in onze overwe
gingen betrekken.
Is er werkelijk geen grond
Industrie ontevreden...
In de laatste raadsvergadering
heeft het raadslid DE BRUYN, vra
gen gesteld over de grondverwer
ving in West.
Hij wilde weten of hier enig
schot achter zit omdat de gemeente
Venray anders haar woningtoewij
zing voor 1961 niet kan verwezen
lijken i.v.m. gebrek aan bouwgrond.
Weliswaar is B. en W. aan het on
derhandelen voor de aankoop van
grond op het Desselke van de Zus
ters Ursulinen, maar hij had nog
niets gehoord over deze onderhan
delingen, die men uiteindelijk
zelfs bij slagen nog niet anders
dan een noodsprong kan betitelen.
Buregmeester CUSTERS heeft
zeer openhartig deze kwesties be
handeld. Hij wees er op, dat in Oc
tober 1960 met de eerste 8 grond
eigenaren in plan West gehandeld
is. Men had toen bepaalde taxatie
rapporten en op grond hiervan zijn
aanbiedingen gedaan. Slechts met
een man zijn de onderhandelingen
gelukt, de rest ging er niet mee ac-
coord, omdat h.i. de taxaties te laag
waren.
Burgemeesterwisseling en ver
anderingen in de taxatie-commissie,
zowel wat de leden als de voor
schriften betreft, zijn er oorzaak van
geweest, dat herziening van de
taxaties der 7 en nieuwe taxatie
rapporten voor de andere stukken
veel langer op zich hebben laten
wachten dan noodzakelijk was.
Maar personeelstekort en andere
oorzaken hebben zeer remmend ge-