Pater S. H. Peeters m.s.c. een eeuw geleden... 13 Oktober: „FATIMA" Kolendamp-vergiftiging eist iedere winter slachtoffers... Ligt in nertsenfokken'n bestaan? Zaterdag 15 oktober 1960 No. 42 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCXHOF N.V. VENRAY WKPkRT AH VOOR VPNRAY PN OMSTRFKPN ADVERTENTIEPRIJS 8 ot. per nLm. ABONNRMEPTTS- GROTE STRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 YV CrCrlVDbriU VUUI\ V Cé lli\A I J-#rM UIYIO 1 IVCrliCrlY PRIJS PER KWARTAAL f 1.4# (bal ten Venray 1.60) ii. In Chezal-Benoit hebben wij de jonge Henri Peeters achtergelaten, eenzaam en ver van zijn Venray. Heimwee heeft hij zeker gevoeld, maar weggebeten met zijn chole rische moed. En zo gebeurde het, dat deze door en door Hollandse knaap zich toch wist aan te passen, al zou hij, on danks zijn uitstekende kennis van de Franse taal, nooit een Frans voelend man worden. Zijn studies waren vlot en vooral voor talen had hij een aparte knobbel. Het leven aan het seminarie van Chezal-Benoit was sober en streng, maar hij voelde zich heerlijk in de prachtige tuin van het huis met zijn merkwaardige oude Benedictijner abdijkerk, en in het prachtige woud, la fóret de Cheur, waar reeën en wilde zwijnen rondliepen, in het hoogopgaand geboomte^—dat je ge dachten naar boven trekt. Het was wel anders als Venray, maar de bevolking bestond uit boe ren en het natuurkind, dat hij was (op hoge leeftijd ging hij in Stein nog graag in het bos werken en het weiland maaien!), voelde zich er toch wel goed. Vijf jaren studeerde hij in Chezal- Benoit en maakte er zijn gymna sium af. Toen eerst kon hij op va- cantie naar het vaderland. Weer een lange reis en toen aankomst in Ven ray. Henri was een man geworden, maar ook zijn broer Tinus Peeters was groot geworden en de student zag Tinus niet eens staan op het station, toen deze hem daar kwam afhalen. Moeder was in die tijd ge storven en zijn eerste bezoek gold het graf van de dierbare dode. Omdat hij wees van vader en moeder, meende de révérende Mère van Jeruzalem hem met moederlijk recht voor de vraag te stellen, of hij zijn roeping trouw bleef, en wat hij wilde: wereldgeestelijke worden or religieus. Voor Henri was het geen pro bleem: hij wilde bij de paters, die hem opgeleid hadden', intreden en M.S.C. worden. Na de vacantie zou hij maar weer naar Frankrijk terug gaan en noviciaat gaan maken in Saint-Gérand-le-Puy, een klein dorpje in het departement Allier, 'n granietachtig bergland. Of hij in deze vormingsperiode iets overgekregen heeft van het stoere landschap, weten we niet, maar hij werd er toch die stoere wilstype, die voor geen moeilijkhe den wijken wil. Op 15 februari 1878 legde hij zijn eerste geloften af in de congregatie van de Missionarissen van het H. Hart en ging onmiddellijk daarna te Issoudun een jaar wijsbegeerte stu deren. De rest van zijn hogere stu dies maakte hij te Rome en eerst bij zijn priesterwijding keerde hij naar Nederland terug. ZIJN PRIESTERWIJDING Op 20 december 1884 werd hij in de kathedrale basiliek van Sint Jan te 's-Hertogenbosch gewijd, door Mgr. A. Godschalk. Het was als een symbool: de in Frankrijk opgeleide pater zou toch een typisch Neder landse M.S.C. zijn, de eerste nog wel! Zijn eerste H. Mis droeg hij na tuurlijk op in het Ursulinenklooster „Jeruzalem", op eerste Kerstdag. De zusters hebben dit feit zeker met grote dankbaarheid in de geschiede nis van haar huis opgetekend. En terecht, want zij hadden Henri Pee ters het volgen van zijn roeping mo gelijk gemaakt door haar bidden en door haar materiële steun. Daardoor zijn zij het geweest, die de vestiging van M.S.C. in Nederland mede heb ben voorbereid. Maar ook op andere wijze hebben zij hiertoe grotelijks bijgedragen. CONGREGATIE UIT FRANKRIJK UITWIJZING VAN DE M.S.C.- In 1879 werd Jules Grévy presi- PATER S.H. PEETERS M.S.C. dent van de derde Fi-anse republiek, die na de janheilsoorlog van 1870 was opgericht.. Grévy en met hem alle „laicistische" republikeinen, meenden, dat de Kerk naar een herstel van het koningschap streef de. Daarom begon hij een felle strijd tegen de Kerk. Het concordaat, dat sinds Napo léon nog altijd gold, werd in on gunstige zin uitgelegd en toegepast. Er stond nl. niets in over godsdien stige vereniging en kloosterorden. Grévy beriep zich hierop en veror dende, dat zij een bijzondere mach tiging nodig hadden om in het land te blijven. De Jezuïeten kregen in 1880 zon der meer bericht thuis, dat zij weg moesten. De andere congregaties gaf hij drie maanden de tijd om de vereiste machtiging aan te vragen; wilden zij niet uitgewezen of opge heven worden, dan moesten zij een loyaliteitsverklaring jegens de re publiek ondertekenen en een extra belasting betalen. Vele congrgaties deden dit niet en waren genoodzaakt het land te ver laten. Zo ook de jonge M.S.C.-con- gregatie. Zij zocht toen een onder dak in Spanje, Italië en Nederland. De Ursulinen van Venray boden haar hulp aan en bemiddelden bij Mgr. A. Godschalk om aan de Fran se paters het bisschoppelijk zomer huis „Gerra" te Haaren ter beschik king te stellen. Na een kort verblijf te Haaren zouden de bannelingen een huis betrekken te Tilburg, een oude lakenfabriek aan de Veldhoven. Dit is het begin geworden van het Tilburgse Missiehuis aan de Breda seweg, dat thans nog de centrale is van de M.S.C.-activiteiten in ons land en in vele missioneringsgebie- den. In het huis aan de Veldhoven te Tilburg zou dan Henri Pee ters zijn eerste priesterlijk werk gaan doen na zijn wijding. Als enige Nederlander tussen uitsluitend Franse collega's zou hij het niet ge makkelijk hebben in zijn eigen va derland. Hij moest les geven aan de seminaristen, maar was tevens de aangewezen man voor de „public re lations". Alle contacten met de bevolking van Tilburg werden hem opgedra gen. Propaganda-werk, redacteur van de pas opgerichte „Annalen van O.L.Vrouw van het H. Hart", as- sistenties, enz. Maar pater Peeters was taai en kon veel werk hebben. En de Bra banders, die hij nu ontmoette, moch ten deze doorzettende man uit de Peel wel. Maar toen zijn oversten dit bemerkten kregen zij de gedach te hem voor een belangrijker functie aan te stellen. Als het de groei van M.S.C. in eigen land betreffen zou, dan zou pater Peeters het werk niet weigerenJ.v.G. m.s.c, Geheimzinnigheid rond het „geheim van Fatiina" bljjft bestaan De dertiende oktober is in de ge schiedenis van Fatima een belang rijke dag. Op die datum in 1917 verscheen Maria voor de laatste maal aan de drie herderskinderen uit het nabij gelegen gehucht Cova da Ira en op 13 oktober 1930 erkende de Kerk de echtheid van de verschijningen. Zodoende gaan nu elk jaar op 13 oktober duizenden en duizenden pel grims naar de plaats van het won der, of van de wonderen. Zij komen daar echt als boetvaardige chris tenen. Met zuidelijke vurigheid ziet men dan gelovigen die op blote voeten in nachtelijke tochten of ip dagenlang vasten naar Fatima komen. Want 't was de bedoeling van Maria dat de christenen door gebed en boete vergeving voor de wereld zouden afsmeken. Bekering, dat wenste God, dat wenste ook Maria. In dit licht bezien is het natuurlijk van heel weinig belang, dat Maria aan de drie kinderen ook drie „ge heimen" geopenbaard heeft. Voor ons nuchtere noorderlingen hebben die geheimen (waarvan er twee bekend zijn) weinig schok kends. Maar bovendien weten we, dat wij aan de leer der Kerk ge noeg hebben ter zaligheid en dat we helemaal niet op bijzondere openba ringen zitten te wachten. Maar dat klinkt voor een heleboel mensen on eerbiedig, vooral voor hen, die aan buitennissige dingen veel waarde hechten. Dat komt in Nederland misschien minder voor dan in zuidelijke lan den, maar ook hier zijn zulke ka tholieken te vinden voor wie de hiërarchie der waarden wel eens op zijn kop wordt gezet, iets waaraan protestanten zich bijzonder ergeren. Een van die vreemde dingen nu is, dat Maria in Fatima aan de kin deren een geheim heeft geopen baard, dat al die jaren, dus 43 jaren lang in de brandkast van de bis schop van Leiria opgeborgen gele gen heeft. Van alle kanten, ook van de kant van de vorige bis schop van Leiria is steeds beweerd, dat dit geheim in 1960 bekend zou mogen worden. Goed, duizenden vurige aanhan gers van Fatima dachten dus in 1960 iets te horen en wachtten. Door een geruchtmakende publi catie werd in 1958 met vrij grote ze kerheid bekend, dat de nog levende der drie zienstertjes, zuster Lucia, over het jaar I960 minder gunstige voorspellingen had, met name vrees de en voorspelde zij een ramp, die met Rusland verband houdt. De hele wereld bracht deze woor den in verband met het z.g. geheim iets dat naar onze mening niet persé het geval behoeft te zijn. Daardoor zijn heel veel mensen bijzonder nieuwsgierig geworden naar die beroemde brief in de kluizen van de bisschop van Leiria. 1960 loopt ten einde. Wat is er ge beurd? Over het openen van de brief hoort men plotseling niets. De nieuwe bisschop van Leiria reist een paar maal op en neer naar Rome, spreekt met de Paus en be gint terecht overal nadrukkelijk te zeggen, dat het bij Fatima in het ge heel niet gaat om bijzondere ge heimpjes en geheimzinnigheden, maar om gebed en boete. De bisschop reist Europa rond, komt in augustus ook in Nederland, spreekt met onze bisschoppen en vraagt tenslotte per circulaire, dat alle bisschoppen op de hele wereld op 13 oktober extra laten bidden. Men krijgt zo het vermoeden, dat de Paus daar achter zit. Want een brief aan alle bisschoppen van de wereld en een internationale actie in de Kerk kan niemand zo maar zonder Rome op touw zetten. Onze kardinaal en bisschoppen geven gehoor aan het verzoek, vast en zeker omdat ze weten, dat het ook de wens van de Paus is. Maar hoe zit dan nu met dat ge heim? Iedere katholiek kan er mee eens zijn, dat het geheim ons niets we zenlijks voor onze zaligheid kan le ren, Christus' openbaring en het onderwijs der Kerk zijn ons genoeg. Toch willen we weten, hoe dat nou zit met dat geheim. Wij zijn nu eenmaal mensen. Maar de kerke lijke overheid zwijgt, alsof er nooit iets beloogd was. De bisschop van Leiria verklaart: „Laten we alles over aan de be slissing van de bevoegde autoriteit, zonder te proberen in te grijpen". Dat is allemaal goed en wel, dat gaat misschien op voor klooster lingen met hun gelofte van gehoor zaamheid. Maar is het nu zo vreemd als de massa der gelovigen, ook der eenvoudigen te horen zou krijgen: „De Paus vindt het maar beter om dit geheim niet publiek te maken" Dat zou b.v. kunnen indien een voorspelling van rampen werd ge daan. Zulk een voorspelling is be slist niet betrouwbaar, ook al is Fa tima zelf nog zo echt. De Paus zou kunnen zeggen, dat het geheim van Fatima echt niets bijzonders inhoudt en dan zou Hij het toch bekend maken. Er zijn nog vele mogelijkheden, die ook een beetje rekening houden met de gespannen verwachtingen van die katholieken, die mede door de hoogst geplaatste propagandisten van Fatima in het leven geroepen is. Met de St. Jansklokken zijn wij het eens: „Erg bevredigend is het niet". Wanneer u een kolenkachel stookt, dient u zich ervan te vergewissen dat er bij het „zetten" wordt nage gaan of het ding ook goed „trekt". Indien zulks niet gebeurt moet u daar zélf onmiddellijk een grondig onderzoek naar instellen opdat een tekort op dit punt nog tijdig verhol pen kan worden. Bedenkt wel, dat het leven van uw huisgenoten en van uzelf ermee gemoeid kan zijn wanneer kolen damp in woon- of slaapkamer komt. TREKT DE SCHOORSTEEN WEL KRACHTIG? Indien de schoorsteen slecht ge bouwd is, of de kachelpijp heeft een zodanig verloop, dat krachtig trek ken van uw haard of kachel niet mogelijk is, dan heeft er een onvol doende verbranding van de kolen plaats. Er vormt zich dan koolmo- noxyde, een zeer giftig gas, dat in het dagelijks leven kolendamp ge noemd wordt. Hetzelfde gebeurt als de schoor steen verstopt geraakt is, het zij door een vogelnestje, een verdwaal de bal of gewoon door roet en ver vuiling. En hebt u de schoorsteen wel laten vegen vóór u de kachel aanmaakte?? Koolmonoxyde is daarom zo ge vaarlijk voor ons omdat het aan het bloed het vermogen ontneemt zuur stof op te nemen. Zoals een ieder weet, is zuurstof onontbeerlijk: een tekort aan deze stof is onverenigbaar met verder leven. BIJZONDER GEVAARLIJK Elke winter opnieuw melden de dagbladen overlijdensgevallen als gevolg van kolendamp vergiftiging. Dikwijls betreft het oude mensen, die óf doordat ze klein behuisd zijn, óf in verband met hun kouwlijkheid hun bed hebben staan in een kamer ,waar gstookt wordt. De ramen worden door hen bo vendien stijf dichtgehouden en ver versing van lucht is dan uitgesloten. Daar komt nog bij, dat velen geen rekening houden met de kans op onvoldoende verbranding van de ko len en dan door eigen onhandigheid koolmonoxyde in het vertrek krij- ge, zelfs wanneer er aan de con structie van kachel en schoorsteen niets ontbreekt. Bij het temperen van de kachel sluit men de pijp af en zet daarbij veelal het bovendeurtje ook nog open. Wie dat doet voor het slapen gaan en dan in de zelfde kamer blijft, doet iets bijzonder gevaarlijks' Bovendien loopt men in ieder ver trek gevaar wanneer er ergens in huis kolendamp ontstaat. BEWUSTELOZE TOESTAND Bij vergiftiging door kolendamp krijgt men duizeligheid, hoofdpijn, een gevoel van machteloosheid, soms ook krampen. Het slachtoffer voelt zich zo loom, dat openzetten van een raam tot de onmogelijkheden be hoort. Tenslotte treedt bewusteloos' heid in en, als niet tijdig hulp wordt verleend, de dood. Vóór alles moet zulk een slacht offer natuurlijk uit de vergiftigde lucht worden gehaald en toevoer van zuurstof door middel van bui' tenlucht of zuurstofapparaat krij gen. De redder dient er voor te zor gen dat hij bij de te verlenen hulp niet zelf bedwelmd wordt. Om dit gevaar niet te lopen, kan het nodig zijn van buiten af eerst een of meer vensters te openen. Men kan ook, alvorens men het vertrek waar kolendamp hangt binnengaat, zorgen dat de longen met veel zui vere lucht zijn gevuld, waarop men snel de kamer doorgaat naar het raam, dit opent, het hoofd naar bui ten steekt en opnieuw diep inademt, KUNSTMATIGE ADEMHALING Wanneer de vergiftigde in een zuurstofrijke omgeving is gebracht, kan het nodig zijn, dat kunstmatige ademhaling bij hem of haar wordt toegepast. Dit is een handgreep waarvoor men een geoefend EHBO- er moet zijn. Maar ook niet-geoefenden kunne nog wel iets doen ten gunste van het slachtoffer. Zij moeten er voor zor gen, dat de vergiftigde goed warm wordt gehouden dat wil zeggen met dekens wordt bedekt. Thee en kofie mogen uitsluitend worden toe gediend wanneer er geen bewuste- looheid meer bestaat. Er zijn in Venray enkele nertsenfokkerijen. Sommige worden in stand gehouden als een soort vrije-tijds-besteding anderen heb ben er een kostwinning van gemaakt. Een bezoek aan deze en buiten-Venrayse nertsfokkerijen, is aanleiding geworden tot en kele artikelen, waarbij de vraag beantwoord wordt of er in de nertsfokkerij een bestaan te vinden, is voor b.v. onze boerenjon- geren en voor anderen. WAT IS EEN NERTS? De nerts behoort tot de familie der marterachtigen en wordt zoölo gisch gerangschikt tussen de wezel en de otter. Zijn lichaamsbouw komt veel overeen met die van de bunzing. Het -is een klein, lang, slank, elegant maar sluw en venijnig roofdiertje, met een kleine kop en korte oortjes, bovendien zeer nieuwsgierig van aard en uiterst bweeglijk. In het wild komt hij vooral voor in Canada en Noord-Amerika. Door zijn weinig uitstekende ledmaten is hij uiterst geschikt om zich door de kleinste openingen te wringen. Zijn vinnige oogjes, zijn vlijmscherpe, als scharen over elkaar slaande tan den en zijn snelle bewegingen, zo wel te water als te land, maken er een bloeddorstige, voor vogels en vissen zeer te duchten rover van. Zelden overtreft zijn gewicht twee en een halve kilogram, hetgeen hem niet belet dieren, die enkele malen zwaarder zijn, zonder schroom aan te vallen en haast onmiddellijk te doden. Tussen de tenen bezit hij goed ont wikkelde zwemvliezen en ook te wa ter is hij zeer te duchten. Niet zel den vallen snoeken, ja zelfs vier a vijf kilogram wegende vissen hem ten offer. In de wildernis leeft hij meestal in bosrijke streken, in de omgeving van rivieren en meren. Slakken, kikkers, ratten en mui zen, konijnen en hazen, eekhoorns en slangen, allerhande vogels als ook hun eieren en jongen en allerlei vissen vormen zijn geliefkoosde ge rechten. Noodgedwongen bezoekt hij soms de kippenhokken der nabijgelegen boerderijen en richt hier dan een waar bloedbad aan. Een enkel kuiken volstaat ruimschoots om zijn honger te stillen, maar zijn moord lust is onverzadigbaar en tientallen dieren doodt hij in enkele ogenblik ken. Schroom kent hij niet. Zelfs grote honden gaat hij niet uit de weg, ook wanneer hij goed beseft, dat hij de zwakste is. Dit listig, slangachtig diertje is uiterst snel in zijn bewe gingen en voor alles op zijn hoede. Hij veert recht als een bliksem schicht en reeds voor zijn tegenstan der van gevaar bewust is, heeft hij zijn scherpe tanden in de slagader geslagen. Tevens bezit de nerts een ijzer- sterk gestel. Allerhande verwondin gen, zelfs heel zware, overleeft hij meestal en genezen in ongelooflijk snel tempo. Enkele dagen zonder voedsel deren hem nauwelijks, zelfs wanneer hij nog betrekkelijk jong EEN ZELDZAAM MOOI BONT Bij dit alles is de nerts drager van een buitengewoon mooie pels, die een van de kostbaarste, meest ge distingeerde en allermooiste bont soorten oplevert. De mantels van dit bont zijn van een betoverende luim, maar kosten dan ook liefst 10.000 tot 80.000. Juist om deze pels wer dde nerts 'n sterk begeerde prooi van trappers en woudlopers. Tegenwoordig worden nog jaar lijks 'n kleine honderdduizend stuks in het wild gevangen om de schou ders onzer welgestelde dames met rijk bont te versieren. De vangst kon echter onmogelijk de steeds toenemende vraag naar deze pelssoort bijhouden en aldu: ontstond de gedachte de nerts ook in gevangenschap te fokken. Daar de nertspels slechts in de cember zijn grootste pracht en waarde heeft, beproefden ervaren trappers om de buitgemaakte jongen tot op dit tijdstip door te houden en slaagden hierin. Zo werden stilaan proeven geno men om de dieren door te fokken en ook hierin werden allengs goede resultaten bereikt. Van een klein sporadisch begin heeft de nertsfok kerij zich toen ontwikkeld tot de meest winstgevende branche van de pel sd ierenfokkerij Op 't huidige'ogenblik bereikt de wereldprodulctie der in gevangen schap gefokte nertsen ongeveer 10 miljoen stuks per jaar. Desondanks overtreft de vraag steeds het aan bod. Men behoort wel te bedenken, dat de wereldbevolking ieder jaar sterk toeneemt en daarom het aan tal vrouwen en meisjes, die een nertsmantel of een kleiner bontwerk van nerts kopen, ook ieder jaar gro ter wordt. In Amerika vertegenwoordigt de nertsmantel een functie, welke in vroeger jaren het huis en zijn in richting vervulde: men kan er de „social standing" van de draagster aan aflezen. Is het dan ook niet heel begrijpelijk, dat het de droom van ieder jong Amerikaans meisje is om eens een nertsmantel te bezitten. In Amerika wordt dan ook drie vierde van de produktie aan nerts pelzen verbruikt. En daar te voor zien is, dat de economische vooruit zichten in de wereld steeds beter worden en de levensstandaard steeds stijgt, zullen er steeds meer modi euze vrouwen komen, die zich de aanschaffing van een bontwerk uit nerts kunnen veroorloven. Door de hogere levensstandaard is b.v. in Europa de laatste jaren het verbruik van nerlsbont zeer sterk gestegen. WINSTMOGELIJKHEDEN Zoals uit het vorenstaande reeds is gebleken, behoort de nerts tot de carnivoren, de vleesetende dieren. Op een nertsfarm bestaat het rant soen dan ook voor ongeveer negen tig procent uit vlees- en visafval- len. Een goede voedersamenstelling dient alle voedingsstoffen te be vatten, die een nerts nodig heeft om een pels van de hoogste kwaliteit en een groot aantal jongen voort te brengen. Er zijn in de annalen van de nertsfokkerij veelvuldige bewij zen, dat een goede fokstapel en een juiste voeding de meest wenselijke combinatie vormen en het is even eens bewezen, dat goed voeder al leen er toe zal bijdragen om betere pelzen voort te brengen en grotere worpen te verkrijgen. Aan de andere kant zal door slecht voeder de kwaliteit van een goede fokstapel geleidelijk teruglopen en tenslotte zal de stapel geheel wor den geruïneerd. Men merkt dit niet dadelijk, maar men komt misschien pas bij de tweede of derde generatie plotseling tot de ontdekking, dat de kwaliteit der jongen, bij vergelijking met die der stamouders, belangrijk is ach teruitgegaan en dat de produktivi- teit is verminderd. Een goede voeding tenslotte zal ook de vitaliteit der dieren verhogen en er toe bijdragen om ziekten te voorkomen. Over het algemeen zijn vele ziek ten slechts gevaarlijk voor die die ren, die 'n geringere vitaliteit bezit ten en de grotere vitaliteit, nodig om de zieken te bestrijden kan door 'n goede voeding worden verkregen. Een juist uitgebalanceerd dieet is dus voor de nerts een zeer belang rijke factor. In het begin stadium der nerts fokkerij in Nederland moesten be ginnende fokkers vaak zeer veel moeite doen om voor een betrekke lijk klein aantal dieren het beno digde voeder bij elkaar te halen. Slager en de bereiding van een en ander kostte tijd en moeite Thans is dit alles veel gemakke lijker geworden, want het benodig de voeder kan nu tegen een zeer bil lijke prijs thuis bezorgd worden voor degenen die dat willen. Nertsen eten gemiddeld 200 gram voeder per dier per dag, de teefjes eten iets minder, de reuen iets meer. De jongen evenwel kunnen tijdens hun groeiperiode gemiddeld wel 300 gram en meer per dier per dag eten. KOSTEN Fokdieren worden steeds aange houden in de verhouding van 1 reu op elke 3 teefjes. De teefjes werpen slechts éémaal per jaar en wel ge middeld 4 jongen per aangehouden teefje. Alle jongen worden geboren in de laatste week van april en de twee eerste weken van mei. Ze zuigen een maand lang en eten dan mee het ge wone voeder. Begin december, als de winterpels op zijn mooist is, wor de ze gepelsd. De dieren zijn dan 7 maanden oud en dus gedurende 6 maanden gevoederd. De voederkosten van een jonge nerts, vanaf zijn geboorte totdat hij op een leeftijd van 7 maanden wordt gepelsd, bedragen ruim berekend 15 per dier. Als men een voldoend aantal jon gen fokt, bedragen de produktiekos- ten per afgeleverde pels ongeveer 30. Hierin zijn dan ook de voeder- kosten der ouders en de afschrij ving van loodsen, hokken, machi nes en gereedschappen mee begre pen. Als men fokdieren van een goede kwaliteit bezit, zullen de pel zen gemiddeld 60 per stuk op brengen. Per afgeleverde pels heeft men dus jaarlijks een nettowinst van on geveer 30 of 120 per aangehou den fokteefje. Is een nertsfarm goed ingericht, dan kan één persoon ge makkelijk ongeveer 250 fokteefjes met hun jongen verzorgen en heeft dan jaarlijks een nettowinst van on geveer 30.000. Tijdens de wintermaanden heeft hij het daarbij dan nog zeer gemak kelijk, daar gedurende deze tijd op een nertsfarm enkel nog de fok dieren voorhanden zijn en er dan slechts éénmaal per dag gevoederd wordt. Meent U ook niet, dat de nerts- fokkerij rendabel is? A.H. JACOBS NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de practijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. W.J.A. BLOEMEN Stationsweg 15 Telefoon 1465 Uitsluitend voor spoedgevallen. GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de kerk dorpen. Zondagsdienst Groene Kruis: Zr. T. TACKEN Landweertweg 22 telefoon 1629 BEKENDMAKING Burgemeester en wethouders van Venray vestigen er de aandacht op, dat voor de bouw en de verbouw van woningen en van andere ge bouwen vergunning nodig is van hun college en dat zonder hun schriftelijke vergunning niet met het werk mag worden begonnen. Bij overtreding zal niet alleen proces-verbaal worden opgemaakt, doch kan zelfs sloop van het ge bouwde plaats vinden op kosten van de overtreder. Venray, 30 september 1960. Burgemeester en wethouders vnd., A.H.M. JANSSEN, burgemeester H. VORST, secretaris.

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1