Pater S. H. Peeters m.s.c.
een eeuw geleden...
13 Oktober: „FATIMA"
Kolendamp-vergiftiging eist
iedere winter slachtoffers...
Ligt in nertsenfokken'n bestaan?
Zaterdag 15 oktober 1960 No. 42
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCXHOF N.V. VENRAY WKPkRT AH VOOR VPNRAY PN OMSTRFKPN ADVERTENTIEPRIJS 8 ot. per nLm. ABONNRMEPTTS-
GROTE STRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 YV CrCrlVDbriU VUUI\ V Cé lli\A I J-#rM UIYIO 1 IVCrliCrlY PRIJS PER KWARTAAL f 1.4# (bal ten Venray 1.60)
ii.
In Chezal-Benoit hebben wij de
jonge Henri Peeters achtergelaten,
eenzaam en ver van zijn Venray.
Heimwee heeft hij zeker gevoeld,
maar weggebeten met zijn chole
rische moed.
En zo gebeurde het, dat deze door
en door Hollandse knaap zich toch
wist aan te passen, al zou hij, on
danks zijn uitstekende kennis van
de Franse taal, nooit een Frans
voelend man worden. Zijn studies
waren vlot en vooral voor talen had
hij een aparte knobbel.
Het leven aan het seminarie van
Chezal-Benoit was sober en streng,
maar hij voelde zich heerlijk in de
prachtige tuin van het huis met zijn
merkwaardige oude Benedictijner
abdijkerk, en in het prachtige woud,
la fóret de Cheur, waar reeën en
wilde zwijnen rondliepen, in het
hoogopgaand geboomte^—dat je ge
dachten naar boven trekt.
Het was wel anders als Venray,
maar de bevolking bestond uit boe
ren en het natuurkind, dat hij was
(op hoge leeftijd ging hij in Stein
nog graag in het bos werken en het
weiland maaien!), voelde zich er
toch wel goed.
Vijf jaren studeerde hij in Chezal-
Benoit en maakte er zijn gymna
sium af. Toen eerst kon hij op va-
cantie naar het vaderland. Weer een
lange reis en toen aankomst in Ven
ray.
Henri was een man geworden,
maar ook zijn broer Tinus Peeters
was groot geworden en de student
zag Tinus niet eens staan op het
station, toen deze hem daar kwam
afhalen. Moeder was in die tijd ge
storven en zijn eerste bezoek gold
het graf van de dierbare dode.
Omdat hij wees van vader en
moeder, meende de révérende Mère
van Jeruzalem hem met moederlijk
recht voor de vraag te stellen, of hij
zijn roeping trouw bleef, en wat hij
wilde: wereldgeestelijke worden or
religieus.
Voor Henri was het geen pro
bleem: hij wilde bij de paters, die
hem opgeleid hadden', intreden en
M.S.C. worden. Na de vacantie zou
hij maar weer naar Frankrijk terug
gaan en noviciaat gaan maken in
Saint-Gérand-le-Puy, een klein
dorpje in het departement Allier, 'n
granietachtig bergland.
Of hij in deze vormingsperiode
iets overgekregen heeft van het
stoere landschap, weten we niet,
maar hij werd er toch die stoere
wilstype, die voor geen moeilijkhe
den wijken wil.
Op 15 februari 1878 legde hij zijn
eerste geloften af in de congregatie
van de Missionarissen van het H.
Hart en ging onmiddellijk daarna te
Issoudun een jaar wijsbegeerte stu
deren. De rest van zijn hogere stu
dies maakte hij te Rome en eerst bij
zijn priesterwijding keerde hij naar
Nederland terug.
ZIJN PRIESTERWIJDING
Op 20 december 1884 werd hij in
de kathedrale basiliek van Sint Jan
te 's-Hertogenbosch gewijd, door
Mgr. A. Godschalk. Het was als een
symbool: de in Frankrijk opgeleide
pater zou toch een typisch Neder
landse M.S.C. zijn, de eerste nog
wel!
Zijn eerste H. Mis droeg hij na
tuurlijk op in het Ursulinenklooster
„Jeruzalem", op eerste Kerstdag. De
zusters hebben dit feit zeker met
grote dankbaarheid in de geschiede
nis van haar huis opgetekend. En
terecht, want zij hadden Henri Pee
ters het volgen van zijn roeping mo
gelijk gemaakt door haar bidden en
door haar materiële steun. Daardoor
zijn zij het geweest, die de vestiging
van M.S.C. in Nederland mede heb
ben voorbereid. Maar ook op andere
wijze hebben zij hiertoe grotelijks
bijgedragen.
CONGREGATIE UIT FRANKRIJK
UITWIJZING VAN DE M.S.C.-
In 1879 werd Jules Grévy presi-
PATER S.H. PEETERS M.S.C.
dent van de derde Fi-anse republiek,
die na de janheilsoorlog van 1870
was opgericht.. Grévy en met hem
alle „laicistische" republikeinen,
meenden, dat de Kerk naar een
herstel van het koningschap streef
de. Daarom begon hij een felle strijd
tegen de Kerk.
Het concordaat, dat sinds Napo
léon nog altijd gold, werd in on
gunstige zin uitgelegd en toegepast.
Er stond nl. niets in over godsdien
stige vereniging en kloosterorden.
Grévy beriep zich hierop en veror
dende, dat zij een bijzondere mach
tiging nodig hadden om in het land
te blijven.
De Jezuïeten kregen in 1880 zon
der meer bericht thuis, dat zij weg
moesten. De andere congregaties
gaf hij drie maanden de tijd om de
vereiste machtiging aan te vragen;
wilden zij niet uitgewezen of opge
heven worden, dan moesten zij een
loyaliteitsverklaring jegens de re
publiek ondertekenen en een extra
belasting betalen.
Vele congrgaties deden dit niet en
waren genoodzaakt het land te ver
laten. Zo ook de jonge M.S.C.-con-
gregatie. Zij zocht toen een onder
dak in Spanje, Italië en Nederland.
De Ursulinen van Venray boden
haar hulp aan en bemiddelden bij
Mgr. A. Godschalk om aan de Fran
se paters het bisschoppelijk zomer
huis „Gerra" te Haaren ter beschik
king te stellen. Na een kort verblijf
te Haaren zouden de bannelingen
een huis betrekken te Tilburg, een
oude lakenfabriek aan de Veldhoven.
Dit is het begin geworden van het
Tilburgse Missiehuis aan de Breda
seweg, dat thans nog de centrale is
van de M.S.C.-activiteiten in ons
land en in vele missioneringsgebie-
den.
In het huis aan de Veldhoven te
Tilburg zou dan Henri Pee
ters zijn eerste priesterlijk werk
gaan doen na zijn wijding. Als enige
Nederlander tussen uitsluitend
Franse collega's zou hij het niet ge
makkelijk hebben in zijn eigen va
derland. Hij moest les geven aan de
seminaristen, maar was tevens de
aangewezen man voor de „public re
lations".
Alle contacten met de bevolking
van Tilburg werden hem opgedra
gen. Propaganda-werk, redacteur
van de pas opgerichte „Annalen van
O.L.Vrouw van het H. Hart", as-
sistenties, enz.
Maar pater Peeters was taai en
kon veel werk hebben. En de Bra
banders, die hij nu ontmoette, moch
ten deze doorzettende man uit de
Peel wel. Maar toen zijn oversten
dit bemerkten kregen zij de gedach
te hem voor een belangrijker functie
aan te stellen. Als het de groei van
M.S.C. in eigen land betreffen zou,
dan zou pater Peeters het werk niet
weigerenJ.v.G. m.s.c,
Geheimzinnigheid rond het
„geheim van Fatiina"
bljjft bestaan
De dertiende oktober is in de ge
schiedenis van Fatima een belang
rijke dag.
Op die datum in 1917 verscheen
Maria voor de laatste maal aan de
drie herderskinderen uit het nabij
gelegen gehucht Cova da Ira en op
13 oktober 1930 erkende de Kerk de
echtheid van de verschijningen.
Zodoende gaan nu elk jaar op 13
oktober duizenden en duizenden pel
grims naar de plaats van het won
der, of van de wonderen. Zij komen
daar echt als boetvaardige chris
tenen.
Met zuidelijke vurigheid ziet men
dan gelovigen die op blote voeten in
nachtelijke tochten of ip dagenlang
vasten naar Fatima komen. Want
't was de bedoeling van Maria dat
de christenen door gebed en boete
vergeving voor de wereld zouden
afsmeken. Bekering, dat wenste God,
dat wenste ook Maria.
In dit licht bezien is het natuurlijk
van heel weinig belang, dat Maria
aan de drie kinderen ook drie „ge
heimen" geopenbaard heeft.
Voor ons nuchtere noorderlingen
hebben die geheimen (waarvan er
twee bekend zijn) weinig schok
kends. Maar bovendien weten we,
dat wij aan de leer der Kerk ge
noeg hebben ter zaligheid en dat we
helemaal niet op bijzondere openba
ringen zitten te wachten. Maar dat
klinkt voor een heleboel mensen on
eerbiedig, vooral voor hen, die aan
buitennissige dingen veel waarde
hechten.
Dat komt in Nederland misschien
minder voor dan in zuidelijke lan
den, maar ook hier zijn zulke ka
tholieken te vinden voor wie de
hiërarchie der waarden wel eens op
zijn kop wordt gezet, iets waaraan
protestanten zich bijzonder ergeren.
Een van die vreemde dingen nu is,
dat Maria in Fatima aan de kin
deren een geheim heeft geopen
baard, dat al die jaren, dus 43 jaren
lang in de brandkast van de bis
schop van Leiria opgeborgen gele
gen heeft. Van alle kanten, ook
van de kant van de vorige bis
schop van Leiria is steeds beweerd,
dat dit geheim in 1960 bekend zou
mogen worden.
Goed, duizenden vurige aanhan
gers van Fatima dachten dus in 1960
iets te horen en wachtten.
Door een geruchtmakende publi
catie werd in 1958 met vrij grote ze
kerheid bekend, dat de nog levende
der drie zienstertjes, zuster Lucia,
over het jaar I960 minder gunstige
voorspellingen had, met name vrees
de en voorspelde zij een ramp, die
met Rusland verband houdt.
De hele wereld bracht deze woor
den in verband met het z.g. geheim
iets dat naar onze mening niet persé
het geval behoeft te zijn. Daardoor
zijn heel veel mensen bijzonder
nieuwsgierig geworden naar die
beroemde brief in de kluizen van de
bisschop van Leiria.
1960 loopt ten einde. Wat is er ge
beurd?
Over het openen van de brief
hoort men plotseling niets.
De nieuwe bisschop van Leiria
reist een paar maal op en neer naar
Rome, spreekt met de Paus en be
gint terecht overal nadrukkelijk te
zeggen, dat het bij Fatima in het ge
heel niet gaat om bijzondere ge
heimpjes en geheimzinnigheden,
maar om gebed en boete.
De bisschop reist Europa rond,
komt in augustus ook in Nederland,
spreekt met onze bisschoppen en
vraagt tenslotte per circulaire, dat
alle bisschoppen op de hele wereld
op 13 oktober extra laten bidden.
Men krijgt zo het vermoeden, dat de
Paus daar achter zit. Want een brief
aan alle bisschoppen van de wereld
en een internationale actie in de
Kerk kan niemand zo maar zonder
Rome op touw zetten.
Onze kardinaal en bisschoppen
geven gehoor aan het verzoek, vast
en zeker omdat ze weten, dat het
ook de wens van de Paus is.
Maar hoe zit dan nu met dat ge
heim?
Iedere katholiek kan er mee eens
zijn, dat het geheim ons niets we
zenlijks voor onze zaligheid kan le
ren, Christus' openbaring en het
onderwijs der Kerk zijn ons genoeg.
Toch willen we weten, hoe dat
nou zit met dat geheim. Wij zijn nu
eenmaal mensen. Maar de kerke
lijke overheid zwijgt, alsof er nooit
iets beloogd was.
De bisschop van Leiria verklaart:
„Laten we alles over aan de be
slissing van de bevoegde autoriteit,
zonder te proberen in te grijpen".
Dat is allemaal goed en wel, dat
gaat misschien op voor klooster
lingen met hun gelofte van gehoor
zaamheid. Maar is het nu zo vreemd
als de massa der gelovigen, ook der
eenvoudigen te horen zou krijgen:
„De Paus vindt het maar beter om
dit geheim niet publiek te maken"
Dat zou b.v. kunnen indien een
voorspelling van rampen werd ge
daan. Zulk een voorspelling is be
slist niet betrouwbaar, ook al is Fa
tima zelf nog zo echt.
De Paus zou kunnen zeggen, dat
het geheim van Fatima echt niets
bijzonders inhoudt en dan zou Hij
het toch bekend maken.
Er zijn nog vele mogelijkheden,
die ook een beetje rekening houden
met de gespannen verwachtingen
van die katholieken, die mede door
de hoogst geplaatste propagandisten
van Fatima in het leven geroepen is.
Met de St. Jansklokken zijn wij
het eens: „Erg bevredigend is het
niet".
Wanneer u een kolenkachel stookt,
dient u zich ervan te vergewissen
dat er bij het „zetten" wordt nage
gaan of het ding ook goed „trekt".
Indien zulks niet gebeurt moet u
daar zélf onmiddellijk een grondig
onderzoek naar instellen opdat een
tekort op dit punt nog tijdig verhol
pen kan worden.
Bedenkt wel, dat het leven van
uw huisgenoten en van uzelf ermee
gemoeid kan zijn wanneer kolen
damp in woon- of slaapkamer komt.
TREKT DE SCHOORSTEEN
WEL KRACHTIG?
Indien de schoorsteen slecht ge
bouwd is, of de kachelpijp heeft een
zodanig verloop, dat krachtig trek
ken van uw haard of kachel niet
mogelijk is, dan heeft er een onvol
doende verbranding van de kolen
plaats. Er vormt zich dan koolmo-
noxyde, een zeer giftig gas, dat in
het dagelijks leven kolendamp ge
noemd wordt.
Hetzelfde gebeurt als de schoor
steen verstopt geraakt is, het zij
door een vogelnestje, een verdwaal
de bal of gewoon door roet en ver
vuiling. En hebt u de schoorsteen
wel laten vegen vóór u de kachel
aanmaakte??
Koolmonoxyde is daarom zo ge
vaarlijk voor ons omdat het aan het
bloed het vermogen ontneemt zuur
stof op te nemen. Zoals een ieder
weet, is zuurstof onontbeerlijk: een
tekort aan deze stof is onverenigbaar
met verder leven.
BIJZONDER GEVAARLIJK
Elke winter opnieuw melden de
dagbladen overlijdensgevallen als
gevolg van kolendamp vergiftiging.
Dikwijls betreft het oude mensen,
die óf doordat ze klein behuisd zijn,
óf in verband met hun kouwlijkheid
hun bed hebben staan in een kamer
,waar gstookt wordt.
De ramen worden door hen bo
vendien stijf dichtgehouden en ver
versing van lucht is dan uitgesloten.
Daar komt nog bij, dat velen geen
rekening houden met de kans op
onvoldoende verbranding van de ko
len en dan door eigen onhandigheid
koolmonoxyde in het vertrek krij-
ge, zelfs wanneer er aan de con
structie van kachel en schoorsteen
niets ontbreekt.
Bij het temperen van de kachel
sluit men de pijp af en zet daarbij
veelal het bovendeurtje ook nog
open. Wie dat doet voor het slapen
gaan en dan in de zelfde kamer
blijft, doet iets bijzonder gevaarlijks'
Bovendien loopt men in ieder ver
trek gevaar wanneer er ergens in
huis kolendamp ontstaat.
BEWUSTELOZE TOESTAND
Bij vergiftiging door kolendamp
krijgt men duizeligheid, hoofdpijn,
een gevoel van machteloosheid, soms
ook krampen. Het slachtoffer voelt
zich zo loom, dat openzetten van een
raam tot de onmogelijkheden be
hoort. Tenslotte treedt bewusteloos'
heid in en, als niet tijdig hulp wordt
verleend, de dood.
Vóór alles moet zulk een slacht
offer natuurlijk uit de vergiftigde
lucht worden gehaald en toevoer
van zuurstof door middel van bui'
tenlucht of zuurstofapparaat krij
gen. De redder dient er voor te zor
gen dat hij bij de te verlenen hulp
niet zelf bedwelmd wordt.
Om dit gevaar niet te lopen, kan
het nodig zijn van buiten af eerst
een of meer vensters te openen. Men
kan ook, alvorens men het vertrek
waar kolendamp hangt binnengaat,
zorgen dat de longen met veel zui
vere lucht zijn gevuld, waarop men
snel de kamer doorgaat naar het
raam, dit opent, het hoofd naar bui
ten steekt en opnieuw diep inademt,
KUNSTMATIGE ADEMHALING
Wanneer de vergiftigde in een
zuurstofrijke omgeving is gebracht,
kan het nodig zijn, dat kunstmatige
ademhaling bij hem of haar wordt
toegepast. Dit is een handgreep
waarvoor men een geoefend EHBO-
er moet zijn.
Maar ook niet-geoefenden kunne
nog wel iets doen ten gunste van het
slachtoffer. Zij moeten er voor zor
gen, dat de vergiftigde goed warm
wordt gehouden dat wil zeggen
met dekens wordt bedekt. Thee en
kofie mogen uitsluitend worden toe
gediend wanneer er geen bewuste-
looheid meer bestaat.
Er zijn in Venray enkele nertsenfokkerijen. Sommige worden in
stand gehouden als een soort vrije-tijds-besteding anderen heb
ben er een kostwinning van gemaakt. Een bezoek aan deze en
buiten-Venrayse nertsfokkerijen, is aanleiding geworden tot en
kele artikelen, waarbij de vraag beantwoord wordt of er in de
nertsfokkerij een bestaan te vinden, is voor b.v. onze boerenjon-
geren en voor anderen.
WAT IS EEN NERTS?
De nerts behoort tot de familie
der marterachtigen en wordt zoölo
gisch gerangschikt tussen de wezel
en de otter.
Zijn lichaamsbouw komt veel
overeen met die van de bunzing.
Het -is een klein, lang, slank, elegant
maar sluw en venijnig roofdiertje,
met een kleine kop en korte oortjes,
bovendien zeer nieuwsgierig van
aard en uiterst bweeglijk.
In het wild komt hij vooral voor
in Canada en Noord-Amerika. Door
zijn weinig uitstekende ledmaten is
hij uiterst geschikt om zich door de
kleinste openingen te wringen. Zijn
vinnige oogjes, zijn vlijmscherpe,
als scharen over elkaar slaande tan
den en zijn snelle bewegingen, zo
wel te water als te land, maken er
een bloeddorstige, voor vogels en
vissen zeer te duchten rover van.
Zelden overtreft zijn gewicht twee
en een halve kilogram, hetgeen hem
niet belet dieren, die enkele malen
zwaarder zijn, zonder schroom aan
te vallen en haast onmiddellijk te
doden.
Tussen de tenen bezit hij goed ont
wikkelde zwemvliezen en ook te wa
ter is hij zeer te duchten. Niet zel
den vallen snoeken, ja zelfs vier a
vijf kilogram wegende vissen hem
ten offer.
In de wildernis leeft hij meestal in
bosrijke streken, in de omgeving
van rivieren en meren.
Slakken, kikkers, ratten en mui
zen, konijnen en hazen, eekhoorns
en slangen, allerhande vogels als
ook hun eieren en jongen en allerlei
vissen vormen zijn geliefkoosde ge
rechten.
Noodgedwongen bezoekt hij soms
de kippenhokken der nabijgelegen
boerderijen en richt hier dan een
waar bloedbad aan. Een enkel
kuiken volstaat ruimschoots om zijn
honger te stillen, maar zijn moord
lust is onverzadigbaar en tientallen
dieren doodt hij in enkele ogenblik
ken.
Schroom kent hij niet. Zelfs grote
honden gaat hij niet uit de weg, ook
wanneer hij goed beseft, dat hij de
zwakste is. Dit listig, slangachtig
diertje is uiterst snel in zijn bewe
gingen en voor alles op zijn hoede.
Hij veert recht als een bliksem
schicht en reeds voor zijn tegenstan
der van gevaar bewust is, heeft hij
zijn scherpe tanden in de slagader
geslagen.
Tevens bezit de nerts een ijzer-
sterk gestel. Allerhande verwondin
gen, zelfs heel zware, overleeft hij
meestal en genezen in ongelooflijk
snel tempo. Enkele dagen zonder
voedsel deren hem nauwelijks, zelfs
wanneer hij nog betrekkelijk jong
EEN ZELDZAAM MOOI BONT
Bij dit alles is de nerts drager van
een buitengewoon mooie pels, die
een van de kostbaarste, meest ge
distingeerde en allermooiste bont
soorten oplevert.
De mantels van dit bont zijn van
een betoverende luim, maar kosten
dan ook liefst 10.000 tot 80.000.
Juist om deze pels wer dde nerts 'n
sterk begeerde prooi van trappers
en woudlopers.
Tegenwoordig worden nog jaar
lijks 'n kleine honderdduizend stuks
in het wild gevangen om de schou
ders onzer welgestelde dames met
rijk bont te versieren.
De vangst kon echter onmogelijk
de steeds toenemende vraag naar
deze pelssoort bijhouden en aldu:
ontstond de gedachte de nerts ook
in gevangenschap te fokken.
Daar de nertspels slechts in de
cember zijn grootste pracht en
waarde heeft, beproefden ervaren
trappers om de buitgemaakte jongen
tot op dit tijdstip door te houden en
slaagden hierin.
Zo werden stilaan proeven geno
men om de dieren door te fokken
en ook hierin werden allengs goede
resultaten bereikt. Van een klein
sporadisch begin heeft de nertsfok
kerij zich toen ontwikkeld tot de
meest winstgevende branche van de
pel sd ierenfokkerij
Op 't huidige'ogenblik bereikt de
wereldprodulctie der in gevangen
schap gefokte nertsen ongeveer 10
miljoen stuks per jaar. Desondanks
overtreft de vraag steeds het aan
bod. Men behoort wel te bedenken,
dat de wereldbevolking ieder jaar
sterk toeneemt en daarom het aan
tal vrouwen en meisjes, die een
nertsmantel of een kleiner bontwerk
van nerts kopen, ook ieder jaar gro
ter wordt.
In Amerika vertegenwoordigt de
nertsmantel een functie, welke in
vroeger jaren het huis en zijn in
richting vervulde: men kan er de
„social standing" van de draagster
aan aflezen. Is het dan ook niet heel
begrijpelijk, dat het de droom van
ieder jong Amerikaans meisje is om
eens een nertsmantel te bezitten.
In Amerika wordt dan ook drie
vierde van de produktie aan nerts
pelzen verbruikt. En daar te voor
zien is, dat de economische vooruit
zichten in de wereld steeds beter
worden en de levensstandaard steeds
stijgt, zullen er steeds meer modi
euze vrouwen komen, die zich de
aanschaffing van een bontwerk uit
nerts kunnen veroorloven. Door de
hogere levensstandaard is b.v. in
Europa de laatste jaren het verbruik
van nerlsbont zeer sterk gestegen.
WINSTMOGELIJKHEDEN
Zoals uit het vorenstaande reeds
is gebleken, behoort de nerts tot de
carnivoren, de vleesetende dieren.
Op een nertsfarm bestaat het rant
soen dan ook voor ongeveer negen
tig procent uit vlees- en visafval-
len. Een goede voedersamenstelling
dient alle voedingsstoffen te be
vatten, die een nerts nodig heeft om
een pels van de hoogste kwaliteit
en een groot aantal jongen voort te
brengen. Er zijn in de annalen van
de nertsfokkerij veelvuldige bewij
zen, dat een goede fokstapel en een
juiste voeding de meest wenselijke
combinatie vormen en het is even
eens bewezen, dat goed voeder al
leen er toe zal bijdragen om betere
pelzen voort te brengen en grotere
worpen te verkrijgen.
Aan de andere kant zal door slecht
voeder de kwaliteit van een goede
fokstapel geleidelijk teruglopen en
tenslotte zal de stapel geheel wor
den geruïneerd.
Men merkt dit niet dadelijk, maar
men komt misschien pas bij de
tweede of derde generatie plotseling
tot de ontdekking, dat de kwaliteit
der jongen, bij vergelijking met die
der stamouders, belangrijk is ach
teruitgegaan en dat de produktivi-
teit is verminderd.
Een goede voeding tenslotte zal
ook de vitaliteit der dieren verhogen
en er toe bijdragen om ziekten te
voorkomen.
Over het algemeen zijn vele ziek
ten slechts gevaarlijk voor die die
ren, die 'n geringere vitaliteit bezit
ten en de grotere vitaliteit, nodig om
de zieken te bestrijden kan door 'n
goede voeding worden verkregen.
Een juist uitgebalanceerd dieet is
dus voor de nerts een zeer belang
rijke factor.
In het begin stadium der nerts
fokkerij in Nederland moesten be
ginnende fokkers vaak zeer veel
moeite doen om voor een betrekke
lijk klein aantal dieren het beno
digde voeder bij elkaar te halen.
Slager en de bereiding van een en
ander kostte tijd en moeite
Thans is dit alles veel gemakke
lijker geworden, want het benodig
de voeder kan nu tegen een zeer bil
lijke prijs thuis bezorgd worden voor
degenen die dat willen.
Nertsen eten gemiddeld 200 gram
voeder per dier per dag, de teefjes
eten iets minder, de reuen iets meer.
De jongen evenwel kunnen tijdens
hun groeiperiode gemiddeld wel 300
gram en meer per dier per dag eten.
KOSTEN
Fokdieren worden steeds aange
houden in de verhouding van 1 reu
op elke 3 teefjes. De teefjes werpen
slechts éémaal per jaar en wel ge
middeld 4 jongen per aangehouden
teefje.
Alle jongen worden geboren in de
laatste week van april en de twee
eerste weken van mei. Ze zuigen een
maand lang en eten dan mee het ge
wone voeder. Begin december, als
de winterpels op zijn mooist is, wor
de ze gepelsd. De dieren zijn dan 7
maanden oud en dus gedurende 6
maanden gevoederd.
De voederkosten van een jonge
nerts, vanaf zijn geboorte totdat hij
op een leeftijd van 7 maanden wordt
gepelsd, bedragen ruim berekend
15 per dier.
Als men een voldoend aantal jon
gen fokt, bedragen de produktiekos-
ten per afgeleverde pels ongeveer
30.
Hierin zijn dan ook de voeder-
kosten der ouders en de afschrij
ving van loodsen, hokken, machi
nes en gereedschappen mee begre
pen. Als men fokdieren van een
goede kwaliteit bezit, zullen de pel
zen gemiddeld 60 per stuk op
brengen.
Per afgeleverde pels heeft men
dus jaarlijks een nettowinst van on
geveer 30 of 120 per aangehou
den fokteefje. Is een nertsfarm goed
ingericht, dan kan één persoon ge
makkelijk ongeveer 250 fokteefjes
met hun jongen verzorgen en heeft
dan jaarlijks een nettowinst van on
geveer 30.000.
Tijdens de wintermaanden heeft
hij het daarbij dan nog zeer gemak
kelijk, daar gedurende deze tijd op
een nertsfarm enkel nog de fok
dieren voorhanden zijn en er dan
slechts éénmaal per dag gevoederd
wordt.
Meent U ook niet, dat de nerts-
fokkerij rendabel is?
A.H. JACOBS
NIEUWS UIT
VENRAY EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
practijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. W.J.A. BLOEMEN
Stationsweg 15 Telefoon 1465
Uitsluitend voor spoedgevallen.
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de kerk
dorpen.
Zondagsdienst Groene Kruis:
Zr. T. TACKEN Landweertweg 22
telefoon 1629
BEKENDMAKING
Burgemeester en wethouders van
Venray vestigen er de aandacht op,
dat voor de bouw en de verbouw
van woningen en van andere ge
bouwen vergunning nodig is van
hun college en dat zonder hun
schriftelijke vergunning niet met het
werk mag worden begonnen.
Bij overtreding zal niet alleen
proces-verbaal worden opgemaakt,
doch kan zelfs sloop van het ge
bouwde plaats vinden op kosten
van de overtreder.
Venray, 30 september 1960.
Burgemeester en wethouders vnd.,
A.H.M. JANSSEN, burgemeester
H. VORST, secretaris.