Is 't Ouderdomspensioen
im-populair
Beroepskeuze, advies of voor
lichting dringend gewenst
Overpeinzingen
Politierechter
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN advertentieprijs 8 ct. Per mm.
1961 goed jaar
voor Staatsmijnen
JULIANASIKGFL41 'tihf 1061 (KI/80)
De bestrijding van
de aspergevlieg
Vrijdag 9 juni 1961 No. 23
TWEE EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150652
W VyAUO 1 rRIJS per KWARTAAL 1.50 (bu
ABONNEMENTS-
(buiten Venray 1.75)
Het ligt in het voornemen van de
regering de premie voor het alge
meen ouderdomspensioen per 1 jan.
1962 te verhogen. Ook al omdat men;
ook in regeringskringen, de uitke
ringen a.o.w. (beduidend) wil ver
hogen.
De staatssecretaris heeft gemeend
hiertegen een waarschuwende stem
te moeten laten horen. De uitkerin
gen mogen z.i. niet al te hoog wor
den opgeschroefd, omdat daardoor
de premie, op te brengen door het
Nederlandse volk, eveneens bedui
dend zal moeten stijgen.
Mede gezien het feit, dat er ook al
premies moeten worden betaald voor
andere sociale verzekeringen, is het
niet uitgesloten, dat de a.o.w. daar
door, vooral bij de jeugd „impopu
lair" zou worden, aldus de staats
secretaris.
EERSTE STAP DATEERT
VAN 1889
Het is nu eenmaal zo, dat de so
ciale verzekeringen niet alle kunnen
worden bekostigd uit de Staatskas;
immers het Rijk verkrijgt de in
komsten door heffingen op het in
komen, vermogens enz. en er moet
meer betaald worden.
Gaan we de geschiedenis van het
ouderdomspensioen eens wat nader
bekijken, dan blijkt ons dat reeds
in 1880 'n eerste stap is gezet om tot
een wettelijke regeling te komen.
In 1894 gaf de commissie die daar
toe in het leven was geroepen, de
regering in overweging een wette
lijke regeling tot stand te brengen
van een verplichte verzekering voor
werklieden tegen invaliditeit ouder
dom met geldelijke bijdrage van
werkgevers, werknemers en Staat.
In 1905 werd het eerste wetsont
werp ingediend, maar tot een be
handeling kwam het niet door een
kabinetscrisis.
Eenzelfde lot trof in 1907 een aan
hangig gemaakt wetsvoorstel, dat
zich 'echter alleen beperkte tot de
ouderdomsverzekering.
MAAR HET WERD 1919
Het zou nog duren tot 1913 voor
een door minister Talma in 1911 in
gediend wetsvoorstel, het staatsblad
(5 juni 1913) bereikte.
Door verschillende omstandighe
den trad deze wet, onze tegenwoor
dige invaliditeitswet, pas volledig in
werking in 1919.
Wij kennen nog de regeling, dat
de pensioengerechtigde leeftijd 70
jaar was (1913). Om aan een uit
kering te komen van 2 per week
(indien alleenstaand) dan wel 3
(indien gehuwd) moest de gewezen
werknemer beneden een zekere wei
standsgrens blijven.
Het was in 1919 dat de leeftijds
grens werd teruggebracht tot 65 jaar
en de kosteloze rente op 3 resp.
5 werd gebracht. Gelijktijdig werd
toen ook van kracht de ouderdoms
wet 1919, beogende een vrijwillige
verzekering van ouderdomspensioen.
In dit verband is voor dit artikel
slechts van belang de overgangs
maatregel, nl. wie 65 jaar was, een
bepaalde weistandsgrens niet over
schreed en nog niet in aanmerking
was gekorhen voor een kosteloze
rente krachtens de Invaliteitswet,
ontvingen kosteloze rente van 3
resp. 5.
De eis in loondienst te zijn ge
weest, bleef hierbij achterwege.
NAAR DE NOODWET VAN
DREES
De uitkeringen mochten waarlijk
niet erg royaal worden genoemd,
maar daar stonden tegenover, dat
geen premieverhouding verschuldigd
was, behalve dan voor die personen
die 'n leeftijd hadden van 35 tot 65
jaar; deze moeten een uniforme pre
mie betalen van 0,39 per week.
•Tijdens de bezettingsjaren werden
op genoemde uitkeringen toeslagen
verleend, vooral omdat toen reeds
vaststond, dat er een geheel nieuwe
ouderdomsvoorziening zou komen.
Al dergelijke wetten vragen veel
tijd en gezien dit feit, verscheen op
1 oktober 1947 de noodwetouder
domsvoorziening :n het Staatsblad.
Premiebetaling door de bevolking
werd niet gevraagd. Iedereen kwam
voor een uitkering in aanmerking,
mits zijn inkomen een bepaald be
drag niet overschreed. Dit bedrag
was afhankelijk van de woonplaats
van betrokkene.
Op 1 januari kwam de noodwet te
vervallen, 369.000 personen hadden
er van geprofiteerd!
Zo zijn we dan nu gekomen tot de
„Algemene Ouderdomsverzekering".
PENSIOEN OF VERZEKERING?
Het nut van de A.O.W. is alge
meen bekend. Het was voor de hon
derdduizenden een ware feestdag,
toen op 1 januari 1957 de eerste uit
keringen konden worden gedaan.
Ex-minister Suurhoff reikte per
soonlijk de eerste bedragen uit.
Er bestaat een enorm verschil tus
sen een staatspensioen en een ver
zekering. Bij een verzekering staat
de premiebetaling op de voorgrond
Aldus ook nu; om voor uitkering
A.O.W. in aanmerking te komen,
moet in principe premie worden be
taald, al wordt deze voor enkele ca
tegorieën niet geïnd, omdat 't inko
men geen ruimte hiervoor laat.
De normale premie voor de A.O.W.
werd vastgesteld op 6,75 pet. en kort
na de afkondiging van de wet be
gonnen de premie-aanslagen de
brievenbussen te vullen, terwijl de
loontrekkenden voor het feit kwa
men te staan, dat op hun loon ge
kort werd; dus dat zij minder ont
vingen dan voorheen.
Het is echter onjuist, dat de werk
nemer 6,75 pet. betaalt; hij toch ont
ving van zijn werkgever een com
pensatie van 5,6 pet., zodat de A.O.W.
hem dus maar 1.15 pet. kost.
WEDUWEN EN WEZEN
PROFITEREN
De vastgestelde premie ad 6,75 pet.
bleek echter ruim berekend te zijn,
zó ruim dat er in het z.g. „ouder-
domspotje" een dergelijk groot be
drag aanwezig was, dat op 1 okto
ber 1959 aan de weduwen en wezen
een uitkering kon worden gegeven
zonder premieheffing.
De premieheffing A.O.W. van 6,75
pet. werd echter theoretisch gesplitst
in een premie voor de A.O.W. van
5,5 pet en voor de A.W.W. van 1,25
pet.
Door deze vrijgevigheid is 't potje
geslonken en zo kwam nu dezer da
gen de mededeling, dat de premie
A.O.W. in januari 1962 verhoogd zal
moeten worden.
Tegelijkertijd is er van verschil
lende zijden op aangedrongen het
ouderdomspensioen te verhogen.
De staatssecretaris legde er echter
de nadruk op, dat deze verhoging
een extra premieheffing ten gevolge
zou hebben waardoor 't gevaar be
staat, dat de A.O.W. „Impopulair"
zal worden, vooral bij de jeugd.
Velen zullen immers 50 lange ja
ren een behoorlijke premie moeten
betalen voor ze straks aan een uit
kering toe zijn.
Hierin steekt veel waars, echter is
het naar onze mening zo, dat van
„impopulair" zijn geen sprake be
hoeft te zijn, als zowel de A.O.W.
als ook de A.W.W. ten volle worden
uitbetaald.
DE ONBILLIJKE KORTING
Dit nu laat veel te wensen over,
omdat de van overheidswege gepen
sioneerde een bedrag op haar eigen
(of weduwen) pensioen gekort wordt.
Immers tot april 1960, werd voor
ieder dienstjaar 2 pet van de uitke
ring A.O.W. en A.W.W. op het pen
sioen ingehouden tot een maximum
van 80 pet.
Sedert april 1960 is dit percentage
teruggebracht tot 1,4 pet met een
maximum dus van 40 x 1.4 pet. is
56 pet.
Ruim de helft van de uitkeringen
wordt dus niet uitbetaald en dit is
het, dat de A.O.W. bij velen „impo
pulair" maakt.
De regering is van plan de korting
geheel af te schaffen, maar 't moet
blijkbaar gaan in etappes, waardoor
vele bejaarden van thans hier niet
meer van zullen profiteren.
Als de regering de korting nu in
haar geheel afschaft, zal de A.O.W.
niet langer „impopulair" worden ge
noemd en zal de regering zelf het
predicaat, „populair", verwerven; 'n
populariteit, die zij hard nodig heeft.
EERDER UITKERING AAN
WEDUWEN?
Inmiddels heeft de Sociaal-Econo
mische Raad geadviseerd de mini
mum leeftijdsgrens voor weduwen
zonder kinderen te verlagen van 50.
tot 40 jaar. Als weduwen zonder
kinderen gelden ook weduwen, wier
kinderen getrouwd zijn op het tijd
stip, dat zij weduwe wordt.
De raad schat, dat verwezenlijking
van zijn voorstellen zal leiden tot 'n
kostenstijging van ca. 34 miljoen
gulden per jaar, d.i. met ca. 15 a 20
pet. Dë premie zal dientengevolge
dienen te stijgen met 0,2 a 0,25 pet.
van het premieplichtig inkomen.
De raad heeft zich afgevraagd of
een dergelijke stijging van de pre
mie voor ongehuwden aanvaardbaar
is. De vraag wordt bevestigend be
antwoord.
Ongetwijfeld zal een grote groep
vrouwen, die tot nog toe buiten de
A.W.W. viel, gebaat zijn met de ver
laagde leeftijdsgrens.
Ook daar was de regering impopu
lair, omdat teveel personen waren
uitgesloten van een volwaardige uit
kering en soms op steun van sociale
zaken waren aangewezen als zij niet
zelf in hun onderhoud konden voor
zien. Helaas volgt dan een impopu
laire premieverhoging.
Populariteit kan worden verwor
ven als er goede regelingen worden
getroffen zonder onbillijke uitzonde
ringen. Er zal in Den Haag nog iets
moeten veranderen alvorens onze
wetten werkelijk „populair" zullen
zijn.
Bent U echt tevreden met het be
roep dat u uitoefent?
Het is een vraag, die wij niet zo
kunnen beantwoorden, maar wel
weten wij, dat velen liever dit of dat
geworden zouden zijn.
Maar nu een andere vraag aan de
ouders: laat u uw kinderen dat wor
den, wat zij zelf graag willen?
Het schijnt, dat velen zullen ant
woorden, dat het niet altijd mogelijk
is. Zodat dan toch in de toekomst
nog altijd de klacht zal blijven be
staan: „Waarom heb ik op de HBS
niet harder gewerkt, dan had ik nu
procuratiehouder kunnen zijn" of
„Als ik vroeger maar niet ineens
had moeten gaan verdienen, dan zou
mijn salaris nu het dubbele geweest
zijn" of „Waarom hebben mijn ouwe
lui me op de ULO gestopt, terwijl
ik
Enfin de een vindt, dat hij in plaats
van die ULO eigenlijk een goede
vakopleiding had moeten volgen.
Een ander meent, dat hij toch
echt wel de verstandelijke capaci
teiten had, om een universitaire stu
die aan te kunnen. Vanwaar die
steeds terugkerende wrevel bij vele
mensen?
En is er reden voor deze ontevre
denheid?
Inderdaad was het verscheidene
jaren terug in de verschillende klas
sen van de maatschappij gewoonte,
dat kinderen het beroep kozen van
vader.
Soms zagen de ouders gewoonweg
niet, dat er ook levensmogelijkheden
waren, of de financiën lieten niet
toe, dat zoon (of dochter) verder ging
leren.
Een boerenzoon werd ook boer, de
zoon van een fabrieksarbeider ging
naar de fabriek en de jongen van
een middenstander moest bij 2ijn
vader in de zaak komen. Het hoorde
nu eenmaal zo.
Niet alleen de arbeidende milieux
leden aan dit euvel, maar ook de
hogere kringen: De zoon van een
arts nam later de practijk van zijn
vader over.
WAAROM UW KIND NIET
OP UNIVERSITEIT?
Die beroepsblindheid en dat stands
gevoel hebben tot ver in deze eeuw
voortgeduurd en helemaal verdwe
nen zijn zij zeker nog niet.
Waarom kwamen anders in 1936
acht procent van de universiteitsstu
denten voort uit arbeidsgezinnen en
waarom is dat percentage 15 jaar
later bijna niet gestegen, terwijl
deze bevolkingsgroep toch het me
rendeel van het Nederlandse volk
uitmaakt.
Met de middelbare scholen is het
al niet anders gesteld. Maar 22 pet
van de leerlingen komt uit lagere
kringen.
Voor de ULO bedraagt dat percen
tage 40 pet. De rest gaat naar de am
bachtschool, niet omdat dit de meest
geschikte opleiding zou zijn, maar
omdat het bij vele ouders niet in
het hoofd opkomt zoon of dochter
verder te laten leren.
Omgekeerd komt ook voor, dat de
ouders in l^westie hun kind bij de
geboorte al hebben voorbestemd voor
verdere studie.
Als er gekozen moet worden bij
het verlaten van de lagere school, is
er voor zoonlief geen keuze.
Hij komt op het gymnasium, blijft
drie keer zitten, maar haalt toch nog
de eindstreep. En dat alleen omdat
de oudelui het minderwaardig von
den om zoonlief een andere voor
hem beter geschikte studie te la
ten volgen.
Toch hebben vele ouders een heel
verkeerd begrip van de kansen, die
de moderne maatschappij biedt om
hogerop te komen.
Men moet bij het „hogerop" na
tuurlijk niet denken, dat wie een
eenvoudiger beroep of een handwerk
uitoefent, minder is als mens.
Laten we toch niet tot 'n derge
lijke onmaatschappelijke en onchris
telijke beoordeling komen.
Maar wel staat vast, dat de be
hoefte van onze samenleving aan
intellectuele en leidende krachten
groot is.
Hogerop komen" is dus leiding
nemen in bedrijf en maatschappij,
het is een plicht daarnaar te streven.
HOE HOGER OP MET MIJN
KINDEREN?
De oplossing in onze moderne
maatschappij wordt gegeven door
het instituut van de school- en be
roepskeuze. Bepaalde deskundigen
brengen dikwijls in overleg met
de onderwijzer van de hoogste klas
van de lagere school aan de
ouders advies uit, over geschiktheid
of ongeschiktheid van hun kind voor
een bepaalde opleiding.
Op vele lagere scholen in Neder
land krijgen kinderen in schoolver
band gelegenheid om aan een be
knopt schoolkeuzeonderzoek deel te
nemen.
Het is jammer, dat we in Venray
zo ver nog niet zijn. Maar het Ge
westelijk Arbeidsbureau kan helpen
en zowel in Nijmegen als elders zijn
instituten die adviezen geven kun-
De adviezen zijn meestal wel van
dien aard, dat latere vergissingen
er door worden uitgesloten.
Vijftig procent van de boeren
zoons, die in de laatste jaren na de
lagere school in het familiebedrijf
zijn gekomen, hebben deze vergis
sing wel gemaakt. Te laat hebben zij
gemerkt, dat er in de landbouw
geen plaats meer voor hen was.
Het is goed hier eens aan te denken
nu de deuren van de lagere scholen
binnen een goede maand zich slui
ten voor vele jongelui. De kosten
van een en ander mogen geen be
zwaar zijn, omdat ze het levensgeluk
van Uw kinderen mede helpen be
palen.
WEGWIJZERS
Er stond een foto in de krant. Van
een lachende A.N.W.B. voorzitter die
symbolisch wegwijzers gaf aan Suri
name.
Nu weten we beslist niet of in Su
riname wegwijzers zo dringend en
hard nodig zijn, maar wel, dat we in
Venray sinds de nieuwe verkeers
regeling van enkele jaren terug nog
steeds zitten te wachten op nieuwe
verkeersborden van diezelfde A.N.
W.B. En ook weten we, dat b.v. de
Venrayse politie al lang niet meer
lacht over de meer dan gebrekkige
beweg-wijzering in onze gemeente
en vooral'in de kom, waar nog al
eens gezocht moet worden naar de
juiste weg, omdat zelfs de meest ele
mentaire wegwijzers ontbreken
We mogen geen kwaad woord zeg
gen over onze A.N.W.B. die sinds
haar oprichting inderdaad veel en
goed werk heeft gedaan en nog
steeds doet.
Maar zoals ze in Venray het mes
in het varken heeft laten steken en
hoe ze hier maar doodgewoon niet
reageert op de vele en lange klach
ten, dat gaat beslist te ver.
Nu men heeft aangekondigd, dat
er alweer een nieuwe verkeersrege
ling op stapel staat, kan men met
angst en vreze de vraag stellen,
wanneer dan weer de wegwijzers
zullen zijn aangepast aan de nieuwe
situatie, nu ze nog steeds niet in de
intussen schijnbaar weer verouder-
derde situatie de helpende hand bie
den.
ONZE JEUGD
We worden in Venray al langer
hoe meer geconfronteerd met vreem
de jongelui. Ze komen uit Helmond,
uit Deume en ook van over de grens.
In soms fraaie auto's of op aller
hande versierde brommers.
Ze komen, omdat er in Venray
„iets loos is"
Wat dat dan wel. is, is voor iemand
die zijn ogen niet in zijn zak heeft,
dra duidelijk, als hij in diezelfde
auto's en op diezelfde brommers
Venrayse meisjes van 16-17 jaren
ziet zitten, die met deze dikwijls
wildvreemde jongelui, Venrays na
tuurschoon gaan bewonderen.
We hebben een nette politie-ver
ordening gemaakt, waardoor het
verboden is ergens buiten-af stil te
staan met zijn auto, indien in deze
auto een meisje en een jongen zich
alleen bevinden.
Men heeft ons daar feitelijk zo'n
tikkeltje mee uitgelachen, maar het
was juist op verzoek van de politie,
dat deze toch veelzeggende
maatregel in Venray moest worden
getroffen.
We hebben zo de indruk, dat er
ondanks die verordening zo buiten
af toch nog wel eens gepauzeerd
wordt en dat het kwaad, dat men
denkt te bestrijden, nog altijd ge
beurt.
Een en ander is langzaam ge
groeid, maar intussen zo ver uitge
groeid, dat tot in de verre omtrek
bij bepaalde jongelui bekend is, dat
er in Venray meer schijnt te kunnen
dan elders. En als vliegen om een
strooppot zien we deze jongelui dan
naar Venray komen, waar ze schijn
baar niet worden teleurgesteld
Hoe het mogelijk is, dat o.a. ge
noemde meisjes zo maar op stap
kunnen gaan met deze jongelui, mag
een raadsel heten. Maar waarschijn
lijk weten vader en moeder nergens
van of worden bedrogen. Maar als
er ongelukken gebeuren dan is het
te laat.
We geloven, dat en ouders en po
litie en ook de overheid zich eens
met deze zaak ernstiger moeten
bezig houden dan tot heden het ge
val was. Want er dreigen grote ge
varen, groter dan men wellicht tot
op heden vermoed. En een rotte
appel steekt gauwer een mand ge
zonde appels aan, zo zegt een oud
spreekwoord
Bij 't beëindigen van zij dienst
plichttijd kreeg de jongeman een be
trekking als fabrieksarbeider. Maar
de dienst had ergens in hem een on
uitwisbare indruk nagelaten. Wan
neer hij op straat iemand in uni
form passeerde, dan kon hij niet na
laten te blijven staan en deze per
soon met een dromerige blik na te
staren. Déln dacht hij aan de dagen
dat hij zelf in zo'n mooi pak pleeg
de rond te lopen. Men noemt zo
iets als uniformcomplex.
Het lot wilde echter, dat plotse
ling de liefde aan de poorten van z'n
hart klopte. Een lief blond krullerig
meisje had diepe indruk op hem ge
maakt, doch hij nog niet op haar. Hij
begon op middelen te zinnen om
haar te veroveren, want zonder haar
meende hij geen toekomst meer te
hebben. Er rijpte een idee in 's mans
hoofd. Gehuld in een keurig uniform
zou hij ongetwijfeld haar aandacht
trekken.
Bij een opkoper schafte hij zich
een tweedehands batlle dres aan.
Dat kostte hem 12.50, maar voor
het gestelde doel telde dat offer niet
Hij trok het aan, bekeek zich in de
spiegel en vond het effect wel aar
dig. Toch was het nog niet hele
maal naar zijn zin. Daarom kocht
hij er in een speciaalzaak nog wat
sterretjes en het opschrift „Je Main-
tiendrai" bij. Al deze versierselen
naaide hij keurig op het tweede
hands pak.
In de uitmonstering van de 2de
luitenant van de landmacht fietste
hij de eerstvolgende zaterdagmiddag
naar de stad.
Midden in het drukke verkeersge-
woel zocht hij een strategisch punt,
vanwaar hij vier straten tègelijk in
het oog kon houden. Minzaam liet
hij zijn luitenantsblikken glijden
over de voorbij schuifelende menigte.
Maar het meisje passeerde niet. Wat
er wel langs kwam, was een dood
gewone korporaal.
De pseudo-luitenant zag de kor
poraal komen. Wat deed men ook
weer in zo'n geval?
Hij stelde zich in de houding en
bracht de militaire groet, stram de
pink op de naad van de broek.
De hand van de korporaal ging al
iets omhoog, want salueren is ten
slotte een gewoontegebaar. Maar
aan de groet kwam de korporaal
niet toe.
Hij ontwaarde in het gezicht van
de luitenant een onderdanige blik.
Aarzelend nam hij de man tegen
over zich op. Waarom groette die
luitenant het eerst en zo correct, als
of het een soldaat was, die voor
zijn meerdere salueerde?
Dit was de korporaal nog nooit
overkomen en hij voelde, dat hier
iets niet klopte.
Hij schraapte zijn keel en deed
enkele stappen achteruit. De fa
brieksarbeider voelde het onheil na
deren en hij maakte aanstalten om
de korporaal tot orde te roepen.
Maar die was hem een slag voor.
„Mag ik uw papieren eens zien?"
vroeg hij.
Daar stond hij, de luitenant. Hij had
geen andere papieren, dan de ge
dichten die hij op zijn geliefde had
gemaakt.
Op het politiebureau zakte hij
door de mand en wegens het onbe
voegd dragen van de uniform moest
hij voor de rechter verschijnen.
Die vonniste hem tot 25 boete
met de opmerking, dat het echt niet
alleen in de sterretjes zit, maar dat
er nog wel iets meer komt kijken
om luitenant te zijn. Het mooie uni
form werd verbeurd verklaard.
De Staatsmijnen hebben vorig
jaar een recordwinst van 112 mil
joen gulden geboekt tegen 68 mil
joen in het jaar daarvoor.
Opmerkelijk was, dat met ruim
2000 man minder mijnpersoneel een
kolenproduktie werd bereikt, die
ruim 250.000 ton meer was dan in
1959.
Deze prestatie was vooral te dan
ken aan een opvoering van de pro-
duktiviteit ondergronds met 10 pet.
Voorgaande mechanisatie speelt
hierbij een belangrijke rol. Bijna de
helft van de totale produktie werd
vorig jaar geheel langs mechanische
weg gewonnen.
Wanneer er geen (overigens ma
tige) prijsdalingen hadden plaatsge
vonden, zou de winst nog groter zijn
geweest. De stijging van de loonkos
ten (plm. 5 miljoen gulden op een
totaal van 375 miljoen) is binnen
nauwe grenzen gebleven.
Dit was vooral een gevolg van de
vermindering van de personeelsbe
zetting.
Vooral de produktie van de che
mische bedrijven is een belangrijke
factor bij de uitbouw van de Staats
mijnen geweest Daarnaast was na
tuurlijk de hierbovengenoemde me
chanisering een gunstige omstandig
heid.
De verwachtingen voor het lopen
de jaar zijn overwegend gunstig.
Wel zullen we de resultaten van dit
jaar weer onder druk komen te
staan van verdergaande verlaging
der prijzen, onder meer door de re
valuatie van de gulden.
De verbetering der arbeidsvoor
waarden, zoals de invoering der vijf
daagse werkweek, brengt hogere
kosten met zich mede. Echter wor
den de produktie en dus de omzet-
mogelijkheden uitgebreid, terwijl ook
de rationalisatie en mechanisering
verder worden doorgevoerd.
Ter bestrijding van de asperge-
vlieg zijn in het Besluit bestrijding
aspergevlieg 1958 enige be
strijdingsmaatregelen verplicht ge
steld, waarvan de volgende thans
de nodige aandacht vraagt:
Alle door de aspergevlieg aange
taste stengels moeten in het tijd
vak van 15 juni tot 1 september,
zodra de aantasting zich open
baart, geheel worden uitgetrokken
of afgesneden en onmiddellijk
daarna worden vernietigd.
Het uittrekken of afsnijden der
aangetaste stengels dient zodanig te
geschieden, dat de in de stengels
aanwezige larven of poppen van de
aspergevlieg worden verwijderd.
Worden de stengels niet diep ge
noeg weggenomen, dan blijven de
larven of poppen in de stengel
stompjes achter en vormen dan weer
een infectiebron.
Bovenvermelde verplichte maat
regelen zijn van kracht in de ge
meenten: Arcen en Velden, Beesel,
Belfeld, Broekhuizen, Grubbenvorst,
Helden, Horst, Kessel, Maasbree,
Meerlo, Neer, Overasselt, Sevenum,
Swalmen, Tegelen, Venlo, Venray,
Wanssum en Wychen.
De aspergetelers, wier aspergeper
celen gelegen zijn in deze gemeenten,
waar de bestrijding van de asperge
vlieg verplicht is gesteld, worden
aan deze bestrijdingsmaatregel her
innerd.
Door het tijdig en op de juiste
wijze uitvoeren van deze bestrij
dingsmaatregel, kan iedere asperge
teler in belangrijke mate meehelpen
dit schadelijke insekt te bestrijden.
Op de juiste en tijdige uitvoering
van de verplichte bestrijdingsmaat
regelen zal door de Algemene In
spectie Dienst van het Ministerie van
Landbouw en visserij streng worden
toegezien. Bij nalatigheid zal onmid
dellijk worden opgetreden.
NIEUWS UIT VENRAY
EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
praktijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. VAN THIEL
Patersstraat 30 Telefoon 1887
Uitsluitend voor spoedgevallen
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de kerk
dorpen.
ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS
Zr. J. Janssen Leunen K 3 tel. 1361
GESLAAGD
Voor het diploma Controleur Fok-
en Controlever. vanwege de Cen
trale Melkcontroledienst te Arnhem,
slaagde te Utrecht, J.J. Volleberg te
Deurne, stal- en voederadviseur bij
de Coöp. Zuivelfabriek „Venray".
AANRIJDING
Vrijdagmorgen had omstreeks 8
uur een aanrijding plaats tussen een
vrachtwagen en een bromfietser op
de Grotemarkt. De bromfietsberijder
A. uit Venray sloeg met zijn hoofd
op het wegdek en liep een lichte
hersenschudding op.
VERKEERSONGELUK
TE WANSSUM
De heer D. uit Castenray kwam,
toen hij de Geijsterseweg wilde in
slaan vanaf de Venrayseweg, met
zijn bestelauto in botsing met de
scooterrijder D. uit Siebengewald.
Gelukkig deden zich geen ernstige
persoonlijke ongelukken voor maar
de schade aan de scooter was vrij
groot.