Dl
SRUYTER weekreclame
I
I
AROMA I lÉjijpS
„45*
mmm
l MOKKAWAFELS
LIMBURG in cijfers
Kerkenbouw in 1961
G
jflj ^s=====:^ wimMB r.umr. vjuktim 11 iauiiapi ,oai
Bij
een pak T
Ar"—
èbSI
REXO
RAT
I
nnp
P (13 ct.) 1
IS
1
4
k halve 1 SOEPBALLETJES
1 PHIS I lOct.GOEDKOPER
kil ?2e^^iflV^Ce|!o„C^ Soepballetje» kont-en-kloar in blik ot
41 llt.io^nrf ïnnr lfi rpn? Êl pot zijn deze week 10 cent voordeliger.
(V Aromo geeft aarf Uw Gemaakt volgen, eigen recept.
SA bordje vermicellisoep een
M nóg pittiger karakter.
Altijd een
kassabon voor
10°/o korting. Oók bij de weekreclames
BIJ ELKE AANKOOP VAN VIER PAKJES HET VIJFDE PAKJE
~l
Een pr
voordetlg
De reclc
Wasmi
Ne
fOMlYlïRY
JREXDP
j
groot pak 1
ochtlge gelegen
een voorraadje
me geldt ook v
ddel me) 42 ct.
em dat voordee
leid om
te maken.
jor Zelfw.
/oordeel,
rrieel
SOEP
AROMj
Bij vermicelluoep RUYTEjjO
^Een pak
I Versaebokken In eigen bakkerij Pittige
mokkavulling. Deie wafeltjes delen
heerlijk voordelig uIL
Het Sociaal Historisch Centrum
heeft haar studies over c|e sociaal-
economische geschiedenis voortge
zet en een vijfde boek, waarin be
halve een voorwoord van ir. C.
Raedts, drs. J. F. R. Philips een ge-
gedegen artikel schrijft over taak
en opvattingen van het Centrum.
Van belang is ook het opstel over
de historisch-demografische ont
wikkeling van Limburg, waaruit wij
hieronder enkele gegevens in cijfers
brengen, die voor de liefhebber een
aansporing te meer zijn van deze
studie kennis te nemen.
Het literatuur-repertorium toont
alweer hoe arm we zijn aan litera
tuur over ons Venray.
Een artikel over dit Centrum zelf
over de jaren 1950-1960 besluit dit
belangrijke boekwerk.
BEVOLKINGSDICHTHEID
De provincie Limburg had op 1
jan. 1960 een bevolkingsdichtheid
van 403 inwoners per km2, waar
mede dit gewest het gemiddelde
Nederlandse cijfer overtreft.
Limburg wordt slechts overtrof
fen door de provincies Zuid en
Noord-holland en Utrecht. Limburg,
dat 6,8% heeft van de totale opper
vlakte van Nederland, heeft 7,7%
van de Nederlandse bevolking,
waaruit blijkt, dat niet alleen in de
randstad Holland de bevolkings
dichtheid zich toespitst.
Met het toenemen der bevolking
hebben de verschillende vormen
van bodemgebruik verandering on
dergaan.
In percenten van de totale opper
vlakte uitgedrukt, krijgen we het
volgende beeld:
1833 1900 1958
woeste grond 32 17 4
bossen 8 17 13
water 4 4 1
bebouwde grond
en wegen 4 5 14
akkerbouwgrond 39 41 35
gras, boomgaard,
kwekerijen 12 14 24
tuinbouw 12 9
Ook de gemeenten zijn gegroeid
en het aantal gemeenten met min
der dan 5000 zielen is van 75 in 1850
gezakt tot 19 in 1958.
VENRAY
Voor Venray en Horst samen
(in totaal 368 km2) vinden we dat
het aantal inwoners per km2 was:
in 1880 43, in 1909 57, in 1930 80, in
1950 109, in 1960 130. We zijn dus,
ondanks een groei van 300% nog
lang niet toe aan het Limburgse ge
middelde van 403, slechts Bergen-
Gennep heeft minder inwoners,
maar voor 't overige is hier nog al
tijd de meeste plaats van heel Lim
burg.
GESLACHTSVERHOUDING
Alle volkstellingen in Nederland
geven een vrouwenoverschot aan.
Maar in Limburg is er met enkele
andere provincies een mannen-
overschot.
Waren er in 1840 per 1000 mannen
1042 in Nederland en maar 975
vrouwen in Limburg, langzaam
daalt bij de een het overschot en bij
de ander het tekort.
In 1958 waren er per 1000 man
nen in Nederland nog 1007 vrouwen
en in Limburg 979. Dus in Limburg
winnen de dames langzaam maar
zeker terrein.
Hoe liggen deze cijfers voor Ven-
ray-Horst?
In 1879 waren er per 100 mannen
957 vrouwen, in 1899 961, in 1909
934, in 1920 996,in 1930 957, in 1947
938 en in 1958 946.
Een nogal grillig verloop, zoals U
ziet en waaruit wel blijkt, dat hier
het mannenoverschot nog beduidend
hoger ligt dan het Noord-Lim
burgse (965) het Midden-Limburgse
(969) en het Zuid-Limburgse (976)
gemiddelde ligt.
LEEFTIJDSOPBOUW
Ook deze paragraaf geeft een in
teressant beeld van de leeftijds
opbouw in onze streek.
In onderstaande rubriek vindt U
de procenten.
Mannen:
0-14 j. 15-64 j. 65 j. en ouder
1879 17,3 29,9 2,9
1909 19,1 29,5 3,5
1920 18,1 27,8 3,1
1930 18,5 28,9 3.0
1947 18,4 29,4 3,4
Vrouwen:
0-14 j. 15-64 j. 65 j. en ouder
1879 17,5 29,8 2,5
1909 17,2 27,7 3,0
1920 19,4 28,7 2,9
1930 18,1 28,6 2,8
1947 17,2 28,4 3,1
Deze cijfers spreken voor zich.
Opvalt, dat het aandeel van
de onderscheiden groepen niet veel
verschilt, al betekent 3,4% op een
bevolking van 20.000 inwoners na
tuurlijk meer dan 3,5% van 10.000.
BURGERLIJKE STAAT
Van de mannelijke bevolking was
in Limburg in 1830 65,3% ongehuwd.
Zondag a.s is het Kerkenbouwzondag. Kardinaal Alfrink zelf
heeft over de Kerkenbouw in ons land een persconferentie ge
leid. Wèl een bewijs hoe dringend de aangelegenheid is en hoe
zeer zij het episcopaat ter harte gaat. De kardinaal zei bij die
gelegenheid, dat de bisschoppen wel met zwaardere, geestelijke
problemen te maken hebben, maar dat een goede geestelijke
verzorging der gelovigen d.w.z. voldoende parochiekerken
voorwaarde is om de geestelijke problemen met resultaat aan
te pakken.
Elke katholiek heeft ermee te maken, omdat hij niet krach
tens een ambt, maar wel uit zijn lidmaatschap van Christus'
Mystieke Lichaam verantwoordelijk is voor zijn geloofsgeno
ten. Terecht doet het episcopaat, waarop de zorg voor voldoen
de kerken in laatste instantie rust, dan ook een beroep op alle
katholieken.
Dat de bisschoppen hierbij denken aan de verdienende jonge
ren, betekent een appèl aan het solidariteitsgevoel van 'n groep
die dikwijls goed verdient en daaruit ook de consequentie dient
te trekken ten aanzien van de kerkennood.
Welk een omvang de kerkenbouw heeft en welk een last hij be
tekent, toont een kleine berekening aan. Het kerkenbouwplan
voor 1961 houdt 60 kerken in. Dat wil zeggen, dat elke 6 dagen
een kerk wordt aanbesteed. Maar dat wil ook zeggen, dat de
Kerk van Nederland iedere dag een verplichting op zich neemt
van 90.000. En wanneer men nu weet dat de katholieken in
1960 per dag gemiddeld 31.500 bijdroegen, welk bedrag nog
werd aangevuld met 7.600 aan subsidies per dag, dan beseft
men eigenlijk, dat de kerkenbouwers dit jaar iedere dag weer
opnieuw 51.000 „ergens vandaan moeten halen". Elke dag
ruim een halve ton. Dat betekent lenen op grote schaal, dus on
dragelijke schulden op de nieuwe parochies, welke daardoor
verlamd worden in haar zielzorgelijke activiteiten. De conclusie
spreekt voor zichzelf.
In 1947 was dat percentage ge
zakt op 61,1% (Landelijk gemiddel
de resp. 63,9 en 54,8.
In 1830 was 30,5% gehuwd, in 1947
36% (landelijk gemiddelde resp. 32
en 41,7). Weduwnaar was in 1830
4,2%, in 1947 2,6% (landelijk gemid
delde resp. 4,1 en 2,9).
Van de vrouwelijke bevolking was
in 1830 62% ongehuwd, in 1947
58,1% (landelijk gemiddelde 60,6 en
51,6). Gehuwd was in 1830 30% in
1947 36,9% (landelijk gemiddelde
30,7 en 41,4) en weduwe was in 1830
8% en in 1947 4,6% (landelijk ge
middelde 8,7 en 6).
Cijfers die verschillende vragen
oproepen, die we echter thans niet
beantwoorden. Laten we eens kijken
hoe hier in onze streek de percen
tages liggen.
Mannen:
ongehuwd gehuwd weduwn.
1879 63,9 31,4 4,7
1909 68,1 27,7 4,2
1947 69,2 28,1 2,6
Vrouwen:
ongehuwd gehuwd weduwe
1879 62,3 31,4 6,3
1909 65,7 28,4 5,9
1947 66,5 29,5 3,9
BEROEPSSTRUCTUUR
In 1890 was 47% van de Limburg
se beroepsbevolking werkzaam in de
landbouw, 27,7% in de industrie en
25,2 werkte in de verzorgingsbe-
drijven(en beroepen.
In 1959 'zijn de percentages resp.
15-37 en 48%. Een geweldige om
schakeling, waaraan de mijnen en
de verdere industrialisatie niet
vreemd zijn.
Om dergelijke cijfers van de
streek Venray-Horst te kunnen ge
ven moeten we eerst weten hoeveel
procenten de beroepsbevolking uit
maakt van de gehele bevolking.
mannen vrouwen totaal
1909
54,9
21
38,7
1930
54,0
22
38,2
1947
55,4
25,5
40,8
1956
50,6
10,9
31,0
Van dit gedeelte werkt in de in
dustrie:
mannen vrouwen
1909 20,4 5,7
1930 26,1 4,9
1947 28,4 5,9
1956 40,0 22,2
GENEESHEREN
IN OUDE TIJDEN
De eeuwen door is de mens or op
uit geweest ziekten en kwalen te
bestrijden en de meest bizarre mid
delen werden soms aan de hand ge
daan.
De Egyptische „geneesheren", in
de tijd der Farao's, lieten hun re
cepten, die ze voorschreven, verge
zeld gaan van ttoverformules.
In deze vroege tijden genoot Cleo
patra grote beroemdheid als genees
kundige. Experimenteel had ze tal
van recepten onderzocht, door deze
eerst toe te passen op misdadigers.
Deze dienden haar als proefkonijn.
In China voelden de geneesheren
om de diagnose vast te stellen met
wijs-en ringvinger de pols.
Gemalen beenderen schreven ze
voor tegen stuipen (thans nog cal-
cuin!) Zo heel gek dus nog niet! En
dan de corpulentie!
Zwaarlijvigheid aldus reeds de
Griekse geneesheer, Hippo Crates, is
zeer schadelijk voor de gezondheid.
Ook nu nog kunnen onze doktoren
het hiermee goeddeels eens zijn.
Sanatoria waren bij het Griekse
volk ook bekend. Men duidde ze
aan met „asklepia" (denk aan de
god van de geneeskunde Asclepios).
Ook bij de Indianen kon men al
enkele geneeskrachtige aftreksels
van kruiden aantreffen terwijl zij
ook al het spalken van gebroken le
dematen kenden, al gebruikten ze
dan als „gipsverband" sneldrogende
klei.
En dan nog de Azteken die al ver
gevorderd waren op tandheelkundig
gebied, als het trekken van tanden
en kiezen, maar ook het „plombe
ren", waarvoor ze o.a. paarlemoer
gebruikten.
1909
1930
58,9
59,5
47.3
61.4
In de iandbouw::
mannen vrouwen
1947 52,1 54,8
1956 99,9 37,8
In verzorgingsbedrijven en -be
roepen:
mannen vrouwen
1909
20,7
47
1930
14,4
33,7
1947
19,5
39,3
1956
20,1
40
Oók al weer cijfers die voor zich
spreken en ook hier de evolutie van
landbouw naar industrie duidelijk
aantonen.
Trouwens de groei van onze be
roepsbevolking blijkt in deze streek
t.a.v. 1947 met Helden en Weert het
sterkst te stijgen in Limburg.
LAND- EN TUINBOUW
Denk tqdig aan de bemesting
In het afgelopen najaar was het
nauwelijks mogelijk op het land te
komen, laat staan aan bemesting in
enigerlei vorm te denken. Van ver
schillende zijden vernamen wij: er
is nog nimmer zo weinig gestrooid,
als juist in deze herfst.
Daarbij valt te wijzen op twee
punten: 1. de oogsten waren in ak
ker- en weidebouw groot in 1960,
en 2. door de veelvuldige regens zal
meer uitgespoeld zijn dan anders.
En: gelijk men na een droog jaar
(en na geringere oogsten) met min
der kan volstaan, zal men iets
extra's moeten geven.
Dit geldt vooral voor stikstof, kali
en magnesium. Maar ook de fosfaat-
en kalkreserve is sterker aange
sproken.
Het eerst moet nu gedacht wor
den aan de basisbemesting: bijv.
voor grasland Mg Kainiet en Tho-
masmeel, voor aardappels Patent
kali en Super, voor bieten en gra
nen K40% Sper of Thomasmeel;
waar nodig ook kalk, kieseriet en/of
sporenelement bevattende produc
ten.
Dit alles zal zijn weerklank vin
den bij de komende bestelling. Het
is goed daar thans reeds op be
dacht te zijn; ook straks kan het
weer tegenvallen.
Van voorlichtingszijde hoorden
wij dan ook de raad: neem nu
reeds Kali-en Fosfaatmeststoffen
in huis, opdat u zodra het weer
dit toelaat deze ook aanstonds
uit kunt rijden!
TUINBOUWTEELTRECHT
Het Produktschap voor Groenten
en Fruit maakt bekend, dat aan er
kende groentetelers (bedrijfsgenoten
A), die in het bezit zijn van tuin-
bouwteeltrecht onder rubriek 3
(fruit onder glas, vroege aardappe
len onder glas en groenten), voor
het telen op contract ten behoeve
van de zuurkool-industrie van
herfst-wittekool en succos-witte-
kool, voor het teeltjaar 1961 bijzon
der tuinbouwteeltrecht zal worden
verstrekt, indien en voorzover zij
een teeltcontract sluiten met een
zuurkoolfabrikant, echter tot een
maximum van 25% van de onder
rubriek 3 van de tuinbouwteeltver
gunning aangegeven oppervlakte.
De bijzondere tuinbouwteeltver-
gunningen zullen worden uitgereikt,
nadat de teeltcontracten door de
zuurkoolfabrikant bij het Produkt
schap zijn aangemeld.
De aflevering van deze op con
tract geteelde kool zal moeten plaats
vinden door tussenkomst van de
veiling, welke aan de teler werd
toegewezen.
Supermargarine
Zo smakelijk
van bakaard
Tafelmargarine
en perfect I uit zuivere plantaardige vetten
pakje 45 ct. (ongezouten)pakje 44 cl.
Het loont de moeite voortaan al Uw margarine
bij De Gruyler te halen om 10% korting te
verdienen!