Gedachten rond de Caritasweek
Grind- en zandwinning
in Venray...!
Gebonden
afbetaling
Geestelijk artikel
•Sjtk uw
ESSO PETROLEUM
Zaterdag 8 oktober 1960 No. 41
EEN EN TACHTIGSTE JAABGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN S23P3ÏÏÏKÏÏ&iW™ABONNEMENTS"
(balten Venray 1.64)
Met een receptie in Lunchroom
Verheugen is een ietwat feestelijke
punt gezet achter de caritasweek en
het 10-jarig bestaan van het Deke
naal Sociaal Charitatief Centrum in
Venray.
Een gedienstig heer was zo vrien
delijk de deuren te sluiten toen de
burgemeester en andere autoriteiten
hun gelukwensen met een speechje
aanvulden en wat deze vertelden,
kunnen we dus jammer genoeg niet
verder vertellen.
De gasten en ze waren talrijker
dan op het bal-soiree kregen als
„meditatie-boekje" mee, een tweetal
opstellen van resp. drs. van Roos
malen directeur van het Provinciaal
Opbouworgaan Limburg en Dr. L.
Schneider van het Landelijk Sociaal
Charitatief Centrum, waarin zij hun
gedachten over taak en werkwijze
van het moderne maatschappelijke
werk naar voren brachten
CARITAS-WEEK
Bij het eind van deze caritas-week
vraagt men zich toch wel af, of deze
week inderdaad geslaagd is. Als
men denkt aan de financiële op
brengsten van de verschillende on
derdelen van deze week, dan geloven
we, dat het Centrum best tevreden
zal zijn en dat er veel meer dan de
600 van vorig jaar nu netto zal
zijn overgebleven. Wat dat betreft,
zal het waarachtig wel gaan.
Maar misschien schemert ons te
veel de zware kop van het Alge
meen Dagblad voor de geest, dat in
een nog al uitgebreid artikel ver
slag uitbracht over een bezoek aan
de Venrayse caritas-week. Daar
stond namelijk boven: WAAR DE
VRIENDELIJKHEID DE KAS
MOET SPEKKEN.
De vraag mag gesteld worden of
de caritas-gedachte, die men dan
deze week eens extra naar voren
wou brengen, feitelijk niet verdron
ken is in de erwtensoep
Het orgel speelde en dat was leuk.
En de erwtensoep smaakte best, de
caritas-markt was aardig en onze
schoenen glommen, dat het een lust
was
Maar de nu eenmaal overal bij
komende centen-kwestie gaf aan al
dat leuks en aardigs toch een bij
smaakje. Een bij-smaakje, dat ook
die reporters van dat Dagblad telkens
bleven proevenen die hen tot
de conclusie deed komen, dat Ven
ray niet bepaald een week in het
teken der caritas gestaan heeft, maar
wel in het teken van geld opha
lenTwee dingen die dan wel
veel met elkaar te maken hebben,
maar die niet onafscheidelijk met el
kaar verbonden zijn. Het mag dan
misschien wat bitter zijn om te slik
ken, maar deze mensen staan in die
mening niet alleen.
JA MAAR ER IS GELD NODIG
We weten uit aanschouwing, dat
de hulp van het Centrum, deze over
koepeling van vele caritas-organisa-
ties in ons dekenaat, soms bitte.r
hard nodig is en veel wordt ge-
vraagd. En we kunnen ons levendig
voorstellen, dat deze zeer nuttige in
stelling het slijk der aarde, onmo
gelijk missen kan.
Een buitenstaander mag zich dan
misschien vergapen aan de grote ge
meentelijke subsidie e.d., insiders
weten dat er nog altijd tekorten zijn.
De huisvesting en accomodatie
van het bureau is beneden peil en zo
zal het Centrum, ondanks hoge sub
sidies e.d. wel immer aan een chro
nisch geldgebrek leiden. Temeer
waar dat dat ook in de aard van
haar werken ligtMaar de vraag
mag toch gesteld worden of het dan
juist is, dat dit Dekenale Centrum op
een dergelijke carnavals-manier aan
het ontbrekende geld moet komen.
Of het nodig is, dat de daaraan
verbonden maatschappelijk werkster
en werkers tot diep in de nacht met
gedelegeerden moeten confereren
om weer met de een of andere stunt
aan wat geld te komen. En dat daar
bij dan nog stunts uitgedacht wor
den als zeer exclusieve bals, die
zelfs voor de meeste bestuursleden
zo exclusief waren, dat ze zich maar
niet lieten zien. Deze mensen zullen
hun tijd veel beter en productiever
kunnen gebruiken als ze zich bezig
houden met het maatschappelijk op
bouwwerk en met het sociale werk,
waarvoor ze tensotte ook zijn aan
gesteld.
CARITAS-GEDACHTE
Het mag misschien wat hard klin
ken, maar de standing van het Cen
trum komt bij dit alles toch ook in
het geding. Wat een vastelaovend-
klup geoorloofd is, is nog niet aan
een Dekenaal Centrum toegestaan.
Als dit Centrum geld tekort komt,
dan zijn het op de eerste plaats de
verenigingen en instellingen, waar
van zij het overkoepelend orgaan is
en dikwijls ook de uitvoerende or
ganisatie is, die dit Centrum finan
ciële injecties moeten geven. Zij
zijn het, die met particulieren, ge
meente, provincie en rijk de nodige
gelden moeten verschaffen opdat 't
Centrum haar zo noodzakelijk werk
kan blijven doen
Het Centrum zelf moet zich niet
met al het werk wat ze heeft
ook nog eens, bezig moeten houden
met geiden-inzamelen en zeker niet
op zo'n manierWant bij dat
alles blijft er zo weinig over van de
caritas-gedachte die men in deze
week aldus de aankondiging
dacht te propageren.
Noch de orgels noch de modeshow
en de erwtensoep noch de schoen-
poetserij en de kaartavond en zeker
niet het bal hebben bij de mensen
die caritas-gedachte echt levendig
doen worden. Waarbij tussen haak
jes de kerkdorpen wel heel erg aan
de kant gestaan hebben.
We geven toe, dat het niet gemak
kelijk is om de caritas-gedachte bij
de mensen wat te verlevendigen,
wat intenser te maken. Maar nie
mand kan ons wijsmaken, dat de
verkoop van closet-papier dé me
thode is. En met het eten van erw
tensoep hebben we eerlijk geen
beter begrip gekregen van het werk
van ons Centrum.... Wel door de
opstellen van de twee genoemde
schrijvers, die echter jammer ge
noeg slechts in heel beperkte
kring nl. de receptiegangers
verspreid zijn....
Het spijt ons dit te moeten schrij
ven, met alle respect voor het moei
zaam organisatiewerk, wat voor een
en ander is verricht moeten worden.
Maar men is op de verkeerde weg
als men de caritas in Venray meent
te moeten propageren met dergelijke
stunts.
Laat men dan alle schoonklinken
de frases achterwege en eerlijk zeg
gen, dat het om de lieve duiten gaat.
Duiten, die in ver verband inder
daad wel iets met de caritas te ma
ken hebben. Maar dan herhalen wij,
wat we boven schreven, dat dit geen
taak is voor het Centrum, wel voor
die instellingen, waarvan zij de
overkoepelende organisatie is en
dan op een wijze het Centrum waar
dig
En laat men dan tegenover de
buitenwereld ook eerlijk vertellen
hoe de vork aan de steel zit, zodat
vreemde verslaggevers geen ver
halen in de krant moeten zetten, die
we pijnlijk vinden voor Venray,
maar waarvan we in de diepe grond
van ons hart het gelijk moeten er
kennen.
We hadden wat grind nodig... Tot onze verbazing vertelde men
ons, dat er in Venray geen grind te krijgen was en dat deze van
elders moest worden aangevoerd...
We hebben intussen die grind gekregen, maar toen we even later
eens naar Maashees ^moesten, zijn we toch afgestapt bij de grindery
van de fa. Reynders op de Smakt om daar eens een kykje te ne
men. Er bleek toen, dat er nog aardig wat grind in Venrayse bo
dem sluimert en dat we voorlopig nog wel terecht kunnen.
Daar tegen de rand van de mooie
Geijsterse bossen wordt dag na dag
en al vele jaren lang de grind er uit
gehaald, die hier als tuinkiezel, daar
als beton- of metselzand dienst gaat
doen.
Ruim 1 ha is men aan het afgra
ven en het is er hard werken om de
transporteurs telkens opnieuw te
vullen
ERFENIS UIT DE IJSTIJD
Men realiseert zich dan feitelijk
eerst dat we hier te doen hebben
ïnet een erfenis uit de IJstijd.
In deze streek, waar vroeger
Waarschijnlijk de Maas heeft ge
stroomd, zijn duizenden jaren ge
leden, tijdens de ijstijden, veel grote
en kleine stenen aangespoeld.
Zoals bekend lag toen in die tijden
een zeer groot deel van Europa be
dekt onder een gigantisch dikke ijs
laag. Toen het klimaat warmer werd
en het ijs ging smelten, zocht het
smeltwater zich een uitweg naar de
zee en kwam zo via diverse laagten
naar ons land.
De woest kolkende stromen smelt
water voerden stukken rots met zich
mee. Deze stukken rots braken dik
wijls onderweg door het geweld
dadig voortsleuren van het water.
Zo ontstonden kleinere stukken
steen. Deze stenen en steentjes wer
den door het water en het schuren
over de bodem en langs de oevers
afgeslepen en zo ontstond wat wij
nu grind plegen te noemen.
Hier in ons lage land verloren de
rivieren veel van hun geweld en
stroomden aanmerkelijk rustiger
naar zee. Zo kon het gebeuren, dat
door de stroom meegevoerde steen
tjes ergens in een lus bleven liggen
en zich daar ophoopten. Het zakte
wat en er kwamen lagen grond
overheen in de loop der tijden. Nu
wordt alles weer blootgelegd.
HARD WERKEN
Het is hard werken om die grind
naar boven te halen. Op de eerste
plaats moet de betrekkelijk
vruchtbare bovenlaag, die ongeveer
1.25 m dik is, er voorzichtig worden
afgehaald, opgeborgen en later weer
teruggebracht worden.
Dan is men aan de grind, die dan
naar boven moet worden gebracht
en waarbij men de hulp heeft van
transporteurs. Een hele karwei, want
de grind geeft zich zo maar niet ge
wonnen.
Eenmaal boven, moet de grind
ontdaan worden van de aarde en an
dere ongerechtigheden, die er bij
zitten. Dat doet men door middel
van zeven. Men gaat niet verder met
het grind uithalen dan 2 tot 2.50 m
omdat men dan in het grondwater
komt te zitten.
Met draglines en eventueel met
baggermolens zou natuurlijk veel
meer grind er uit gehaald kunnen
worden, maar dan zou dat een plas
water blijven. Nu wordt die kuil
weer netjes opgevuld met vulzand
en bovenlaag en kan na verloop van
tijd weer bebost worden.
Het klinkt wel verleidelijk als je
hoort praten over plassen en je
denkt aan watersport-gelegenheden
e.d., maar een en ander kost on
noemelijk investeringen in de vorm
van draglines en baggermolens.
De vraag is verder of die inder
daad rendabel gemaakt kunnen wor
den op het betrekkelijk kleine ter
rein, waarop dan wel grind zit, maar
waar nog nimmer precies onder
zocht is, hoe diep, hoe grof of hoe
fijn daar de grind is. Bovendien zou
het landschap hierdoor ook wel wat
wijzigen en dat is ook al een zeer
moeilijke kwestie, waarover alle mo
gelijke instanties hun fiat moeten
geven.
En tenslotte moeten er afnemers
zijn voor al deze grind, die dan los
komt. Zo blijft er van al die mooie
dromen over watersport en wat
dies meer zij, weinig over.
Men gaat tot goed 2 meter en als
het grondwater opkomt dringen, dan
houdt men op en gooit de zaak
dicht. En over idem zoveel jaren
staan er weer bossen....
GESCHIEDENIS IN DE HAND
„Haalt u nu wel eens met die grind
andere dingen omhoog uit die dui
zenden jaren, die aan onze tijd zijn
voorafgegaan" zo was onze vraag.
Het blijkt, dat aan de Maashese-
weg betrekkelijk weinig belangrijke
vondsten zijn gedaan. Men heeft in
de bovenlaag jaren geleden eens en
kele urnen gevonden, maar voor het
overige levert de bosgrond weinig
nieuws op.
In Linn, bij Roermond, waar de
Nederlandse Spoorwegen haar grin-
derijen heeft en o.m. de balastgrind
haalt voor de spoordijken, heeft men
op de 175 ha, die deze grinderij groot
is, wat belangrijke vondsten naar
boven gehaald. Men heeft ons daar
indertijd b.v. eens een mammoetkies
in handen geduwd, die de bagger
molens daar mee naar boven hadden
gebracht.
Je staat dan een beetje beduusd
te kijken naar dit enkele kilo's zware
geval en je kunt maar moeilijk be
grijpen, dat hiermede duizenden en
duizenden jaren geleden een of an
dere gigantische olifant mee in zijn
bek heeft gelopen.
De emailleplooien van de kies
bleken practisch niets geleden te
hebben.
Daar in Linn heeft men een heel
museum kunnen inrichten van
vondsten, maar ook een klein kerk
hof. Want die enorme baggermolens
halen ook menselijke resten naar
boven. Waarschijnlijk van mensen,
die duizenden jaren geleden hier ge
leefd hebben en verdronken zijn in
de toen brede stroom van de Maas.
Maar hier aan de Maasheseweg
vindt men van dit alles niets.
Hier hebben van oudsher waar
schijnlijk bossen gestaan en prac
tisch geen mensen gewoond. Bo
vendien dringt men niet zo heel ver
in de bodem en er kunnen dus in
derdaad nog allerlei geheimen „slui
meren". Men laat ze rustig slapen,
want boven staat een vrachtwagen
die vol moet en dan is er geen tijd
meer om te praten.
GEMEENTELIJKE GRIND
De vindplaatsen van grind liggen
in onze gemeente practisch tegen
de Geijsterse grens aan. Elders in
onze gemeente zal ook nog wel wat
te vinden zijn, maar dan op een
diepte, die niet exploitabel is en
waar de grind-winning veel te duur
wordt.
In Geijsteren zelf is een grinderij
van de fa. Boom uit Venray en Jans
sen de Jong uit Horst.
De gemeente heeft lange tijd met
plannen rondgelopen om in de
Geijsterse Heyde een grinderij op
te zetten. Maar daar ligt de grind
onder boerengrond en het is niet ge
makkelijk om dan toestemming te
te krijgen.
Een en ander zou misschien nog
gelukt zijn al had men bronbe
maling moeten toepassen voor het
hoge grondwater indien men de
grind b.v. had mogen verkopen, zo
dat het een continu-bedrijf werd.
Daarvoor is echter de particuliere
handel en de gemeente mocht dus
de grind alleen voor eigen doel
einden als fietspaden en zandwegen
winnen.
Dat werd gezien de tegenwoordige
grindprijzen een te dure liefhebberij.
Want uit Arcen en Mill wordt de
grind per vrachtwagen aangevoerd
tegen prijzen die zo uitgekookt zijn,
dat er practisch niets aan te ver
dienen valt.
By beschikking van de staats
secretaris van Econ. Zaken zijn de
afbetalingsovereenkomsten meer
aan banden gelegd. Het is niet
verwonderlijk, dat deze maat
regel praktisch een gevolg is van
de troonrede en miljoenennota. In
de laatste vooral kunnen wij dui
delijk lezen, waarom de regering
het nodig acht deze remmen aan
te leggen.
De tijd waarin afbetalingsmaga
zijnen werden gezien als paleizen
waarin arme drommels hun woeker
rente gingen betalen, ligt gelukkig
achter ons. Koop en verkoop op af
betaling zijn normale verschijn
selen in onze maatschappij gewor
den en in alle kringen van de maat
schappij wordt aan deze vorm van
economisch verkeer deelgenomen.
Is de hypotheek op een huis
eigenlijk ook geen afbetaling?
Ook dan delgen we later de
schuld, die we eerst op ons nemen.
Het bouwkassysteem is eveneens 'n
vorm van afbetaling.
Het merkwaardige is, dat we de
afbetaling sociaal minder aanvaard
baar vinden, naarmate het daarmee
verkregen goed sneller verbruikt is,
omdat het daaraan verbonden ge
vaar groot is, dat de slijtage snel
ler verloopt dan de afbetaling.
Voorts wordt er voor dat risico
v.d. verbruiker een zodanige premie
gevraagd in de vorm van een hoge
3iênte, dat üe verbruiker per saldo
veel meer voor het goed betaalt dan
degene die contant betaalt.
Er wordt derhalve door de ver
koper min of meer een wissel ge
trokken op het onvoldoende econo
misch ^inzicht van de klant.
De uitwassen van de afbetaling
zijn daarom terecht bestreden. Maar
wanneer de nadelen door wettelijk
toezicht zoveel mogelijk zijn opge
heven, waarom zou de koop op af
betaling dan niet zonder meer wor
den toegelaten?
VOORUIT OF ACHTERUIT?
Het kan niet worden ontkend, dat
de afbetaling ook een economisch
nuttige functie heeft. Er zijn veel
mensen die niet uit zichzelf kun
nen sparen. Zij kunnen het alleen
onder dwang of zij verstaan niet de
kunst het tijdelijk gespaarde geld
goed te beheren.
Bij de koop op afbetaling spaart
de koper achteraf. Bij contante be
taling wordt vooruit gespaard. Die
noodzaak tot sparen wordt groter
naarmate er meer duurzame ge
bruiksartikelen met een hoge kost
prijs aan de markt komen. En dat
aantal neemt steeds toe. De laatste
decennia zijn er de stofzuigers geko
men, de radio-toestellen, de auto's, de
bromfietsen, de televisietoestellen,
de ijskasten, de fornuizen enz.
Iemand die geen kans ziet zelf
standig pl.m. 1000 voor een tele
visietoestel te sparen, zal er wel toe
komen als hij zich contractueel ge
bonden voelt elke week of maand
een bepaald bedrag terzijde te leg
gen, dat dan ook nog bij hem wordt
opgehaald.
Zo komt hij er ook toe een was
machine te kopen of een nieuwe
haard. Zonder de afbetaling zou hij
zijn leven lang alleen maar blijven
verlangen. Hij zou zijn geld elke
week of maand aan allerlei kleine
uitgaven vermorsen en zijn welvaart
zou dus minder toenemen dan mèt
de afbetaling.
NIET AFSCHAFFEN!
Om deze reden zou het ook on
verstandig zijn de hele afbetaling af
te schaffen. Het voor deze doelen
bestemde geld zou immers toch ge
consumeerd worden maar vermoe
delijk aan goederen, die nog minder
het karakter van kapitaalgoed dra
gen. Daarom is afbetaling ook een
onmisbaar systeem in onze moderne
samenleving. De fabricage van
radiotoestellen, televisie-ontvangers
enz. zou nooit de hoogte van thans
bereikt hebben. Bovendien danken
vele bedrijven, zoals bijvoorbeeld de
postorderbedrijven, hun bestaan aan
dit systeem.
Toch beperkt de regering de af
betaling in een tijd van gunstige
conjunctuur omdat zij verwacht, dat
het verbruik erdoor zal worden af
geremd. En hierboven beweerden
wij, dat dit verbruik toch door gaat?
Inderdaad, maar wanneer de over
heid de kopers dwingt om een ho
gere eerste aanbetaling te doen, dan
moeten zij toch eerst een zekere
aanloop nemen om bepaalde goede
ren in bezit te krijgen.
In dit geval stellen zij de aankoop
en consumptie van het goed toch
nog een tijd lang uit en daar is het
de regering nu om te doen. Het ver
bruik moet even verder worden op
geschort in het belang van 's lands
economische toestand. Bij het aan
leggen van remmen gaat 't erom de
percentages van aanbetaling juist zo
stellen, dat het publiek toch de lust
tot koop op afbetaling houdt.
ZEGEN EN VLOEK
Vanzelfsprekend heeft de regering
besloten, dat op de meer luxueuze
artikelen een hogere aanbetaling no
dig is dan op de andere. Zo moet er
voortaan voor een auto al 35% con
tant worden betaald, voor een brom
fiets tenminste 25%, voor een koel
kast 20%, en voor kleding bijvoor
beeld 15%.
Hieruit blijkt tevens nog een so
ciale functie van de afbetaling.
Iemand kan plotseling behoefte
krijgen aan een artikel, zonder dat
het geld direct voorhanden is.
Bijvoorbeeld wanneer een man
een tijd geen werk heeft gehad,
praktisch al zijn kleding heeft ver
sleten en dan plotseling een goede
baan als vertegenwoordiger kan
krijgen, waarbij hij keurig gekleed
moet gaan. Hij koopt nu een cos-
tuum op afbetaling en is door zijn
goede baan in staat om in korte tijd
af te betalen. Zonder goede kleding
kan hij zijn werk niet verrichten!
Anderzijds is de afbetaling voor
velen een vloek geworden omdat
men aangetrokken door de ge
ringe termijnbetalingen zijn aan
kopen boven de betaalkracht op
schroeft. Het sociaal schadelijke zal
altijd blijven, dat mensen, die eco
nomisch het zwakste staan, de hoog
ste prijzen betalen.
Het is de taak van de overheid
de belangen van alle deelhebbenden
aan het afbetalingsproces zodanig
met elkaar in evenwicht te brengen,
dat er voor de gemeenschap de
grootste vrucht van te verwachten
is. Daarvoor dienen ook de jongste
beperkingen op het afbetalingsbe-
drijf, die in tijden van recessie spoe
dig kunnen worden omgezet in
maatregelen die de afzet stimu
leren. Moge die tijd intussen nog ver
zijn.
BESTAAT ER EIGENLIJK WEL
VERWACHTING?
Is het nu echt zo, dat de katholie
ken zich in een staat van afwach
ting voelen?
Ik kan het me niet voorstellen,
wanneer ik de mensen zo zie voort
jagen als b.v. op het Damrak in
Amsterdam.
Waarheen hollen ze?
Naar hun werk, hun zaken, hun
afspraken, hun voorstellingen. Van
de trein af naar de trein. De an
deren, die zich op de terrasjes in 't
prettige najaarszonnetje koesteren,
schijnen helemaal geen verwachtin
gen te hebben. En als de avond valt
en de lange rijen fietsers, brommers
en auto's het verkeer tot een chaos
maken, haasten al die mensen zich
naar huis, naar het avondeten, het
huiswerk, de T.V. en naar hun ont
spanning.
Ik krijg echt niet de indruk, dat
iemand ook maar „in afwachting
naar de verschijning van Onze Heer
Jezus Christus leeft zoals de bis
schoppelijke brief van Paulus aan
de Corinthiers het stelt.
Waarom is dat alles zo?
Of is het toch maar schijn, wat we
menen als waar te kunnen aanvaar
den? Gedeeltelijk wel, gedsvLelijk
niet.
Cadar de jachtende menigte,
waartoe we allemaal behoren, zijn
er toch groepen die deze hollende
activiteiten alleen beoefenen in het
vooruitzicht van hun bestemming.
Maar hun percentage is niet groot:
ze vormen als het ware een uitzon
dering. En daar komt bij, dat een
nog veel kleiner percentage ooit de
moed heeft zijn toekomstverwach
ting naar buiten te tonen.
Verreweg het grootste deel holt
echter maar mee, bedacht op de
grootst mogelijke welvaart en niet
bereid ook maar iets van dit stof
felijk en tijdelijk bestaan in .t per
spectief te zien.
Men leeft, wat ze tegenwoordig
zeer vaak noemen: existentialistisch
en niet in de toekomst. Er is weinig
verwachting.
Daarom heeft het voor ons katho
lieken zoveel zin om verplicht te
zijn eens per week naar de Kerk te
gaan. Wij moeten dan wel luisteren
naar het perspectief, dat ons in dat
uurtje toch even onder ogen ge
bracht wordt, hetzij in het epistel,
hetzij in het evangelie, hetzij in de
preek.
Want de hedendaagse geest mag
nog zo existentialistisch zijn, dc
eeuwige werkelijkheid de toekomst,
die wij tegemoet gaan blijft onver
anderd. En al die miljoenen, die onze
steden en dorpen, landen en wereld
delen bevolken zijn aan dit ene, on
veranderlijk onderworpen. De we
reld zucht en steunt van de ver
wachting; zij kan niet anders, doch
wij moeten haar vrij zoeken.
<-»W(£sso),^pi voor
t y oliehaard
da haardolie met het hoogste rendement
Isso)
méér warmte
minder roet
zuinig
VISSERS OLIEHANDEL
HORST (L) - TEL. 04709 1067
NIEUWS UIT
VENRAY EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
practijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. VERCAUTEREN
Grotestraat 11 Telefoon 1335
Uitsluitend voor spoedgevallen.
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de Kom.
Zondagsdienst Groene Krols:
Zr. WILMSEN Stationsweg Tel. 1651
DRANKWET
Burgemeester en wethouders van
Venray brengen ter openbare ken
nis, dat is ingekomen een verzoek
schrift van Michiels, Jacobus Corne-
lis Michiel Maria, wonende te Ven
ray Marktstraat 2, om een tap ver
gunning voor 't pand Marktstraat 2;
Binnen twee weken na de dagte
kening dezer bekendmaking kan
ieder tegen het verlenen van deze
vergunning schriftelijk bezwaren bij
burgemeester en wethouders in
brengen.
Venray, 28 september 1960.
Burgemeester en wethouders vnd.,
A.H.M. JANSSEN, burgemeester.
H. VORST, secretaris.
VENRAYS ARCHITECT WINT
PRIJSVRAAG
Architect P. Lerou, heeft een
prijsvraag gewonnen, die was uit
geschreven door de Broeders van
Bapista de la Salie voor het maken
van een ontwerp voor de bouw van
een ULO-intemaat in Stevensbeek.
Het internaat zal worden, gebouwd
op het landgoed van Huize Boslust
in Stevensbeek, dat de Orde ver
leden jaar heeft gekocht.
In september 1959 zijn de broe
ders ir. houten barakken reeds be
gonnen met deze ULO-school. Dit
tijdelijk onderdak heeft vermoede
lijk in het voorjaar van 1961 r^eds
gedeeltelijk plaatsgemaakt voor een
permanent, want dan is het nieuwe
internaat, volgens het ontwerp van
architect Lerou, al voor een deel ge
reed gekomen en in gebruik geno
men.
De school is bedoeld als 'n streek-
Ulo voor Noord-Limburg en Oost-
Brabant. Het is een van de weinige
Ulo-scholen, die een internaat heeft.
Verleden jaar werd begonnen met
69 leerlingen, van wie er 35 intern
waren. Het tweede schooljaar ging
men in met 130 leerlingen, onder wie
zich 63 internen bevonden.
Het project omvat de bouw van
vier paviljoens en een hoofdgebouw.
In elk paviljoen kunnen 40 leerlin
gen worden gehuisvest. In 't hoofd
gebouw worden ondergebracht een
centrale keuken, een recreatiezaal
een centrale eetgelegenheid en een
ziekenzaaltje.
De eerste fase van het project be
staat uit de bouw van twee pavil
joens, die, naar architect Lerou ons
mededeelde, in september 1961 klaar
moeten zijn.
Vervolgens worden de twee an
dere paviljoens gebouwd en daarna
het hoofdgebouw. Mits tijdig bouw
volume wordt verkregen, zal de
eerste spade al over een paar maan
den in de grond gaan. Er is met
de algehele bouw een bedrag ge
moeid van naar schatting anderhalf
miljoen gulden.
De school wordt opgetrokken in
de zogenaamde baksteen stellin
gen bouw. Zij komt te liggen tus
sen Stevensbeek en Overloon, in een
gebied, dat rijk is aan natuurschoon.
De gevels van de school krijgen
een genuanceerde gele kleur. In elk
paviljoen worden doelbewust jon
gens van verschillende klassen on
dergebracht om het gezinsverband
zoveel als mogelijk is te benaderen.
De beloning voor het winnen van
de prijsvraag bestond voor architect
Lerou uit het uitvoeren van zijn
ontwerp. Vroeger heeft de Venrayse
architect ook al studie-prijsvragen
gewonnen.